Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen , Gemeente Purmerend (in versie 2014.02)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend
gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 12 september 2014;
besluit:
De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, gemeente Purmerend (versie 2014.01), besluit van 18 februari 2014, registratienummer 1105018, wordt als volgt gewijzigd.
 
Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen , Gemeente Purmerend (in versie 2014.02)
 
Artikel 1
A
In de laatste alinea van artikel 1.1.5 wordt ‘Belastingdienst’ vervangen door: gemeente.
 
B
In artikel 7.1 wordt na het eerste gedachtestreepje een gedachtestreepje ingevoegd, luidende:
  • -
    Bij betaling door middel van storting van contant geld of door middel van storting met een pinpas, geldt als tijdstip van betaling de eerste werkdag volgend op de dag van de storting of pin-transactie.
C
Artikel 7a.2, tweede alinea, komt te luiden:
Hernieuwde uitbetaling vindt direct plaats als de belastingschuldige aantoont dat:
  • -
    hij tijdig vóór de uitbetaling bij de ontvanger heeft aangegeven dat de uitbetaling niet meer op de desbetreffende rekening moet geschieden, en
  • -
    hij niet over het uitbetaalde bedrag kan beschikken omdat de bankinstelling heeft aangegeven dat de rekening waarop de uitbetaling heeft plaatsvonden, geblokkeerd is.
D
Artikel 19.2.1, laatste alinea, vervalt.
 
E
In artikel 19.3.3a komt de tweede volzin te luiden:
Dit betekent dat de uitbetaling van het vakantiegeld niet van invloed is op de berekende beslagvrije voet.
 
F
In artikel 25.2.7a wordt in de tweede volzin de zinsnede “Bij een herbeoordeling van het verzoek” vervangen door “Hierbij” en wordt na de tweede volzin een volzin ingevoegd, luidende:
Voor de beoordeling of hij zekerheid verlangt voor de bestreden belastingschuld, past de ontvanger de in artikel 25.2.5 van deze leidraad opgenomen voorwaarden toe.
 
G
In artikel 25.6.2A wordt “In bijzondere omstandigheden” vervangen door: Als een ondernemer door een oorzaak die buiten zijn invloed ligt in tijdelijke liquiditeitsproblemen is gekomen,.
 
H
In artikel 27.7 wordt “om in te vorderen” vervangen door: om een belastingschuld in te vorderen.
 
ARTIKEL II
A
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2014.
B
Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen (in versie 2014.02).
 
Burgemeester en wethouders van Purmerend, 22 september 2014

De secretaris,

M.J.H. Smulders

De burgemeester,

D. Bijl

TOELICHTING
Artikel I, onderdeel A, bevat een tekstuele correctie.
 
Artikel I, onderdeel B, betreft toevoeging van een tijdstip van betaling bij stortingen van contant geld of door middel van een pinpas.
 
Artikel I, onderdeel C, bevat een aanpassing van artikel 7a.2. De zinsnede "bijvoorbeeld omdat de rekening ten tijde van de bijschrijving een debetstand kent en ook de (eventuele) kredietfaciliteit van de rekening de restitutie niet toelaat" is voor belastingschuldigen, bankmedewerkers en betrokkenen bij de fiscale uitvoering niet helder genoeg geformuleerd. De bedoeling van deze passage is om duidelijk te maken dat een debetstand op zichzelf geen aanleiding is voor de ontvanger om direct tot hernieuwde uitbetaling over te gaan. De aanpassing van artikel 7a.2 brengt op dit punt een verduidelijking aan.
 
De in artikel I, onderdeel D, opgenomen wijziging zorgt ervoor dat artikel 19.2.1 beter aansluit op de handelwijze van de ontvanger bij het indienen van een bestuurlijke boete in faillissementssituaties.
 
Artikel I, onderdeel E, bevat een verduidelijking van de manier waarop de ontvanger de beslagvrije voet moet toepassen op de uitkering van vakantiegeld. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd.
 
Artikel I, onderdeel F, bevat een verduidelijking van artikel 25.2.7A inzake de herbeoordeling van een verleend uitstel in verband met een ingediend bezwaar. De beoordeling of alsnog zekerheid moet worden gesteld, wordt uitsluitend getoetst aan artikel 25.2.5 van deze leidraad. Dit beleid gold ook al vóór de onderhavige leidraadwijziging maar wordt in de gewijzigde tekst van artikel 25.2.7A nog eens expliciet opgenomen.
 
De in artikel I, onderdeel G, opgenomen wijziging van artikel 25.6.2A bevat een invulling van het begrip bijzondere omstandigheden met het oog op de toepassing van het bijzondere uitstelbeleid voor ondernemers.
 
De in artikel I, onderdeel H, opgenomen aanpassing van artikel 27.7 houdt verband met recente jurisprudentie van de Hoge Raad waarin de verhouding tussen de fiscale en privaatrechtelijke bevoegdheden van de ontvanger aan de orde kwam. De Hoge Raad heeft beslist dat begrenzing van het open systeem van de Algemene wet bestuursrecht voor de ontvanger volgt uit de Leidraad Invordering en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Volgens de Hoge Raad ziet de beperking die is opgenomen in artikel 27, paragraaf 1 en 2, van de Leidraad Invordering 1990 alleen op de invordering van de belastingschuld en niet op een vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad van de belastingschuldige of een derde. Deze verfijning wordt in artikel 27.7 (de opvolger van artikel 27, paragraaf 1, van de Leidraad Invordering 1990) overgenomen.
Naar boven