Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 september 2014.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Peter Veenman, Arnoud Rodenburg
gemeentesecretaris, burgemeester
Algemene toelichting op de Verordening toepassing zon
ne-energie agrarische opstallen
Met het IODS-convenant (Integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam) is de gebiedsontwikkeling gekoppeld aan de uitvoering van het traject A4, tussen Delft en Schiedam. In het convenant zijn de afspraken vastgelegd ten aanzien van doelstellingen, bestuurlijke verantwoordelijkheid, betrokkenheid van partijen, planning en de financiering op hoofdlijnen.
Een van de projecten die voortvloeit uit het convenant is de Pilot Groen ondernemen, duurzaam boer blijven. Uitgangspunt hiervan is om de agrarische sector als drager van het open veenweidegebied een impuls te geven om haar rol als producent en beheerder van dit gebied in de toekomst zeker te stellen. De gemeente Midden-Delfland is aangewezen als trekker van dit plan. Opdracht is het bedenken en uitvoeren van een plan van aanpak voor het geven van een kwalitatieve en duurzame impuls aan de (melk)veehouderijsector in Midden-Delfland.
Deze opdracht is verder uitgewerkt in het Studie- en innovatieprogramma ‘Kringloopboeren Midden-Delfland’ (zie ook: www.boerinmiddendelfland.nl). In dit programma werken de melkveehouders met en voor de omliggende steden aan een veilig, aantrekkelijk, ‘eetbaar’ en op agrarisch cultuurlandschap. Met behulp van dit programma worden de bedrijfskracht en gebiedskracht versterkt. Tussen beide onderdelen bestaat een wederkerige relatie. Deze verordening is er op gericht om de duurzame bedrijfskracht van de agrarische ondernemers te versterken. Een sterke agrarische ondernemer is noodzakelijk om de gebiedskracht te behouden en te versterken.
Hierbij wordt uitgegaan van een groter gebied dan het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland zelf. Dit is vastgelegd in artikel 2 van de subsidieverordening.
Doestelling subsidieverordening
De doelstelling van de subsidie is om agrarische ondernemers te stimuleren om meer duurzaam te werken. Dit wordt gedaan door subsidie beschikbaar te stellen voor het stimuleren van de toepassing van zonne-energie.`
Op 19 februari 2013 is een verordening met dezelfde doelstelling vastgesteld. Door een wijziging van de Europese regelingeving op het terrein van geoorloofde staatssteun, is die verordening op 30 juni 2014 van rechtswege vervallen.
Het toepassen van zonne-energie past goed binnen de doelstellingen van kringlooplandbouw. Door alle of een gedeelte van de benodigde energie zelf binnen het bedrijf duurzaam op te wekken, wordt het milieu minder belast. Tegelijkertijd is de agrarische ondernemer minder afhankelijk van externe bronnen, waardoor deze beter zijn bedrijfskosten kan beheersen. Tenslotte zorgt de toepassing van duurzame energie voor een beter imago van de sector binnen het gebied Midden-Delfland.
Bekostiging van deze subsidie gebeurt door gebruik te maken van de incidentele provinciale subsidie voor Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland, toegekend bij beschikking van 12 september 2012, kenmerk DOS-2012-0003036 PZH-2012-333369329.
Staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
Het verstrekken van subsidie aan ondernemingen kan de concurrentieverhoudingen op de vrije markt verstoren. Anderzijds is het regelmatig nodig om subsidie te verstrekken om overheidstaken te realiseren, waarbij de subsidie als stimulans voor ondernemers kan worden ingezet. Het verstrekken van subsidie is dan mogelijk, mits aan de Europese regelgeving op dit vlak wordt voldaan. Het verstrekken van subsidie op basis van deze verordening aan de agrarische ondernemingen heeft als specifieke overheidsdoelstelling het open agrarische cultuurlandschap van Midden-Delfland te behouden en te versterken.
De artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevat de regelgeving voor het voorkomen van een ongewenste beïnvloeding van de ‘markt’. De Verordening (EU), nr. 651/2014 van 17 juni 2014 bevat algemene regelgeving op basis waarvan steun aan ondernemingen met de interne markt verenigbaar wordt verklaard. Deze gemeentelijke verordening maakt gebruik van die bepalingen om het gebruik van zonnepanelen en zonneboilers bij agrarische bedrijven in het gebied Midden-Delfland verder te stimuleren. Subsidie aan kleine en middelgrote ondernemingen die voldoet aan de verordening van de Europese Commissie hoeft niet bij de commissie te worden aangemeld, maar kan volstaan worden met een kennisgeving. Na vaststelling van deze subsidieverordening vindt dit administratieve proces plaats.
In artikel 41 van de verordening (EU) 651/2014 is bepaald dat (milieu)investeringen ter stimulering van energie uit hernieuwbare bronnen onder voorwaarden verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. De begripsomschrijvingen voor ‘energie’ en ‘hernieuwbare energiebronnen’ is opgenomen in artikel 2 van deze verordening onder respectievelijk 109 en 110 van dat artikel. Artikel 1, derde lid, onder b, van de Europese verordening bepaalt dat die verordening niet van toepassing is in de sector van de primaire landbouwproductie. Hierop worden enkele uitzonderingen genoemd, waaronder milieusteun. Op basis hiervan is het mogelijk aan agrarische bedrijven steun voor het gebruik van zonne-energie te verlenen.
De gemeentelijke subsidieverordening kent een steunpercentage van 25%, waarbij voor zonnepanelen een maximumbedrag geldt van € 5.000,- en voor zonneboilers een maximum bedrag van € 1.000,-. Door het opnemen van deze percentages en bedragen is sprake van transparantie, zoals bedoeld in de considerans, onder 17 en artikel 5 van de Verordening (EU) 651/2014.
Op basis van artikel 41, zevende lid, onder a, bedraagt de maximale steun 45% van de in aanmerking komende kosten. Voor steun aan kleine ondernemingen, waaronder de agrarische bedrijven vallen, mag een verhoging van 20% worden toegepast. Het percentage in de gemeentelijke subsidieverordening is ruim binnen de maximale percentages van steun die in de Europese verordening zijn opgenomen.
Subsidieverordening Midden-Delfland 2013
Op de toekenning van subsidie zijn de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013 van toepassing. Laatstgenoemde verordening biedt het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere regels in te stellen. Hiervan is gebruik gemaakt door vaststelling van de Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015. Op deze subsidieverordening zijn de in de Awb en de algemene subsidieverordening opgenomen voorschriften van overeenkomstige toepassing en worden in de nadere regels niet meer apart genoemd. In verband met een heldere communicatie is er voor gekozen om de naamgeving van het document aan te passen in ‘verordening’, in plaats van ‘nadere regels’.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel
1. Begripsbepalingen
Onder a is de begripsomschrijving voor de agrarische ondernemer opgenomen. Dit is noodzakelijk om duidelijk te maken dat alleen agrarische ondernemers van de subsidie gebruik kunnen maken. Dit is noodzakelijk als uitvloeisel van de pilot Groen Ondernemen, Duurzaam boer blijven. Op basis van Europese regelgeving kan ook de glastuinbouw als agrarisch ondernemer worden beschouwd. Dit is onwenselijk daar dit in strijd is met de afspraken die zijn vastgelegd in het IODS-convenant. Tevens wordt hiermee voorbij gegaan aan de doelstelling van het IODS, namelijk een impuls geven aan de agrarische sector als drager van het open veenweidegebied. Hiermee kan de agrarische sector haar rol als producent en beheerder van het gebied Midden-Delfland invullen. Opgemerkt moet worden dat het gebied Midden-Delfland op basis van Europese regelgeving is aangewezen ‘probleemgebied’, waaruit de kwetsbaarheid en noodzaak tot bescherming blijkt.
Onder b is duidelijk gemaakt dat de subsidie alleen geldt voor installaties die worden aangebracht op de agrarische opstallen. De subsidie is niet bestemd voor het particuliere, als woonruimte in gebruik zijnde gedeelte van de opstallen. Hiervoor gelden aparte landelijke subsidieregelingen. De financiële middelen op basis van het IODS mogen alleen worden ingezet voor die zaken waarvoor geen andere regeling beschikbaar is.
Onder c wordt verwezen naar het begrip ‘onderneming in moeilijkheden’. Dit is noodzakelijk omdat op basis van Europese regelgeving geen steun (subsidie) mag worden verleend aan dergelijke ondernemers.
Artikel
5. Weigeringsgronden
Als het subsidieplafond (zie artikel 3) is bereikt, kan geen subsidie meer worden toegekend. In dit lid is dat vastgelegd om vooraf duidelijk te maken dat geen budget overschrijding mogelijk is.
De subsidie is bedoeld om ondernemers te stimuleren over te gaan tot het gebruik van zonne-energie. Vervanging van een bestaande installatie valt hier niet onder. Daarnaast is het op basis van de Europese regeling ook niet toegestaan dergelijke investeringen te subsidiëren.
Het college moet vast kunnen stellen of de maatregelen die met de subsidie beoogd worden, ook uitgevoerd gaan worden. Daarom kan geen subsidie worden toegekend, indien al opdracht gegeven is om met de werkzaamheden te beginnen. Een dergelijke bepaling is ook noodzakelijk om aan de Europese regelgeving te voldoen. Een subsidie is bestemd om ondernemers te stimuleren. Indien zij zonder die stimulans al begonnen zijn, kan geconcludeerd worden dat zij een subsidie niet nodig hebben.
Zie ook de toelichting bij het artikel 1. Er zijn verschillende redenen om de subsidie te beperken tot agrarische ondernemers.
Vijfde, zesde en zevende lid
Op basis van Europese regelgeving mag geen subsidie toegekend worden aan ondernemingen die in moeilijkheden verkeren. Dit zou ook in strijd zijn met de doelstellingen van het project Kringlooplandbouw, dat mede gericht is op de bedrijfshuishouding op lange termijn. Daarom wordt in het aanvraagformulier vereist dat aanvragers verklaren niet in surseance van betaling of in staat van faillissement te zijn of dat niet de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem/haar van toepassing is verklaard of dat daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend;
Artikel
7. Subsidie toepassing zonne-energie
In de verordening is gekozen voor een minimaal te bereiken doel bij het gebruik van installaties voor het opwekken van zonne-energie. Welke installaties hiervoor gebruikt worden, is voor dit doel niet van belang. Mogelijk dat hiermee de innovatieve kracht van ondernemers gestimuleerd wordt.
Daar de subsidie bedoeld is als stimulering is uitgegaan van een maximaal percentage en een vast bedrag. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om binnen het gebied minimaal nog 10 ondernemers te ondersteunen. Samen met de voorgaande subsidieperiode is het hierdoor mogelijk om bij ruim 50% van de agrarische ondernemers het gebruik van zonne-energie in de bedrijfsvoering in te voeren.
De subsidie bedraagt 25% op de investeringskosten exclusief BTW. Deze berekening sluit aan op de uitgangspunten van de Verordening (EU), nr. 651/2014 om te komen tot transparante steun.
Niet iedere stal is geschikt voor de toepassing van zonne-energie. Ook zijn er agrarische ondernemers die niet kiezen voor de toepassen van de zonne-energie. Met de plaatsing van een zonneboiler kan ook een positief duurzaam effect bereikt worden. Daarom is in dit artikel, naast de toepassing van zonne-energie, een extra stimuleringssubsidie opgenomen voor de plaatsing van een zonneboiler.
De subsidie is bedoeld als stimulans voor het aanbrengen van een zonneboiler. Hierom is het percentage subsidie vastgesteld op 25%, met een maximum van € 1.000,= per agrarisch bedrijf.
In zijn algemeenheid kan bij de plaatsing van installaties op basis van de Omgevingswet volstaan worden met een melding. Voor gemeentelijke en rijksmonumenten geldt echter een vergunningplicht. In dit lid is vastgelegd dat als sprake is van een vergunningplicht de subsidie alleen toegekend wordt als die vergunning ook daadwerkelijk is verleend.