9 (2013) Nr. 1

A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens met het oog op het identificeren van personen die ervan verdacht worden inbreuken te hebben begaan in het kader van het gebruik van de weg;

(met bijlage)

Brussel, 25 april 2013

B. TEKST


Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de grensoverschrijdende uitwisseling van gegevens met het oog op het identificeren van personen die ervan verdacht worden inbreuken te hebben begaan in het kader van het gebruik van de weg

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

het Koninkrijk België – hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen;

Gezien Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen die de lidstaten verplicht aan de nationale contactpunten van de andere lidstaten toegang te verlenen tot bepaalde gegevens van de nationale kentekenregisters, zulks met de bevoegdheid deze geautomatiseerd te bevragen voor onderzoek naar bepaalde aangewezen verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen;

Gezien artikel 350 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

Overwegende dat ingezetenen van een Verdragsluitende Partij betrokken kunnen zijn bij inbreuken in het kader van het gebruik van de weg die zijn opgenomen in de Richtlijn terwijl deze nog niet is geïmplementeerd of bij andere inbreuken dan die welke in de Richtlijn zijn opgenomen en die zijn begaan op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij;

Overwegende dat het, in aanvulling op de verplichtingen van de Richtlijn 2011/82/EU, van groot belang is dat de Verdragsluitende Partijen langs geautomatiseerde weg gegevens kunnen uitwisselen ten behoeve van het tegengaan van inbreuken begaan in het kader van het gebruik van de weg, het handhaven van rechtsvoorschriften over het gebruik van de weg en de verbetering van de verkeersveiligheid;

Overwegende dat het Verdrag vooruitlopend op omzetting van de Richtlijn 2011/82/EU kan worden uitgevoerd,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1 Doel en toepassingsgebied

  • 1. Dit Verdrag beoogt de grensoverschrijdende uitwisseling van de in artikel 3, eerste lid, benoemde gegevens te vergemakkelijken door middel van de geautomatiseerde bevraging van kentekengegevens wanneer met een voertuig dat is ingeschreven in een andere Verdragsluitende Partij een inbreuk wordt begaan in het kader van het gebruik van de weg.

  • 2. Dit Verdrag is van toepassing op gegevens betreffende inbreuken begaan in het kader van het gebruik van de weg die niet onder de Richtlijn vallen en op inbreuken begaan in het kader van het gebruik van de weg die onder de Richtlijn vallen, zolang deze niet is geïmplementeerd door de Verdragsluitende Partijen.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:

a. „gebruik van de weg”:

het rijden, stilstaan of parkeren met een voertuig op de weg;

b. „inbreuk begaan in het kader van het gebruik van de weg”:

een strafbaar feit of een gedraging die in strijd is met een rechtsvoorschrift over het gebruik van de weg, ongeacht de kwalificatie van het feit of de gedraging in het nationaal recht;

c. „de Richtlijn”:

de Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen;

d. „voertuig”:

een door motorkracht aangedreven voertuig, dat normaal wordt gebruikt voor het vervoer van personen of goederen over de weg, of een aanhangwagen;

e. „nationaal contactpunt”:

de in artikel 4 omschreven en in de bijlage bij dit Verdrag aangewezen bevoegde autoriteit voor de uitwisseling van gegevens uit kentekenregisters;

f. „geautomatiseerde bevraging”:

een online toegangsprocedure voor het raadplegen van de gegevens uit kentekenregisters van de Verdragsluitende Partijen;

g. „houder van het voertuig”:

de persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven, als gedefinieerd in het recht van de Verdragsluitende Partij van inschrijving.

Artikel 3 De uitwisseling van gegevens uit kentekenregisters

  • 1. Ten behoeve van het onderzoek naar een inbreuk begaan in het kader van het gebruik van de weg verleent een Verdragsluitende Partij het nationale contactpunt van een andere Verdragsluitende Partij toegang tot de volgende nationale gegevens uit kentekenregisters, met de bevoegdheid geautomatiseerde bevragingen uit te voeren:

    • a. gegevens met betrekking tot voertuigen, alsmede

    • b. gegevens met betrekking tot de houder van het voertuig.

  • 2. Op dit Verdrag zijn uitsluitend de procedures van artikel 4, tweede tot en met vijfde lid, en artikel 5 van de Richtlijn van toepassing.

  • 3. Het Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens met betrekking tot strafbare feiten en de Richtlijn 95/46/EG van het Europese Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens met betrekking tot de overige schendingen van de rechtsvoorschriften over het gebruik van de weg.

    Het bepaalde in artikel 26, tweede lid, en artikel 30, tweede, derde en vierde lid, van het Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit, is van toepassing op de op grond van dit Verdrag verwerkte persoonsgegevens.

  • 4. De Verdragsluitende Partij van de overtreding gebruikt uit hoofde van dit Verdrag de verkregen gegevens om vast te stellen wie persoonlijk aansprakelijk is voor de bedoelde inbreuken in het kader van het gebruik van de weg.

Artikel 4 Nationale contactpunten

  • 1. De Verdragsluitende Partijen wijzen elk één nationaal contactpunt aan dat bevoegd is voor de uitwisseling van gegevens uit kentekenregisters.

  • 2. De gegevens van de nationale contactpunten zijn opgenomen in de bijlage. De aanwijzing van een ander nationaal contactpunt dan dat vermeld in de bijlage geschiedt tijdig en onder vermelding van de datum van ingang van de aanwijzing, in een Verklaring van de bevoegde minister aan elke Verdragsluitende Partij en aan de Secretaris-generaal van de Benelux Unie.

  • 3. Uitwerkingen van in dit Verdrag voorgeschreven procedures worden, indien nodig, vastgelegd in uitvoeringsafspraken tussen de nationale contactpunten. Daaronder begrepen is de vaststelling van codes voor inbreuken begaan in het kader van het gebruik van de weg die niet onder de Richtlijn vallen.

Artikel 5 Verhouding tot andere verdragen

Dit Verdrag laat de in bestaande verdragen tussen de Verdragsluitende Partijen vastgelegde rechten of verplichtingen onverlet, voor zover deze niet strijdig zijn met de rechten en verplichtingen van dit Verdrag.

Artikel 6 Geschillen

Geschillen betreffende de interpretatie en de toepassing van dit Verdrag worden langs diplomatieke weg beslecht.

Artikel 7 Overgangsrecht

Dit Verdrag is uitsluitend van toepassing op inbreuken begaan in het kader van het gebruik van de weg die na de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn gepleegd.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. Dit Verdrag zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen worden neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Benelux Unie, die de Verdragsluitende Partijen van de ontvangst van de akten in kennis stelt.

  • 2. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de neerlegging van de tweede akte van bekrachtiging. De Secretaris-generaal van de Benelux Unie deelt de Verdragsluitende Partijen de datum van de inwerkingtreding mee.

  • 3. Het staat derde landen vrij toe te treden tot dit Verdrag door de neerlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-generaal van de Benelux Unie. Voor toetredende landen treedt het Verdrag in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van neerlegging van de akte van toetreding.

  • 4. Dit Verdrag kan door elke Verdragsluitende Partij te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd door de neerlegging van een schriftelijke verklaring bij de Secretaris-generaal van de Benelux Unie. De opzegging wordt zes maanden na de neerlegging van deze schriftelijke verklaring van kracht.

Artikel 9 Territoriale werkingssfeer

Het territoriale toepassingsgebied van dit Verdrag is:

  • wat het Koninkrijk België betreft, het grondgebied van België;

  • wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zijn grondgebied in Europa.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag te hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud, te Brussel, op 25 april 2013, in de Nederlandse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden, H.J.J. SCHUWER

Voor het Koninkrijk België, M. WATHELET



Bijlage

Nationale contactpunten van de Verdragsluitende Partijen:

Voor België betreft dit:

FOD Mobiliteit en Vervoer

 

Directie Inschrijvingen en Homologaties Voertuigen (DIV)

 

Vooruitgangstraat 56

 

1210 Brussel

 

België

   

Voor Nederland betreft dit:

Dienst Wegverkeer (RDW)

 

Skager Rak 10

 

9642 CZ Veendam

 

Nederland

Wijziging van de adresgegevens vindt plaats door mededeling van het betreffende nationale contactpunt aan de andere nationale contactpunten en aan de Secretaris-generaal van de Benelux Unie.



Traité entre le Royaume des Pays-Bas et le Royaume de Belgique sur l’échange transfrontalier de données en vue de l’identification de personnes soupçonnées d’avoir commis des infractions dans le cadre de l’usage de la route

Le Royaume des Pays-Bas

et

le Royaume de Belgique – dénommés ci-après les Parties Contractantes;

Vu la Directive 2011/82/UE du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2011 facilitant l'échange transfrontalier d'informations concernant les infractions en matière de sécurité routière obligeant les Etats membres à permettre aux points de contact nationaux d’autres Etats membres d’accéder à certaines données des registres d’immatriculation nationaux des véhicules, et ce avec le droit d’y effectuer des requêtes automatisées pour les besoins d’enquêtes concernant les infractions en matière de sécurité routière qui y sont désignées;

Vu l’article 350 du Traité sur le fonctionnement de l’Union européenne;

Considérant que les ressortissants d’une Partie Contractante peuvent être impliqués dans des infractions dans le cadre de l’usage de la route figurant dans la Directive alors que celle-ci n’est pas encore mise en œuvre ou dans d’autres infractions que celles figurant dans la Directive et qui sont commises sur le territoire d’une autre Partie Contractante;

Considérant qu’en complément des obligations de la Directive 2011/82/UE, il est très important que les Parties Contractantes puissent échanger de manière automatisée des données en vue de réprimer les infractions commises dans le cadre de l’usage de la route, de faire respecter les prescriptions légales en matière d’usage de la route et d’améliorer la sécurité routière;

Considérant que le Traité peut être appliqué, en anticipant sur la transposition de la Directive 2011/82/UE,

Ont convenu des dispositions suivantes:

Article 1er Objet et champ d’application

  • 1. Le présent Traité vise à faciliter l’échange transfrontalier des données mentionnées à l’article 3, alinéa 1er, au moyen d’une consultation automatisée des données d’immatriculation lorsqu’une infraction dans le cadre de l’usage de la route est commise avec un véhicule immatriculé dans une autre Partie Contractante.

  • 2. Le présent Traité s’applique aux données concernant des infractions commises dans le cadre de l’usage de la route qui ne relèvent pas de la Directive et aux données concernant les infractions commises dans le cadre de l’usage de la route qui relèvent de la Directive, aussi longtemps que celle-ci n’est pas mise en œuvre par les Parties Contractantes.

Article 2 Définitions

Aux fins du présent Traité, on entend par:

a. «l’usage de la route»:

le fait de circuler, d’être à l’arrêt ou en stationnement avec un véhicule sur la route;

b. «infraction commise dans le cadre de l’usage de la route»:

un fait punissable ou un comportement contraire aux prescriptions légales en matière d’usage de la route, quelle que soit la qualification du fait ou du comportement en droit national;

c. «la Directive»:

la Directive 2011/82/UE du Parlement européen et du Conseil du 25 octobre 2011 facilitant l'échange transfrontalier d'informations concernant les infractions en matière de sécurité routière;

d. «véhicule»:

tout véhicule motorisé normalement utilisé pour le transport routier de personnes ou de marchandises, ou une remorque;

e. «point de contact national»:

l’autorité compétente pour l’échange de données relatives à l’immatriculation des véhicules définie à l’article 4 et désignée en annexe du présent Traité;

f. «requête automatisée»:

une procédure d’accès en ligne en vue de consulter les données des registres d’immatriculation des Parties Contractantes;

g. «détenteur du véhicule»:

la personne au nom de laquelle le véhicule est immatriculé, au sens du droit de la Partie Contractante d’immatriculation.

Article 3 L’échange de données des registres d’immatriculation

  • 1. Pour les besoins de l’enquête concernant une infraction commise dans le cadre de l’usage de la route, une Partie Contractante permet au point de contact national d’une autre Partie Contractante d’accéder aux données nationales des registres d’immatriculation suivantes, avec le droit de procéder à des requêtes automatisées:

    • a. les données concernant les véhicules, ainsi que;

    • b. les données concernant le détenteur du véhicule.

  • 2. Le présent Traité est soumis exclusivement aux procédures de l’article 4, alinéas 2 à 5, et de l’article 5 de la Directive.

  • 3. La Décision-cadre 2008/977/JAI du Conseil du 27 novembre 2008 relative à la protection des données à caractère personnel traitées dans le cadre de la coopération policière et judiciaire en matière pénale s’applique au traitement des données à caractère personnel relatives à des faits punissables et la Directive 95/46/CE du Parlement européen et du Conseil du 24 octobre 1995 relative à la protection des personnes physiques à l’égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données s’applique au traitement des données à caractère personnel concernant les autres violations des prescriptions légales en matière de l’usage de la route.

    Les dispositions de l’article 26, alinéa 2, et de l’article 30, alinéas 2, 3 et 4, de la Décision 2008/615/JAI du Conseil du 23 juin 2008 relative à l’approfondissement de la coopération transfrontalière, notamment en vue de lutter contre le terrorisme et la criminalité transfrontalière, s’appliquent aux données à caractère personnel traitées en vertu du présent Traité.

  • 4. La Partie Contractante de l’infraction utilise, en vertu du présent Traité, les données obtenues afin de constater qui est personnellement responsable des infractions visées dans le cadre de l’usage de la route.

Article 4 Points de contact nationaux

  • 1. Les Parties Contractantes désignent chacune un seul point de contact national compétent pour l’échange des données des registres d’immatriculation.

  • 2. Les coordonnées des points de contact nationaux sont reprises dans l’annexe. La désignation d’un autre point de contact national que celui mentionné dans l’annexe a lieu en temps utile et avec mention de la date de prise d’effet de la désignation, dans une Déclaration du ministre compétent à toute Partie Contractante et au Secrétaire général de l’Union Benelux.

  • 3. Les procédures prévues par le présent Traité sont, au besoin, détaillées dans des accords d’exécution entre les points de contact nationaux. Ceci inclut la détermination de codes pour les infractions commises dans le cadre de l’usage de la route qui ne relèvent pas de la Directive.

Article 5 Incidence sur d’autres traités

Le présent Traité ne porte pas préjudice aux droits ou obligations fixés dans les traités existants entre les Parties Contractantes, pour autant que ceux-ci ne soient pas contraires aux droits et obligations du présent Traité.

Article 6 Litiges

Les litiges concernant l’interprétation et l’application du présent Traité sont réglés par voie diplomatique.

Article 7 Disposition transitoire

Le présent Traité s’applique exclusivement aux infractions commises dans le cadre de l’usage de la route qui sont commises après l’entrée en vigueur du présent Traité.

Article 8 Dispositions finales

  • 1. Le présent Traité sera ratifié et les instruments de ratification seront déposés auprès du Secrétaire général de l’Union Benelux qui informera les Parties Contractantes de la réception de ces instruments.

  • 2. Le présent Traité entre en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant le dépôt du deuxième instrument de ratification. Le Secrétaire général de l’Union Benelux communique aux Parties Contractantes la date d’entrée en vigueur.

  • 3. Des pays tiers sont libres d’adhérer au présent Traité par le dépôt d’un instrument d’adhésion auprès du Secrétaire général de l’Union Benelux. Pour les nouveaux pays adhérents, le Traité entre en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant le dépôt de l’instrument d’adhésion.

  • 4. Chaque Partie Contractante peut dénoncer à tout moment via la voie diplomatique le présent Traité par le dépôt d’une déclaration écrite auprès du Secrétaire général de l’Union Benelux. La dénonciation prend effet six mois après le dépôt de cette déclaration écrite.

Article 9 Champ d’application territorial

Le champ d’application territorial du présent Traité est:

  • en ce qui concerne le Royaume de Belgique, le territoire de la Belgique;

  • en ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, son territoire en Europe.

EN FOI DE QUOI, les soussignés, dûment mandatés à cet effet, ont signé le présent Traité.

FAIT en double exemplaire, à Bruxelles, le 25 avril 2013, en langue néerlandaise et en langue française, les deux textes faisant également foi.

Pour le Royaume des Pays-Bas, H.J.J. SCHUWER

Pour le Royaume de Belgique, M. WATHELET



Annexe

Points de contact nationaux des Parties Contractantes:

Pour la Belgique:

SPF Mobilité et Transports

 

Direction Immatriculations et Homologations des

 

Véhicules (DIV)

 

Rue du Progrès 56

 

1210 Bruxelles

 

Belgique

   

Pour les Pays-Bas:

Dienst Wegverkeer (RDW)

 

Skager Rak 10

 

9642 CZ Veendam

 

Pays-Bas

Les adresses peuvent être modifiées moyennant communication de la part du point de contact national concerné aux autres points de contact nationaux et au Secrétaire général de l’Union Benelux.


D. PARLEMENT

Het Verdrag, met bijlage, behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag, met bijlage, kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag, met bijlage, zullen ingevolge artikel 8, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de neerlegging van de tweede akte van bekrachtiging.

J. VERWIJZINGEN

Titel

:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

Rome, 25 maart 1957

Tekst

:

Trb. 2008, 51 (Nederlands, geconsolideerd)

Laatste Trb.

:

Trb. 2013, 83

     

Titel

:

Verdrag tot instelling van de Benelux Unie;

’s-Gravenhage, 3 februari 1958

Tekst

:

Trb. 1958, 18 (Nederlands en Frans)

Laatste Trb.

:

Trb. 2010, 169

     

Titel

:

Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens;

Luxemburg, 24 oktober 1995

Tekst

:

PbEG L 281 van 23 november 1995, blz. 31-50

     

Titel

:

Besluit 2008/615/JBZ van de Raad inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit;

Luxemburg, 23 juni 2008

Tekst

:

PbEU L 210 van 6 augustus 2008, blz. 1-11

     

Titel

:

Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;

Brussel, 27 november 2008

Tekst

:

PbEU L 350 van 30 december 2008, blz. 60-71

     

Titel

:

Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen;

Straatsburg, 25 oktober 2011

Tekst

:

PbEU L 288 van 5 november 2011, blz. 1-15

Uitgegeven de dertigste mei 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS

Naar boven