Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2014, 15069 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2014, 15069 | Verordeningen |
Jaar 2014
Afdeling 3A
Nummer 56/112
Publicatiedatum 21 februari 2014
Agendapunt 37
Datum besluit B&W 7 januari 2014
I.vast te stellen de volgende:
Bijzondere verordening overgang deelgemeenten bestuurscommissies 2014
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.Wet afschaffing deelgemeenten: Wet Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen;
b.stadsdelen: de deelgemeenten die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten binnen Amsterdam waren ingesteld.
Dit hoofdstuk is van toepassing op de eerste verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies. Deze vindt plaats op 19 maart 2014.
Voor zover in deze verordening wordt afgeweken van de Verordening op de bestuurscommissies, gelden de bepalingen uit deze verordening.
1.De stadsdelen zijn belast met de organisatie van de in artikel 2 bedoelde verkiezing. Elk stadsdeel is verantwoordelijk voor de verkiezing van de bestuurscommissie die voor zijn grondgebied wordt ingesteld.
11.De stadsdelen zijn in verband met de organisatie van de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies belast met de uitvoering van de hoofdstukken D tot en met P alsmede hoofdstuk V van de Kieswet.
Aan de registratievereisten op grond van artikel G 3 van de Kieswet is voldaan, als de aanduiding van een groepering is geregistreerd voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraad zoals die vóór de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten werd gehouden.
In afwijking van artikel G 3, zevende lid, onder d, van de Kieswet wordt de aanduiding van de in het eerste lid bedoelde groepering geschrapt indien voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies geen geldige kandidatenlijst wordt ingeleverd.
De laatst gehouden verkiezing van de leden van de stadsdeelraad zoals die vóór de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten werd gehouden, wordt voor de toepassing van de bepalingen uit de Kieswet en het Verkiezingsreglement aangemerkt als de laatst gehouden verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies.
In afwijking van de bepalingen uit de Kieswet vindt de zitting van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies, waar een beslissing wordt genomen over de geldigheid van de kandidatenlijsten, het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten alsmede het handhaven van de daarboven geplaatste aanduiding, plaats op 10 februari 2014 om 10.00 uur.
Degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten waren benoemd als de voorzitter en de overige leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen, treden af op 27 maart 2014.
Over de periode van 19 maart 2014 tot op het moment dat de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies worden geïnstalleerd, worden de taken en bevoegdheden die op grond van de Verordening op de bestuurscommissies aan de bestuurscommissies worden opgedragen, gemandateerd aan de voorzitter en het dagelijks bestuur van de stadsdelen.
De voorzitter en het dagelijks bestuur van de stadsdelen nemen gedurende de in het tweede lid bedoelde periode alleen die besluiten die geen uitstel kunnen lijden.
De voorzitter en de leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen kunnen voor de taken en bevoegdheden die aan hen worden gemandateerd, ondermandaat verlenen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.
Gedurende de in het tweede lid genoemde periode is voor de bezoldiging van de voorzitter en de overige leden van het dagelijks bestuur, het Rechtspositiebesluit wethouders van overeenkomstige toepassing.
De op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten binnen de stadsdelen geldende besluiten tot instelling van commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet vervallen op de datum van inwerkingtreding van die wet.
De commissies kunnen binnen twee maanden gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet door de voor dat grondgebied ingestelde bestuurscommissie geheel of ten dele wederom geldend worden verklaard.
Het eerste lid is niet van toepassing op de bezwaarschriftencommissies die door de stadsdelen zijn ingesteld.
De gemeenschappelijke regelingen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten door de stadsdelen waren getroffen, worden op de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet geacht door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, afhankelijk van de aan de betreffende gemeenschappelijke regelingen overgedragen bevoegdheden, te zijn getroffen.
De bestuurscommissies wijzen uit hun midden de leden aan die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten namens de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zitting hebben in de organen die middels de in het eerste lid bedoelde gemeenschappelijke regelingen zijn ingesteld. Dit totdat er door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester nieuwe leden zijn aangewezen.
De deelnemingen in het risicodragend vermogen van een kapitaalvennootschap die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten door de stadsdelen waren aangegaan, worden op de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet geacht door het college van burgemeester en wethouders te zijn aangegaan.
De bestuurscommissies wijzen uit hun midden de leden aan die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten namens het college van burgemeester en wethouders zitting hebben in de organen die in verband met de in het eerste lid bedoelde deelnemingen zijn ingesteld. Dit totdat er door het college van burgemeester en wethouders nieuwe leden zijn aangewezen.
De functies die de leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen in verband met hun lidmaatschap van het dagelijks bestuur uitoefenen, worden op de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten geacht door de leden van het college van burgemeester en wethouders te worden uitgeoefend.
De bestuurscommissies wijzen uit hun midden de leden aan die de in het eerste lid bedoelde functies met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten namens het college van burgemeester en wethouders uitoefenen. Dit totdat er door het college van burgemeester en wethouders nieuwe leden zijn aangewezen.
De taken en bevoegdheden binnen de grootstedelijke gebieden en projecten die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten waren aangewezen op grond van artikel 34 van de Verordening op de stadsdelen, komen vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet toe aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.
De taken en bevoegdheden die in het kader van de in het eerste lid bedoelde grootstedelijke gebieden en projecten aan de stadsdelen waren opgedragen, worden na de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten aan de bestuurscommissie opgedragen die voor het betreffende grondgebied is ingesteld. Dit voor zover die taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Het college van burgemeester en wethouders dat na de gemeenteraads-verkiezingen op 19 maart 2014 wordt gevormd, maakt vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken over de wijze waarop overleg en samenwerking plaatsvindt binnen de grootstedelijke gebieden en projecten die zich binnen het grondgebied van de desbetreffende bestuurscommissie bevinden.
1.De taken en bevoegdheden die:
aa.op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten aan de stadsdelen toekwamen,
ab.zien op projecten die een investering vergen of een opbrengst hebben van meer dan € 5 miljoen en
ac.op grond van de bij de Verordening op de bestuurscommissies behorende takenlijst en bevoegdhedenregister ook aan die grens van € 5 miljoen zijn gekoppeld,
komen vanaf de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten toe aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.
1.De taken en bevoegdheden die voldoen aan de in het eerste lid bedoelde criteria, worden na de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten gemandateerd aan de bestuurscommissie die voor het betreffende grondgebied is ingesteld. Dit voor zover deze taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
2.Het college van burgemeester en wethouders dat na de gemeenteraads-verkiezingen op 19 maart 2014 wordt gevormd, maakt vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken over de verdeling van de taken en bevoegdheden binnen de projecten die zich binnen het grondgebied van de desbetreffende bestuurscommissie bevinden.
De taken en bevoegdheden die voortvloeien uit de in artikel 38 van de Verordening op de bestuurscommissies bedoelde verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften die door de stadsdelen zijn vastgesteld, worden vanaf de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten uitgeoefend door de voor het grondgebied van dat stadsdeel ingestelde bestuurscommissie. Dit voor zover deze taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Indien in de verordeningen, beleidsregels of overige voorschriften die door de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn vastgesteld, taken en bevoegdheden of rechten en verplichtingen voor de stadsdelen zijn opgenomen, dan wordt gelezen voor:
a.stadsdeel: bestuurscommissie;
b.stadsdeelraad: algemeen bestuur;
c.dagelijks bestuur: algemeen bestuur;
d.burgemeester: voorzitter van het dagelijks bestuur.
Dit voor zover de genoemde taken en bevoegdheden of rechten en verplichtingen op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen. Indien dit niet het geval is, komen de genoemde taken en bevoegdheden of rechten en verplichtingen toe aan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.
Een besluit dat door besluitvorming van een orgaan van een stadsdeel tot stand is gekomen, kan met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten worden gewijzigd of ingetrokken door de bestuurscommissie die voor dat grondgebied is ingesteld. Dit voor zover die taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Het beheer van de op basis van de besluitvorming van een orgaan van een stadsdeel op de gemeente rustende rechten en verplichtingen, gaat met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten over op de bestuurscommissie die voor dat grondgebied is ingesteld. Dit voor zover die taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Een subsidie die door besluitvorming van een orgaan van een stadsdeel is verleend, kan met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten worden vastgesteld door de bestuurscommissie die voor dat grondgebied is ingesteld. Dit voor zover de subsidie ziet op taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Het beheer van wettelijke procedures en rechtsgedingen waarbij de gemeente betrokken is op basis van de besluitvorming van een orgaan van een stadsdeel, gaat met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten over op de bestuurscommissie die voor dat grondgebied is ingesteld. Dit voor zover die taken en bevoegdheden op grond van de Verordening op de bestuurscommissies ook aan de bestuurscommissies toekomen.
Op 19 maart 2014 treedt de Wet tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen in werking (Wet afschaffing deelgemeenten). De stadsdelen zoals die in Amsterdam op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn ingesteld, houden vanaf dat moment van rechtswege op te bestaan. Om die reden wordt er vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet per stadsdeel in een bestuurscommissie voorzien. Een bestuurscommissie is echter een wezenlijk
andere vorm van binnengemeentelijke decentralisatie dan een deelgemeente. Er is niet langer sprake van een min of meer zelfstandige bestuurslaag. Bestuurscommissies zijn een vorm van verlengd bestuur. De bestuurscommissies kunnen in beginsel dus niet van rechtswege als de opvolgers worden beschouwd van de stadsdelen zoals we die nu kennen. In deze bijzondere verordening wordt dan ook in overgangsrecht voorzien.
Op 19 maart 2014 treedt de Wet tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen in werking (Wet afschaffing deelgemeenten). De stadsdelen zoals die in Amsterdam op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn ingesteld, houden vanaf dat moment van rechtswege op te bestaan. Om die reden wordt er vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet per stadsdeel in een bestuurscommissie voorzien. Een bestuurscommissie is echter een wezenlijk
andere vorm van binnengemeentelijke decentralisatie dan een deelgemeente. Er is niet langer sprake van een min of meer zelfstandige bestuurslaag. Bestuurscommissies zijn een vorm van verlengd bestuur. De bestuurscommissies kunnen in beginsel dus niet van rechtswege als de opvolgers worden beschouwd van de stadsdelen zoals we die nu kennen. In deze bijzondere verordening wordt dan ook in overgangsrecht voorzien.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In het eerste hoofdstuk zijn een aantal overgangsrechtelijke bepalingen inzake de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies opgenomen. In dit artikel wordt benadrukt dat deze bepalingen alleen gelden voor de verkiezingen op 19 maart 2014 en dat er in verband met het overgangsrecht van de Verordening op de stadsdelen en de Verordening op de bestuurscommissies kan worden afgeweken.
In het eerste hoofdstuk zijn een aantal overgangsrechtelijke bepalingen inzake de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies opgenomen. In dit artikel wordt benadrukt dat deze bepalingen alleen gelden voor de verkiezingen op 19 maart 2014 en dat er in verband met het overgangsrecht van de Verordening op de stadsdelen en de Verordening op de bestuurscommissies kan worden afgeweken.
De stadsdelen dienen de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies te organiseren. Dit betekent dat de stadsdelen moeten zorgen voor een centraal stembureau. Dat stembureau registreert bijvoorbeeld de groeperingen die aan de verkiezingen deelnemen en stelt de verkiezingsuitslag vast.
De stadsdelen dienen de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies te organiseren. Dit betekent dat de stadsdelen moeten zorgen voor een centraal stembureau. Dat stembureau registreert bijvoorbeeld de groeperingen die aan de verkiezingen deelnemen en stelt de verkiezingsuitslag vast.
Uitgangspunt bij de voorschriften voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is dat deze zo mogelijk naadloos moeten aansluiten op de voorschriften die er voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden waren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de rechten die reeds geregistreerde groeperingen op grond van de Kieswet hebben of groeperingen die op dit moment over zetels in de stadsdeelraden beschikken, zoveel mogelijk worden gerespecteerd. In dat verband is in deze artikelen geregeld dat groeperingen die zich voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden hebben geregistreerd, zich niet opnieuw voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies hoeven te laten registreren (artikel G 3 van de Kieswet). Verder is bepaald dat de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden bij de toepassing van de bepalingen uit de Kieswet en het Verkiezingsreglement wordt aangemerkt als de laatst gehouden verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies. Dit betekent bijvoorbeeld voor de groeperingen die reeds over zetels in de stadsdeelraden beschikken dat zij bij het inleveren van een kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie vrijgesteld zijn van de verplichting om ondersteuningsverklaringen in te leveren (art H 4, achtste lid, van de Kieswet) en een waarborgsom te betalen (artikel H 14, tweede lid, van de Kieswet). Verder worden de kandidatenlijsten van die groepering genummerd aan de hand van de uitslag van de laatst gehouden verkiezing van de leden van de stadsdeelraden (artikel 4, zevende lid, van het Verkiezingsreglement).
Uitgangspunt bij de voorschriften voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is dat deze zo mogelijk naadloos moeten aansluiten op de voorschriften die er voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden waren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de rechten die reeds geregistreerde groeperingen op grond van de Kieswet hebben of groeperingen die op dit moment over zetels in de stadsdeelraden beschikken, zoveel mogelijk worden gerespecteerd. In dat verband is in deze artikelen geregeld dat groeperingen die zich voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden hebben geregistreerd, zich niet opnieuw voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies hoeven te laten registreren (artikel G 3 van de Kieswet). Verder is bepaald dat de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden bij de toepassing van de bepalingen uit de Kieswet en het Verkiezingsreglement wordt aangemerkt als de laatst gehouden verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies. Dit betekent bijvoorbeeld voor de groeperingen die reeds over zetels in de stadsdeelraden beschikken dat zij bij het inleveren van een kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie vrijgesteld zijn van de verplichting om ondersteuningsverklaringen in te leveren (art H 4, achtste lid, van de Kieswet) en een waarborgsom te betalen (artikel H 14, tweede lid, van de Kieswet). Verder worden de kandidatenlijsten van die groepering genummerd aan de hand van de uitslag van de laatst gehouden verkiezing van de leden van de stadsdeelraden (artikel 4, zevende lid, van het Verkiezingsreglement).
In afwijking van de bepalingen uit de Kieswet vindt de zitting van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies plaats op 10 februari 2014 om 10.00 uur.
In afwijking van de bepalingen uit de Kieswet vindt de zitting van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies plaats op 10 februari 2014 om 10.00 uur.
Op de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is de Kieswet van overeenkomstige toepassing verklaard. Op grond van de Kieswet vinden de verkiezingen plaats op 19 maart 2014. Het algemeen bestuur wordt vervolgens op 27 maart 2014 geïnstalleerd. De Wet afschaffing deelgemeenten treedt echter met de verkiezingen op 19 maart 2014 in werking. In de periode van acht dagen tussen de verkiezingen en het installeren van een nieuw bestuur moet dus worden voorzien in de leemte die ontstaat bij het rechtsgeldig nemen van de noodzakelijke dagelijkse beslissingen. In dat kader is in dit artikel geregeld dat de voorzitter en de overige leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen gedurende die periode van acht dagen aanblijven. In die periode nemen de voorzitter en het dagelijks bestuur in mandaat alle besluiten die niet kunnen worden uitgesteld totdat het algemeen bestuur van de bestuurscommissies aangetreden is.
De voorzitter treedt daarbij namens de burgemeester op en het dagelijks bestuur namens het college. Eventueel kan daarbij ook ondermandaat worden verleend.
Op de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is de Kieswet van overeenkomstige toepassing verklaard. Op grond van de Kieswet vinden de verkiezingen plaats op 19 maart 2014. Het algemeen bestuur wordt vervolgens op 27 maart 2014 geïnstalleerd. De Wet afschaffing deelgemeenten treedt echter met de verkiezingen op 19 maart 2014 in werking. In de periode van acht dagen tussen de verkiezingen en het installeren van een nieuw bestuur moet dus worden voorzien in de leemte die ontstaat bij het rechtsgeldig nemen van de noodzakelijke dagelijkse beslissingen. In dat kader is in dit artikel geregeld dat de voorzitter en de overige leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen gedurende die periode van acht dagen aanblijven. In die periode nemen de voorzitter en het dagelijks bestuur in mandaat alle besluiten die niet kunnen worden uitgesteld totdat het algemeen bestuur van de bestuurscommissies aangetreden is.
De voorzitter treedt daarbij namens de burgemeester op en het dagelijks bestuur namens het college. Eventueel kan daarbij ook ondermandaat worden verleend.
De stadsdelen beschikken over verschillende adviescommissies. Voor een deel kunnen deze commissies ook binnen het nieuwe bestuurlijk stelsel een plaats krijgen, maar voor een deel zullen deze moeten komen te vervallen. Bijvoorbeeld omdat de desbetreffende bevoegdheid niet bij de bestuurscommissies is belegd. Om ervoor te zorgen dat kort na het aantreden van de bestuurscommissies wordt nagegaan welke adviescommissies binnen het nieuwe stelsel een plaats dienen te krijgen, is geregeld dat de besluiten tot instelling van die commissies in beginsel komen te vervallen tenzij die binnen twee maanden weer geldend worden verklaard. De bepaling is niet van toepassing op de bezwaarschriftencommissies die door de stadsdelen zijn ingesteld.
De stadsdelen beschikken over verschillende adviescommissies. Voor een deel kunnen deze commissies ook binnen het nieuwe bestuurlijk stelsel een plaats krijgen, maar voor een deel zullen deze moeten komen te vervallen. Bijvoorbeeld omdat de desbetreffende bevoegdheid niet bij de bestuurscommissies is belegd. Om ervoor te zorgen dat kort na het aantreden van de bestuurscommissies wordt nagegaan welke adviescommissies binnen het nieuwe stelsel een plaats dienen te krijgen, is geregeld dat de besluiten tot instelling van die commissies in beginsel komen te vervallen tenzij die binnen twee maanden weer geldend worden verklaard. De bepaling is niet van toepassing op de bezwaarschriftencommissies die door de stadsdelen zijn ingesteld.
Op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn de stadsdelen nu bevoegd om gemeenschappelijke regelingen te treffen en deel te nemen in het risicodragend vermogen van een kapitaalvennootschap. De bestuurscommissies hebben die bevoegdheid niet. Om die reden worden alle reeds bestaande gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen onder de verantwoordelijkheid van de raad, het college en de burgemeester gebracht. Die kunnen bepalen of de gemeenschappelijke regeling of deelneming kan worden voortgezet of dat aanpassing of beëindiging nodig is. Zolang daarover geen besluit genomen is, is geregeld dat de bestuurscommissies wel namens de raad, het college of de burgemeester zitting nemen in de organen die in verband met de gemeenschappelijke regeling en de deelneming zijn ingesteld.
Op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn de stadsdelen nu bevoegd om gemeenschappelijke regelingen te treffen en deel te nemen in het risicodragend vermogen van een kapitaalvennootschap. De bestuurscommissies hebben die bevoegdheid niet. Om die reden worden alle reeds bestaande gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen onder de verantwoordelijkheid van de raad, het college en de burgemeester gebracht. Die kunnen bepalen of de gemeenschappelijke regeling of deelneming kan worden voortgezet of dat aanpassing of beëindiging nodig is. Zolang daarover geen besluit genomen is, is geregeld dat de bestuurscommissies wel namens de raad, het college of de burgemeester zitting nemen in de organen die in verband met de gemeenschappelijke regeling en de deelneming zijn ingesteld.
Een aantal leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen beschikt over een zogenaamde qualitate qua-functie. Dat zijn functies die met het lidmaatschap van het dagelijks bestuur verband houden en ook in die hoedanigheid worden uitgeoefend. Bezien moet worden wat er met deze functies dient te gebeuren. Vooralsnog is dan ook geregeld dat deze functies toekomen aan de leden van het college of de burgemeester. Denkbaar is echter dat de leden van de bestuurscommissies de functies alsnog gaan uitoefenen. Zolang er geen besluit genomen is, wijzen de bestuurscommissies uit hun midden in elk geval een lid aan dat de functie voorlopig namens het college of de burgemeester uitoefent.
Een aantal leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen beschikt over een zogenaamde qualitate qua-functie. Dat zijn functies die met het lidmaatschap van het dagelijks bestuur verband houden en ook in die hoedanigheid worden uitgeoefend. Bezien moet worden wat er met deze functies dient te gebeuren. Vooralsnog is dan ook geregeld dat deze functies toekomen aan de leden van het college of de burgemeester. Denkbaar is echter dat de leden van de bestuurscommissies de functies alsnog gaan uitoefenen. Zolang er geen besluit genomen is, wijzen de bestuurscommissies uit hun midden in elk geval een lid aan dat de functie voorlopig namens het college of de burgemeester uitoefent.
Binnen de stad zijn verschillende grootstedelijke gebieden en projecten aangewezen op grond van artikel 34 van de Verordening op de stadsdelen. In het kader daarvan zijn tussen stad en stadsdelen afspraken gemaakt over de taken en bevoegdheden binnen die gebieden en projecten. Aangezien aan de bestuurscommissies minder taken en bevoegdheden kunnen worden overgedragen dan thans bij de stadsdelen het geval is, is geregeld dat de taken en bevoegdheden die op grond van de gemaakte afspraken aan de stadsdelen toekwamen, ook aan de bestuurscommissies worden gedelegeerd of gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel middels mandaat of delegatie bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop binnen het gebied of project wordt samengewerkt en overleg wordt gevoerd. Dit om ervoor te zorgen dat de bestaande afspraken in het kader van de ontdubbeling worden herijkt.
Binnen de stad zijn verschillende grootstedelijke gebieden en projecten aangewezen op grond van artikel 34 van de Verordening op de stadsdelen. In het kader daarvan zijn tussen stad en stadsdelen afspraken gemaakt over de taken en bevoegdheden binnen die gebieden en projecten. Aangezien aan de bestuurscommissies minder taken en bevoegdheden kunnen worden overgedragen dan thans bij de stadsdelen het geval is, is geregeld dat de taken en bevoegdheden die op grond van de gemaakte afspraken aan de stadsdelen toekwamen, ook aan de bestuurscommissies worden gedelegeerd of gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel middels mandaat of delegatie bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop binnen het gebied of project wordt samengewerkt en overleg wordt gevoerd. Dit om ervoor te zorgen dat de bestaande afspraken in het kader van de ontdubbeling worden herijkt.
Binnen de stad zijn verschillende projecten waarbij de investering of opbrengst hoger is dan € 5 miljoen. Op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten kwamen de taken en bevoegdheden binnen deze projecten in een aantal gevallen aan de stadsdelen toe. Indien de Wet afschaffing deelgemeenten in werking treedt, komen deze taken en bevoegdheden in beginsel weer bij de raad, het college en de burgemeester te liggen. In verband hiermee is in deze verordening opgenomen dat die taken en bevoegdheden voorlopig aan de bestuurscommissies worden gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop de taken en bevoegdheden binnen het project worden verdeeld.
Binnen de stad zijn verschillende projecten waarbij de investering of opbrengst hoger is dan € 5 miljoen. Op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten kwamen de taken en bevoegdheden binnen deze projecten in een aantal gevallen aan de stadsdelen toe. Indien de Wet afschaffing deelgemeenten in werking treedt, komen deze taken en bevoegdheden in beginsel weer bij de raad, het college en de burgemeester te liggen. In verband hiermee is in deze verordening opgenomen dat die taken en bevoegdheden voorlopig aan de bestuurscommissies worden gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop de taken en bevoegdheden binnen het project worden verdeeld.
Door de huidige stadsdelen zijn verschillende verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften vastgesteld. Deze blijven op grond van artikel 38 van de Verordening op de bestuurscommissies gedurende twee jaar gelden. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies ook bevoegd zijn om de taken en bevoegdheden uit te oefenen die uit deze voorschriften voortvloeien, is onderhavige bepaling opgenomen. Geregeld is dat de bestuurscommissies uitvoering kunnen blijven geven aan de voorschriften die door de stadsdelen zijn vastgesteld, voor zover er op dat punt ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
Met de bepaling wordt bovendien tot uitdrukking gebracht dat voor zover er op een beleidsterrein nog acht verschillende verordeningen of beleidsregels van toepassing zijn, de bestuurscommissies vooralsnog uitvoering geven aan de voorschriften die door de huidige stadsdelen voor het desbetreffende grondgebied zijn vastgesteld. Dit om te voorkomen dat de bestuurscommissies uitvoering moeten geven aan centraal-stedelijke voorschriften die nog niet aan het nieuwe bestuurlijk stelsel zijn aangepast en daar dus ook niet op zijn toegespitst. Als de centraal-stedelijke voorschriften worden gewijzigd, kan worden bezien wat er met de door de stadsdelen vastgestelde voorschriften moet gebeuren.
Door de huidige stadsdelen zijn verschillende verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften vastgesteld. Deze blijven op grond van artikel 38 van de Verordening op de bestuurscommissies gedurende twee jaar gelden. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies ook bevoegd zijn om de taken en bevoegdheden uit te oefenen die uit deze voorschriften voortvloeien, is onderhavige bepaling opgenomen. Geregeld is dat de bestuurscommissies uitvoering kunnen blijven geven aan de voorschriften die door de stadsdelen zijn vastgesteld, voor zover er op dat punt ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
Met de bepaling wordt bovendien tot uitdrukking gebracht dat voor zover er op een beleidsterrein nog acht verschillende verordeningen of beleidsregels van toepassing zijn, de bestuurscommissies vooralsnog uitvoering geven aan de voorschriften die door de huidige stadsdelen voor het desbetreffende grondgebied zijn vastgesteld. Dit om te voorkomen dat de bestuurscommissies uitvoering moeten geven aan centraal-stedelijke voorschriften die nog niet aan het nieuwe bestuurlijk stelsel zijn aangepast en daar dus ook niet op zijn toegespitst. Als de centraal-stedelijke voorschriften worden gewijzigd, kan worden bezien wat er met de door de stadsdelen vastgestelde voorschriften moet gebeuren.
Uit de verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften van de centrale stad vloeien in een aantal gevallen taken of bevoegdheden dan wel rechten en verplichtingen voor de huidige stadsdelen voort. Met dit artikel is ervoor gezorgd dat deze taken en bevoegdheden of rechten en plichten ook op de bestuurscommissies van toepassing zijn. Dit voor zover er op het betreffende beleidsterrein ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn opgedragen.
Uit de verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften van de centrale stad vloeien in een aantal gevallen taken of bevoegdheden dan wel rechten en verplichtingen voor de huidige stadsdelen voort. Met dit artikel is ervoor gezorgd dat deze taken en bevoegdheden of rechten en plichten ook op de bestuurscommissies van toepassing zijn. Dit voor zover er op het betreffende beleidsterrein ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn opgedragen.
De besluitvorming binnen de stadsdelen zal in veel gevallen gevolgen hebben voor de bestuurscommissies. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies op die gevolgen ook invloed kunnen uitoefenen, is geregeld dat de bestuurscommissies de besluiten van de stadsdelen kunnen wijzigen en intrekken, dat zij de rechten, plichten, wettelijke procedures en rechtsgedingen kunnen beheren en dat zij de subsidies kunnen vaststellen die door de stadsdelen zijn verleend. Dit voor zover de besluitvorming van de huidige stadsdelen betrekking heeft op taken en bevoegdheden die ook aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
De besluitvorming binnen de stadsdelen zal in veel gevallen gevolgen hebben voor de bestuurscommissies. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies op die gevolgen ook invloed kunnen uitoefenen, is geregeld dat de bestuurscommissies de besluiten van de stadsdelen kunnen wijzigen en intrekken, dat zij de rechten, plichten, wettelijke procedures en rechtsgedingen kunnen beheren en dat zij de subsidies kunnen vaststellen die door de stadsdelen zijn verleend. Dit voor zover de besluitvorming van de huidige stadsdelen betrekking heeft op taken en bevoegdheden die ook aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
De verordening treedt met de Wet afschaffing deelgemeenten in werking.;
I.te bepalen dat deze beslispunten in werking treden op 19 maart 2014.
De verordening treedt met de Wet afschaffing deelgemeenten in werking.;
I.te bepalen dat deze beslispunten in werking treden op 19 maart 2014.
in zijn vergadering op 13 februari 2014.
mr. M. Pe
Op 19 maart 2014 treedt de Wet tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen in werking (Wet afschaffing deelgemeenten). De stadsdelen zoals die in Amsterdam op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn ingesteld, houden vanaf dat moment van rechtswege op te bestaan. Om die reden wordt er vanaf de datum van inwerkingtreding van de genoemde wet per stadsdeel in een bestuurscommissie voorzien. Een bestuurscommissie is echter een wezenlijk
andere vorm van binnengemeentelijke decentralisatie dan een deelgemeente. Er is niet langer sprake van een min of meer zelfstandige bestuurslaag. Bestuurscommissies zijn een vorm van verlengd bestuur. De bestuurscommissies kunnen in beginsel dus niet van rechtswege als de opvolgers worden beschouwd van de stadsdelen zoals we die nu kennen. In deze bijzondere verordening wordt dan ook in overgangsrecht voorzien.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In het eerste hoofdstuk zijn een aantal overgangsrechtelijke bepalingen inzake de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies opgenomen. In dit artikel wordt benadrukt dat deze bepalingen alleen gelden voor de verkiezingen op 19 maart 2014 en dat er in verband met het overgangsrecht van de Verordening op de stadsdelen en de Verordening op de bestuurscommissies kan worden afgeweken.
De stadsdelen dienen de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies te organiseren. Dit betekent dat de stadsdelen moeten zorgen voor een centraal stembureau. Dat stembureau registreert bijvoorbeeld de groeperingen die aan de verkiezingen deelnemen en stelt de verkiezingsuitslag vast.
Uitgangspunt bij de voorschriften voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is dat deze zo mogelijk naadloos moeten aansluiten op de voorschriften die er voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden waren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de rechten die reeds geregistreerde groeperingen op grond van de Kieswet hebben of groeperingen die op dit moment over zetels in de stadsdeelraden beschikken, zoveel mogelijk worden gerespecteerd. In dat verband is in deze artikelen geregeld dat groeperingen die zich voor de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden hebben geregistreerd, zich niet opnieuw voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies hoeven te laten registreren (artikel G 3 van de Kieswet). Verder is bepaald dat de verkiezing van de leden van de stadsdeelraden bij de toepassing van de bepalingen uit de Kieswet en het Verkiezingsreglement wordt aangemerkt als de laatst gehouden verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies. Dit betekent bijvoorbeeld voor de groeperingen die reeds over zetels in de stadsdeelraden beschikken dat zij bij het inleveren van een kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van een bestuurscommissie vrijgesteld zijn van de verplichting om ondersteuningsverklaringen in te leveren (art H 4, achtste lid, van de Kieswet) en een waarborgsom te betalen (artikel H 14, tweede lid, van de Kieswet). Verder worden de kandidatenlijsten van die groepering genummerd aan de hand van de uitslag van de laatst gehouden verkiezing van de leden van de stadsdeelraden (artikel 4, zevende lid, van het Verkiezingsreglement).
In afwijking van de bepalingen uit de Kieswet vindt de zitting van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies plaats op 10 februari 2014 om 10.00 uur.
Op de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van de bestuurscommissies is de Kieswet van overeenkomstige toepassing verklaard. Op grond van de Kieswet vinden de verkiezingen plaats op 19 maart 2014. Het algemeen bestuur wordt vervolgens op 27 maart 2014 geïnstalleerd. De Wet afschaffing deelgemeenten treedt echter met de verkiezingen op 19 maart 2014 in werking. In de periode van acht dagen tussen de verkiezingen en het installeren van een nieuw bestuur moet dus worden voorzien in de leemte die ontstaat bij het rechtsgeldig nemen van de noodzakelijke dagelijkse beslissingen. In dat kader is in dit artikel geregeld dat de voorzitter en de overige leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen gedurende die periode van acht dagen aanblijven. In die periode nemen de voorzitter en het dagelijks bestuur in mandaat alle besluiten die niet kunnen worden uitgesteld totdat het algemeen bestuur van de bestuurscommissies aangetreden is.
De voorzitter treedt daarbij namens de burgemeester op en het dagelijks bestuur namens het college. Eventueel kan daarbij ook ondermandaat worden verleend.
De stadsdelen beschikken over verschillende adviescommissies. Voor een deel kunnen deze commissies ook binnen het nieuwe bestuurlijk stelsel een plaats krijgen, maar voor een deel zullen deze moeten komen te vervallen. Bijvoorbeeld omdat de desbetreffende bevoegdheid niet bij de bestuurscommissies is belegd. Om ervoor te zorgen dat kort na het aantreden van de bestuurscommissies wordt nagegaan welke adviescommissies binnen het nieuwe stelsel een plaats dienen te krijgen, is geregeld dat de besluiten tot instelling van die commissies in beginsel komen te vervallen tenzij die binnen twee maanden weer geldend worden verklaard. De bepaling is niet van toepassing op de bezwaarschriftencommissies die door de stadsdelen zijn ingesteld.
Op grond van de Verordening op de stadsdelen zijn de stadsdelen nu bevoegd om gemeenschappelijke regelingen te treffen en deel te nemen in het risicodragend vermogen van een kapitaalvennootschap. De bestuurscommissies hebben die bevoegdheid niet. Om die reden worden alle reeds bestaande gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen onder de verantwoordelijkheid van de raad, het college en de burgemeester gebracht. Die kunnen bepalen of de gemeenschappelijke regeling of deelneming kan worden voortgezet of dat aanpassing of beëindiging nodig is. Zolang daarover geen besluit genomen is, is geregeld dat de bestuurscommissies wel namens de raad, het college of de burgemeester zitting nemen in de organen die in verband met de gemeenschappelijke regeling en de deelneming zijn ingesteld.
Een aantal leden van het dagelijks bestuur van de stadsdelen beschikt over een zogenaamde qualitate qua-functie. Dat zijn functies die met het lidmaatschap van het dagelijks bestuur verband houden en ook in die hoedanigheid worden uitgeoefend. Bezien moet worden wat er met deze functies dient te gebeuren. Vooralsnog is dan ook geregeld dat deze functies toekomen aan de leden van het college of de burgemeester. Denkbaar is echter dat de leden van de bestuurscommissies de functies alsnog gaan uitoefenen. Zolang er geen besluit genomen is, wijzen de bestuurscommissies uit hun midden in elk geval een lid aan dat de functie voorlopig namens het college of de burgemeester uitoefent.
Binnen de stad zijn verschillende grootstedelijke gebieden en projecten aangewezen op grond van artikel 34 van de Verordening op de stadsdelen. In het kader daarvan zijn tussen stad en stadsdelen afspraken gemaakt over de taken en bevoegdheden binnen die gebieden en projecten. Aangezien aan de bestuurscommissies minder taken en bevoegdheden kunnen worden overgedragen dan thans bij de stadsdelen het geval is, is geregeld dat de taken en bevoegdheden die op grond van de gemaakte afspraken aan de stadsdelen toekwamen, ook aan de bestuurscommissies worden gedelegeerd of gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel middels mandaat of delegatie bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop binnen het gebied of project wordt samengewerkt en overleg wordt gevoerd. Dit om ervoor te zorgen dat de bestaande afspraken in het kader van de ontdubbeling worden herijkt.
Binnen de stad zijn verschillende projecten waarbij de investering of opbrengst hoger is dan € 5 miljoen. Op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet afschaffing deelgemeenten kwamen de taken en bevoegdheden binnen deze projecten in een aantal gevallen aan de stadsdelen toe. Indien de Wet afschaffing deelgemeenten in werking treedt, komen deze taken en bevoegdheden in beginsel weer bij de raad, het college en de burgemeester te liggen. In verband hiermee is in deze verordening opgenomen dat die taken en bevoegdheden voorlopig aan de bestuurscommissies worden gemandateerd. Dit met dien verstande dat dit alleen gebeurt voor zover de betreffende taken en bevoegdheden binnen het nieuwe stelsel bij de bestuurscommissies worden gelegd. Verder is bepaald dat het college dat na de verkiezingen aantreedt, vóór 1 januari 2015 met de bestuurscommissie afspraken maakt over de wijze waarop de taken en bevoegdheden binnen het project worden verdeeld.
Door de huidige stadsdelen zijn verschillende verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften vastgesteld. Deze blijven op grond van artikel 38 van de Verordening op de bestuurscommissies gedurende twee jaar gelden. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies ook bevoegd zijn om de taken en bevoegdheden uit te oefenen die uit deze voorschriften voortvloeien, is onderhavige bepaling opgenomen. Geregeld is dat de bestuurscommissies uitvoering kunnen blijven geven aan de voorschriften die door de stadsdelen zijn vastgesteld, voor zover er op dat punt ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
Met de bepaling wordt bovendien tot uitdrukking gebracht dat voor zover er op een beleidsterrein nog acht verschillende verordeningen of beleidsregels van toepassing zijn, de bestuurscommissies vooralsnog uitvoering geven aan de voorschriften die door de huidige stadsdelen voor het desbetreffende grondgebied zijn vastgesteld. Dit om te voorkomen dat de bestuurscommissies uitvoering moeten geven aan centraal-stedelijke voorschriften die nog niet aan het nieuwe bestuurlijk stelsel zijn aangepast en daar dus ook niet op zijn toegespitst. Als de centraal-stedelijke voorschriften worden gewijzigd, kan worden bezien wat er met de door de stadsdelen vastgestelde voorschriften moet gebeuren.
Uit de verordeningen, beleidsregels en overige voorschriften van de centrale stad vloeien in een aantal gevallen taken of bevoegdheden dan wel rechten en verplichtingen voor de huidige stadsdelen voort. Met dit artikel is ervoor gezorgd dat deze taken en bevoegdheden of rechten en plichten ook op de bestuurscommissies van toepassing zijn. Dit voor zover er op het betreffende beleidsterrein ook taken en bevoegdheden aan de bestuurscommissies zijn opgedragen.
De besluitvorming binnen de stadsdelen zal in veel gevallen gevolgen hebben voor de bestuurscommissies. Om ervoor te zorgen dat de bestuurscommissies op die gevolgen ook invloed kunnen uitoefenen, is geregeld dat de bestuurscommissies de besluiten van de stadsdelen kunnen wijzigen en intrekken, dat zij de rechten, plichten, wettelijke procedures en rechtsgedingen kunnen beheren en dat zij de subsidies kunnen vaststellen die door de stadsdelen zijn verleend. Dit voor zover de besluitvorming van de huidige stadsdelen betrekking heeft op taken en bevoegdheden die ook aan de bestuurscommissies zijn toegekend.
De verordening treedt met de Wet afschaffing deelgemeenten in werking.;
I.te bepalen dat deze beslispunten in werking treden op 19 maart 2014.
in zijn vergadering op 13 februari 2014.
De plv. voorzitter
mr. S.H.M. Ornstein
De raadsgriffier
mr. M. Pe
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-15069.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.