Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012

Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012

De raad van de Gemeente Nieuwegein;

gelezen het initiatiefvoorstel van de raadsfracties D’ 66, PvdA, VVD, Fractie van der Zalm en Onze Nieuwegeinse Samenleving;

gelet op artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen:

Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012

De Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (2012-093) wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vercijfering van de onderdelen 3 en 4 in de onderdelen 6 en 7 worden drie nieuwe onderdelen ingevoegd, die als volgt luiden:

  • 3.bedrijf: een winkel of uitstalling, anders dan een winkel, waaruit in de uitoefening van een bedrijf goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren;

  • 4.werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • 5.nachtwinkel: een winkel die bij ontheffing op grond van artikel 3 lid 2, van de wet iedere werkdag van 22.00 uur tot 06.00 uur is toegestaan om geopend te zijn.

B.

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5
Vrijstellingen gedurende bepaalde uren voor bepaalde branches of categorieën

Voor de in artikel 2 van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een vrijstelling op zon- en feestdagen van 12.00 uur tot 19.00 uur, met uitzondering van Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.

C.

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6
Individuele ontheffingen

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen of werkdagen.

    • 2.Een ontheffing kan worden verleend aan bedrijven gedurende een bepaalde periode van het jaar of bij bepaalde evenementen dan wel bij een andere plotseling opkomende bijzondere omstandigheid van tijdelijke aard.

    • 3.Aan de ontheffing, bedoeld in het tweede lid, kan de beperking worden verbonden dat een ontheffing niet verleend kan worden tussen 02.00 uur en 06.00 uur;

    • 4.De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van het bedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van het bedrijf op basis van de ontheffing.

D.

Artikel 7 wordt geschrapt.

E.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8
Nachtwinkels

2. Het eerste lid komt te luiden:

Een ontheffing kan worden verleend ten behoeve van ten hoogste twee nachtwinkels, enkel in het stadscentrum, met dien verstande dat aan de ontheffing in ieder geval de beperking wordt verbonden dat uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren wordt verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

Artikel II

  • 1.De ontheffingen die zijn verleend op grond van artikel 6 van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 zoals deze bepaling luidde voor de inwerkingtreding van deze verordening blijven rechtsgeldig.

  • 2.Op ontheffingen die zijn verleend op grond van artikel 7 van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 is artikel 1, onderdeel 3, van toepassing.

  • 3.Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 januari 2014,

De griffier, De voorzitter,

Toelichting op de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012

Algemene toelichting

Inleiding

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking treden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen nu echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De voorheen geldende uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk te vervallen.

Het gemeentebestuur vindt dat de verruiming die de laatste wetswijziging biedt ook past binnen de maatschappelijke ontwikkelingen in Nieuwegein. Door winkeliers is reeds vooruitlopend op deze wetswijziging de nadrukkelijke wens geuit om tot een verruiming van de openingstijden van winkels over te gaan.

De wetswijziging biedt het gemeentebestuur aldus de mogelijkheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen waarmee winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open kunnen zijn. De onderhavige verordening voorziet in een verruiming van gemeentelijke regels voor de zondags- en avondopenstelling.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de verruiming ook van toepassing wordt verklaard op de ambulante handel, dat wil zeggen het organiseren van markten op zon- en feestdagen en het toestaan van standplaatsen op zon- en feestdagen tot de mogelijkheden behoren. Verwezen wordt naar artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.

Geopteerd is om de verruiming mogelijk te maken door de huidige Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 te wijzigen.

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking treden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen nu echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De voorheen geldende uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk te vervallen.

Het gemeentebestuur vindt dat de verruiming die de laatste wetswijziging biedt ook past binnen de maatschappelijke ontwikkelingen in Nieuwegein. Door winkeliers is reeds vooruitlopend op deze wetswijziging de nadrukkelijke wens geuit om tot een verruiming van de openingstijden van winkels over te gaan.

De wetswijziging biedt het gemeentebestuur aldus de mogelijkheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen waarmee winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open kunnen zijn. De onderhavige verordening voorziet in een verruiming van gemeentelijke regels voor de zondags- en avondopenstelling.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de verruiming ook van toepassing wordt verklaard op de ambulante handel, dat wil zeggen het organiseren van markten op zon- en feestdagen en het toestaan van standplaatsen op zon- en feestdagen tot de mogelijkheden behoren. Verwezen wordt naar artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.

Geopteerd is om de verruiming mogelijk te maken door de huidige Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 te wijzigen.

Verruiming bevoegdheden

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De verboden zijn overigens wel in algemene zin beperkt door het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer). Verder dient er bij het formuleren van gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor zondag- en avondopenstelling rekening gehouden te worden met ander hoger recht. Zoals hieronder uiteengezet zal worden, zijn bij dat laatste vooral de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang. In het bijzonder waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De verboden zijn overigens wel in algemene zin beperkt door het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer). Verder dient er bij het formuleren van gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor zondag- en avondopenstelling rekening gehouden te worden met ander hoger recht. Zoals hieronder uiteengezet zal worden, zijn bij dat laatste vooral de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang. In het bijzonder waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

Huidige verordening en beleid

De Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (hierna: verordening 2012-093) is op 28 maart 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.

De Verordening tot wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 is op 30 oktober 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.

De huidige regels zijn met de wetswijziging nog rechtsgeldig zolang de raad ze niet wijzigt of intrekt, want deze regels vallen ook onder de verruimde reikwijdte van de (wijzigings)wet. De ontheffingen die op grond van verordening 2012-093 zijn verleend blijven zolang van kracht.

De aanleiding voor de vaststelling van de verordening 2012-093 was te vinden in maatschappelijke behoefte zoals geuit door de lokale middenstand om het aantal koopzondagen van 8 te verruimen naar het wettelijk toegestane maximum van 12 koopzondagen per jaar. De aanpassing was ook in lijn met de zondags- en avondopenstelling van de regiogemeenten.

Daarnaast is in verordening 2012-093 een ontheffingsmogelijkheid voor de zondagsopenstelling geregeld. Het college kan op grond van de huidige bepaling in artikel 4 lid 4 van de Winkeltijdenwet ontheffing voor ten hoogste 4 winkels verlenen. Uitgangspunten hierbij zijn dat alle winkels die in hoofdzaak eet- en drinkwaren verkopen in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing op grond van artikel 6 van de verordening en dat ontheffingsverlening plaats vindt door middel van een lotingsysteem. Gebleken is dat de behoefte en wensen van de lokale middenstand niet aansluiten bij het wettelijk kader zoals dat nu geregeld is. Het gemeentebestuur erkent dit signaal en is daarom van mening dat een verruiming van het aantal koopzondagen (en koopdagen op feestdagen en werkdagen) gerechtvaardigd is en een economische impuls zal betekenen voor de gemeente.

De Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (hierna: verordening 2012-093) is op 28 maart 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.

De Verordening tot wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 is op 30 oktober 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.

De huidige regels zijn met de wetswijziging nog rechtsgeldig zolang de raad ze niet wijzigt of intrekt, want deze regels vallen ook onder de verruimde reikwijdte van de (wijzigings)wet. De ontheffingen die op grond van verordening 2012-093 zijn verleend blijven zolang van kracht.

De aanleiding voor de vaststelling van de verordening 2012-093 was te vinden in maatschappelijke behoefte zoals geuit door de lokale middenstand om het aantal koopzondagen van 8 te verruimen naar het wettelijk toegestane maximum van 12 koopzondagen per jaar. De aanpassing was ook in lijn met de zondags- en avondopenstelling van de regiogemeenten.

Daarnaast is in verordening 2012-093 een ontheffingsmogelijkheid voor de zondagsopenstelling geregeld. Het college kan op grond van de huidige bepaling in artikel 4 lid 4 van de Winkeltijdenwet ontheffing voor ten hoogste 4 winkels verlenen. Uitgangspunten hierbij zijn dat alle winkels die in hoofdzaak eet- en drinkwaren verkopen in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing op grond van artikel 6 van de verordening en dat ontheffingsverlening plaats vindt door middel van een lotingsysteem. Gebleken is dat de behoefte en wensen van de lokale middenstand niet aansluiten bij het wettelijk kader zoals dat nu geregeld is. Het gemeentebestuur erkent dit signaal en is daarom van mening dat een verruiming van het aantal koopzondagen (en koopdagen op feestdagen en werkdagen) gerechtvaardigd is en een economische impuls zal betekenen voor de gemeente.

Inspraak

Onder ondernemers actief op City Plaza is een enquête uitgevoerd. City Plaza kent 17 zelfstandige ondernemers en 113 filiaalbedrijven. De enquête is ingevuld door 9 zelfstandige winkeliers (59%) en 35 filiaalbedrijven (31%) . Hierbij moet worden aangetekend dat op het enquêteformulier is aangegeven dat er van wordt uitgegaan dat, bij niet inleveren van de enquête, men voorstander is van 52 koopzondagen.

De conclusie is dat men in meerderheid voor een toename van het aantal zondagen is. Hoeveel dat er precies zullen worden is aan de winkeliers om in onderling overleg te bepalen. De wet en daarmee de verordening biedt de mogelijkheid om 52 zondagen per jaar open te zijn maar schrijft dit niet voor.

De enquête heeft vooral betrekking op het stadscentrum. Uit de bijgevoegde brief van de Stichting Middenstand Centrale Nieuwegein kunt u afleiden dat het openstellen van de winkels op de overige winkelcentra op dit moment niet speelt. De wijziging van de winkeltijdenverordening biedt hen echter wel de gelegenheid om in de toekomst op elke gewenste zondag of zondagen zonder bureaucratische rompslomp open te zijn.

Onder ondernemers actief op City Plaza is een enquête uitgevoerd. City Plaza kent 17 zelfstandige ondernemers en 113 filiaalbedrijven. De enquête is ingevuld door 9 zelfstandige winkeliers (59%) en 35 filiaalbedrijven (31%) . Hierbij moet worden aangetekend dat op het enquêteformulier is aangegeven dat er van wordt uitgegaan dat, bij niet inleveren van de enquête, men voorstander is van 52 koopzondagen.

De conclusie is dat men in meerderheid voor een toename van het aantal zondagen is. Hoeveel dat er precies zullen worden is aan de winkeliers om in onderling overleg te bepalen. De wet en daarmee de verordening biedt de mogelijkheid om 52 zondagen per jaar open te zijn maar schrijft dit niet voor.

De enquête heeft vooral betrekking op het stadscentrum. Uit de bijgevoegde brief van de Stichting Middenstand Centrale Nieuwegein kunt u afleiden dat het openstellen van de winkels op de overige winkelcentra op dit moment niet speelt. De wijziging van de winkeltijdenverordening biedt hen echter wel de gelegenheid om in de toekomst op elke gewenste zondag of zondagen zonder bureaucratische rompslomp open te zijn.

Belangenafweging

Naast het feit dat de ondernemers bereid zijn volledig tegemoet te komen aan de door de Raad ingebrachte bezwaren zijn zij ook bereid de kosten die daarmee samenhangen te betalen. Doordat straks de winkels in het stadscentrum alle zondagen open kunnen zijn kan door hen worden bespaard op de reclame-uitingen waarmee de openstelling van de huidige 12 zondagen bij het publiek bekend worden gemaakt. Daarom zijn zij ook bereid structureel te investeren in de levendigheid van het Stadscentrum. Op jaarbasis zullen zij in de jaren 2014 en 2015 , in overleg met het college, ca. € 150.000,00 investeren in beleving, evenementen , aankleding, projecten en de marketing voor het stadscentrum. Na de voorziene evaluatie in 2015 zullen hierover nieuwe afspraken worden gemaakt.

Gezien het grote belang, voor zowel de stad, de burgers en de ondernemers, dat samenhangt met de mogelijkheid voor winkels in Nieuwegein om ook op zondag open te kunnen zijn en het feit dat de tijdens de behandeling in de commissie en de Raad ingebrachte bezwaren kunnen worden weggenomen bieden de genoemde partijen een op basis van het voorgaande voorstel tot vaststelling van de Verordeningtot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 aan.

Naast het feit dat de ondernemers bereid zijn volledig tegemoet te komen aan de door de Raad ingebrachte bezwaren zijn zij ook bereid de kosten die daarmee samenhangen te betalen. Doordat straks de winkels in het stadscentrum alle zondagen open kunnen zijn kan door hen worden bespaard op de reclame-uitingen waarmee de openstelling van de huidige 12 zondagen bij het publiek bekend worden gemaakt. Daarom zijn zij ook bereid structureel te investeren in de levendigheid van het Stadscentrum. Op jaarbasis zullen zij in de jaren 2014 en 2015 , in overleg met het college, ca. € 150.000,00 investeren in beleving, evenementen , aankleding, projecten en de marketing voor het stadscentrum. Na de voorziene evaluatie in 2015 zullen hierover nieuwe afspraken worden gemaakt.

Gezien het grote belang, voor zowel de stad, de burgers en de ondernemers, dat samenhangt met de mogelijkheid voor winkels in Nieuwegein om ook op zondag open te kunnen zijn en het feit dat de tijdens de behandeling in de commissie en de Raad ingebrachte bezwaren kunnen worden weggenomen bieden de genoemde partijen een op basis van het voorgaande voorstel tot vaststelling van de Verordeningtot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 aan.

Toezicht en handhaving

De verruiming van zondags- en avondopstelling kan een impact hebben op de openbare ruimte, meer in het bijzonder op de woon- en leefomgeving. De diverse overlastaspecten (verstoren zondagsrust, risico’s op het ontstaan van parkeerexcessen, geluidsoverlast, verstoring van openbare orde en veiligheid) die aan de orde kunnen zijn vormen nadrukkelijk een afwegingskader bij toezicht en handhaving.

Het toezicht en de handhaving van deze verordening wordt uitgevoerd door politie (strafrechtelijke handhaving) in samenspraak met gemeente (bestuursrechtelijke handhaving). De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven.

De verruiming van zondags- en avondopstelling kan een impact hebben op de openbare ruimte, meer in het bijzonder op de woon- en leefomgeving. De diverse overlastaspecten (verstoren zondagsrust, risico’s op het ontstaan van parkeerexcessen, geluidsoverlast, verstoring van openbare orde en veiligheid) die aan de orde kunnen zijn vormen nadrukkelijk een afwegingskader bij toezicht en handhaving.

Het toezicht en de handhaving van deze verordening wordt uitgevoerd door politie (strafrechtelijke handhaving) in samenspraak met gemeente (bestuursrechtelijke handhaving). De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 1

In verband met de voorgestelde verruiming zijn de definitiebepalingen in artikel 1 daarop aangepast. Het betreft de definitie van de begrippen bedrijf, werkdagen en nachtwinkel.

Het eerste lid van artikel 2 van de Winkeltijdenwet bevat een verbod om winkels op bepaalde dagen of gedurende bepaalde tijdstippen geopend te hebben voor publiek. Het tweede lid bevat eenzelfde verbod, maar ziet op andere vormen van detailhandel. Het gaat hier om markt- en straathandel. De handel te water, zogenaamde parlevinkers, valt hier ook onder. In de praktijk blijkt dat het beroep van parlevinker in Nederland niet of nauwelijks meer wordt uitgeoefend. De verwachting is dat deze ondernemingsvorm niet of heel sporadisch voor komt in en om de wateren van Nieuwegein.

Door de zinsnede ‘in rechtstreekse aanraking met particulieren’ vallen verkoopmethoden zoals postorderverkoop, telefonische verkoop en telewinkelen niet onder de wet. Bovendien heeft het verbod geen betrekking op het afleveren van goederen aan particulieren. Aangezien het de bedoeling is om straathandel (markten en standplaatsen) ook op zon- en feestdagen toe te staan voldoet de definitie ‘winkel’ als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet niet. In artikel 1 van de Winkeltijdenwet is een winkel immers gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht. Handel op straat valt daar nadrukkelijk niet onder. Om dit te ondervangen wordt de term ‘ bedrijf’ gehanteerd. In die definitie komt tot uiting dat winkels in zin van artikel 1 Winkeltijdenwet én dat straathandel daaronder te vatten zijn.

Onderdeel B

(Artikel 5)

Om een verruiming van de openingstelling van winkels mogelijk te maken is in artikel 5 een verruimde vrijstelling voor openingstijden opgenomen. Het sec opnemen van de voorgestelde verruiming heeft automatisch gevolg voor een aantal andere bepalingen in de verordening. Artikel 6 is gewijzigd en artikel 7 is geschrapt.

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat in principe zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Veel varianten voor de invulling van een vrijstellingsregime zijn daarmee denkbaar. Het gemeentebestuur heeft ervoor geopteerd om het regime ten aanzien van koopdagen over de hele linie, dus voor alle bedrijven (winkels en ambulante handel: markten, standplaatsen) in Nieuwegein vrij te geven, in die zin dat winkeliers er zelf voor kunnen kiezen om op elke zondag (en niet uitgezonderde feestdagen) open te zijn. Er wordt dus afgestapt van het huidig beleidskader dat uitgaat van 12 koopzondagen per kalenderjaar gekoppeld aan bepaalde gebieden in de gemeente. Dit betekent ook dat de maximering van ontheffingsmogelijkheid (4 ontheffinghouders) zoals nu geregeld is artikel 6 lid 2 komt te vervallen. Hetzelfde geldt voor de norm van 15.000 inwoners per ontheffing die daaraan gekoppeld was. Op grond van de laatste wijziging van de Winkeltijdenwet is deze bepaling komen te vervallen. Het gemeentebestuur heeft een beleidskeuze hierin om deze norm te blijven hanteren. Aangezien het uitgangspunt is om tot een versoepeling van de ontheffing te komen wordt deze norm dan ook niet meer als passend ervaren. Het gemeentebestuur heeft deze vrijstelling wel enigszins geclausuleerd. De zondagsopenstelling (en gedurende bepaalde feestdagen) is beperkt in tijdsruimte. Bedrijven kunnen op zon- en feestdagen open zijn van 12.00 tot 19.00 uur. Winkeliers en de ondernemers in de ambulante handel kunnen hun winkels/bedrijf op de volgende feestdagen open stellen voor het publiek: tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, en tweede kerstdag. Een aantal feestdagen en andere bijzondere dagen zijn daarvan nadrukkelijk uitgezonderd. Gelet op de lokale en (landelijke) maatschappelijke ontwikkelingen is het wenselijk dat winkels gesloten blijven en dat door de ambulante handel geen verkoopactiviteiten worden verrichten op Nieuwjaarsdag, eerste paasdag, eerste Pinksterdag en eerste kerstdag, Een winkelier, een marktorganisatie of een standplaatshouder kan - indien die wens bestaat - een ontheffing aan het college aanvragen om toch op een van deze dagen zijn winkel te kunnen openen voor het publiek dan wel het verrichten verkoopactiviteiten op straat van diens bedrijf.

Onderdeel C

(Artikel 6)

In dit artikel wordt de ontheffingsfiguur geregeld. Op grond van dit artikel kan op aanvraag ontheffing aangevraagd worden van de verboden als bedoeld in artikel 2 van de wet. Het gaat hier dan om ontheffing van het verbod om op zon- en feestdagen voor 12.00 uur en na 19.00 uur alsmede op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur (eerste lid) winkels geopend te hebben voor het publiek dan wel verkoopactiviteiten van goederen in het openbaar (ambulante handel) via een markt of vanuit een standplaats te verrichten.

Ontheffing incidentele gevallen

Het verlenen van een ontheffing is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen. In het tweede lid wordt daarom specifiek geregeld in welke gevallen sprake kan zijn van een ontheffing. Het gaat hier om ontheffingen gedurende bepaalde periode van het jaar dan wel bij bepaalde evenementen of een andere plotseling opkomende bijzondere omstandigheid van tijdelijke aard.

Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan bepaalde thema avonden of dagen zoals “midnightshopping”, een exclusieve lancering van bepaalde producten (gamerelease of boekrelease) of dat een bepaalde activiteit gecombineerd wordt met een gepland evenement, zoals een kerstmarkt of een zondagsmarkt. Het college zal het beleidskader daarvoor nader uiteenzetten. De jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven ten aanzien van het al dan niet kunnen benutten van een extra ontheffingsbevoegdheid op grond van artikel 4 (oud en inmiddels vervallen) Winkeltijdenwet om op zondag open te kunnen zijn in geval van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard blijft nog steeds van betekenis en zal dan ook leidraad vormen voor dit beleid.

Beperkingen

In het derde lid wordt geregeld welke beperkingen aan een ontheffing kunnen worden verbonden. De beperkingen hebben betrekking op het tijdstip waarop een ontheffing niet kan gelden. Het is een maatschappelijke tendens dat de lancering van nieuwe producten niet gedurende de normale openingstijden (de verruiming van de zon- en feestdagenregeling daaronder begrepen) plaatsvinden. Steeds meer blijkt de behoefte te bestaan om dit op afwijkende tijdstippen te doen. Het wordt vanuit het perspectief om overlast in woon- en leefsituatie (bescherming van belangen bewoners, zoals nachtrust) en onnodige risico’s voor het de openbare orde en veiligheid (concreet: overlastsituaties in de openbare ruimte: rondhangende personen, geluidsoverlast, parkeeroverlast etc.) te voorkomen wenselijk geacht om ontheffing voor dit soort activiteiten te clausuleren. Vandaar dat dergelijke ontheffingen niet worden toegestaan van 02.00 uur tot 06.00 uur. Het college heeft bij de toepassing daarvan een discretionaire bevoegdheid.

Onderdeel D

In dit onderdeel wordt artikel 7 geschrapt. De reden daarvoor is dat de ontheffing in algemene zin geregeld wordt in artikel 6 (zoals voorgesteld in artikel I, onderdeel C).

Onderdeel E

(Artikel 8)

Nachtwinkel

Dit onderdeel bevat een wijziging op artikel 8.

In het eerste lid wordt de ontheffingsfiguur voor een nachtwinkel geregeld. Hierbij wordt opgemerkt dat vanuit de praktijk blijkt en verwacht wordt dat aanvragen voor ontheffingen voor nachtwinkel gecombineerd zullen worden met een aanvraag voor een ontheffing voor een avondwinkel. In de huidige bepaling van artikel 8 is een ontheffingsmogelijkheid voor nachtwinkels reeds opgenomen, zonder het nader te clausuleren. Voorgesteld wordt nu om de ontheffing voor een nachtwinkel te maximeren tot ten hoogste 2 nachtwinkels en slechts onder de beperkende voorwaarde te verlenen dat uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren wordt verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. Een nachtwinkel is te zien als een stedelijke voorziening. Dit betekent dat een nachtwinkel niet thuishoort in de kleinere winkelcentra. In beginsel kan een nachtwinkel uitsluitend in het stadscentrum worden toegestaan. Het stadscentrumgebied wordt omsloten wordt door de Noordstedeweg, Hollandse IJssel, Zuidstedeweg en A.C. Verhoefweg.

Een nachtwinkel zal mensen in avond- en nachturen aantrekken die specifiek voor die (avond- en) nachtwinkel komen. Dit betekent dat de nachtwinkel in een detailhandelscluster gelegen dient te zijn en dat in de autobereikbaarheid voorzien moet zijn. Aan de rand van het stadscentrum is dit het geval.

Hieraan ligt de motivering ten grondslag dat gelet op de grootte van het centrum en het bevolkingsaantal van Nieuwegein de mogelijkheid tot het exploiteren van 2 nachtwinkels redelijk is. In grotere steden zoals Deventer (100.000 inwoners) worden maximaal vier avond- en nachtwinkels toegestaan en in Utrecht (meer dan 300.000 inwoners) worden maximaal twintig avond- en nachtwinkels toegestaan. De maatschappelijke tendens laat ook hier zien dat er behoefte bestaat aan dit soort winkels. Het gemeentebestuur is welwillend om dit soort ondernemersactiviteiten slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk te maken. Het college is in het kader van haar beoordelingsvrijheid bevoegd om voorschriften aan de ontheffing te verbinden om zodoende maatwerk te kunnen leveren. Hierbij kan gedacht worden aan voorschriften – gelet op de weigeringsgrond in het tweede lid - met betrekking tot de locatie van de nachtwinkel, de grootte van de winkel, parkeergelegenheid en woon- en leefsituatie.

In het eerste lid wordt aldus een algemene weigeringsgrond voor een ontheffing op grond van dit artikel geregeld. Het college zal in beleid concretiseren in welke gevallen al dan niet sprake zal zijn van deze weigeringsgrond. Het exploiteren van een nachtwinkel heeft een impact op de openbare ruimte en woon- en leefsituatie. Bij de belangenafweging zullen aspecten als uitstralingseffecten en als gevolg daarvan risico’s voor woon- en leefsituatie en openbare orde (en veiligheid) nadrukkelijk hierbij worden betrokken. De te verwachten uitstralingseffecten en risico’s zullen door het college nader uiteengezet worden in beleid.

Artikel II

Overgangsrecht

Het is noodzakelijk om een overgangsbepaling op te nemen in verband met het regelen van een afwijkend regime ten aanzien van de verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd van de twee supermarktfilialen in Fokkesteeg en Hoog-Zandveld, en de twee verleende ontheffingen voor bepaalde tijd op grond van het Beleid zondagavondopenstelling levensmiddelenwinkels (2012-524). Zij kunnen op grond van de aan hen verleende ontheffingen van 16.00 uur tot 22.00 uur respectievelijk 24.00 uur geopend zijn. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft recentelijk hier in hoogste instantie geoordeeld dat de verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd rechtsgeldig blijven.

De twee ontheffingen voor bepaalde tijd hebben een looptijd van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015. De loting hiervoor heeft op 12 december 2013 plaatsgevonden. Deze supermarkten kunnen open tussen 16.00 en 22.00 uur op grond van het Beleid zondagavond-openstelling levensmiddelenwinkels (2012-524).

Voor de bovengenoemde ontheffinghouders heeft de vrijstelling op zon- en feestdagen van 12:00 uur tot 19:00 uur tot gevolg dat de ontheffingen gedeeltelijk zullen ‘wegvallen’ onder de vrijstelling, voor zover de ontheffingen gelden tot 19:00. Openstelling vanaf 12:00 is voor deze vier ontheffinghouders dus eveneens mogelijk op basis van de vrijstelling. Openstelling na 19:00 uur is voor deze vier ontheffinghouders mogelijk op basis van de gegeven ontheffing, waardoor twee ontheffinghouders tot 22:00 uur geopend kunnen zijn (tot 31 december 2015, daarna vervalt de ontheffing) en twee tot 24:00 (onbepaalde tijd).

Algemene toelichting

Inleiding

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefvoorstel tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking treden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen nu echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De voorheen geldende uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk te vervallen.

Het gemeentebestuur vindt dat de verruiming die de laatste wetswijziging biedt ook past binnen de maatschappelijke ontwikkelingen in Nieuwegein. Door winkeliers is reeds vooruitlopend op deze wetswijziging de nadrukkelijke wens geuit om tot een verruiming van de openingstijden van winkels over te gaan.

De wetswijziging biedt het gemeentebestuur aldus de mogelijkheid om vrijstelling of ontheffing te verlenen waarmee winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open kunnen zijn. De onderhavige verordening voorziet in een verruiming van gemeentelijke regels voor de zondags- en avondopenstelling.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat de verruiming ook van toepassing wordt verklaard op de ambulante handel, dat wil zeggen het organiseren van markten op zon- en feestdagen en het toestaan van standplaatsen op zon- en feestdagen tot de mogelijkheden behoren. Verwezen wordt naar artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.

Geopteerd is om de verruiming mogelijk te maken door de huidige Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 te wijzigen.

Verruiming bevoegdheden

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De verboden zijn overigens wel in algemene zin beperkt door het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer). Verder dient er bij het formuleren van gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor zondag- en avondopenstelling rekening gehouden te worden met ander hoger recht. Zoals hieronder uiteengezet zal worden, zijn bij dat laatste vooral de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang. In het bijzonder waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

Huidige verordening en beleid

De Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 (hierna: verordening 2012-093) is op 28 maart 2012 door de gemeenteraad vastgesteld.

De Verordening tot wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 is op 30 oktober 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.

De huidige regels zijn met de wetswijziging nog rechtsgeldig zolang de raad ze niet wijzigt of intrekt, want deze regels vallen ook onder de verruimde reikwijdte van de (wijzigings)wet. De ontheffingen die op grond van verordening 2012-093 zijn verleend blijven zolang van kracht.

De aanleiding voor de vaststelling van de verordening 2012-093 was te vinden in maatschappelijke behoefte zoals geuit door de lokale middenstand om het aantal koopzondagen van 8 te verruimen naar het wettelijk toegestane maximum van 12 koopzondagen per jaar. De aanpassing was ook in lijn met de zondags- en avondopenstelling van de regiogemeenten.

Daarnaast is in verordening 2012-093 een ontheffingsmogelijkheid voor de zondagsopenstelling geregeld. Het college kan op grond van de huidige bepaling in artikel 4 lid 4 van de Winkeltijdenwet ontheffing voor ten hoogste 4 winkels verlenen. Uitgangspunten hierbij zijn dat alle winkels die in hoofdzaak eet- en drinkwaren verkopen in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing op grond van artikel 6 van de verordening en dat ontheffingsverlening plaats vindt door middel van een lotingsysteem. Gebleken is dat de behoefte en wensen van de lokale middenstand niet aansluiten bij het wettelijk kader zoals dat nu geregeld is. Het gemeentebestuur erkent dit signaal en is daarom van mening dat een verruiming van het aantal koopzondagen (en koopdagen op feestdagen en werkdagen) gerechtvaardigd is en een economische impuls zal betekenen voor de gemeente.

Inspraak

Onder ondernemers actief op City Plaza is een enquête uitgevoerd. City Plaza kent 17 zelfstandige ondernemers en 113 filiaalbedrijven. De enquête is ingevuld door 9 zelfstandige winkeliers (59%) en 35 filiaalbedrijven (31%) . Hierbij moet worden aangetekend dat op het enquêteformulier is aangegeven dat er van wordt uitgegaan dat, bij niet inleveren van de enquête, men voorstander is van 52 koopzondagen.

De conclusie is dat men in meerderheid voor een toename van het aantal zondagen is. Hoeveel dat er precies zullen worden is aan de winkeliers om in onderling overleg te bepalen. De wet en daarmee de verordening biedt de mogelijkheid om 52 zondagen per jaar open te zijn maar schrijft dit niet voor.

De enquête heeft vooral betrekking op het stadscentrum. Uit de bijgevoegde brief van de Stichting Middenstand Centrale Nieuwegein kunt u afleiden dat het openstellen van de winkels op de overige winkelcentra op dit moment niet speelt. De wijziging van de winkeltijdenverordening biedt hen echter wel de gelegenheid om in de toekomst op elke gewenste zondag of zondagen zonder bureaucratische rompslomp open te zijn.

Belangenafweging

Naast het feit dat de ondernemers bereid zijn volledig tegemoet te komen aan de door de Raad ingebrachte bezwaren zijn zij ook bereid de kosten die daarmee samenhangen te betalen. Doordat straks de winkels in het stadscentrum alle zondagen open kunnen zijn kan door hen worden bespaard op de reclame-uitingen waarmee de openstelling van de huidige 12 zondagen bij het publiek bekend worden gemaakt. Daarom zijn zij ook bereid structureel te investeren in de levendigheid van het Stadscentrum. Op jaarbasis zullen zij in de jaren 2014 en 2015 , in overleg met het college, ca. € 150.000,00 investeren in beleving, evenementen , aankleding, projecten en de marketing voor het stadscentrum. Na de voorziene evaluatie in 2015 zullen hierover nieuwe afspraken worden gemaakt.

Gezien het grote belang, voor zowel de stad, de burgers en de ondernemers, dat samenhangt met de mogelijkheid voor winkels in Nieuwegein om ook op zondag open te kunnen zijn en het feit dat de tijdens de behandeling in de commissie en de Raad ingebrachte bezwaren kunnen worden weggenomen bieden de genoemde partijen een op basis van het voorgaande voorstel tot vaststelling van de Verordeningtot tweede wijziging van de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012 aan.

Toezicht en handhaving

De verruiming van zondags- en avondopstelling kan een impact hebben op de openbare ruimte, meer in het bijzonder op de woon- en leefomgeving. De diverse overlastaspecten (verstoren zondagsrust, risico’s op het ontstaan van parkeerexcessen, geluidsoverlast, verstoring van openbare orde en veiligheid) die aan de orde kunnen zijn vormen nadrukkelijk een afwegingskader bij toezicht en handhaving.

Het toezicht en de handhaving van deze verordening wordt uitgevoerd door politie (strafrechtelijke handhaving) in samenspraak met gemeente (bestuursrechtelijke handhaving). De controle op de naleving van de regels is in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd. Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere informatie gegeven.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 1

In verband met de voorgestelde verruiming zijn de definitiebepalingen in artikel 1 daarop aangepast. Het betreft de definitie van de begrippen bedrijf, werkdagen en nachtwinkel.

Het eerste lid van artikel 2 van de Winkeltijdenwet bevat een verbod om winkels op bepaalde dagen of gedurende bepaalde tijdstippen geopend te hebben voor publiek. Het tweede lid bevat eenzelfde verbod, maar ziet op andere vormen van detailhandel. Het gaat hier om markt- en straathandel. De handel te water, zogenaamde parlevinkers, valt hier ook onder. In de praktijk blijkt dat het beroep van parlevinker in Nederland niet of nauwelijks meer wordt uitgeoefend. De verwachting is dat deze ondernemingsvorm niet of heel sporadisch voor komt in en om de wateren van Nieuwegein.

Door de zinsnede ‘in rechtstreekse aanraking met particulieren’ vallen verkoopmethoden zoals postorderverkoop, telefonische verkoop en telewinkelen niet onder de wet. Bovendien heeft het verbod geen betrekking op het afleveren van goederen aan particulieren. Aangezien het de bedoeling is om straathandel (markten en standplaatsen) ook op zon- en feestdagen toe te staan voldoet de definitie ‘winkel’ als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet niet. In artikel 1 van de Winkeltijdenwet is een winkel immers gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht. Handel op straat valt daar nadrukkelijk niet onder. Om dit te ondervangen wordt de term ‘ bedrijf’ gehanteerd. In die definitie komt tot uiting dat winkels in zin van artikel 1 Winkeltijdenwet én dat straathandel daaronder te vatten zijn.

Onderdeel B

(Artikel 5)

Om een verruiming van de openingstelling van winkels mogelijk te maken is in artikel 5 een verruimde vrijstelling voor openingstijden opgenomen. Het sec opnemen van de voorgestelde verruiming heeft automatisch gevolg voor een aantal andere bepalingen in de verordening. Artikel 6 is gewijzigd en artikel 7 is geschrapt.

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat in principe zowel complete handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Veel varianten voor de invulling van een vrijstellingsregime zijn daarmee denkbaar. Het gemeentebestuur heeft ervoor geopteerd om het regime ten aanzien van koopdagen over de hele linie, dus voor alle bedrijven (winkels en ambulante handel: markten, standplaatsen) in Nieuwegein vrij te geven, in die zin dat winkeliers er zelf voor kunnen kiezen om op elke zondag (en niet uitgezonderde feestdagen) open te zijn. Er wordt dus afgestapt van het huidig beleidskader dat uitgaat van 12 koopzondagen per kalenderjaar gekoppeld aan bepaalde gebieden in de gemeente. Dit betekent ook dat de maximering van ontheffingsmogelijkheid (4 ontheffinghouders) zoals nu geregeld is artikel 6 lid 2 komt te vervallen. Hetzelfde geldt voor de norm van 15.000 inwoners per ontheffing die daaraan gekoppeld was. Op grond van de laatste wijziging van de Winkeltijdenwet is deze bepaling komen te vervallen. Het gemeentebestuur heeft een beleidskeuze hierin om deze norm te blijven hanteren. Aangezien het uitgangspunt is om tot een versoepeling van de ontheffing te komen wordt deze norm dan ook niet meer als passend ervaren. Het gemeentebestuur heeft deze vrijstelling wel enigszins geclausuleerd. De zondagsopenstelling (en gedurende bepaalde feestdagen) is beperkt in tijdsruimte. Bedrijven kunnen op zon- en feestdagen open zijn van 12.00 tot 19.00 uur. Winkeliers en de ondernemers in de ambulante handel kunnen hun winkels/bedrijf op de volgende feestdagen open stellen voor het publiek: tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, en tweede kerstdag. Een aantal feestdagen en andere bijzondere dagen zijn daarvan nadrukkelijk uitgezonderd. Gelet op de lokale en (landelijke) maatschappelijke ontwikkelingen is het wenselijk dat winkels gesloten blijven en dat door de ambulante handel geen verkoopactiviteiten worden verrichten op Nieuwjaarsdag, eerste paasdag, eerste Pinksterdag en eerste kerstdag, Een winkelier, een marktorganisatie of een standplaatshouder kan - indien die wens bestaat - een ontheffing aan het college aanvragen om toch op een van deze dagen zijn winkel te kunnen openen voor het publiek dan wel het verrichten verkoopactiviteiten op straat van diens bedrijf.

Onderdeel C

(Artikel 6)

In dit artikel wordt de ontheffingsfiguur geregeld. Op grond van dit artikel kan op aanvraag ontheffing aangevraagd worden van de verboden als bedoeld in artikel 2 van de wet. Het gaat hier dan om ontheffing van het verbod om op zon- en feestdagen voor 12.00 uur en na 19.00 uur alsmede op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00 uur (eerste lid) winkels geopend te hebben voor het publiek dan wel verkoopactiviteiten van goederen in het openbaar (ambulante handel) via een markt of vanuit een standplaats te verrichten.

Ontheffing incidentele gevallen

Het verlenen van een ontheffing is bedoeld voor uitzonderlijke gevallen. In het tweede lid wordt daarom specifiek geregeld in welke gevallen sprake kan zijn van een ontheffing. Het gaat hier om ontheffingen gedurende bepaalde periode van het jaar dan wel bij bepaalde evenementen of een andere plotseling opkomende bijzondere omstandigheid van tijdelijke aard.

Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan bepaalde thema avonden of dagen zoals “midnightshopping”, een exclusieve lancering van bepaalde producten (gamerelease of boekrelease) of dat een bepaalde activiteit gecombineerd wordt met een gepland evenement, zoals een kerstmarkt of een zondagsmarkt. Het college zal het beleidskader daarvoor nader uiteenzetten. De jurisprudentie van het College van Beroep voor het bedrijfsleven ten aanzien van het al dan niet kunnen benutten van een extra ontheffingsbevoegdheid op grond van artikel 4 (oud en inmiddels vervallen) Winkeltijdenwet om op zondag open te kunnen zijn in geval van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard blijft nog steeds van betekenis en zal dan ook leidraad vormen voor dit beleid.

Beperkingen

In het derde lid wordt geregeld welke beperkingen aan een ontheffing kunnen worden verbonden. De beperkingen hebben betrekking op het tijdstip waarop een ontheffing niet kan gelden. Het is een maatschappelijke tendens dat de lancering van nieuwe producten niet gedurende de normale openingstijden (de verruiming van de zon- en feestdagenregeling daaronder begrepen) plaatsvinden. Steeds meer blijkt de behoefte te bestaan om dit op afwijkende tijdstippen te doen. Het wordt vanuit het perspectief om overlast in woon- en leefsituatie (bescherming van belangen bewoners, zoals nachtrust) en onnodige risico’s voor het de openbare orde en veiligheid (concreet: overlastsituaties in de openbare ruimte: rondhangende personen, geluidsoverlast, parkeeroverlast etc.) te voorkomen wenselijk geacht om ontheffing voor dit soort activiteiten te clausuleren. Vandaar dat dergelijke ontheffingen niet worden toegestaan van 02.00 uur tot 06.00 uur. Het college heeft bij de toepassing daarvan een discretionaire bevoegdheid.

Onderdeel D

In dit onderdeel wordt artikel 7 geschrapt. De reden daarvoor is dat de ontheffing in algemene zin geregeld wordt in artikel 6 (zoals voorgesteld in artikel I, onderdeel C).

Onderdeel E

(Artikel 8)

Nachtwinkel

Dit onderdeel bevat een wijziging op artikel 8.

In het eerste lid wordt de ontheffingsfiguur voor een nachtwinkel geregeld. Hierbij wordt opgemerkt dat vanuit de praktijk blijkt en verwacht wordt dat aanvragen voor ontheffingen voor nachtwinkel gecombineerd zullen worden met een aanvraag voor een ontheffing voor een avondwinkel. In de huidige bepaling van artikel 8 is een ontheffingsmogelijkheid voor nachtwinkels reeds opgenomen, zonder het nader te clausuleren. Voorgesteld wordt nu om de ontheffing voor een nachtwinkel te maximeren tot ten hoogste 2 nachtwinkels en slechts onder de beperkende voorwaarde te verlenen dat uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren wordt verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. Een nachtwinkel is te zien als een stedelijke voorziening. Dit betekent dat een nachtwinkel niet thuishoort in de kleinere winkelcentra. In beginsel kan een nachtwinkel uitsluitend in het stadscentrum worden toegestaan. Het stadscentrumgebied wordt omsloten wordt door de Noordstedeweg, Hollandse IJssel, Zuidstedeweg en A.C. Verhoefweg.

Een nachtwinkel zal mensen in avond- en nachturen aantrekken die specifiek voor die (avond- en) nachtwinkel komen. Dit betekent dat de nachtwinkel in een detailhandelscluster gelegen dient te zijn en dat in de autobereikbaarheid voorzien moet zijn. Aan de rand van het stadscentrum is dit het geval.

Hieraan ligt de motivering ten grondslag dat gelet op de grootte van het centrum en het bevolkingsaantal van Nieuwegein de mogelijkheid tot het exploiteren van 2 nachtwinkels redelijk is. In grotere steden zoals Deventer (100.000 inwoners) worden maximaal vier avond- en nachtwinkels toegestaan en in Utrecht (meer dan 300.000 inwoners) worden maximaal twintig avond- en nachtwinkels toegestaan. De maatschappelijke tendens laat ook hier zien dat er behoefte bestaat aan dit soort winkels. Het gemeentebestuur is welwillend om dit soort ondernemersactiviteiten slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk te maken. Het college is in het kader van haar beoordelingsvrijheid bevoegd om voorschriften aan de ontheffing te verbinden om zodoende maatwerk te kunnen leveren. Hierbij kan gedacht worden aan voorschriften – gelet op de weigeringsgrond in het tweede lid - met betrekking tot de locatie van de nachtwinkel, de grootte van de winkel, parkeergelegenheid en woon- en leefsituatie.

In het eerste lid wordt aldus een algemene weigeringsgrond voor een ontheffing op grond van dit artikel geregeld. Het college zal in beleid concretiseren in welke gevallen al dan niet sprake zal zijn van deze weigeringsgrond. Het exploiteren van een nachtwinkel heeft een impact op de openbare ruimte en woon- en leefsituatie. Bij de belangenafweging zullen aspecten als uitstralingseffecten en als gevolg daarvan risico’s voor woon- en leefsituatie en openbare orde (en veiligheid) nadrukkelijk hierbij worden betrokken. De te verwachten uitstralingseffecten en risico’s zullen door het college nader uiteengezet worden in beleid.

Artikel II

Overgangsrecht

Het is noodzakelijk om een overgangsbepaling op te nemen in verband met het regelen van een afwijkend regime ten aanzien van de verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd van de twee supermarktfilialen in Fokkesteeg en Hoog-Zandveld, en de twee verleende ontheffingen voor bepaalde tijd op grond van het Beleid zondagavondopenstelling levensmiddelenwinkels (2012-524). Zij kunnen op grond van de aan hen verleende ontheffingen van 16.00 uur tot 22.00 uur respectievelijk 24.00 uur geopend zijn. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft recentelijk hier in hoogste instantie geoordeeld dat de verleende ontheffingen voor onbepaalde tijd rechtsgeldig blijven.

De twee ontheffingen voor bepaalde tijd hebben een looptijd van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015. De loting hiervoor heeft op 12 december 2013 plaatsgevonden. Deze supermarkten kunnen open tussen 16.00 en 22.00 uur op grond van het Beleid zondagavond-openstelling levensmiddelenwinkels (2012-524).

Voor de bovengenoemde ontheffinghouders heeft de vrijstelling op zon- en feestdagen van 12:00 uur tot 19:00 uur tot gevolg dat de ontheffingen gedeeltelijk zullen ‘wegvallen’ onder de vrijstelling, voor zover de ontheffingen gelden tot 19:00. Openstelling vanaf 12:00 is voor deze vier ontheffinghouders dus eveneens mogelijk op basis van de vrijstelling. Openstelling na 19:00 uur is voor deze vier ontheffinghouders mogelijk op basis van de gegeven ontheffing, waardoor twee ontheffinghouders tot 22:00 uur geopend kunnen zijn (tot 31 december 2015, daarna vervalt de ontheffing) en twee tot 24:00 (onbepaalde tijd).

Naar boven