19 (2017) Nr. 2

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Belize inzake de status van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden gedurende hun aanwezigheid in Belize;

Belize City, 23 november 2017

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer 011974 in de Verdragenbank.

C. VERTALING


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Belize inzake de status van de strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden gedurende hun aanwezigheid in Belize

Preambule

Het Koninkrijk der Nederlanden en Belize, hierna gezamenlijk te noemen „partijen” en afzonderlijk „partij”,

Geleid door de wens de status van personeel van het ministerie van Defensie van het Koninkrijk der Nederlanden en hun gezinsleden gedurende hun aanwezigheid op het grondgebied van Belize te bepalen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing en uitvoering van dit Verdrag wordt verstaan onder:

1. „personeel”:

het militair en civiel personeel van de ministeries van Defensie van de partijen.

2. „militair personeel”:

de militairen van het ministerie van Defensie van de zendende partij.

Artikel II Vereisten in verband met binnenkomst en vertrek

  • 1. Het personeel van de zendende partij en hun gezinsleden zijn gerechtigd het grondgebied van de ontvangende partij te betreden, er te verblijven en het te verlaten. Het personeel van de zendende partij en hun gezinsleden hebben dezelfde bewegingsvrijheid als die aan onderdanen van de ontvangende partij is toegekend.

  • 2. Op voorwaarde dat het militaire personeel in het bezit is van een officiële identiteitskaart of een ander identiteitsbewijs dat normaal gesproken aan hen wordt afgegeven, is het militaire personeel vrijgesteld van de voorschriften met betrekking tot paspoorten en visa en immigratievereisten bij het betreden of verlaten van het grondgebied van de ontvangende partij. Het civiel personeel van het ministerie van Defensie van de zendende partij en hun gezinsleden zijn op gelijke wijze vrijgesteld, mits zij in het bezit zijn van een geldig paspoort.

Artikel III Tucht en rechtsmacht

  • 1. De zendende partij heeft het recht bevoegdheden op krijgstuchtelijk gebied uit te oefenen, die haar uit hoofde van het militaire tuchtrecht van de zendende partij ter beschikking staan jegens het desbetreffende personeel dat onder de militaire wetten van de zendende partij valt. De zendende partij stelt de ontvangende partij in kennis van elk voorval in dit opzicht.

  • 2. Het personeel van de zendende partij eerbiedigt de wetten van de ontvangende partij en onthoudt zich van elke activiteit die indruist tegen de geest van dit Verdrag, en met name van politieke activiteiten in de ontvangende partij. De officier die het bevel voert over het personeel van de zendende partij neemt de daartoe benodigde maatregelen.

  • 3. De zendende partij oefent exclusieve rechtsmacht uit met betrekking tot alle strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures tegen het personeel van de zendende partij, maar uitsluitend na onverwijlde consultatie met de regering van de ontvangende partij indien de procedure personen en/of eigendommen van personen anders dan het personeel van de zendende partij betreft en stuurt de officier die het bevel voert over het personeel van de zendende partij een schriftelijk rapport over de aangelegenheid.

  • 4.

    • a. In het geval dat de autoriteiten van de ontvangende partij een lid van het personeel van de zendende partij in hechtenis nemen, dienen zij hem onmiddellijk over te dragen aan de officier die het bevel voert over het personeel van de zendende partij en deze officier onverwijld een schriftelijk rapport over de aangelegenheid te doen toekomen.

    • b. De desbetreffende autoriteiten van de zendende partij stellen de desbetreffende autoriteiten van de ontvangende partij in kennis van hun beslissing een juridische procedure in te stellen tegen het lid van het personeel van de zendende partij en van de uitkomsten van de in de zendende partij ingestelde procedures.

Artikel IV Invoer en uitvoer

  • 1. De ontvangende partij doet afstand van het recht in- en uitvoerrechten, heffingen, accijnzen en andere belastingen te heffen die in de ontvangende partij gewoonlijk geheven worden op uitrusting, materialen, voorraden en andere eigendommen die door de zendende partij in verband met dit Verdrag worden ingevoerd in de ontvangende partij.

  • 2. Uitrusting, materialen, voorraden en overige eigendommen die de zendende partij in de ontvangende partij invoert, zijn vrijgesteld van inspectie.

  • 3. Bagage, persoonlijke bezittingen, producten en overige eigendommen die voor persoonlijk gebruik van het personeel van de zendende partij in de ontvangende partij worden ingevoerd, zijn vrijgesteld van in- en uitvoerrechten, heffingen, accijnzen en andere belastingen die gewoonlijk in de ontvangende partij worden geheven.

Artikel V Wapens en uniformen

  • 1. Het militaire personeel dat deelneemt aan militaire training en oefeningen mag wapens bezitten en dragen op voorwaarde dat de op hen toepasselijke orders zulks toestaan.

  • 2. Het militaire personeel mag wapens en munitie uitsluitend ten behoeve van training en oefeningen gebruiken op locaties die daarvoor specifiek door de ontvangende partij zijn bestemd. Deze locaties worden nader overeengekomen tussen de desbetreffende autoriteiten van de ontvangende partij en de zendende partij.

  • 3. De wapens en munitie worden opgeslagen en bewaakt in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de ontvangende partij.

  • 4. Het militaire personeel mag tijdens het vervullen van officiële taken zijn nationale militaire uniform dragen.

Artikel VI Rijbewijzen

  • 1. De ontvangende partij:

    • a. aanvaardt als geldig, zonder een rijexamen of vergoeding te vereisen, het actuele en geldige rijbewijs of militaire rijbewijs dat door de zendende partij aan het personeel van de zendende partij is afgegeven; of

    • b. geeft zijn eigen rijbewijs af aan het personeel van de zendende partij dat in het bezit is van een actueel en geldig rijbewijs of militair rijbewijs dat door de zendende partij is afgegeven, op voorwaarde dat geen rijexamen wordt vereist en geen vergoeding wordt gevraagd.

Artikel VII Vorderingen

  • 1. De partijen zien af van het instellen van vorderingen tot schadevergoeding tegen elkaar wegens schade aan of verlies van overheidseigendommen die door hun strijdkrachten worden gebruikt en wegens letsel (met inbegrip van letsel de dood tot gevolg hebbende) geleden door hun personeel bij het vervullen van officiële taken.

  • 2. Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing indien de schade aan of het verlies van overheidseigendommen of het in dat lid genoemde letsel opgelopen door het personeel, het gevolg zijn van grove nalatigheid of opzettelijk handelen.

  • 3. Vorderingen tot schadevergoeding van derden (behoudens vorderingen uit overeenkomst) wegens verliezen, schade of letsel veroorzaakt door het personeel van de zendende partij worden door de ontvangende partij namens de zendende partij afgewikkeld in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de ontvangende partij. Kosten die verband houden met de afwikkeling van dergelijke vorderingen worden door de zendende partij terugbetaald.

  • 4. Vorderingen tot schadevergoeding van derden wegens verliezen, schade of letsel veroorzaakt door het personeel van beide partijen bij de uitoefening van zijn officiële taken worden door de ontvangende partij, mede namens de zendende partij, afgewikkeld in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de ontvangende partij. Kosten die verband houden met de afwikkeling van dergelijke vorderingen worden door de partijen in gelijke delen gedragen.

  • 5. De ontvangende partij raadpleegt de zendende partij alvorens tot de afwikkeling van vorderingen van derden over te gaan, teneinde overeenstemming te bereiken over de uiteindelijke kosten van deze vorderingen.

Artikel VIII Geneeskundige en tandheelkundige zorg

  • 1. Het personeel van de zendende partij dient voorafgaand aan de binnenkomst op het grondgebied van de ontvangende partij in geneeskundig en tandheelkundig opzicht gezond te zijn.

  • 2. Kosten die voortvloeien uit spoedeisende geneeskundige en tandheelkundige behandelingen van personeel van de zendende partij gedurende hun aanwezigheid in de ontvangende partij worden gedragen door de zendende partij.

  • 3. De overige geneeskundige en tandheelkundige zorg, met inbegrip van opname in een ziekenhuis, wordt verleend onder dezelfde voorwaarden als gelden voor personeel van de ontvangende partij.

Artikel IX Vrijstellingen voor vaartuigen, voertuigen en luchtvaartuigen

  • 1. Vaartuigen, voertuigen en luchtvaartuigen die eigendom zijn van de zendende partij zijn vrijgesteld van elke vorm van registratie of elke vorm van verplichte verzekering. Ten behoeve van dit lid wordt een vaartuig of luchtvaartuig dat door de autoriteiten van de zendende partij wordt gehuurd of gecharterd, gedurende de termijn dat het wordt gehuurd of gecharterd en uitsluitend door de zendende partij wordt gebruikt, behandeld als zijnde eigendom van de zendende partij.

  • 2. De zendende partij heeft het recht voor militaire luchtvaartuigen van die partij alsmede voor door haar autoriteiten gehuurde of gecharterde luchtvaartuigen gebruik te maken van Philip Goldson International Airport of enige andere luchthaven, met inbegrip van faciliteiten op of verbonden aan deze luchthavens. De zendende partij betaalt de kosten zoals vastgesteld door de Belize Airport Concession Company (BACC) of enige andere beheerautoriteit van deze luchthavens en houdt zich aan de vereisten van de burgerluchtvaart op deze luchthavens.

Artikel X Uitvoeringsregelingen

De voorwaarden en bepalingen voor het uitvoeren van wederzijds overeengekomen activiteiten kunnen worden uitgewerkt in een uitvoeringsregeling tussen beide ministers van Defensie.

Artikel XI Beslechting van geschillen

Geschillen die mochten voortvloeien uit de toepassing of uitvoering van dit Verdrag worden in overleg tussen de desbetreffende autoriteiten van de partijen beslecht.

Artikel XII Roerende zaken

De eigendom van een zaak van de zendende partij die door of namens de zendende partij Belize wordt binnengebracht blijft bij de zendende partij. Dergelijke zaken, met inbegrip van officiële documenten, zijn vrijgesteld van inspectie, doorzoeking en inbeslagneming en mogen vrijelijk uit Belize worden weggehaald.

Artikel XIII Telecommunicatie

Onder voorbehoud van voorafgaande instemming door de regering van Belize mag de zendende partij gebruikmaken van alle radiofrequenties, vermogens en bandbreedtes voor radiodiensten (met inbegrip van radar) in Belize die nodig zijn voor het functioneren van het personeel van de zendende partij in Belize. Alle radiocommunicatie voldoet te allen tijde aan de bepalingen van het Internationaal Verdrag betreffende de Telecommunicatie (Treaty Series nr. 104 (1975), Cmnd 6219).

Artikel XIV Post- en koeriersdiensten

Het personeel van de zendende partij mag in Belize, zonder beperkingen, door middel van militaire postkantoren die in Belize zijn gevestigd, een volledig pakket aan postale diensten naar, van en binnen Belize exploiteren, waarvan het personeel van de zendende partij en hun gezinsleden in Belize gebruik kunnen maken.

Artikel XV Gezondheid, quarantaine en sanitatie

De officier die het bevel voert over het personeel van de zendende partij en de regering van Belize werken samen bij de tenuitvoerlegging in Belize van de noodzakelijke bepalingen op het gebied van gezondheid, quarantaine en sanitatie.

Artikel XVI Overmaking van gelden

  • 1. Overmaking van gelden tussen Belize en het Koninkrijk der Nederlanden is vrijelijk toegestaan wat betreft gelden die het personeel van de zendende partij in verband met de uitoefening van zijn officiële taken heeft verkregen. Dergelijke overmakingen vinden plaats via het ministerie van Defensie.

  • 2. Overmaking van gelden van Belize naar het Koninkrijk der Nederlanden is vrijelijk toegestaan wat betreft gelden afkomstig van de verkoop van persoonlijke bezittingen, meubilair, motorvoertuigen en overige zaken die het personeel van de zendende partij heeft gebruikt tijdens zijn aanwezigheid in Belize en waarvan afstand wordt gedaan in afwachting van vertrek uit Belize.

Artikel XVII Slotbepalingen

  • 1. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat elk van de partijen de andere langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heeft gesteld dat de vereiste interne procedures voor de inwerkingtreding ervan zijn voltooid.

  • 2. Dit Verdrag kan met schriftelijke instemming van de partijen worden gewijzigd. Wijzigingen worden van kracht in overeenstemming met de bepalingen van het eerste lid.

  • 3. Dit Verdrag kan met wederzijdse instemming van de partijen worden beëindigd of door één van beide partijen worden opgezegd door de andere partij zes maanden van tevoren in kennis te stellen van haar voornemen het Verdrag te beëindigen.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Belize-Stad op 23 november 2017 in tweevoud in de Engelse taal.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden M.N. LEEMHUIS

Voor Belize WILFRED P. ELRINGTON


Uitgegeven de drieëntwintigste mei 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. BLOK

Naar boven