Gemeente Spijkenisse: derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2013

De raad der gemeente Spijkenisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.van 16 april 2014;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

de verordening tot derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2013 vast te stellen:

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening Spijkenisse 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5:8 wordt een nieuwe artikel 5:8a toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

Artikel. 5:8a verboden te slapen in grote voertuigen

Het is verboden een vrachtauto als bedoeld in art.1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 te parkeren op een door het college aangewezen plaats met het kennelijke doel deze als slaapplaats te gebruiken of daarin te slapen.

B

Aan de in artikel 6:1, eerste lid, genoemde artikelen wordt onder “artikel 5:8” een artikel toegevoegd, luidende: artikel 5:8a (verboden te slapen in grote voertuigen).

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Spijkenisse

d.d. 23 april 2014

de griffier,

H.C. Landheer

de burgemeester,

M.Salet

Artikelgewijze toelichting

Artikel 5:8a
Verboden te slapen in grote voertuigen

Op grond van art. 5:8, eerste lid, APV is het verboden om grote voertuigen te parkeren in de hele gemeente, behalve op het aangewezen terrein aan de Mosterweg (art. 5:8 APV en het daarop gebaseerde aanwijzingsbesluit).

Voertuigen in de zin art. 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) zijn: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens.

Anders dan in art. 5:8 en 5:9 APV het geval is, is er in het nieuwe artikel 5:8a APV voor gekozen de minimale afmetingen van voertuigen (lees: vrachtauto’s in de zin van art. 1 RVV 1990) niet te hanteren omdat ‘kleine’ vrachtauto’s niet onder het verbod vallen.

Tevens wordt in art. 5:8a APV het begrip vrachtauto in de zin art. 1 Rvv gehanteerd dat is omschreven als een motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg.

Daarnaast is aangehaakt bij het begrip “kennelijk” (…) dus met “het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken” waarbij aan dit begrip objectieve betekenis toekomt hetgeen wil zeggen: aanwijsbaar of duidelijk waarneembaar.

Ten slotte moet het nieuwe artikel 5:8a APV aan de strafbepalingen van artikel 6:1 APV worden toegevoegd teneinde het slaapverbod voor het parkeerterrein in de praktijk te kunnen handhaven. Daarom wordt aan de in artikel 6:1, eerste lid, genoemde artikelen onder “artikel 5:8” een artikel toegevoegd, luidende: artikel 5:8a (verboden te slapen in grote voertuigen).

Naar boven