Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2013

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2014;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Monumentenverordening Purmerend 2010;

overwegende dat:

  • - de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2004, vastgesteld op 27 mei 2004, op diverse punten aanpassing behoeft;

  • -deze aanpassing voortvloeit uit een toename van 40 gemeentelijke monumenten, een beperkt subsidiebudget en de behoefte aan één procedure voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten

b e s l u i t :

1. vast te stellen de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2013

Artikel 1
Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.gemeentelijk monument: een onroerende zaak of terrein dat is aangewezen als gemeentelijk monument en is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in artikel 4 en 7 van de Monumentenverordening Purmerend 2010;

  • b.instandhoudingwerkzaamheden: werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en/of het herstel van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument;

  • c.subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor het sober en doelmatig in stand houden en/of het herstel van een gemeentelijk monument;

  • d.omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • e.Monumentenwacht Noord-Holland: een onafhankelijke particuliere stichting die periodiek inspecties aan monumenten verricht;

  • f.eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven.

Artikel 2
Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op subsidies voor instandhoudingwerkzaamheden aan gemeentelijk monumenten, zoals genoemd in artikel 9.

Artikel 3
Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond vaststellen.

Burgemeester en wethouders verdelen het voor de verstrekking van subsidie beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel 4
Subsidietoekenning

Alleen aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden.

Artikel 5
Hoogte subsidie

De subsidie, zoals bedoeld in artikel 4 bedraagt 50% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,00.

De in het eerste lid genoemde subsidie kan ten hoogste eenmaal per vijf jaar per gemeentelijk monument worden verleend.

Artikel 6
Aanvraag subsidie

Een aanvraag om subsidie moet schriftelijk door de eigenaar bij burgemeester en wethouders worden ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

Het in het eerste lid genoemde aanvraagformulier gaat vergezeld van de volgende stukken:

  • a.een beschrijving van de technische staat of bouwkundig inspectierapport van het monument waarin de gebreken van het monument nauwkeurig vermeld staan;

  • b.tekeningen en/of foto’s van de bestaande situatie;

  • c.voor zover van toepassing tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

  • d.een bestek of werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

  • e.een begroting, niet ouder dan 2 jaar, gespecificeerd naar activiteit, mensuren en materialen;

  • f.een bewijs van lidmaatschap van de Monumentenwacht Noord-Holland;

  • g.een verleende omgevingsvergunning (indien de instandhoudingwerkzaamheden als vergunningplichtig zijn aangemerkt) voor de instandhoudingwerkzaamheden zoals beschreven in de subsidieaanvraag.

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat naast de in het tweede lid genoemde bescheiden nog andere stukken moeten worden overgelegd.

Artikel 7
Verlening subsidie

Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie.

Zij kunnen het nemen van een besluit met ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 8
Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten zijn de door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.de aanneemsom;

  • b.de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

  • c.de kosten van de architect en van de constructeur;

  • d.de verschuldigde omzetbelasting, voorzover deze niet kan worden verrekend;

  • e.eventueel noodzakelijk meerwerk, voor zover direct na constatering schriftelijk gemeld en door burgemeester en wethouders is goedgekeurd;

  • f.de kosten van bouwhistorisch onderzoek;

  • g.de kosten voor het opstellen van een instandhoudingplan;

  • h.de legeskosten voor een omgevingsvergunning, activiteit monument;

  • i.de kosten van het lidmaatschap alsmede de inspectiekosten van de Monumentenwacht Noord-Holland;

  • j.de kosten van de CAR-verzekering;

Als de instandhoudingwerkzaamheden in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd worden alleen de materiaalkosten tot de subsidiabele kosten gerekend.

Artikel 9
Instandhoudingwerkzaamheden

De in artikel 2 bedoelde instandhoudingwerkzaamheden die voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a.herstel van het casco;

  • b.herstel van afzonderlijke onderdelen met monumentale waarde (in- en exterieur);

  • c.herstelwerkzaamheden aan het dak: het incidenteel vernieuwen van pannen of het herstellen van leiwerk, het repareren en vernieuwen van zink en lood en het onderhoud van brand- en bliksembeveiliging;

  • d.reparaties aan schoorstenen;

  • e.reparaties aan goten en regenafvoeren, het opheffen van verstoppingen, schoonmaak alsmede werkzaamheden die de waterhuishouding rondom het monument bevorderen;

  • f.herstelwerkzaamheden aan gevels: herstel van voeg- of pleisterwerk, reparaties aan natuursteen, baksteen, beton en houtwerk;

  • g.buitenschilderwerk en daarmee samenhangend binnenschilderwerk aan buitenramen, buitenkozijnen en buitendeuren;

  • h.herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raampartijen, luiken, stoepen, roedeverdeling en lijstwerk;

  • i.herstel van dragende constructies;

  • j.behandeling van muur- en houtwerk ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasting;

  • k.herstel van glas-in-loodbeglazing;

  • l.het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken;

  • m.het aanbrengen van technische installaties ter bescherming van waardevolle interieurelementen;

  • n.overige herstelwerkzaamheden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gericht zijn op de instandhouding van het gemeentelijk monument.

Artikel 10
Weigeringgronden

De subsidie wordt geweigerd als:

  • a.met de instandhoudingwerkzaamheden is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie is beslist;

  • b.binnen een periode van 5 jaar vóór de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege dezelfde instandhoudingwerkzaamheden aan hetzelfde onderdeel van het gemeentelijk monument zijn getroffen;

  • c.de voor het verrichten van de instandhoudingwerkzaamheden noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend;

  • d.de kosten van de instandhoudingwerkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;

  • e.het beschermd gemeentelijk monument na het treffen van de voorzieningen niet voldoet aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het pand moeten worden gesteld.

Artikel 11
Aanvraag doorschuiven

Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag die geweigerd wordt op grond van overschrijding van het subsidieplafond aanmerken als een aanvraag per 1 januari van het opvolgend jaar. Voor de bepaling van de volgorde van deze aanvragen is de volgorde van binnenkomst in het oorspronkelijke jaar bepalend.

Een besluit als bedoeld in het eerste lid kan voor dezelfde aanvraag slechts één keer genomen worden.

Artikel 12
Verplichtingen

De subsidie wordt verleend onder de verplichtingen, dat:

  • a.binnen 6 maanden, na het besluit tot het verlenen van de subsidie, met de instandhoudingwerkzaamheden wordt begonnen;

  • b.de instandhoudingwerkzaamheden zijn voltooid binnen 1 jaar, na bekendmaking van het besluit tot het verlenen van de subsidie, of vóór een door burgemeester en wethouders in de subsidieverleningsbeschikking op te nemen datum;

  • c.de eigenaar het vervreemden van het gemeentelijk monument, gedurende de termijn tussen de verlening en vaststelling van de subsidie, meldt aan burgemeester en wethouders;

  • d.de eigenaar aan door burgemeester en wethouders aangewezen medewerkers van de gemeente toegang verleent tot de werkplaats(en) in het gemeentelijk monument waar de instandhoudingwerkzaamheden worden uitgevoerd;

  • e.de eigenaar na voltooiing van de instandhoudingwerkzaamheden het gemeentelijk monument zal bewaren en onderhouden in de staat waarin het door de instandhoudingwerkzaamheden is gebracht.

Artikel 13
Voorschot

Burgemeester en wethouders betalen een voorschot op het subsidiebedrag uit van 80% van de verleende subsidie als de subsidieontvanger binnen 4 weken na het verlenen van de subsidie een afschrift van de opdrachtbevestiging voor de uit te voeren instandhoudingwerkzaamheden indient.

Betaling geschiedt binnen 8 weken op een door de subsidieontvanger opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 14
Gereedmelding

De subsidieontvanger moet binnen 8 weken na het gereedkomen van de instandhoudingwerkzaamheden maar uiterlijk binnen 8 weken na de datum als bedoeld in artikel 12 sub b aan burgemeester en wethouders melden dat deze werkzaamheden zijn afgerond.

De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, is tevens de aanvraag om vaststelling van de subsidie.

De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, omvat:

  • a.een volledig overzicht van de uitgevoerde instandhoudingwerkzaamheden en een specificatie van de daarop betrekking hebbende kosten inclusief het uitgevoerde meer- en minderwerk;

  • b.alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de instandhoudingwerkzaamheden.

Artikel 15
Vaststelling subsidie

Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag besluiten burgemeester en wethouders omtrent de vaststelling van de subsidie.

Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met 8 weken verdagen.

Betaling geschiedt binnen 8 weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de subsidie op een door de aanvrager opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 16
Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen de bepalingen in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de instandhouding van het gemeentelijk monument leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17
Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

Artikel 18
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 6 weken na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2004 vervalt op de in het eerste lid bedoelde datum.

Artikel 19
Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2013’.

2. vast te stellen de Verordening tot vierde wijziging van de Algemene subsidieverordening Purmerend 2010

A. Artikel 1:2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1:2 Reikwijdte verordening

1.Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies voor activiteiten die vallen binnen de in de gemeentelijke begroting opgenomen programma's.

2.Wanneer toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c Awb is deze verordening eveneens van toepassing.

3.Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2004, de Verordening Opplussen Purmerend en de Verordening amateurkunst Purmerend 2009.

Artikel 1:2 Reikwijdte verordening

1.Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies voor activiteiten die vallen binnen de in de gemeentelijke begroting opgenomen programma's.

2.Wanneer toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c Awb is deze verordening eveneens van toepassing.

3.Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2013, de Verordening Opplussen Purmerend en de Verordening amateurkunst Purmerend 2009.

B. Deze verordening treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Purmerend 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 april 2014

de griffier,
J.F. Kamminga
de voorzitter,
D. Bijl
Naar boven