Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014 Graft-De Rijp

De raad van de gemeente Graft-De Rijp;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van  27 november 2013

nr.2013-066 ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014.

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2014)

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

Deze verordening en verstaat onder:

  • a. begraafplaats en : de algemene begraafplaatsen in de gemeente Graft-De Rijp;

  • b. eigen graf:een graf/kindergraf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c. algemeen graf:een graf bij de gemeente in beheer waarin aan ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d. eigen urnengraf:een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e. eigen urnennis: een is, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen;

  • f. eigen urnenhouder: een houder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • h. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i. verstrooiingsplaats: een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats waar as wordt verstrooid;

  • j. asbezorging: het bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • k. asverstrooiing: het verstrooien van as:

  • l. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • m. gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • n. beheerder: de ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de begraafplaatsen of degen die hem vervangend;

  • o. rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2
Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3
Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen

gebruik maakt.

Artikel 4
Maatstafvan heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5
Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Met betrekking tot de rechten genoemd in Hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6
Wijze van heffing

De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7
Ontstaanvan de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde onderhoudsrechten

De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8
Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9
Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11
Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening lijkbezorgingsrechten van 23 december 2010, laatstelijk gewijzigd op 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2014.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad

van de Graft-De Rijp, gehouden op 12 december 2013

de griffier de voorzitter

B.A.F.M. Meijland H.R. Oosterop-van Leussen

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingrechten 2014.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 20 jaar wordt geheven

1.203,25

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt geheven

601,75

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 20 jaar, waarin 1 diep wordt begraven op de algemene

begraafplaats te Markenbinnen, wordt geheven

601,75

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt geheven

300,75

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een periode van 20 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.1 genoemde bedrag, zijnde

 601,75

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een kindergraf met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.2 genoemde bedrag, zijnde

300,75

1.7

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf voor een periode van 20 jaar wordt geheven  

601,75

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.7 met 10 jaar wordt geheven

300,75

1.9

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnenhouder voor een periode van 20 jaar wordt geheven

1.203,25

1.10

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.9 met 10 jaar wordt geheven

601,75

1.11

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnen-nis voor een periode van 20 jaar wordt geheven

1.203,25

1.12

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.11 met 10 jaar wordt geheven

601,75

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 2 jaar of ouder wordt geheven

819,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 2 jaar wordt 1/4 van het in 2.1 genoemde recht geheven, zijnde

204,75

2.3

Voor het begraven van een lijk in een algemeen graf wordt geheven

1.526,75

2.4

Voor het gelijktijdig begraven van een lijk en een asbus wordt geheven

975,00

2.5

Geen rechten worden geheven voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind dat kort na de geboorte is overleden en tezamen met de overleden moeder in een grafruimte wordt begraven

2.6

De gewone uren voor het begraven zijn van 9.00 uur tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag. Voor zover het begraven plaatsheeft buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het bedoelde recht verhoogd met 50 %, tenzij het begraven geschiedt op last van het bevoegd gezag.

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

3.1.1

in een eigen-, algemeen- of urnengraf

313,25

3.1.2

op een eigen-, algemeen- of urnengraf

156,00

3.1.3

in een urnenhouder

156,00

3.1.4

in een urnen-nis

156,00

3.2

De gewone uren voor het bijzetten van een asbus of urn zijn van 9.00 uur tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag. Voor zover het bijzetten plaatsheeft buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het bedoelde recht verhoogd met 50 %, tenzij het begraven geschiedt op last van het bevoegd gezag

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 17 van de Beheersverordening begraafplaatsen wordt geheven

59,00

4.1.1

Voor het onderhoud van een eigen graf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven

100,50

4.1.2

Voor het onderhoud van een kindergraf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven

50,25

4.1.3

Voor het onderhoud van een urnengraf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven

50,25

4.1.4

Voor het schoonhouden van de urnenhouder wordt jaarlijks geheven

50,25

4.1.5

Voor het schoonhouden van de urnen-nis wordt jaarlijks geheven

50,25

4.2

De rechten als bedoeld in 4.1.1 t/m 4.1.5 kunnen worden afgekocht voor het aantal jaren, dat het uitsluitend recht van hoofdstuk 1 is verleend, vermenigvuldigd met de op dat moment geldende rechten

Hoofdstuk 5 Opgraven, ruimen, verstrooien

5.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

1.104,00

5.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven

406,00

5.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

819,00

5.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn wordt geheven

158,50

5.5

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

506,00

5.6

Voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats wordt per asbus of urn geheven

302,00

Hoofdstuk 6 Lijkschouwing

6.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijk lijkschouwer wordt geheven

100,50

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van eigen graven

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

3,00

Behorende bij raadsbesluit van <datum> 2013 De griffier van de gemeente Graft-De Rijp,

Naar boven