Beleidsregel bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten Hilversum 2014

Artikel 1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,

gelet op artikel 4:81 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb); de Wet werk en bijstand (Wwb); en de nota Kansen creëren, kansen pakken 2013;

Besluit vast te stellen de Beleidsregel bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten  Hilversum 2014.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.In deze Beleidsregel wordt verstaan onder:

    • 1.college: het college van burgemeester en wethouders;

    • 2.Wwb: de Wet werk en bijstand;

    • 3.aanvrager: de ouders of de alleenstaande ouder van een rechthebbend kind;

    • 4.directe schoolkosten: uitgaven t.b.v. schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar, waarvoor de Wtos c.q. overige rijksregelingen als voorliggende en toereikende voorziening wordt beschouwd, zoals school- en boekengeld;

    • 5.indirecte schoolkosten: uitgaven t.b.v. schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar, voor zover deze niet op basis van een rijksregeling vergoed worden;

    • 6.gezin: de gehuwden, zoals bedoeld in de Wet werk en bijstand, met de tot hun last komende thuiswonende kinderen dan wel de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende thuiswonende kinderen;

    • 7.inwoner van Hilversum: de Nederlander die op de datum aanvraag ingezetene is van de gemeente Hilversum, en die op die datum ingeschreven is in de Basisregistratie personen van de gemeente Hilversum;

    • 8.kind: het in Hilversum woonachtige thuiswonende ten laste komende eigen kind of stiefkind dat primair of voortgezet onderwijs volgt en de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt heeft;

    • 9.ouder: de ouder of verzorger van het ten laste komende en thuiswonende eigen kind of stiefkind;

    • 10.bewijs van inschrijving: een door de school voor voortgezet onderwijs verstrekt bewijs, dat het betreffende kind als leerling van deze school aangemerkt moet worden;

    • 11bijstandsnorm: de norm bedoeld als bedoeld in artikel 20 tot en met 24 Wwb, inclusief de van toepassing zijnde verhoging of verlaging als bedoeld in de Wwb en inclusief reservering vakantiegeld;

    • 12inkomen: de middelen als bedoeld in artikel 31, eerste lid Wwb;

    • 13vrij te laten vermogen: toepasselijk vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 Wwb;

  • 2.De overige begrippen die in deze Beleidsregel worden gehanteerd, zijn ontleend aan de Wwb, tenzij in deze Beleidsregel uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 2 Doelstelling

Een tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten van ouders met een inkomen tot maximaal 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, wier vermogen het vrij te laten vermogen niet overtreft en van wie de kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar op de datum van aanvraag kunnen worden aangemerkt als leerling van een school voor primair of voortgezet onderwijs.

Artikel 3 Voorwaarden

Voor de verstrekking van de bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten op grond van deze beleidsregel komt in aanmerking het kind dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.het kind volgt volgens de gemeentelijke leerlingenadministratie primair of voortgezet onderwijs;

  • 2.het inkomen van het gezin is op de datum van aanvraag niet hoger dan 110% van de voor het gezin toepasselijke bijstandsnorm; en

  • 3.het gezin heeft een vermogen dat minder bedraagt dan het vrij te laten vermogen, dat voor belanghebbende op de datum van aanvraag geldt.

Artikel 4 De aanvraag

  • 1.De bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2.Aanvragen dienen schriftelijk te worden ingediend. Op het aanvraagformulier dient de aanvrager te vermelden welke vorm van onderwijs het kind volgt.

  • 3.De aanvraag wordt getekend door beide ouders gezamenlijk dan wel door de alleenstaande ouder van het kind.

  • 4.De aanvraag moet worden ingediend vanaf 1 augustus van het betreffende schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Het schooljaar loopt van 1 augustus tot 1 augustus. De bijstand voor indirecte schoolkosten moet ieder schooljaar opnieuw worden aangevraagd.

  • 5.Bij de aanvraag worden een prijsindicatie van de indirecte schoolkosten van het kind overgelegd.

  • 6.De aanvrager dient de betalingsbewijzen te bewaren en op verzoek van het college na het desbetreffende schooljaar te kunnen tonen.

Artikel 5 Verstrekking

  • 1.De indirecte schoolkosten ten behoeve van een ten laste komend kind als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder e Wwb dat onderwijs volgt, worden aangemerkt als bijzondere noodzakelijke kosten.

  • 2.Als indirecte schoolkosten kunnen onder meer worden aangemerkt schrijfgerei en schriften, schooltas, ouderbijdrage onderwijs, schoolreisje en excursie, materiaalkosten, huur kluisje en gymkleding.

  • 3.Als tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten kan op aanvraag bijzondere bijstand worden toegekend tot een bedrag van € 75,00 per schooljaar per ten laste komend kind dat basisonderwijs volgt.

  • 4.Als tegemoetkoming in de indirecte schoolkosten kan op aanvraag bijzondere bijstand worden toegekend tot een bedrag van  € 250,00 voor het eerste schooljaar dat het kind voortgezet onderwijs volgt en € 150,00 voor elk volgend schooljaar dat kind voortgezet onderwijs volgt.

  • 5.De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.

  • 6.De hoogte van de tegemoetkoming wordt eenmaal per vijf jaar door het college herzien.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel kan aangehaald worden als: Beleidsregel bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten Hilversum 2014.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, gehouden op.

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting Beleidsregel Bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten Hilversum 2014

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 Doelstelling

Onderwijsgerelateerde kosten zijn nodig als kinderen primair of voortgezet onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Voor deze indirecte schoolkosten bestaat geen voorliggende voorziening. Het staat de gemeente vrij om indirecte schoolkosten t.b.v. kinderen als noodzakelijke kosten aan te merken en te bepalen, wie voor de bijzondere bijstand in aanmerking komt.

Artikel 3 Voorwaarden

Gezinnen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm komen in aanmerking voor de gemaximeerde vergoeding. De draagkrachtregeling is hierbij niet van toepassing.

Artikel 4 Aanvraag

Indien er een prijsindicatie van de kosten wordt gegeven kan de vergoeding door het college worden verstrekt. De aanvrager dient alle betalingsbewijzen te bewaren en op verzoek van het college na het desbetreffende schooljaar te kunnen tonen.

Artikel 5 Verstrekking

In dit artikel wordt aangegeven welke kosten onder de bijzondere bijstand kunnen worden gebracht. Schoolkosten kunnen worden onderverdeeld in directe en indirecte schoolkosten. Voor de directe schoolkosten zijn de WTOS en overige rijksregelingen een voorliggende voorziening. De opsomming van de indirecte schoolkosten in dit artikel is niet limitatief. In het eerste jaar van het voortgezet onderwijs zijn de kosten hoger ( aanschaf van schooltas, rekenmachine etc.).  De vergoeding bij het eerste jaar is derhalve hoger dan de daaropvolgende schooljaren in het voortgezet onderwijs. Deze hogere vergoeding wordt maar eenmaal per kind verstrekt. Als het kind voor de tweede maal het eerste jaar van het voortgezet onderwijs volgt wordt het maximale bedrag van € 150,00 verstrekt. Dit houdt in dat zittenblijvers in het brugjaar niet tweemaal het hogere bedrag ontvangen.

 

De overige artikelen behoeven geen nadere toelichting.

Naar boven