Intrekking Mandaatbesluit bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders op het gebied van burgerzaken 2005 en verlening Mandaatbesluit bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders op het gebied van burgerzaken 2014(3B, 2014, 158)
Afdeling 3B
Nummer 158
Publicatiedatum 1 oktober 2014
Onderwerp
Intrekking Mandaatbesluit bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders op het gebied van burgerzaken 2005 en verlening Mandaatbesluit bevoegdheden van Burgemeester en Wethouders op het gebied van burgerzaken 2014
Burgemeester en wethouders van Amsterdam
• Gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende:
• dat de dienstverlening op het gebied van burgerzaken een gezamenlijke taak was van de stadsdeelbesturen en de Dienst Basisinformatie;
• dat de stadsdeelbesturen met ingang van 19 maart 2014 niet meer bestaan en hun taken op het gebied van burgerzaken met ingang van die datum worden verricht door de dienst Dienstverlening en Facilitair Management, verder te noemen DFM;
• dat de Wet gemeentelijke basisadministratie met ingang van 6 januari 2014 is vervangen door de Wet basisregistratie personen;
• dat in deze nieuwe wet ook een registratie van niet-ingezetenen kent, beheerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die bij besluit van 27 november 2013, nr. 2013-0000722358, mandaat en machtiging heeft verleend van bepaalde bevoegdheden hiervan aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, waaronder Amsterdam, die partner waren in het RNI Convenant Dienstverlening (Besluit mandaat Registratie Niet-Ingezetenen)
• dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is om (onder)mandaat en (onder)machtiging te verlenen aan de directeur van de Dienst Basisinformatie en diens plaatsvervanger alsmede de directeur van DFM en diens plaatsvervanger;
• dat in het kader van de reorganisatie van de gemeentelijke organisatie het college van burgemeester en wethouders zal besluiten dat de taken van de Dienst Basisinformatie zullen worden overgedragen aan de RVE Basisinformatie en de taken van DFM aan de RVE Dienstverlening en dat de in dit besluit gemandateerde taken dan door de rechtsopvolgers zullen worden uitgeoefend.
• dat het op grond van het bovenstaande nodig is het mandaatbesluit van 26 april in te trekken en te vervangen door een nieuw besluit.
Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 11 maart 2014 hebben besloten:
I het volgende mandaatbesluit in te trekken:
• het mandaatbesluit van 26 april 2005, Gemeenteblad afd. 3B nr. 45
II mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur van de DFM en diens plaatsvervanger met betrekking tot de uitvoering van:
Wet basisregistratie personen (BRP), Besluit BRP, Verordening verstrekking persoonsgegevens BRP en het Reglement BRP 2014:
  • 1.
    de inschrijving in de basisregistratie op grond van de geboorteakte (artikel 2.3 Wet BRP);
  • 2.
    de inschrijving in de basisregistratie op grond van aangifte van verblijf en adres en ambtshalve (artikelen 2.4 en 2.19 Wet BRP)
  • 3.
    de verwerking van rechtsfeiten omtrent de burgerlijke staat (artikelen 2.7 tot en met 2.26 Wet BRP), alsmede het beoordelen van DNA-bewijs als bedoeld in artikel 1, vierde lid van het Besluit DNA-onderzoek vaderschap (AMvRB van 20 oktober 2008, Staatsblad 417);
  • 4.
    het registreren van gegevens omtrent naamgebruik (artikelen 2.25 en 2.56 Wet BRP);
  • 5.
    de aangifte en het verwerken van vertrek naar het buitenland almede van binnen- en intergemeentelijke verhuizingen (artikelen 2.20 tot en met 2.24 Wet BRP);
  • 6.
    het in ontvangst nemen en verwerken van een aanvraag om geheimhouding van gegevens (artikelen 2.59 en 3.21 Wet BRP)
  • 7.
    het verstrekken van gegevens (artikelen 3.4 tot en met 3.18 Wet BRP; artikel 14-17 Reglement BRP);
  • 8.
    het afhandelen van foutberichten (artikel 18 Besluit BRP);
  • 9.
    het toezenden van de persoonslijst (artikel 2.53 Wet BRP)
  • 10.
    het desgevraagd informeren of persoonsgegevens in de basisregistratie worden verwerkt (artikel 2.55, lid 1, Wet BRP);
  • 11.
    het verlenen van inzage en het verstrekken van informatie (artikel 2.55, lid 2 Wet BRP);
  • 12.
    het verwijderen van gegevens na adoptie en wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte (artikel 2.57 Wet BRP);
  • 13.
    het verwerken van correctieverzoeken (artikel 2.58 Wet BRP);
  • 14.
    het vermelden van de aantekening geheimhouding (artikel 2.59 Wet BRP)
• III ondermandaat te verlenen aan de directeur van DFM en diens plaatsvervanger;
met betrekking tot de uitvoering van mandaat van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 november 2013, nr. 2013-0000722358, ten aanzien van:
  • 1.
    de inschrijving in de basisregistratie bedoeld in de artikel 2.66, in samenhang met artikel 2.67, van de Wet BRP;
  • 2.
    de opneming van persoonsgegevens op grond van paragraaf 2.2.3 van de Wet BRP in verband met die inschrijving of in verband met een verzoek van de ingeschrevene op grond van artikel 2.70, derde lid, onderdeel b, van de Wet BRP;
  • 3.
    het heffen van rechten op grond van artikel 36 van het Besluit basisregistratie personen;
  • 4.
    de uitvoering van de artikelen 2.80 en 2.81, eerste tot en met derde lid, van de Wet BRP;
  • 5.
    de toepassing van de artikelen 3.22 en 3.23 van de Wet BRP.
IV mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur van de Dienst Basisregistratie en diens plaatsvervanger met betrekking tot de uitvoering van:
A.Wet basisregistratie personen (BRP), Besluit BPR, Verordening verstrekking persoonsgegevens BRP en het Reglement BRP 2014
De hierboven onder II en III genoemde taken en bevoegdheden alsmede de overige taken en bevoegdheden die aan burgemeester en wethouders zijn opgedragen bij of krachtens de Wet BRP, Besluit BRP, Verordening verstrekking persoonsgegevens BRP 2014, het Reglement GBS/GBA, met uitzondering van de bevoegdheid tot vaststelling van een verordening als bedoeld in artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet BRP.
B.Artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek en Reglement burgerlijke stand (Gemeenteblad 1995, afd. 3, volgnr. 93):
Het benoemen, schorsen en ontslaan van de (buitengewone) ambtenaren van de burgerlijke stand;
C.Kieswet, Kiesbesluit:
Bij andere verkiezingen dan die voor de leden van de bestuurscommissies:
  • 1.
    De registratie van de kiesgerechtigdheid in de GBA (artikelen D1-D9 Kieswet);
  • 2.
    De verdeling van de gemeente in stemdistricten (artikel E2 Kieswet);
  • 3.
    De benoeming van de leden van het hoofdstembureau (artikel E7 Kieswet);
  • 4.
    De registratie van onderdanen van andere lidstaten van de Europese Gemeenschappen voor de verkiezing van de leden van het Europese Parlement (artikelen Y32-Y33 Kieswet);
  • 5.
    De registratie van de kiesgerechtigdheid in de GBA van personen die werkelijke woonplaats in Amsterdam hebben maar niet in de GBA staan ingeschreven (artikel D1a Kiesbesluit);
  • 6.
    De overige taken en bevoegdheden die aan burgemeester en wethouders zijn opgedragen bij of krachtens de Kieswet;
    • D.
      Kaderwet dienstplicht:
  • 1.
    De inschrijving voor de dienstplicht (artikel3 Kaderwet dienstplicht);
  • 2.
    De overige taken en bevoegdheden die aan burgemeester en wethouders zijn opgedragen bij of krachtens de Kaderwet dienstplicht;
• V machtiging te verlenen aan de directeur van de Dienst Basisinformatie en diens plaatsvervanger, alsmede de directeur van de DFM en diens plaatsvervanger met betrekking tot het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover die betrekking hebben op de hierboven (onder)gemandateerde bevoegdheden.
• VI te bepalen, dat de directeur van de Dienst Basisinformatie en zijn plaatsvervanger ondermandaat en ondermachtiging kunnen verlenen met betrekking tot de in dit besluit genoemde mandaten en machtigingen aan door hen aan te wijzen functionarissen en dat de directeur van de DFM en diens plaatsvervanger ondermandaat en ondermachtiging kunnen verlenen met betrekking tot de in dit besluit genoemde mandaten en machtigingen aan door hen aan te wijzen functionarissen.
VII te bepalen, dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in afdeling 3B van het Gemeenteblad.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
A.H.P. Van Gils, secretaris E.E. van der Laan, burgemeester
Naar boven