Verordening parkeerbelastingen 2014 gemeente Alkmaar

De raad van de gemeente Alkmaar;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders bijlage nr 2013-1226.

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2014

gezien het advies van de Algemene raadscommissie;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2014;

verder te noemen: Verordening parkeerbelastingen 2014.

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • d.parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Alkmaar een overeenkomst heeft afgesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren;

  • f.autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

  • g.gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord conform model E6 uit bijlage 1 van het RVV 1990;

  • h.gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen hieronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • i.basistarief straatparkeren: het tarief dat van toepassing is voor het straatparkeren in de navolgende gebieden als bedoeld in artikel 2, onder 1 van de Parkeerverordening 2013 – eerste wijziging en artikel 1 van het uitvoeringsbesluit Nadere voorschriften m.b.t. gebruik parkeerplaatsen 2013 – eerste wijziging:

    • -gebied C: van maandag t/m donderdag van 09.00 – 21.00 uur, op vrijdag en zaterdag van 09.00 – 18.00 uur en op zondag van 12.00 – 17.00 uur;

    • -gebied S: op maandag t/m zaterdag van 09.00 – 21.00 uur en op zondag van 12.00 – 17.00 uur;

    • -de gebieden A, B, D, E, F, L, O, P, R, U, W en Z, het gebied Wilhelminalaan-zuidzijde, de parkeerapparatuurplaatsen bij de Algemene Begraafplaats aan de Westerweg en de P&R terreinen Oudorp en Bergermeer: op maandag t/m zaterdag van 09.00 – 20.00 uur en op zondag van 12.00 – 17.00 uur;

  • j.dagkaart: parkeerkaartje voor het parkeren gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur op parkeerapparatuurplaatsen m.u.v. de door een bord aangeduide kort parkeerplaatsen, en op belanghebbendenplaatsen;

  • k.basistarief parkeergarages: het tarief dat van toepassing is voor het parkeren in de parkeergarages van maandag t/m zaterdag van 10.00 – 18.00 uur;

  • l.daltarief parkeergarages: het tarief dat van toepassing is voor het parkeren in parkeergarages op maandag t/m vrijdag van 18.00 – 10.00 uur en vrijdag van 18.00 tot zaterdag 10.00 uur;

  • m.starttarief parkeergarages: tarief dat van toepassing op iedere transactie in parkeergarages;

  • n.weekendtarief parkeergarages: het tarief dat van toepassing is voor het parkeren in parkeergarages van zaterdag 18.00 uur tot maandag 10.00 uur;

  • o.RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • p.oplaadpunt electrisch rijden: parkeerplaats met infrastructuur voor het opladen van electrische voertuigen.

Artikel 2
Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • 1.een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • 2.een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze;

  • 3.een belasting ter zake van het genot van een van gemeentewege verleende ontheffing genoemd in deze verordening en nader gespecificeerd in artikel 4 van de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3
Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a.degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

  • b.zolang geen voldoening van de belasting genoemd in 1, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat in geval

    • 1.een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, deze huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    • 2.blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel 2, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

De belasting bedoeld in artikel 2 onderdeel 3, wordt geheven van degene die de ontheffing heeft aangevraagd.

Artikel 4
Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5
Wijze van heffing

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 2 en 3, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6
Ontstaan van de belastingschuld

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via een verbinding met de centrale computer.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, is verschuldigd op het tijdstip waarop de ontheffing wordt verleend.

Artikel 7
Termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt via een verbinding met de centrale computer;

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de ontheffing wordt verleend.

Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8
Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9
Heffing naar tijdsgelang

Indien een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, in de loop van het vergunningjaar wordt verleend en de ontheffing geldig is tot het einde van het vergunningjaar, is de belasting verschuldigd voor het aantal resterende dagen van het vergunningjaar.

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, in de loop van het vergunningjaar wordt verleend en de vergunning geldig is tot het einde van het vergunningjaar, is de belasting verschuldigd voor het aantal resterende dagen van het vergunningjaar.

Indien een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel 3, welke geldig is tot het einde van het vergunningjaar in de loop van het vergunningjaar op verzoek wordt ingetrokken bestaat aanspraak op restitutie voor het aantal resterende dagen van het vergunningjaar.

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, welke geldig is tot het einde van het vergunningjaar in de loop van het vergunningjaar wordt ingetrokken op de wijze genoemd in artikel 6, onder a, b, c of d van de Parkeerverordening 2014 bestaat aanspraak op restitutie voor het aantal dagen van het vergunningjaar.

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, welke geldig is tot het einde van het vergunningjaar is afgegeven als een tweede vergunning terwijl er op het adres op 1 februari van het huidige vergunningjaar geen eerste vergunning is afgegeven bestaat aanspraak op restitutie van de volledige schaarse ruimte toeslag, zoals bedoeld in artikel 3.13 van de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Artikel 10
Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 bedragen € 58,00.

Artikel 11
Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 13
Inwerkingtreding en citeertitel

De Verordening parkeerbelastingen 2013 – eerste wijziging, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 mei 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2014.

De datum van ingang van de heffing is 1 februari 2014.

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2014’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 november 2013.

De voorzitter,

De griffier,

TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014

In deze tabel wordt verstaan onder:

  • a.parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan alsmede belparkeren.

  • b.dag: periode van 24 uur

  • c.week: aaneengesloten periode van 7 dagen

  • d.maand: periode van maximaal 31 dagen

  • e.kwartaal: een kwartaal van het jaar zoals gedefinieerd onder f.

  • f.jaar: de periode van 1 februari t/m 31 januari

 

Onderdeel I. Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2 onderdeel 1 van de

verordening parkeerbelastingen 2014

1.

Basistarief straatparkeren:

 

1.1

voor gebied S + C:

maandag t/m zaterdag van 09.00 – 21.00 uur

en koopzondag van 12.00 – 17.00 uur

€ 2,60 per uur

(€ 1,30 per half uur)

1.2

voor de gebieden A (m.u.v. gebied 1.6), B, D, E, F, L, O (m.u.v. gebied 1.5), R, U, W en Z:

maandag t/m zaterdag van 09.00 - 20.00 uur

en koopzondag van 12.00 – 17.00 uur

€ 2,60 per uur

(€ 1,30 per half uur)

1.3

dagkaart voor de gebieden onder 1.1, 1.2

€ 21,00 per dag

1.4

voor gebied P en O (Parcadeterrein + Pettemer-, Jager- en Koedijkerstraat)

€ 0,65 per uur

€ 3,20 per dag

1.5

voor de parkeerapparatuurplaatsen gelegen aan de Westerweg bij de algemene begraafplaats, Wilhelminalaan-zuidzijde en Julianalaan

€ 1,80 per uur

€ 3,20 voor 4-uur kaart

1.6

voor de P&R terreinen Oudorp en Bergermeer

(gecombineerd parkeer- en buskaartje)

€ 0,00 per dag

1.7

tarieven 1.1 t/m 1.6 voor het parkeren van de categorie zoals genoemd in art. 9.2 van de Parkeerverordening 2014 of voor de houder van een gehandicaptenparkeerkaart, beiden onder voorwaarde van gebruik parkeerschijf

Nihil

1.8

Tarief voor het parkeren van een voertuig op een oplaadpunt electrisch rijden, onder voorwaarde dat het geparkeerde motorvoertuig een electrisch voertuig is en zichtbaar wordt opgeladen

Nihil

1.9

Verhoogd tarief straatparkeren

 

1.10

voor gebied C:

vrijdag en zaterdag van 18.00 – 21.00 uur

 

€ 3,35 per uur

 

1.11

Dagkaart voor het gebied onder 1.10

 

€ 21,00

1.12

Tarief 1.10 en 1.11 voor het parkeren van de categorie zoals genoemd in art. 9.2 van de Parkeerverordening 2014 of voor de houder van een gehandicaptenparkeerkaart, beiden onder voorwaarde van gebruik parkeerschijf.

Nihil

 

2.

Tarieven parkeergarages

 

2.1

Basistarief:

 

Starttarief

Maandag t/m zaterdag van 10.00 – 18.00 uur

 

€ 1,00 voor 36 minuten

(dit komt overeen met circa

€ 1,68 per uur)

 

€ 1,00

 

€ 15,00 maximaal (per 24 uur)

 

2.2

Daltarief:

maandag t/m vrijdag van 18.00 – 10.00 uur en vrijdag van 18.00 tot zaterdag 10.00 uur

 

 

 

€ 1,00 voor 36 minuten

(dit komt overeen met circa

€ 1,68 per uur)

€ 2,20 maximaal

2.3

weekendtarief: van zaterdag 18.00 uur tot maandag 10.00 uur

€ 1,00 voor 36 minuten

(dit komt overeen met circa

€ 1,68 per uur)

€ 5,30 maximaal

2.4

toe te passen tarief bij uitrijden van de garage zonder te betalen, bij verloren kaart, verblijf van de auto voor meerdere dagen

maximaal tarief zoals vermeld onder 2.1

2.5

rekenwijze tarieven: € 1,00 voor 36 minuten, daarna parkeren per minuut, afgerond naar € 0,10

 

 

Onderdeel II. Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2 onderdeel 2 van de

verordening parkeerbelastingen 2014 

3.

Tarieven parkeervergunningen voor bewoners

als bedoeld in art.2 Uitvoeringsbesluit nadere voorschriften etc. 2014

 

3.1

straatvergunning bewoners

€ 86,50 per jaar

3.2

straatvergunning ten behoeve van autodate

€ 86,50 per jaar

3.3

straatvergunning voor bedrijven gebied C – beperkt

€  255,00 per jaar

3.4

straatvergunning voor bedrijven gebied C – volledig

€  510,00 per jaar

3.5

straatvergunning voor bedrijven overige gebieden muv Parcade – volledige week

€  404,00 per jaar

3.6

Parcadevergunning voor bedrijven

€  366,00 per jaar

3.7.1

 

bezoekersvergunning in fysieke vorm

€  17,10 per jaar

 

3.7.2

bezoekersvergunning in digitale vorm

ongebruikt tegoed vervalt niet

€ 0,15 per uur maximaal 500 uren per jaar

3.8

marktvergunning

€  35,00 per jaar

3.9

volledige garagevergunning bewoner voor Karperton-, Singel- of Schelphoekgarage

€  173,00 per jaar

 

3.10

volledige garagevergunning bewoner voor KSE garage

€ 144,00 per jaar

3.11

volledige garagevergunning bewoner gebied S voor De Kazerne

€ 86,50 per jaar

3.12

uitwijkkaart bewoner voor Karperton-, Singel-, Schelphoek-, KSE of Vestgarage:

-tarief zondag t/m zaterdag van 18.00 – 10.00 uur

-tarief zondag t/m zaterdag van 10.00 – 18.00 uur

 

 

€ 43,20 per jaar

€ 0,60 voor 60 minuten

3.13

schaarste ruimte toeslag voor:

-tweede vergunning voor bewoner gebied C m.u.v. de dalurenvergunning;

-bewoners appartementencomplexen met eigen parkeerplaats (tabel F van besluit tot aanwijzing max.aantal en gebruik parkeervergunningen).

€  274,00 per jaar

3.14

waardekaart bedrijven gebied C

-tarief zondag t/m vrijdag van 08.00-18.00 uur

-tarief zondag t/m zaterdag van 18.00 – 08.00 uur

-zaterdag van 08.00 – 18.00 uur en koopzondag van 12.00 – 17.00 uur

 

€ 0,60 voor 60 minuten

€ 2,20 per nacht maximaal

€ 1,00 voor 36 minuten

(dit komt overeen met circa

€ 1,68 per uur)

3.15.1

verhuisvergunning in fysiek vorm

€ 7,20 voor max. 1 maand

3.15.2

verhuisbezoekerskaart in digitale vorm

ongebruikt tegoed vervalt

€ 0,15 per uur, maximaal 50 uren per maand

3.16.1

mantelzorgvergunning in fysieke vorm

€ 7,20 per maand

3.16.2

mantelzorgvergunning in digitale vorm

ongebruikt tegoed vervalt

€ 0,15 per uur, maximaal 400 uren per half jaar

3.17

Zorgvergunning bedrijven

ongebruikt tegoed vervalt niet

€ 0,15 per uur, maximaal 1000 uren per jaar

3.18

het tarief voor het verstrekken van een duplicaat-vergunning bij verlies of diefstal bedraagt

€  17,10

Onderdeel III. Tarief van de belasting als bedoeld in artikel 2 onderdeel 3 van de

verordening parkeerbelastingen 2014

4.

Parkeerontheffingen o.g.v. artikel 7 lid 3 van de Parkeerverordening 2014

 

4.1

 

4.1.1

4.1.2

4.1.3

4.1.4

 

4.1.5

4.1.6

4.1.7

4.1.8

Onbeperkt rijden, laden en lossen en parkeren

1. afgesloten binnenstadsgebied:

dag

week

maand

jaar

2. overige gebieden met een parkeerregiem:

dag

week

maand

jaar

 

 

€ 20,70

€  62,00

€ 148,00

€ 892,00

 

€ 20,70

€ 62,00

€ 148,00

€ 535,00

4.2

 

 

4.2.1

4.2.2

4.2.3

4.2.4

 

4.2.5

4.2.6

4.2.7

4.2.8

Maximaal 2 uur parkeren op betaald parkeerplaatsen en/of vergunninghoudersplaatsen

1. afgesloten binnenstadsgebied:

dag

week

maand

jaar

2. overige gebieden:

dag

week

maand

jaar

 

 

 

€ 11,20

€ 33,60

€ 80,40

€ 485,00

 

€ 11,20

€ 33,60

€ 80,40

€ 289,00

4.3

4.3.1

4.3.2

4.3.3

4.3.4

 

 

4.3.5

4.3.6

4.3.7

4.3.8

Rijden, laden en lossen en max. 15 minuten parkeren

1. afgesloten binnenstadsgebied:

dag

week

maand

jaar

2. overige gebieden:

dag

week

maand

jaar

 

 

€ 6,00

€ 18,00

€ 43,20

€ 258,00

 

€ 6,00

€ 18,00

€ 43,20

€ 154,00

4.4

 

4.4.1

4.4.2

4.4.3

4.4.4

 

 

4.4.5

4.4.6

4.4.7

4.4.8

Rijden en/of laden en lossen (niet parkeren)

1. afgesloten binnenstadsgebied:

dag

week

maand

jaar

Rijden/parkeren in gebied zonder parkeerregiem (bv busbaan, park, fietspad)

dag

week

maand jaar

 

 

€ 6,00

€ 18,00

€ 43,20

€ 154,00

 

 

€ 6,00

€ 18,00

€ 43,20

€ 77,50

4.5

 

4.5.1

4.5.2

4.5.3

4.5.4

 

4.5.5

4.5.6

4.5.7

4.5.8

Jaarontheffing maatschappelijke doeleinden

1. afgesloten binnenstadsgebied:

onbeperkt

max. 2 uur parkeren

laden en lossen + 15 minuten parkeren

rijden en laden en lossen

2. overige gebieden:

onbeperkt

max. 2 uur parkeren

laden en lossen + 15 minuten parkeren

rijden en laden en lossen

 

 

€  89,20

€  48,20

€  25,80

€  7,70

 

€  53,50

€  28,90

€  15,40

€  7,70

4.6

 

 

4.6.1

4.6.2

4.6.3

Jaarontheffing ten behoeve van de eerstelijns gezondheidszorg Oudegracht – gebied C , op vergunninghoudersplaatsen Oudegracht

eerste 2 ontheffingen

3e e.v. ontheffing - volledige week

3e e.v. ontheffing - ma t/m vr

 

 

 

 

€ 6,00

€ 510,00

€ 255,00

 

4.7

 

4.7.1

 

 

4.7.2

4.7.3

 

4.7.4

Jaarontheffing voor belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen:

eerste 2 ontheffingen voor garagebedrijven (onder speciale voorwaarden)

3 t/m 5e ontheffing garagebedrijven gebied C

- volledige week

- ma t/m vr

3 t/m 5e ontheffing garagebedrijven overige gebieden met een betaald parkeerregiem

 

 

 

€ 6,00

 

€ 510,00

€ 255,00

 

€ 404,00

4.8

Jaarontheffing voor parkeerapparatuurplaatsen Harddraverslaan en gedeelte Wilhelminalaan tussen Pr.Julianalaan en Pr.Bernhardlaan - tbv personeelsleden MCA

€ 404,00

4.9

Het tarief voor het verstrekken van een duplicaat-ontheffing bij verlies of diefstal bedraagt

€  17,10

Dit besluit in werking op 1 februari 2014.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 november 2013.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven