VERORDENING DODE GEZELSCHAPSDIEREN GEMEENTEN MUIDEN, NAARDEN EN BUSSUM 2014
De raden van de gemeenten Muiden, Naarden en Bussum;
 
Gezien de voorstellen van de colleges van burgemeesters en wethouders van Muiden, Naarden en Bussum,
 
Gelet op artikel 3.5 (Kadavers gezelschapsdieren) van de Wet Dieren;
 
b e s l u i t:
 
vast te stellen de ‘Verordening dode gezelschapsdieren gemeenten Muiden, Naarden en Bussum’
 
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:
 
  • a.
    Wet: Wet Dieren;
  • b.
    Houder: eigenaar of houder van een dood gezelschapsdier;
  • c.
    Gezelschapsdier: alle dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren eveneens tot deze categorie indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is, zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden. Onder de categorie gezelschapsdier worden geen hobby- en landbouwhuisdieren verstaan zoals runderen, paarden, schapen, (dwerg)geiten, hangbuikzwijnen, varkens en herten.
     
Artikel 2 Verzamelplaats
Het college van burgemeester en wethouders wijst één of meer verzamelplaatsen aan waar dode gezelschapsdieren in ontvangst worden genomen.
 
Artikel 3 Aangeven van dode gezelschapsdieren
De houder is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het dode gezelschapsdier is aangetroffen dit dier te vervoeren naar een verzamelplaats zoals bedoeld in artikel 2 en het daar aan te geven en tegen de daaraan verbonden kosten af te staan.
 
Artikel 4 Bewaren van dode gezelschapsdieren
Tot het tijdstip van afgifte moet de houder het dode gezelschapsdier zodanig bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
 
Artikel 5 Uitzonderingen
Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing indien:
  • a.
    Het dode gezelschapsdier wordt begraven op een dierenbegraafplaats of op een terrein dat ter beschikking staat van de houder;
  • b.
    Het dode gezelschapsdier wordt gecremeerd bij een dierencrematorium;
  • c.
    De houder het dode gezelschapsdier laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, die ervoor zorgt dat dit dier ter verwerking wordt aangeboden.
 
Artikel 6 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op @@@.
 
Artikel 7 Slotbepalingen
De Destructieverordening gemeente Bussum 2008 en de Destructieverordening gemeente Naarden 2009 worden ingetrokken.
 
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening dode gezelschapsdieren gemeenten Muiden, Naarden en Bussum 2014.
 
 
 
 
Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Naarden 17 september 2014.
 
Mevrouw dr. J.J. Sylvester,
burgemeester,
 
mevrouw M. Knibbe
griffier
Naar boven