Gemeente Raalte Nadere regels markten
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,
overwegende dat in artikel 5.41 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte is bepaald dat het college bevoegd is nadere regels te stellen betreffende markten;
gelet op artikel 160 lid 1 onder h van de Gemeentewet alsmede op de bepalingen ter zake in de Algemene wet bestuursrecht,
Besluit vast te stellen:
Nadere regels inzake: Markten
Artikel 1. Begripsomschrijving
Voor de begripsomschrijvingen wordt verwezen naar artikel 5.38 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte.
Artikel 2. De markten vinden plaats in:
  • 1.
    Heino: op maandagen van 8.00 tot 12.30 uur, op het Marktplein binnen het afgepaalde gedeelte voor het voormalige gemeentehuis.
  • 2.
    Raalte:
    • a.
      op woensdagen van 8.30 tot 12 .30 uur op het parkeerterrein Domineeskamp ten noorden van de rijweg.
    • b.
      op zaterdagen van 10.00 tot 16.00 uur op de Grote Markt.
  • 3.
    Heeten: op donderdagen van 13.00 tot 17.00 uur op het Dorpsplein.
Artikel 3. Mogelijke afwijkingen markten
  • 1.
    In de maanden juni tot en met september kan de tijd van de woensdagmarkt door het college worden verlengd.
  • 2.
    Op grond van dringende redenen kan het college besluiten dat markten op een andere plaats, dag en/of tijd plaatsvinden.
Artikel 4. Vergunningaanvraag
  • 1.
    Een aanvraag voor een vaste standplaats op één van de markten in de gemeente Raalte kan uitsluitend worden ingediend op een door het college bij dit besluit vastgesteld formulier. Het formulier wordt op verzoek toegezonden.
  • 2.
    Bij de aanvraag voor een vaste standplaats moet een kopie van een geldige legitimatie overlegd worden.
Artikel 5. Vergunning vaste plaatsen
In de vergunning die wordt verleend voor vaste plaatsen wordt in ieder geval opgenomen:
  • a.
    de naam en voorletters, geboortedatum, adres en woonplaats van de vergunninghouder.
  • b.
    de afmetingen van de standplaats;
  • c.
    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;
  • d.
    de branche of de artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen;
  • e.
    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend.
Artikel 6. Inrichting van de markten; branche-indeling
  • 1.
    Ten aanzien van de hierna genoemde markten gelden de volgende beperkingen:
    • a.
      Donderdagmarkt te Heeten. De markt van beperkte omvang betreft standplaatsen in de foodsector, in kleding en in bloemen en planten. De standplaatsen dienen te worden ingenomen binnen de daartoe door het college aangewezen zone.
    • b.
      Zaterdagmarkt te Raalte. De markt van beperkte omvang betreft standplaatsen in de foodsector en met bloemen en planten. De standplaatsen dienen te worden ingenomen binnen de daartoe door het college aangewezen zone.
  • 2.
    Voor de markten op resp. maandag in Heino en woensdag in Raalte gelden geen beperkingen ten aanzien van het aantal standplaatsen; het aantal standplaatsen is afhankelijk van de beschikbare ruimte op de in artikel 2 van deze nadere regels genoemde marktlocaties.
  • 3.
    Voor de markt op maandag in Heino en voor de markt op woensdag in Raalte is in bijlage 1 behorende bij dit besluit aangegeven hoeveel vergunningen voor een vaste standplaats maximaal per artikelgroep worden uitgegeven.
  • 4.
    Per markt is de zone als genoemd in het eerste lid vastgelegd in een situatieschets die als bijlage onderdeel uit van deze nadere regels.
Artikel 7. Toewijzen standplaatsen
De toewijzing van standplaatsen vindt niet plaats dan nadat de marktcommissie is staat is gesteld hierover advies uit te brengen.
Artikel 8. Vergoeding inschrijving wachtlijst
Vervallen
Artikel 9. Aantal keren innemen vaste plaats
De vergunninghouder van een vaste plaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in.
Artikel 10. Persoonlijk innemen standplaats
  • 1.
    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
  • 2.
    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan en vertegenwoordigen.
  • 3.
    De vergunninghouder mag zich alleen laten vertegenwoordigen door degene die daartoe met name is genoemd in de vergunning.
Artikel 11. Afwezigheid vergunninghouder
  • 1.
    De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college.
  • 2.
    Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
  • 3.
    Plotselinge verhindering van de vergunninghouder wordt mondeling of telefonisch gemeld bij de marktmeester.
  • 4.
    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij hiervan ontheffing is verleend.
  • 5.
    Bij ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.
  • 6.
    Op aanvraag van de vergunninghouder kan hem vergunning verleend worden zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Artikel 12. Beschikbaar stellen van huurkramen
  • 1.
    Uitsluitend op de woensdagmarkt en de zaterdagmarkt in Raalte zijn huurkramen beschikbaar. Het college geeft een marktkramenverhuurbedrijf vergunning om, met uitsluiting van derden, op genoemde markten marktkramen te verhuren.
  • 2.
    De vergunning regelt onder meer de volgende punten:
    • a.
      De vergunning betreft een periode van 5 jaren.
    • b.
      Het door de verhuurder aan te bieden kramenmateriaal behoeft de goedkeuring van het college; dit betreft met name de afmetingen en de veiligheid voor koopman en publiek.
    • c.
      De verhuurder is verplicht er zorg voor te dragen dat vóór aanvang de in lid 1 genoemde markten, ook wanneer deze worden gehouden op een andere dag en/of locatie, voldoende kramenmateriaal beschikbaar is.
    • d.
      De verhuurder zal met elke gebruiker van huurkramen een privaatrechtelijke overeenkomst aangaan:
      • bij een dagplaats door afgifte van een huurkwitantie;
      • bij een vaste standplaats middels een schriftelijke huurovereenkomst tot wederopzegging, met een opzegtermijn van 3 maanden. Als terzake tussen verhuurder en huurder overeenstemming wordt bereikt, kan van de termijn van 3 maanden worden afgeweken.
  • 3.
    De door de kramenverhuurder in rekening te brengen huurtarieven worden tenminste 3 maanden voor invoering meegedeeld aan het college.
Artikel 13. Gebruik verkoopmateriaal
  • 1.
    Het gebruik van eigen materiaal is toegestaan na vergunning van het college.
  • 2.
    De hoogte van het eigen materiaal moet - vergelijkbaar met de voorlat van de huurkramen - tenminste 2 meter zijn.
  • 3.
    In het geval dat een vergunninghouder die gebruik maakt van huurkramen over wenst te gaan op eigen materiaal, kan slechts vergunning worden verleend als:
    • a.
      het gewenste eigen materiaal zonder bezwaar ten opzichte van de aangrenzende standplaatsen, kan worden geplaatst op de standplaats waarvoor eerder vergunning is verstrekt:
    • b.
      het gewenste eigen materiaal niet kan worden geplaatst op de standplaats waarvoor eerder een vergunning voor het gebruik van huurkramen is afgegeven. In dat geval kan de gewenste toestemming slechts worden verleend indien elders op het marktterrein een standplaats vrij komt waar plaatsing wel mogelijk is. Hierbij wordt rekening gehouden met de bepalingen van artikel 5.44 van de Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Raalte.
  • 4.
    Een aanvraag voor het wijzigen van een vergunning in verband met het plaatsen van eigen materiaal moet schriftelijk bij het college worden ingediend.
  • 5.
    In verband met een goede inpassing in het functioneren van de betreffende markt en het beëindigen van het gebruik van de huurkramen, treedt een vergunning voor het gebruik van eigen materiaal in werking 3 maanden na dagtekening van de vergunning.
  • 6.
    Na toestemming van de marktmeester kan van de in lid 5 genoemde termijn worden afgeweken.
Artikel 14. Overschrijven vergunning
  • 1.
    Als de vergunninghouder overlijdt, blijvend arbeidsongeschikt raakt of de leeftijd van 65 jaar bereikt, kan de vergunning voor een vaste plaats worden overgeschreven op de naam van de levenspartner van de vergunninghouder.
  • 2.
    Als de vergunning niet kan worden overgeschreven op de naam van de levenspartner van de vergunninghouder kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor de vaste plaats krijgen als:
    • a.
      hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt, of;
    • b.
      gedurende een periode van drie jaar als mede-eigenaar van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gefunctioneerd.
  • 3.
    Een aanvraag tot overschrijving moet zijn ingediend binnen twee maanden na het overlijden, het vaststellen van blijvende arbeidsongeschiktheid of na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar van de vergunninghouder.
Artikel 15. Toewijzing van dagplaatsen
  • 1.
    Dagplaatsen worden uitsluitend toegewezen op de maandagmarkt in Heino en op de woensdagmarkt in Raalte.
  • 2.
    Het college wijst dagplaatsen toe.
  • 3.
    Om voor een dagplaats in aanmerking te komen dienen de gegadigden zich op de marktdag tijdig te melden bij de marktmeester. De toewijzing voor de dagplaatsen vindt plaats om 08.00 uur. De marktmeester houdt een register bij van gegadigden voor een dagplaats en de dagen dat zij zich hebben gemeld als bedoeld in dit lid.
  • 4.
    Per branche worden er niet meer vaste standplaats- en dagplaatshouders op de markt toegelaten dan aangegeven in de branchelijst, als bedoeld in artikel 6 van deze nadere regels.
  • 5.
    Toewijzing van een dagplaats vindt, met inachtneming van het vierde lid van dit artikel, plaats aan de gegadigde die zich gedurende drie maanden voorafgaand aan de dag van toewijzing het vaakst heeft gemeld als bedoeld in lid 3 van dit artikel.
  • 6.
    De dagplaats dient om 8.30 uur te zijn ingenomen; voertuigen voor de aan-/afvoer van goederen dienen op dit tijdstip van het marktterrein te zijn verwijderd, tenzij de vergunninghouder toestemming heeft van de marktmeester voor een ander tijdstip.
  • 7.
    De toegewezen dagplaatshouder is gehouden gebruik te maken van de vooraf beschikbaar gestelde huurkraam en is gehouden het daarvoor geldende huurtarief te voldoen. Indien de dagplaatshouder zijn eigen materiaal verkiest boven de huurkraam zal hij desondanks het huurtarief moeten voldoen aan de kramenverhuurder.
Artikel 16. Standwerkersplaatsen
  • 1.
    Het is uitsluitend op daartoe door het college aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker te werken.
  • 2.
    Op de woensdagmarkt in Raalte zijn 3 standwerkersplaatsen aangewezen; op de andere markten genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte zijn geen standwerkersplaatsen.
  • 3.
    De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt door het college. Om voor een standwerkersplaats in aanmerking te komen dienen gegadigden zich op de marktdag tijdig te melden bij de marktmeester. De loting voor de standwerkersplaatsen vindt plaats om 08.15 uur. De standwerkersplaats dient om 08.45 uur te zijn ingenomen; voertuigen voor de aan/afvoer van goederen dienen op dit tijdstip - tenzij de vergunninghouder toestemming heeft van de marktmeester anderszins - van het marktterrein te zijn verwijderd.
  • 4.
    Als een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
  • 5.
    De marktmeester beoordeelt of de standwerker werkt conform de begripsomschrijving voor standwerken opgenomen in artikel 5.38 onder e. van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Raalte. Hij observeert de standwerker minimaal drie keer gedurende de marktdag. Wanneer de beoordeling negatief uitvalt, zal de marktmeester de standwerker hiervan na afloop van de markt mondeling in kennis stellen. De mondelinge kennisgeving wordt binnen 7 werkdagen door een schriftelijke kennisgeving van het college bevestigd.
  • 6.
    Bij een negatieve beoordeling is de standwerker gedurende een periode van 6 weken na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving uitgesloten voor deelname aan de loting als bedoeld in lid 3. Hij kan gedurende deze periode wel in aanmerking komen voor een dagplaats.
  • 7.
    Als een standwerker in een periode van 6 maanden 3 keer een negatieve beoordeling wordt gegeven, wordt hij voor een periode van 12 maanden na dagtekening van de derde schriftelijke kennisgeving uitgesloten voor deelname aan de loting als bedoeld in lid 3. Hij kan gedurende deze periode wel in aanmerking komen voor een dagplaats.
  • 8.
    In het geval dat het aantal afgegeven vaste standplaatsvergunningen gelijk is aan het per branche en per markt vastgestelde maximum wordt ten aanzien van die branche en op die markt niet vaker dan één maal per vier weken een standwerkersplaats toegewezen.
Artikel 17. Legitimatie en identiteit vergunninghouder
  • 1.
    Degene die een standplaats op markt inneemt of wil innemen moet op eerste aanvraag van de marktmeester aantonen dat hij vergunninghouder is.
  • 2.
    De vergunninghouder moet bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aangeven.
Artikel 18. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer van goederen
  • 1.
    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of om goederen aan of af te voeren.
  • 2.
    De vergunninghouder moet zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt blijven innemen, tenzij hiervan ontheffing is verleend.
  • 3.
    Als de vergunninghouder zijn vaste plaats op maandag in Heino en op woensdag in Raalte niet uiterlijk om 8.00 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt. Dit geldt niet als de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip heeft verzocht de plaats vrij te houden, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn.
Artikel 19. Voertuigen op het marktterrein t.b.v. de woensdagmarkt in Raalte
Voertuigen bestemt voor de aan/afvoer van goederen op de markt als bedoeld in artikel 2 lid 2 onder a die niet achter de kraam geplaatst kunnen worden of voertuigen waarvoor de vergunninghouder van een standplaats als bedoeld in artikel 2 lid 2 onder a die toestemming heeft van de marktmeester om deze niet achter de kraam te plaatsen worden geparkeerd op het terreingedeelte aan de noordzijde van de Domineeskamp gelegen tussen de markt en de Westdorplaan
Artikel 20. Algemene veiligheidsnormen
  • 1.
    In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels:
    • a.
      elektrische gloeilampen dienen zo te worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;
    • b.
      losse kabels moeten zich op een hoogte van tenminste 2,5 meter boven de grond bevinden of, als zij in de looppaden op de grond liggen, afgedekt worden met afdekmatten, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;
    • c.
      bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt moet een doelmatig blusapparaat alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van tenminste 4 kg. of een poederblusser met een vulling van tenminste 6 kg.);
    • d.
      een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleid;
    • e.
      een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasfles(sen) zijn verbonden;
    • f.
      lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld;
    • g.
      emballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn. In gebruik zijnde gasflessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld:
    • h.
      ballons met brandbaar gas gevuld, mogen niet aanwezig zijn;
    • i.
      het gebruik van LPG anders dan brandstof voor motorvoertuigen is alleen toegestaan indien zij voldoet aan de NPR 2577:2006 nl (Mobiele verwarmingssystemen - Eisen voor de installatie van LPG-systemen voor gebruik in vrijetijdsvoertuigen, caravans, bakwagens en andere voertuigen);
    • j.
      Gasflessen moeten voldoen aan de voorschriften 6.2.3, 6.2.10 en 6.2.14 van de (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) PGS 15 (basis Ministeriële Regeling bij Activiteitenbesluit artikel 4.4a, 6e lid).
  • 2.
    Het gebruik van kook- en bakinstallaties en van verwarmingstoestellen is alleen toegestaan na goedkeuring door het college.
Artikel 21. Gebruik van elektra
Het is niet toegestaan dat, behoudens met toestemming van de marktmeester, voor verlichting van de standplaats of voor gebruik anderszins, andere elektriciteit wordt gebruikt dan die welke wordt aangeboden via de marktstroomvoorziening door of vanwege het college.
Artikel 22. Gebruik van geluidsapparatuur
  • 1.
    Het gebruik van geluidsapparatuur is alleen toegestaan met toestemming van de marktmeester.
  • 2.
    Indien toestemming voor het gebruik van geluidsapparatuur is verkregen, dient de geluidssterkte zodanig te zijn afgesteld dat marktbezoekers en andere vergunninghouders geen hinder ondervinden, zulks ter beoordeling van de marktmeester.
Artikel 23. Uitstallingen
Het is niet toegestaan dat buiten de toegewezen standplaats goederen worden uitgestald en / of ter verkoop worden aangeboden.
Artikel 24. Gebruik van de standplaats
De vergunninghouder dient er voor zorg te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, zulks ter beoordeling van de marktmeester.
Artikel 25. Verwijderen van afval en schoon opleveren van de standplaats
Met betrekking tot het schoon opleveren van de standplaatsen na afloop van de markt gelden de volgende regels:
  • 1.
    de ondergrond en omgeving van de standplaats dienen schoon te worden opgeleverd, zulks ter goedkeuring van de marktmeester;
  • 2.
    alle afval van de vergunninghouder dient door hem zelf ingezameld en afgevoerd te worden;
  • 3.
    vergunninghouders die eet en /of drinkwaren verkopen welke door het publiek op het marktterrein geconsumeerd kunnen worden, dienen aan de voorzijde van de kraam minimaal één afvalbak te plaatsen; de afvalbak(ken) dient/ dienen regelmatig door de vergunninghouder te worden geleegd, het afval dient door de vergunninghouder te worden afgevoerd;
  • 4.
    een vergunninghouder die handel drijft in artikelen waaruit mogelijkerwijs zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van de standplaats vervuild raken, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De maatregelen behoeven goedkeuring van de marktmeester.
Artikel 26. Marktcommissie
  • 1.
    Ten einde het college te adviseren ten aanzien van marktaangelegenheden wordt een marktcommissie ingesteld. De commissie bestaat, naast de voorzitter, uit 6 leden welke door het college worden benoemd, te weten:
    • a.
      4 leden, zijnde houder van een standplaatsvergunning op één van de in artikel 2 bedoelde markten, namens de rechthebbenden op een vaste standplaats op één of meerdere van de in artikel 2 van deze nadere regels, genoemde markten; waarvan tenminste 1 lid aangewezen door de vaste standplaatshouders van de maandagmarkt in Heino;
    • b.
      1 lid namens de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel te ’s-Gravenhage; en
    • c.
      de persoon aan wie het college vergunning heeft verleend voor het verhuren van de marktkramen op één of meerdere van de in artikel 2.van deze nadere regels genoemde markten.
  • 2.
    De commissie wordt bijgestaan door de marktmeester en een door het college aangewezen ambtelijk secretaris.
  • 3.
    De voorzitter wordt door het college uit zijn midden aangewezen.
  • 4.
    De onder het eerste lid letter a. genoemde leden worden voor telkens 4 jaren gekozen door de rechthebbenden op een vaste plaats op de in artikel 2.van deze nadere regels genoemde markten. Het college organiseert voor elke periode van 4 jaren een schriftelijke verkiezing onder de bedoelde rechthebbenden op een vaste standplaats.Ten behoeve van de verkiezing wordt een oproep tot kandidaatstelling onder de rechthebbenden op een vaste standplaats verspreid. De opgave als kandidaat dient binnen 14 dagen na de verspreiding van eerdere bedoelde oproep bij het college schriftelijk te worden ingediend. 14 dagen na sluiting van de kandidaatstelling wordt onder de rechthebbenden op een vaste standplaats een stembiljet met vermelding van de kandidaten verspreid. Het stembiljet dient binnen 1 week na de verspreiding door het college te zijn ontvangen. De vier kandidaten waarop de meeste stemmen zijn uitgebracht - waarbij tenminste 1 kandidaat aangewezen door de standplaatshouders van de maandagmarkt Heino - worden door het college benoemd. De uitslag van de verkiezing wordt binnen 3 weken aan de rechthebbenden op een vaste standplaats bekend gemaakt.
  • 5.
    De organisatie genoemd onder lid 1 letter b. wordt door het college schriftelijk uitgenodigd om een kandidaat voor de marktcommissie voor te stellen. Binnen 3 weken na ontvangst van de voordracht deelt het college zijn beslissing mee.
  • 6.
    De vergunninghouder genoemd onder lid 1 letter c. wordt door het college uitgenodigd om in de marktcommissie zitting te nemen.
  • 7.
    De marktcommissie vergadert:
    • a.
      op verzoek van de voorzitter;
    • b.
      op verzoek van tenminste 2 van de overige leden van de commissie.
Artikel 27. Overgangs- en Slotbepalingen
  • 1.
    Deze nadere regels treden in werking op de dag nadat ze zijn bekend gemaakt.
  • 2.
    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels markten gemeente Raalte”.
  • 3.
    Met de inwerkingtreding van deze nadere regels komen alle eerder vastgesteld beleidsregels ten aanzien van markten in de gemeente Raalte te vervallen.
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d.
15 juli 2014

de secretaris,

de burgemeester,

Bijlage 1 Branchelijsten als bedoeld in artikel 6
Naar boven