Beleidsregels gestructureerd huishouden 2015
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft op 17 december 2013 de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014 vastgesteld. Deze beleidsregels zijn op 10 januari 2014 in werking getreden.
Het college heeft op 14 oktober 2014 deze beleidsregels gewijzigd vastgesteld voor zover het gaat om hoofdstuk 5.1 van de beleidsregels. De onderhavige beleidsregels treden in de plaats van hoofdstuk 5.1 van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014. De beleidsregels luiden:
Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten
5.1 Resultaat 1: een gestructureerd huishouden
Inleiding
Onder een gestructureerd huishouden wordt verstaan huishoudelijke ondersteuning waarmee iedereen gebruik kan maken van een opgeruimde en functionele huiskamer, slaapvertrek, keuken en douche/toilet gericht op het vergroten van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid.
Afwegingskader
a.Allereerst beoordeelt het college of er eigen mogelijkheden zijn.
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin men al jaren op eigen kosten iemand voor deze werkzaamheden inhuurt. Als tegelijk met het optreden van de beperking geen inkomenswijziging heeft plaatsgevonden en er geen aantoonbare meerkosten zijn in relatie tot de handicap, is het oordeel in zijn algemeenheid dat er geen compensatie nodig is, omdat het probleem al opgelost is. Dit is uiteraard anders als aangetoond kan worden dat er zodanige wijzigingen zijn dat het niet meer mogelijk is deze hulp zelf te betalen. Is er sprake van een latrelatie, dan zal de gemeente nagaan of en in hoeverre de partner bij kan dragen aan het huishouden.
a.Daarna beoordeelt het college of er sprake is van gebruikelijke zorg.
a.Toelichting: Van gebruikelijke zorg is sprake indien er een huisgenoot aanwezig is, die in staat kan worden geacht het huishoudelijk werk over te nemen. Onder huisgenoot wordt verstaan: iedere persoon met wie de belanghebbende duurzaam gemeenschappelijk een woning bewoont, anders dan in een commerciële huurders- of kostgangersrelatie. Een huisgenoot is bijvoorbeeld een inwonend kind, maar zijn ook inwonende ouders. Of er sprake is van inwonendheid wordt naar de concrete feitelijke situatie beoordeeld. Daarbij staat inwonend tegenover het hebben van een volledig eigen en zelfstandige huishouding, waarbij er geen zaken zoals huisnummer, kosten nutsvoorzieningen, voordeur e.d. door elkaar lopen. Bij gebruikelijke zorg wordt rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Tot 18 jaar wordt van huisgenoten verwacht dat zij hun bijdragen leveren bijvoorbeeld door hun eigen kamer schoon te houden en/of door hand- en spandiensten te verrichten, zoals het doen van (kleine) boodschappen, het helpen bij de afwas, enz. Bij gebruikelijke zorg wordt uitgegaan van de mogelijkheid om naast een volledige baan een huishouden te kunnen runnen.
Alleen bij werkenden die vanwege het verplichtende karakter van de werkzaamheden langdurig van huis zijn. Vanwege de langdurige afwezigheid is men niet in staat om huishoudelijk werk over te nemen. Tijdens deze perioden van afwezigheid is er feitelijk sprake van een eenpersoonshuishouden en kan er geen gebruikelijke zorg worden geleverd.
  • a.
    Vervolgens beoordeelt het college of in het gesprek, als dat heeft plaatsgevonden, alle voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen meegenomen zijn.
  • b.
    Als het voorgaande niet geleid heeft tot een oplossing van het probleem, zal het college een indicatie afgeven in resultaat.
  • c.
    Ook bij mantelzorgers kan sprake zijn van problemen met een schoon huis. Dit is een afgeleid recht van de verzorgde, zodat geen zelfstandig recht ontstaat.
Toelichting: Dit kan in twee situaties het geval zijn. Bij de eerste situatie komt de mantelzorger aantoonbaar niet toe aan een bijdrage tot een gestructureerd huishouden van de verzorgde. Dat zou kunnen als gevolg van (dreigende) overbelasting. Dan kan op naam van de verzorgde hulp plaats vinden. De tweede situatie betreft het niet toekomen aan het schoonmaken van het eigen huis. Dan zou de verzorgde i.p.v. naturahulp een persoonsgebonden budget kunnen aanvragen en dat kunnen gebruiken om de mantelzorger te betalen, die op zijn beurt met dat geld hulp in eigen huis kan bekostigen.
De beleidsregels gestructureerd huishouden 2015 treden met terugwerkende kracht op 3 november 2014 in werking onder gelijktijdige intrekking van hoofdstuk 5.1 van de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2014.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, gehouden op 14 oktober 2014.
De secretaris,
H.ten Brinke
De burgemeester,
ir. C.L. Visser
Naar boven