Wijzigingen van de Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen
 
 
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe.
Gelet op de Invorderingswet 1990.
BESLUITEN
Vast te stellen de wijzigingen op de Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen.
De wijzigingen van de Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen door de aanpassingen in de Invorderingswet 1990, Algemene wet bestuursrecht en de wijzigingen op tekstueel gebied en het eigen beleid zijn:
ARTIKEL I
A
Aan de laatste alinea van artikel 1.1.5 wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Dit betekent onder meer dat als de belastingschuldige aannemelijk heeft gemaakt dat er gegronde twijfels zijn bij de verschuldigdheid van een onherroepelijk geworden belastingaanslag, de ontvanger desgevraagd de belastingaanslag marginaal toetst. Wanneer bij de marginale toetsing blijkt dat een belastingaanslag in materiële zin niet verschuldigd kan worden geacht, neemt de ontvanger voor een dergelijke aanslag geen invorderingsmaatregelen. Onder invorderingsmaatregelen worden niet alleen dwangmaatregelen zoals de tenuitvoerlegging van een dwangbevel, maar ook de verrekening met belastingteruggaven begrepen. Genomen invorderingsmaatregelen draait de ontvanger zoveel mogelijk terug. Onder een onherroepelijk vaststaande belastingaanslag wordt in dit verband verstaan een belastingaanslag waartegen geen bezwaar of beroep meer open staat en waarvoor evenmin een ambtshalve beoordeling mogelijk is in verband met termijnoverschrijding.
B
De eerste volzin in artikel 7.9 wordt als volgt gewijzigd: De ontvanger stelt de belastingschuldige alleen van een afboeking van een betaling schriftelijk op de hoogte als invorderingsrente in rekening wordt gebracht. De bekendmaking van de invorderingsrente vindt plaats op de aanmaning, dwangbevel of hernieuwd bevel.
C
De eerste volzin in artikel 9.9.5 sub a wordt als volgt gewijzigd: Deelname aan de automatische incasso is niet mogelijk door of ten behoeve van de belastingschuldigen voor aanslagen tot en met € 45, -.
De eerste volzin in artikel 9.9.5 sub b wordt als volgt gewijzigd: Deelname aan de automatische incasso is mogelijk door of ten behoeve van de belastingschuldige voor aanslagen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 45, - en minder is dan € 5000, - en zolang de verschuldigde bedragen door automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt.
De eerste volzin in artikel 9.9.5 sub c wordt als volgt gewijzigd: Voor de precario en de marktprecario geldt dat ook voor aanslagen boven de € 5.000, - de aanslagen in ten hoogste tien termijnen worden geïnd.
De titel van artikel 9.9.7 wordt gewijzigd als volgt: Berekening termijnbedrag voor aanslagen van meer dan € 45, - tot € 5.000, - en de precario en marktprecario.
De eerste volzin van artikel 9.9.9 vervalt.
De tweede volzin in de oude situatie van artikel 9.9.9 wordt als volgt gewijzigd: Het totale belastingbedrag van het aanslagbiljet van aanslagen van meer dan € 45, - en minder dan
€ 5.000, - wordt bij de afgifte van een machtiging verdeeld in minimaal drie en maximaal tien vrijwel gelijke termijnbedragen met dien verstande dat dit ook geldt voor aanslagen precario en marktprecario waarvan het belastingbedrag hoger is dan € 5.000, -.
D
Na artikel 19.1.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende als volgt:
19.1.8 Vordering ten laste van de echtgenoot
Als de echtgenoot van de belastingschuldige recht heeft op gelden, penningen of periodieke betalingen die in de huwelijksgemeenschap vallen, dan kan de ontvanger een vordering ten laste van de echtgenoot doen. De bekendmaking van de vordering dient zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen acht dagen na het doen van de vordering, te geschieden aan de belastingschuldige en de echtgenoot afzonderlijk.
E
Na artikel 22.8.12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende als volgt:
22bis Mededeling
Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.
F
Na artikel 25.7.5 worden twee artikelen ingevoegd, luidende als volgt:
25a Uitstel van betaling exitheffingen
Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente
25a.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen
Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.
G
Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel B wordt de zinsnede ‘met een forfaitair bedrag voor boeken en leermiddelen groot € 51, - en met het bedrag aan onderwijsretributie groot € 88,75’ vervangen door: met een forfaitair bedrag voor boeken en leermiddelen groot € 51, - en met het bedrag aan onderwijsretributie.
ARTIKEL II
Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 1-2014’.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2014.
 
 
Naar boven