Spreiding kamerverhuurpanden
Een concentratie aan kamerverhuurpanden heeft effect op de leefbaarheid. Uit ervaring is gebleken
dat een concentratie leidt tot onwenselijke situaties, waaronder leefbaarheidsproblemen en gebrek
aan rechtszekerheid bij burgers omtrent hun leefomgeving.
Het college hanteert een spreidingsbeleid voor kamerverhuurpanden met als doel een evenwichtige
verdeling van de woonruimtevoorraad en het voorkomen van een concentratie van
kamerverhuurpanden. Door een spreiding voor kamerverhuurpanden te waarborgen worden de lasten
die gepaard gaan met kamerverhuur verdeeld over de hele stad.
Het spreidingsbeleid houdt in dat een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in
de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag om een omzettingsvergunning betrekking heeft in
elk geval aanwezig wordt geacht indien:
-
a.
meer dan 10% van de tot bewoning bestemde gebouwen in de betreffende straat met dezelfde postcode worden gebruikt voor kamerverhuur; of
-
b.
indien binnen een straal van 100 meter, getrokken vanaf de hoofdingang van het pand waarvoor de vergunning is aangevraagd, al een gebouw geheel of gedeeltelijk wordt gebruikt voor kamerverhuur.
De vergunning wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan dit spreidingsbeleid
Door dit spreidingsbeleid wordt enerzijds ruimte geboden voor het exploiteren van kamerverhuur in
Helmond, maar wordt anderzijds de invloedsfeer van kamerverhuurpanden op de omgeving zoveel
Een ontoelaatbare inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu is ook aanwezig indien de aanvrager
van een omzettingsvergunning niet voldoet aan de norm voor het aantal parkeerplaatsen dat op grond
van de “Beleidsregel parkeernormen Helmond 2007” vereist is voor de functie kamergewijze verhuur.
De vergunning wordt, indien niet wordt voldaan aan de parkeernorm, geweigerd.
Woningomzetting kan gevolgen hebben voor de parkeerbalans in de omgeving. Er mag geen
onevenredige grote negatieve invloed op de parkeerbalans in de omgeving ontstaan. Daarom zal bij
iedere aanvraag worden bekeken of er voldoende parkeerruimte aanwezig is. Indien er niet voldoende
parkeerplaatsen aanwezig zijn, wordt bij de toetsing van de aanvraag beoordeelt of het vereiste aantal
parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd kan worden. Dit kan door de aanvrager worden
aangetoond door het aanleveren van een (bouwkundige) tekening op schaal 1:100 waarop de
parkeervakken staan aangegeven met een aanduiding van lengte, breedte en indien van toepassing
de hoogte, welke voldoen aan de daarvoor vastgestelde maten. Indien het gaat om een gehuurd
terrein, dient de aanvrager eveneens een huurovereenkomst voor de duur van minimaal een jaar aan
Is het realiseren van het vereiste aantal parkeerplaatsen niet mogelijk op eigen terrein dan eventueel
bestaat nog de optie van afkopen van openbare parkeerplaatsen. Hierbij overlegt de aanvrager een
akkoordverklaring voor het dragen van de kosten voor de aanleg van openbare parkeervakken.
Of het afkopen van parkeerplaatsen in de openbare ruimte al dan niet mogelijk is, hangt onder meer af
van de (on)mogelijkheden op locatie en de regeling van het college omtrent het afkopen van openbare
parkeervakken. Immers, met het afkopen wordt het parkeerprobleem niet direct opgelost maar neemt
het college de plicht tot het aanleggen van de extra parkeerplaatsen over. Inzet van de
afkoopregeling heeft alleen zin als aanleg van de extra parkeerplaatsen door het college in de
openbare ruimte binnen een redelijke termijn en op een redelijke afstand van het kamerverhuurpand
Overbewoning leidt doorgaans tot leefbaarheidsproblemen in een straat of wijk. De uitstraling van een
pand, de parkeerdruk in de omgeving en de geluidsintensiteit vanuit een pand zijn onder meer
afhankelijk van het aantal personen dat in een pand woont. Bij de vergunningsaanvraag wordt
beoordeeld of het aantal personen waarvoor een omzettingsvergunning wordt aangevraagd
geoorloofd is, gelet op de opgenomen maatvoering van de ruimten in het beoogde pand en de
oppervlakte waarover een kamerhuurder minimaal moet kunnen beschikken volgens het geldende
Bouwbesluit. Hiermee ziet het college er op toe dat de woon- en leefomgeving niet onevenredig onder
druk komt te staan als gevolg overbewoning.
Verder kunnen zich nog andere omstandigheden voordoen op grond waarvan redelijkerwijs moet
worden aangenomen dat verlening van de omzettingsvergunning zal leiden tot een ontoelaatbare
inbreuk op het geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag
betrekking heeft. Bijvoorbeeld in het geval van zodanig structurele en zware overlast, dat kan worden
gesproken van een ernstige verstoring van het woon- en leefmilieu. Het zou hier kunnen gaan om een
illegaal kamerverhuurpand waarbij reeds een structureel klachtenpatroon aanwezig is. Of hiervan
sprake is wordt van geval tot geval bekeken. Dit zal kunnen leiden tot een weigering van de
gevraagde omzettingsvergunning. De vergunning kan ook verleend worden, waarbij voorwaarden
en/of voorschriften aan de omzettingsvergunning worden verbonden ter voorkoming van een ernstige
verstoring van het woon- en leefmilieu. Het college controleert vervolgens op naleving van die
voorwaarden en voorschriften en behoudt zich de bevoegdheid voor om de vergunning alsnog in te
trekken als blijkt dat het in stand laten van de vergunning zal leiden tot een verstoring van de
openbare orde, veiligheid of gezondheid dan wel tot een verstoring van het geordend woon- en
leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de vergunning betrekking heeft.