Gemeenteblad van Zwolle
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwolle | Gemeenteblad 2014, 16977 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zwolle | Gemeenteblad 2014, 16977 | Beleidsregels |
Het college van burgemeester en wethouders van Zwolle is bevoegd op grond van artikel 2, lid 1 onder c juncto artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in te stemmen met een aanvraag om af te afwijken van een bestemmingsplan.
Op 11 februari 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwolle ingestemd met de beleidsregel voor onzelfstandige woonruimte, wanneer gevraagd wordt om medewerking aan een afwijking van het bestemmingsplan.
Bij onzelfstandige woonruimte wonen er meerdere personen of huishoudens in een woning die daarbij wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte met elkaar delen; kamergewijze verhuur van woningen. Als een woning is bestemd in een bestemmingsplan tot “wonen”, dan mag hier slechts één huishouden zijn gevestigd. Reden waarom er een afwijking nodig is, als meerdere personen of huishoudens in een woning een eigen woonruimte hebben met gedeelde voorzieningen.
In deze beleidsregel is onder meer opgenomen waaraan een aanvraag om van het bestemmingsplan te kunnen afwijken moet voldoen en welke afwegingen worden gemaakt, alvorens een besluit te nemen op de aanvraag.
Bij de beleidsregel behoort een kaart, waarop gebieden zijn aangegeven die bij voorbaat zijn uitgesloten van de mogelijkheid mee te werken aan een aanvraag voor het afwijken van een vigerende woonbestemming ten behoeve van onzelfstandige woonruimte.
Ook is een overgangsregeling opgenomen voor bestaande situaties of aanvragen die reeds in behandeling waren genomen voordat deze beleidsregel werd vastgesteld en bekend gemaakt.
Deze beleidsregel treedt 1 dag na bekendmaking in werking en ligt ter inzage bij het Informatiecentrum in het Stadskantoor.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.onzelfstandige woonruimte: woonruimte welke niet door één persoon of één huishouden kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, welke voorzieningen gedeeld worden met anderen, met uitzondering van een kamer in een verzorgings- of verpleeghuis;
b.kamerverhuurpand: gebouw of deel van een gebouw waarin onzelfstandige woonruimte wordt verleend aan meer dan één persoon, naast een eventuele hoofdbewoner (eigenaar/huurder);
c.afwijking: een omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan zoals omschreven in artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
d.gebruik oppervlakte wonen: de bewoonbare oppervlakte achter de voordeur van het kamerverhuurpand, exclusief opslagruimten en dergelijke, op basis van de “Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN ”;
e.kaart: kaart bij beleidsregel voor onzelfstandige woonruimte van januari 2014 .
1.De aanvraag voor een afwijking van het bestemmingsplan voor onzelfstandige woonruimte gaat naast de voorgeschreven stukken in ieder geval vergezeld van de volgende informatie en stukken:
a.volledige (persoons)gegevens van de eigenaar van het gebouw of deel van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;
b.bewijs van eigendom van het gebouw of deel van het gebouw en, voor zover van toepassing, bewijs dat de aanvrager gerechtigd is tot het doen van de aanvraag;
c.adres en kadastrale gegevens van het gebouw of deel van het gebouw;
d.het aantal personen dat de onzelfstandige woonruimtes gaat bewonen;
e.een plattegrond van de bestaande situatie voorzien van de gebruiksoppervlakte wonen;
f.een plattegrond van de gewijzigde situatie voorzien van de gebruiksoppervlakte wonen, waarbij is aangegeven welke ruimten als onzelfstandige woonruimte zullen worden gebruikt.
2.Het college is bevoegd met betrekking tot de in dit artikel bedoelde bescheiden nadere regels te stellen of aanvullende gegevens op te vragen omtrent de inhoud, uitvoering en vorm van de aanvraag.
In het besluit tot verlenen van de afwijking van het bestemmingsplan voor onzelfstandige woonruimte, wordt in ieder geval de volgende informatie vermeld:
a.de eigenaar van het gebouw of deel van het gebouw waarop de afwijking betrekking heeft;
b.het adres van het gebouw of deel van het gebouw waarop de afwijking betrekking heeft;
c.het aantal onzelfstandige woonruimtes dat als afzonderlijke woonruimte wordt gebruikt;
d.het maximum aantal bewoners van de onzelfstandige woonruimtes in een kamerverhuurpand;
e.de eventuele voorwaarden en voorschriften die aan de afwijking zijn verbonden.
1.Een afwijking van het bestemmingsplan voor onzelfstandige woonruimte wordt geweigerd indien:
a.de afwijking wordt aangevraagd voor een gebouw of deel van een gebouw dat ligt in een gebied dat op de bij deze beleidsregels behorende kaart is aangeduid als “gebied waar geen afwijking van het bestemmingsplan wordt verleend” of is aangeduid als “Buitengebied (inclusief kleine kernen) en industrieterreinen”;
b.op het moment van de aanvraag meer dan 10% van de woningen in de betreffende straat met dezelfde postcode wordt gebruikt voor bewoning van onzelfstandige woonruimte.
c.de afwijking wordt aangevraagd voor onzelfstandige woonruimtes in een gebouw met een woonbestemming met een gebruiksoppervlakte wonen van in totaal kleiner dan 85 m²
d.de afwijking wordt aangevraagd voor onzelfstandige woonruimtes voor meer dan vier personen als de gebruiksoppervlakte wonen kleiner is dan 100 m².
e.de afwijking wordt aangevraagd voor onzelfstandige woonruimtes voor panden met een gebruiksoppervlakte wonen van meer dan 100 m², indien er per bewoner minder dan 25 m² gebruiksoppervlakte wonen beschikbaar is.
f.vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat verlening van de afwijking zou leiden tot een verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, dan wel een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw of deel van een gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;
g.blijkt dat de hoofdtoegang tot het gebouw niet gericht is op de straat;
h.er uiterlijke aanpassingen aan het gebouw of deel van het gebouw plaats vinden of plaats moeten vinden, vanwege de onzelfstandige bewoning, zoals extra brand- en/of vluchttrappen;
i.er minder dan 1,5 m² bergruimte op het perceel beschikbaar is per bewoner voor het stallen van fietsen en afvalcontainers;
2.Een afwijking van het bestemmingsplan voor onzelfstandige bewoning kan worden geweigerd indien:
a.het belang dat de aanvrager bij de afwijking heeft niet opweegt tegen het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Bij de beoordeling van het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad worden mede betrokken de ligging en de te verwachten vraag naar het type woonruimte waarop de aanvraag betrekking heeft;
b.aanvrager geen overeenkomst met de gemeente sluit ter afwenteling van eventuele tegemoetkoming van planschade op aanvrager als bedoeld in artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening, dan wel vergoeding van deze tegemoetkoming van planschade niet anderszins verzekerd is;
Als voorwaarde bij de afwijking wordt in ieder geval opgenomen dat de afwijking niet mag leiden tot een verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, dan wel een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het gebouw waarop de afwijking betrekking heeft.
1.Het legale gebruik van een woning voor onzelfstandige woonruimtes, dat bestond ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregel en waarvoor al dan niet een onttrekkingsvergunning is verleend op grond van de Huisvestingsverordening 1996, zoals deze luidde voor intrekking van deze verordening, dan wel anderszins al dan niet vergunning is verleend, mag worden voortgezet conform die vergunning.
2.Op aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze beleidsregel, is deze beleidsregel van toepassing, tenzij een aanvrager daardoor in een nadeliger positie wordt gebracht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-16977.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.