Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 255 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2010, 255 | Verdrag |
23 (2010) Nr. 1
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen, en de Regering van de Franse Republiek inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;
’s-Gravenhage, 10 september 2010
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van de Nederlandse Antillen,
en
de Regering van de Franse Republiek („de verdragsluitende partijen”),
Overwegend dat de verdragsluitende partijen de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie betreffende belastingen wensen te verbeteren en te vergemakkelijken;
Zijn de verdragsluitende partijen thans overeengekomen het volgende verdrag te sluiten waarin uitsluitend de verplichtingen van de verdragsluitende partijen zijn vervat:
1. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen verlenen elkaar bijstand door middel van de uitwisseling van informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de toepassing en handhaving van de nationale wetten van de verdragsluitende partijen die betrekking hebben op de belastingen en belastingzaken waarop dit Verdrag van toepassing is. Deze informatie omvat informatie die naar verwachting van belang zal zijn voor de bepaling, vaststelling, verificatie en inning van deze belastingen, de invordering en tenuitvoerlegging van belastingvorderingen of het onderzoek naar of de vervolging van belastingzaken.
2. De uit hoofde van de wetgeving of de bestuursrechtelijke praktijk van de aangezochte partij aan personen toegekende rechten en waarborgen blijven van toepassing voor zover zij de doeltreffende uitwisseling van informatie niet onnodig verhinderen of vertragen.
3. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag uitsluitend van toepassing op de Nederlandse Antillen.
Teneinde de implementatie van de bepalingen van dit Verdrag mogelijk te maken wordt informatie in overeenstemming met dit Verdrag verschaft door de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij, ongeacht of de persoon op wie de informatie betrekking heeft en of de informatie in het bezit is van een inwoner of onderdaan is van een verdragsluitende partij. Een aangezochte partij is niet verplicht informatie te verstrekken die noch in het bezit is van haar autoriteiten, noch in het bezit of in de macht van of bereikbaar voor personen die onder haar territoriale rechtsmacht vallen.
1. De belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is zijn de bestaande belastingen die uit hoofde van de wetgeving van de verdragsluitende partijen worden geheven en tenuitvoergelegd, met uitzondering van douaneheffingen.
2. Dit Verdrag is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van ondertekening van dit Verdrag naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven.
3. Dit Verdrag is ook van toepassing op andere belastingen die kunnen worden overeengekomen bij een notawisseling tussen de verdragsluitende partijen.
4. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen doen elkaar mededeling van alle relevante wijzigingen die zijn aangebracht in de belastingheffing en daarmee samenhangende maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie waarop dit Verdrag van toepassing is.
1. Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij anders is bepaald:
a. wordt verstaan onder de uitdrukking „Frankrijk” de Europese en overzeese departementen van de Franse Republiek met inbegrip van de territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waar de Franse Republiek in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten heeft voor de exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem, de ondergrond daarvan en de bovengelegen wateren;
b. wordt verstaan onder de uitdrukking „de Nederlandse Antillen” dat deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat is gelegen in de Caribische Zee en bestaat uit de Eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius en (het Nederlandse deel van) St. Maarten, met inbegrip van de territoriale wateren daarvan en het deel van de zeebodem en de ondergrond ervan onder de Caribische Zee waarover het Koninkrijk der Nederlanden soevereine rechten heeft in overeenstemming met het internationale recht evenwel met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op Aruba;
c. wordt verstaan onder de uitdrukking „bevoegde autoriteit”,
i. wat Frankrijk betreft, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
ii. wat de Nederlandse Antillen betreft, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
d. wordt verstaan onder de uitdrukking „persoon” een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een lichaam of vereniging van dergelijke personen;
e. wordt verstaan onder de uitdrukking „belasting” elke belasting waarop het Verdrag van toepassing is;
f. wordt verstaan onder de uitdrukking „verzoekende partij” de partij die om informatie verzoekt;
g. wordt verstaan onder de uitdrukking „aangezochte partij” de partij die verzocht wordt informatie te verstrekken;
h. wordt verstaan onder de uitdrukking „maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie” wetten en bestuursrechtelijke of gerechtelijke procedures die een verdragsluitende partij in staat stellen de gevraagde informatie te verkrijgen en te verstrekken;
i. wordt verstaan onder de uitdrukking „informatie” alle feiten, verklaringen, documenten of stukken ongeacht in welke vorm;
j. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafrechtelijke belastingzaken” belastingzaken waarbij sprake is van opzettelijke gedragingen die vervolgd kunnen worden krachtens de strafwetten van de verzoekende partij;
k. wordt verstaan onder de uitdrukking „strafwetten” alle strafrechtelijke bepalingen die krachtens de nationale wetgeving als zodanig worden aangeduid, ongeacht of zij zijn opgenomen in belastingwetten, het wetboek van strafrecht of andere wetten.
2. Wat betreft de toepassing van dit Verdrag op enig moment door een verdragsluitende partij heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die verdragsluitende partij, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die verdragsluitende partij prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die verdragsluitende partij aan die uitdrukking wordt gegeven.
1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij verstrekt op schriftelijk verzoek informatie ten behoeve van de in artikel 1 bedoelde doeleinden.
Deze informatie wordt uitgewisseld ongeacht of de aangezochte partij de informatie ten behoeve van haar eigen belastingheffing nodig heeft en of de te onderzoeken gedragingen strafbaar zouden zijn krachtens de wetgeving van de aangezochte partij indien zij in de aangezochte partij zouden hebben plaatsgevonden.
2. Indien de informatie in het bezit van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet toereikend is om aan het verzoek om informatie te voldoen, treft die verdragsluitende partij alle toepasselijke maatregelen ten behoeve van het verzamelen van informatie teneinde de verzoekende partij de verzochte informatie te verstrekken, ongeacht het feit dat de aangezochte partij ten behoeve van haar eigen belastingheffing niet over dergelijke informatie hoeft te beschikken.
3. Indien de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij daar specifiek om verzoekt, is de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij gehouden uit hoofde van dit artikel informatie te verstrekken, voor zover zulks is toegestaan in overeenstemming met haar nationale wetgeving, in de vorm van getuigenverklaringen en gewaarmerkte afschriften van originele stukken.
4. Elke verdragsluitende partij waarborgt dat haar bevoegde autoriteiten voor de toepassing van dit Verdrag over de bevoegdheid beschikken op verzoek het navolgende te verkrijgen en te verstrekken:
a. informatie die berust bij banken, overige financiële instellingen en personen die bij wijze van vertegenwoordiging of als vertrouwenspersoon optreden, met inbegrip van gevolmachtigden en trustees;
b.
i. informatie met betrekking tot de juridische en feitelijke eigendom van lichamen, samenwerkingsverbanden, collectieve beleggingsregelingen en andere personen;
ii. in het geval van trusts informatie over instellers, trustees, begunstigden en borgen; en
iii. in het geval van een stichting, informatie over de stichters, leden van de stichting en begunstigden.
5. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verstrekt de volgende informatie aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij:
a. de identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft;
b. het tijdvak waarvoor om de informatie wordt verzocht;
c. de aard van de verzochte informatie en de vorm waarin de verzoekende partij deze bij voorkeur wenst te ontvangen;
d. het fiscale doel waarvoor om informatie wordt verzocht;
e. de redenen om te veronderstellen dat de gevraagde informatie zich bevindt in de aangezochte partij of in het bezit of in de macht is van of beschikbaar voor een persoon die zich in het rechtsgebied van de aangezochte partij bevindt;
f. de naam en adresgegevens, voor zover bekend, van personen van wie verondersteld wordt dat zij in het bezit zijn van, of kunnen beschikken over de verzochte informatie of deze zouden kunnen verkrijgen;
g. een verklaring dat het verzoek in overeenstemming is met de wetgeving en de bestuursrechtelijke praktijk van de verzoekende partij;
h. een verklaring dat de verzoekende partij op haar eigen grondgebied alles in het werk heeft gesteld om de informatie te verkrijgen, tenzij dit zou leiden tot onevenredige moeilijkheden.
6. Teneinde een snel antwoord te waarborgen:
a. bevestigt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij de ontvangst van een verzoek schriftelijk aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij en stelt zij de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek in kennis van eventuele gebreken in het verzoek;
b. indien de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij er niet in geslaagd is de informatie binnen 90 dagen na ontvangst van het verzoek te verkrijgen en te verstrekken, stelt zij de verzoekende partij daarvan op de hoogte, onder vermelding van de oorzaken van de onmogelijkheid.
1. Voor zover toegestaan ingevolge haar nationale recht kan de aangezochte partij, na een verzoek binnen een redelijke termijn van de verzoekende partij, vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan het grondgebied van de aangezochte partij binnen te komen teneinde natuurlijke personen te ondervragen en stukken te onderzoeken na voorafgaande schriftelijke toestemming van de betrokken personen. De bevoegde autoriteit van de verzoekende partij stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij in kennis van het tijdstip en de locatie van de bijeenkomst met de betrokken natuurlijke personen.
2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij kan de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij toestaan aanwezig te zijn bij een belastingcontrole op het grondgebied van de aangezochte partij.
3. Indien het in het tweede lid bedoelde verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij die de controle uitvoert, de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de locatie van de controle, de autoriteit of functionaris die bevoegd is de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die bij de aangezochte partij vereist zijn voor de uitvoering van de controle. Alle beslissingen met betrekking tot de uitvoering van de controle worden genomen door de aangezochte partij die de controle uitvoert.
1. De bevoegde autoriteit van de aangezochte partij kan weigeren bijstand te verlenen indien het verzoek niet in overeenstemming met dit Verdrag is gedaan of indien openbaarmaking van de verzochte informatie in strijd zou zijn met de openbare orde (ordre public).
2. De bepalingen van dit Verdrag verplichten een verdragsluitende partij niet informatie te verstrekken die een handelsgeheim, zakelijk geheim, industrieel, commercieel, of beroepsgeheim (vertrouwelijke communicatie tussen een cliënt en een advocaat of een andere erkende juridische vertegenwoordiger, indien deze plaatsvindt ten behoeve van het verzoeken om of verstrekken van juridisch advies of ten behoeve van bestaande of mogelijk in te stellen gerechtelijke procedures) of een handelsproces zou onthullen, met dien verstande dat de in artikel 5, vierde lid, omschreven informatie niet uitsluitend op grond van dat feit als geheim of handelsproces wordt behandeld.
3. Een verzoek om informatie wordt niet geweigerd op grond van het feit dat de belastingvordering die aanleiding gaf tot het verzoek wordt betwist.
4. Van de aangezochte partij kan niet worden verlangd dat zij informatie verkrijgt en verstrekt die de verzoekende partij volgens haar wetten ten behoeve van de toepassing of handhaving van haar eigen belastingwetgeving of naar aanleiding van een geldig verzoek gedaan onder soortgelijke omstandigheden van de aangezochte partij ingevolge dit Verdrag niet zou kunnen verkrijgen.
5. De aangezochte partij kan een verzoek om informatie afwijzen indien de informatie door de verzoekende partij wordt gevraagd teneinde een bepaling van de belastingwetgeving van de verzoekende partij ten uitvoer te leggen of te handhaven die, of een daarmee verband houdend vereiste dat, discriminatie inhoudt van een onderdaan van de aangezochte partij ten opzichte van een onderdaan van de verzoekende partij die zich in dezelfde omstandigheden bevindt.
1. Alle door de bevoegde autoriteit van een verdragsluitende partij verschafte of ontvangen informatie wordt vertrouwelijk behandeld.
2. Aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende partij verschafte informatie kan uitsluitend voor andere dan de in artikel 1 vermelde doeleinden worden gebruikt na de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de aangezochte partij.
3. Verstrekte informatie wordt uitsluitend bekendgemaakt aan personen of autoriteiten (met inbegrip van gerechtelijke en bestuursrechtelijke autoriteiten) die betrokken zijn bij de in dit Verdrag omschreven doeleinden en uitsluitend voor deze doeleinden door die personen of autoriteiten gebruikt. Voor deze doeleinden mag informatie worden onthuld tijdens openbare rechtszittingen of bij rechterlijke beslissingen.
4. Aan een verzoekende partij uit hoofde van dit Verdrag verstrekte informatie mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de bevoegde autoriteit van de aangezochte partij niet bekend worden gemaakt aan een andere rechtsmacht.
Gewone kosten gemaakt bij het verlenen van bijstand worden gedragen door de aangezochte partij. De aangezochte partij kan de verzoekende partij verzoeken om restitutie van directe buitengewone kosten die zijn gemaakt bij het verlenen van bijstand.
De verdragsluitende partijen stellen alle wetgeving vast die noodzakelijk is om te voldoen aan en ter uitvoering van de bepalingen van dit Verdrag. Dit omvat mede de beschikbaarheid van informatie, toegang tot informatie en uitwisseling van informatie.
1. De bevoegde autoriteiten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen tussen de verdragsluitende partijen met betrekking tot de toepassing of de uitlegging van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen.
2. Naast de in het eerste lid bedoelde afspraken, kunnen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen in onderling overleg overeenstemming bereiken over de krachtens de artikelen 5, 6 en 9 te hanteren procedures.
3. De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende partijen kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen teneinde de overeenstemming als bedoeld in dit artikel te bereiken.
4. De verdragsluitende partijen kunnen waar nodig schriftelijk ook overeenstemming bereiken over andere vormen van geschillenregeling.
Elk van de verdragsluitende partijen stelt de andere langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis van de voltooiing van de op grond van haar wetgeving vereiste procedures of formaliteiten voor het in werking doen treden van dit Verdrag. Het Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand na de datum van de laatste kennisgeving. Vanaf de datum van inwerkingtreding is het van toepassing op:
a. strafrechtelijke belastingzaken vanaf die datum; en
b. alle overige aangelegenheden vanaf die datum waarop artikel 1 van toepassing is, zij het uitsluitend met betrekking tot belastingtijdvakken beginnend op of na die datum, of bij ontbreken van een belastingtijdvak, alle belastingvorderingen ontstaan op of na die datum.
1. Elk van de verdragsluitende partijen kan dit Verdrag beëindigen door langs diplomatieke weg een kennisgeving van beëindiging in te dienen bij de andere verdragsluitende partij.
2. Deze opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving van beëindiging door de andere verdragsluitende partij.
3. Indien het Verdrag wordt beëindigd, blijven de verdragsluitende partijen gebonden door de voorwaarden van artikel 8 ten aanzien van alle uit hoofde van dit Verdrag verkregen informatie. Alle verzoeken die worden ontvangen voor de datum waarop het Verdrag beëindigd is, worden behandeld in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door de respectieve partijen, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te ’s-Gravenhage, op 10 september 2010, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.
E. DE LANNOOY
J. F. BLAREL
Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas, au titre des Antilles néerlandaises,
et
Le Gouvernement de la République française («les Parties contractantes»)
Considérant que les Parties contractantes souhaitent renforcer et faciliter la mise en œuvre des dispositions régissant l’échange de renseignements en matière fiscale ;
les Parties contractantes sont convenues de conclure le présent Accord, qui ne crée d’obligations que pour les seules Parties contractantes :
1. Les autorités compétentes des Parties contractantes s’accordent une assistance par l’échange de renseignements vraisemblablement pertinents pour l’application et l’exécution de la législation interne des Parties contractantes relative aux impôts et aux domaines fiscaux visés par le présent Accord. Ces renseignements sont ceux vraisemblablement pertinents pour la détermination, l’établissement, le contrôle et la perception de ces impôts, pour le recouvrement et l’exécution des créances fiscales, ou pour les enquêtes ou les poursuites en matière fiscale.
2. Les droits et protections dont bénéficient les personnes en vertu des dispositions législatives ou réglementaires ou des pratiques administratives de la Partie requise restent applicables dans la mesure où ils n’entravent ou ne retardent pas indûment un échange effectif de renseignements.
3. Concernant le Royaume des Pays-Bas, le présent Accord ne s’applique qu’à l’égard des Antilles néerlandaises.
Afin de permettre la mise en œuvre des dispositions du présent Accord, les renseignements doivent être fournis conformément au présent Accord par l’autorité compétente de la Partie requise, que les renseignements portent ou non sur un résident, un ressortissant ou un citoyen d’une Partie contractante, ou soient détenus ou non par ce résident, ce ressortissant ou ce citoyen. Une Partie requise n’est pas soumise à l’obligation de fournir des renseignements qui ne sont pas détenus par ses autorités, ni en la possession ou sous le contrôle de personnes relevant de sa compétence territoriale ou susceptibles d’être obtenus par elles.
1. Les impôts visés par le présent Accord sont les impôts existants prévus par et appliqués selon les dispositions législatives et réglementaires des Parties contractantes, hormis les droits de douane.
2. Le présent Accord s’applique aussi aux impôts de nature identique ou analogue qui seraient établis après la date de signature du présent Accord et qui s’ajouteraient aux impôts actuels ou qui les remplaceraient.
3. En outre, l’Accord s’applique à tous les autres impôts dont peuvent convenir les Parties contractantes par échange de lettres.
4. Les autorités compétentes des Parties contractantes se communiquent les modifications pertinentes apportées aux mesures fiscales et aux mesures connexes de collecte de renseignements qui sont visées dans le présent Accord.
1. Aux fins du présent Accord, sauf définition contraire :
a) le terme «France» désigne les départements européens et d’outre-mer de la République française, y compris la mer territoriale et au-delà de celle-ci les zones sur lesquelles, en conformité avec le droit international, la République française a des droits souverains aux fins de l’exploration et de l’exploitation des ressources naturelles des fonds marins, de leur sous-sol et des eaux surjacentes ;
b) l’expression «Les Antilles néerlandaises» désigne la région du Royaume des Pays-Bas qui est située dans la Mer des Caraïbes et comprenant les territoires des Iles Bonaire, Curaçao, Saba, Saint-Eustache et la partie néerlandaise de l’Ile de Saint-Martin, y compris leurs eaux territoriales et la partie du fond marin et du sous-sol de la Mer des Caraïbes sur laquelle le Royaume des Pays-Bas a, conformément au droit international, des droits souverains, excepté la région concernant Aruba ;
c) l’expression «autorité compétente» désigne :
i) dans le cas de la France, le Ministre des Finances ou son représentant autorisé ;
ii) dans le cas des Antilles néerlandaises, le Ministre des Finances ou son représentant autorisé ;
d) le terme «personne» désigne une personne physique, une personne morale et tout groupement de ces personnes ;
e) le terme «impôt» désigne tout impôt auquel s’applique l’Accord ;
f) l’expression «Partie requérante» désigne la Partie qui demande des renseignements ;
g) l’expression «Partie requise» désigne la Partie à laquelle il est demandé de fournir des renseignements ;
h) l’expression «mesures de collecte de renseignements» désigne les dispositions législatives et réglementaires ainsi que les procédures administratives ou judiciaires qui permettent à une Partie contractante d’obtenir et de fournir les renseignements demandés ;
i) le terme «renseignement» désigne tout fait, déclaration, document ou fichier, quelle que soit sa forme ;
j) l’expression «en matière fiscale pénale» désigne toute affaire fiscale faisant intervenir un acte intentionnel passible de poursuites en vertu du droit pénal de la Partie requérante ;
k) l’expression «droit pénal» désigne l’ensemble des dispositions pénales qualifiées de telles en droit interne, qu’elles figurent dans la législation fiscale, dans le code pénal ou dans d’autres lois.
2. Pour l’application du présent Accord à un moment donné par une Partie contractante, tout terme ou expression qui n’y est pas défini a, sauf si le contexte exige une interprétation différente, le sens que lui attribue, à ce moment, le droit de cette Partie contractante, le sens attribué à ce terme ou expression par le droit fiscal de cette Partie contractante prévalant sur le sens que lui attribuent les autres branches du droit de cette Partie contractante.
1. L’autorité compétente de la Partie requise fournit les renseignements sur demande par écrit aux fins visées à l’article 1er. Ces renseignements doivent être échangés, que la Partie requise ait, ou non, besoin de ces renseignements à ses propres fins fiscales ou indépendamment du fait que l’acte faisant l’objet de l’enquête aurait constitué, ou non, une infraction pénale au regard du droit de la Partie requise s’il s’était produit dans la Partie requise.
2. Si les renseignements dont dispose l’autorité compétente de la Partie requise ne sont pas suffisants pour lui permettre de donner suite à la demande de renseignements, cette Partie contractante prend toutes les mesures adéquates de collecte des renseignements nécessaires pour fournir à la Partie requérante les renseignements demandés, même si la Partie requise n’a pas besoin de ces renseignements à ses propres fins fiscales.
3. Sur demande spécifique de l’autorité compétente de la Partie requérante, l’autorité compétente de la Partie requise fournit les renseignements visés au présent Article, dans la mesure où son droit interne l’y autorise, sous la forme de dépositions de témoins et de copies certifiées conformes aux documents originaux.
4. Chaque Partie contractante fait en sorte que ses autorités compétentes, pour l’application du présent Accord, disposent du droit d’obtenir et de fournir sur demande :
a) les renseignements détenus par les banques, les autres institutions financières et toute personne agissant en qualité de mandataire ou de fiduciaire ;
b)
i) les renseignements concernant les propriétaires juridiques et les bénéficiaires effectifs des sociétés, sociétés de personnes, fonds de placement collectif, et autres personnes,
ii) dans le cas d’une fiducie, les renseignements sur les constituants, les fiduciaires, les bénéficiaires et les tiers protecteurs ; et
iii) dans le cas de fondations, les renseignements sur les fondateurs, les membres du conseil de la fondation et les bénéficiaires.
5. L’autorité compétente de la Partie requérante fournit les renseignements suivants à l’autorité compétente de la Partie requise :
a) l’identité de la personne faisant l’objet du contrôle ou de l’enquête ;
b) la période sur laquelle porte la demande de renseignements ;
c) la nature des renseignements demandés et la forme sous laquelle la Partie requérante souhaite les recevoir;
d) le but fiscal dans lequel les renseignements sont demandés ;
e) les raisons qui donnent à penser que les renseignements demandés sont détenus dans la Partie requise ou sont en la possession ou sous le contrôle d’une personne relevant de la compétence de la Partie requise, ou peuvent être obtenus par cette personne ;
f) dans la mesure où ils sont connus, les nom et adresse de toute personne dont il y a lieu de penser qu’elle détient, contrôle ou est en mesure d’obtenir les renseignements demandés ;
g) une déclaration attestant que la demande est conforme aux dispositions législatives ainsi qu’aux pratiques administratives de la Partie requérante ;
h) une déclaration attestant que la Partie requérante a utilisé pour obtenir les renseignements tous les moyens disponibles sur son propre territoire, hormis ceux susceptibles de soulever des difficultés disproportionnées.
6. Pour assurer une réponde rapide, l’autorité compétente de la Partie requise :
a) accuse réception de la demande par écrit à l’autorité compétente de la Partie requérante et, dans les 60 jours à compter de la réception de la demande, avise cette autorité des éventuelles lacunes de la demande ;
b) si l’autorité compétente de la Partie requise n’a pu obtenir et fournir les renseignements dans les 90 jours à compter de la réception de la demande, elle en informe la Partie requérante, en indiquant les raisons de l’incapacité dans laquelle elle se trouve de fournir les renseignements.
1. La Partie requise peut, dans les limites autorisées par son droit interne, moyennant un préavis raisonnable de la Partie requérante, autoriser des représentants de l’autorité compétente de la Partie requérante à entrer sur le territoire de la Partie requise pour interroger des personnes physiques et examiner des documents, avec le consentement écrit préalable des personnes concernées. L’autorité compétente de la Partie requérante informe l’autorité compétente de la Partie requise de la date et du lieu de la réunion prévue avec les personnes concernées.
2. A la demande de l’autorité compétente de la Partie requérante, l’autorité compétente de la Partie requise peut autoriser des représentants de l’autorité compétente de la Partie requérante à assister à un contrôle fiscal sur le territoire de la Partie requise.
3. Si la demande mentionnée au paragraphe 2 est acceptée, l’autorité compétente de la Partie requise qui conduit le contrôle communique, aussi rapidement que possible, à l’autorité compétente de la Partie requérante la date et le lieu du contrôle, l’autorité ou la personne désignée pour réaliser le contrôle ainsi que les procédures et conditions exigées par la Partie requise pour conduire le contrôle. Toute décision relative à la conduite du contrôle fiscal est prise par la Partie requise qui le conduit.
1. L’autorité compétente de la Partie requise peut refuser l’assistance lorsque la demande n’est pas soumise conformément au présent Accord ou lorsque la divulgation des renseignements demandés serait contraire à l’ordre public.
2. Les dispositions du présent Accord n’obligent nullement une Partie contractante à fournir des renseignements qui divulgueraient un secret commercial ou industriel, un procédé commercial, ou un secret professionnel (communications confidentielles entre un client et un avocat, un notaire ou un autre représentant juridique agréé lorsque ces communications ont pour but de demander ou de fournir un avis juridique, ou sont destinées à être utilisées dans une action en justice en cours ou envisagée) étant entendu que les renseignements du type de ceux qui sont visés au paragraphe 4 de l’article 5 ne peuvent pas, pour ce seul motif, être considérés comme un secret ou un procédé commercial.
3. Une demande de renseignements ne peut être rejetée au motif que la créance fiscale faisant l’objet de la demande est contestée.
4. La Partie requise n’est pas tenue d’obtenir ou de fournir des renseignements que la Partie requérante ne pourrait pas obtenir en vertu de son propre droit aux fins de l’application ou de l’exécution de sa propre législation fiscale ou en réponse à une demande valide formulée dans des circonstances similaires par la Partie requise en vertu du présent Accord.
5. La Partie requise peut rejeter une demande de renseignements si les renseignements sont demandés par la Partie requérante pour appliquer ou faire exécuter une disposition de la législation fiscale de la Partie requérante, ou toute obligation s’y rattachant, qui est discriminatoire à l’encontre d’un ressortissant ou d’un citoyen de la Partie requise par rapport à un ressortissant ou un citoyen de la Partie requérante se trouvant dans des circonstances identiques.
1. Tous les renseignements reçus par l’autorité compétente d’une Partie contractante sont tenus confidentiels.
2. Les renseignements fournis à l’autorité compétente de la Partie requérante peuvent être utilisés à des fins autres que celles visées à l’article 1er avec l’autorisation préalable, écrite et expresse de la Partie requise.
3. Les renseignements fournis ne peuvent être divulgués qu’aux personnes ou autorités (y compris les autorités juridictionnelles et administratives) concernées par les fins prévues par le présent Accord et ils ne peuvent être utilisés par ces personnes ou autorités qu’à ces fins. A ces mêmes fins, les renseignements peuvent être divulgués lors d’audiences publiques de juridictions ou dans des décisions de justice.
4. Les renseignements fournis à la Partie requérante en vertu du présent Accord ne peuvent être divulgués à aucune autre autorité étrangère sans le consentement écrit et exprès de l’autorité compétente de la Partie requise.
Les frais ordinaires engagés pour l’assistance sont pris en charge par la Partie requise. La Partie requise peut demander à la Partie requérante le remboursement des frais extraordinaires directement engagés pour l’assistance.
Les Parties contractantes adoptent toute législation nécessaire pour se conformer au présent Accord et lui donner effet. Sont notamment concernés : la disponibilité des renseignements, l’accès à ces renseignements, l’échange de ces renseignements.
1. En cas de difficultés ou de doutes entre les Parties contractantes au sujet de la mise en œuvre ou de l’interprétation du présent Accord, les autorités compétentes s’efforcent de régler la question par voie d’accord amiable.
2. Outre les accords visés ci-dessus, les autorités compétentes des Parties contractantes peuvent déterminer d’un commun accord les procédures à suivre en application des articles 5, 6 et 9.
3. Les autorités compétentes des Parties contractantes peuvent communiquer directement entre elles en vue de parvenir à un accord en application du présent Article.
4. Les Parties contractantes peuvent également, en tant que de besoin, convenir par écrit d’autres formes de règlement des différends.
Les Parties contractantes se notifient mutuellement, par écrit et par la voie diplomatique, l’accomplissement des procédures ou des formalités constitutionnellement requises par leur droit pour l’entrée en vigueur du présent Accord. L’Accord entre en vigueur le premier jour du premier mois suivant la date de la dernière de ces notifications. À compter de la date de son entrée en vigueur, le présent Accord prend effet :
a) en matière fiscale pénale, à cette date; et
b) en ce qui concerne toutes les autres questions visées à l’article 1er, à cette même date, mais uniquement pour les exercices fiscaux commençant à cette date ou postérieurement ou, à défaut d’exercice fiscal, pour toutes les obligations fiscales prenant naissance à cette date ou postérieurement.
1. Chacune des Parties contractantes peut dénoncer le présent Accord en notifiant cette dénonciation par la voie diplomatique à l’autre Partie contractante.
2. La dénonciation prend effet le premier jour du mois suivant l’expiration d’un délai de trois mois après la date de réception de la notification de dénonciation par l’autre Partie contractante.
3. En cas de dénonciation de l’Accord, les Parties contractantes restent liées par les dispositions de l’article 8 pour tout renseignement obtenu en application du présent Accord. Toutes les demandes de renseignements reçues jusqu’à la date effective de la dénonciation sont traitées conformément aux conditions du présent Accord.
EN FOI DE QUOI, les soussignés, dûment autorisés par les Parties, ont signé le présent Accord.
FAIT à La Haye, le 10 septembre 2010, en double exemplaire, en langues néerlandaise, française et anglaise, les trois textes faisant également foi.
E. DE LANNOOY
J. F. BLAREL
The Government of the Kingdom of the Netherlands, in respect of the Netherlands Antilles,
and
the Government of the French Republic (“the Contracting Parties”);
Whereas the Contracting Parties wish to enhance and facilitate the terms and conditions governing the exchange of information with respect to taxes;
Now, therefore, the Contracting Parties have agreed to conclude the following Agreement which contains obligations on the part of the Contracting Parties only:
1. The competent authorities of the Contracting Parties shall provide assistance through exchange of information that is foreseeably relevant to the administration and enforcement of the domestic laws of the Contracting Parties concerning taxes and tax matters covered by this Agreement. Such information shall include information that is foreseeably relevant to the determination, assessment, verification and collection of such taxes, the recovery and enforcement of tax claims, or the investigation or prosecution of tax matters.
2. The rights and safeguards secured to persons by the laws or administrative practice of the Requested Party remain applicable to the extent that they do not unduly prevent or delay effective exchange of information.
3. As regards the Kingdom of the Netherlands, this Agreement shall apply only to the Netherlands Antilles.
To enable the provisions of this Agreement to be implemented, information shall be provided in accordance with this Agreement by the competent authority of the Requested Party without regard to whether the person to whom the information relates is, or whether the information is held by, a resident or national or citizen of a Contracting Party. A Requested Party is not obliged to provide information, which is neither held by its authorities nor in the possession of or in the control of or obtainable by persons who are within its territorial jurisdiction.
1. The taxes covered by this Agreement are the existing taxes imposed and administered by the laws of the Contracting Parties, except the custom levies.
2. This Agreement shall also apply to any identical or substantially similar taxes imposed after the date of signature of this Agreement in addition to, or in place of, the existing taxes.
3. The Agreement shall also apply to other taxes as may be agreed in an exchange of letters between the Contracting Parties.
4. The competent authorities of the Contracting Parties shall notify each other of any relevant changes to the taxation and related information gathering measures covered by this Agreement.
1. For the purposes of this Agreement, unless otherwise defined:
a) the term “France” means the European and overseas departments of the French Republic including the territorial sea, and any area outside the territorial sea within which, in accordance with international law, the French Republic has sovereign rights for the purpose of exploring and exploiting the natural resources of the seabed and its subsoil and the superjacent waters;
b) the term “The Netherlands Antilles” means that part of the Kingdom of the Netherlands that is situated in the Caribbean Sea and consisting of the Island Territories of Bonaire, Curaçao, Saba, St. Eustatius and St. Maarten (Dutch part) including the territorial waters thereof and the part of the seabed and its subsoil under the Caribbean Sea over which the Kingdom of the Netherlands has sovereign rights in accordance with international law but excluding the part thereof relating to Aruba;
c) the term “competent authority” means
(i) in the case of France, the Minister of Finance, or his authorised representative;
(ii) in the case of the Netherlands Antilles, the Minister of Finance or his authorized representative;
d) the term “person” includes a natural person, a legal person, or any body or group of such persons;
e) the term “tax” means any tax to which the Agreement applies;
f) the term “Requesting Party” means the Party requesting information;
g) the term “Requested Party” means the Party requested to provide information;
h) the term “information gathering measures” means laws and administrative, judicial or regulatory procedures that enable a Contracting Party to obtain and provide the requested information;
i) the term “information” means any fact, statement, document or record in any form whatever;
j) the term “criminal tax matters” means tax matters involving intentional conduct which is liable to prosecution under the criminal laws of the Requesting Party;
k) the term “criminal laws” means all criminal laws designated as such under domestic law irrespective of whether contained in the tax laws, the criminal code or other statutes.
2. As regards the application of this Agreement at any time by a Contracting Party, any term not defined therein shall, unless the context otherwise requires, have the meaning that it has at that time under the law of that Contracting Party, any meaning under the applicable tax laws of that Contracting Party prevailing over a meaning given to the term under other laws of that Contracting Party.
1. The competent authority of the Requested Party shall provide upon request in writing information for the purposes referred to in Article 1. Such information shall be exchanged without regard to whether the Requested Party needs such information for its own tax purposes or the conduct being investigated would constitute a crime under the laws of the Requested Party if such conduct occurred in the Requested Party.
2. If the information in the possession of the competent authority of the Requested Party is not sufficient to enable it to comply with the request for information, that Contracting Party shall use all relevant information gathering measures to provide the Requesting Party with the information requested, notwithstanding that the Requested Party may not need such information for its own tax purposes.
3. If specifically requested by the competent authority of the Requesting Party, the competent authority of the Requested Party shall provide information under this Article, to the extent allowable under its domestic laws, in the form of depositions of witnesses and authenticated copies of original records.
4. Each Contracting Party shall ensure that its competent authorities, for the purposes of this Agreement, have the authority to obtain and provide upon request:
a) information held by banks, other financial institutions, and any person, including nominees and trustees, acting in an agency or fiduciary capacity;
b)
(i) information regarding the legal ownership and the beneficial ownership of companies, partnerships, collective investment schemes, and other persons;
(ii) in the case of trusts, information on settlors, trustees, beneficiaries and protectors; and
(iii) in the case of a foundation, information on the founders, members of the foundation council and beneficiaries.
5. The competent authority of the Requesting Party shall provide the following information to the competent authority of the Requested Party:
a) the identity of the person under examination or investigation;
b) the period of time with respect to which information is requested;
c) the nature of the information requested and the form in which the Requesting Party wishes to receive it;
d) the tax purposes for which the information is sought;
e) grounds for believing that the information requested is present in the Requested Party or is in the possession of, or in the control of or obtainable by a person within the jurisdiction of the Requested Party;
f) to the extent known, the name and address of any person believed to be in possession of or control of or able to obtain the requested information;
g) a statement that the request conforms with the law and administrative practices of the Requesting Party;
h) a statement that the Requesting Party has pursued all means available in its own territory to obtain the information, except where that would give rise to disproportionate difficulties.
6. To ensure a prompt response, the competent authority of the Requested Party shall:
a) confirm the receipt of a request in writing to the competent authority of the Requesting Party and shall notify the competent authority of the Requesting Party of any deficiencies in the request within 60 days of receipt of the request;
b) if the competent authority of the Requested Party has been unable to obtain and provide the information within 90 days of receipt of the request, it shall inform the Requesting Party, explaining the reason for its inability.
1. The Requested Party may, to the extent permitted under its domestic laws, following reasonable notice from the Requesting Party, allow representatives of the competent authority of the Requesting Party to enter the territory of the Requested Party to interview individuals and examine records with the prior written consent of the persons concerned. The competent authority of the Requesting Party shall notify the competent authority of the Requested Party of the time and place of the meeting with the persons concerned.
2. At the request of the competent authority of the Requesting Party, the competent authority of the Requested Party may allow representatives of the competent authority of the Requesting Party to attend a tax examination in the territory of the Requested Party.
3. If the request referred to in paragraph 2 is granted, the competent authority of the Requested Party conducting the examination shall, as soon as possible, notify the competent authority of the Requesting Party of the time and place of the examination, the authority or official authorised to carry out the examination and the procedures and conditions required by the Requested Party for the conduct of the examination. All decisions regarding the conduct of the tax examination shall be made by the Requested Party conducting the examination.
1. The competent authority of the Requested Party may decline to assist where the request is not made in conformity with this Agreement or where the disclosure of the information requested would be contrary to public policy (ordre public).
2. The provisions of this Agreement shall not impose upon a Contracting Party the obligation to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial, trade process or professional secret (confidential communications between a client and an attorney, solicitor or other admitted legal representative where such communications are produced for the purposes of seeking or providing legal advice or for the purposes of use in existing or contemplated legal proceedings), provided that information described in paragraph 4 of Article 5 shall not by reason of that fact alone be treated as such a secret or trade process.
3. A request for information shall not be refused on the ground that the tax claim giving rise to the request is disputed.
4. The Requested Party shall not be required to obtain and provide information which the Requesting Party would be unable to obtain under its own laws for the purpose of the administration or enforcement of its own tax laws or in response to a valid request made in similar circumstances from the Requested Party under this Agreement.
5. The Requested Party may decline a request for information if the information is requested by the Requesting Party to administer or enforce a provision of the tax law of the Requesting Party, or any requirement connected therewith, which discriminates against a national or citizen of the Requested Party as compared with a national or citizen of the Requesting Party in the same circumstances.
1. All information received by the competent authority of a Contracting Party shall be kept confidential.
2. Information provided to the competent authority of the Requesting Party may be used for purposes other than the purposes stated in Article 1 with the prior express written consent of the Requested Party.
3. Information provided shall be disclosed only to persons or authorities (including judicial and administrative authorities) concerned with the purposes specified in this Agreement and used by such persons or authorities only for such purposes. For these purposes, information may be disclosed in public court proceedings or in judicial decisions.
4. Information provided to a Requesting Party under this Agreement may not be disclosed to any other jurisdiction without the express written consent of the competent authority of the Requested Party.
Ordinary costs incurred in providing assistance shall be borne by the Requested Party. The Requested Party may request from the Requesting Party the reimbursement of direct extraordinary costs incurred in providing assistance.
The Contracting Parties shall enact any legislation necessary to comply with, and give effect to, the terms of this Agreement. This includes: availability of information, access to information, exchange of information.
1. Where difficulties or doubts arise between the Contracting Parties regarding the implementation or interpretation of this Agreement, the competent authorities shall endeavour to resolve the matter by mutual agreement.
2. In addition to these latter agreements, the competent authorities of the Contracting Parties may mutually agree on the procedures to be used under Articles 5, 6 and 9.
3. The competent authorities of the Contracting Parties may communicate with each other directly for the purposes of reaching an agreement under this Article.
4. The Contracting Parties may also agree in writing on other forms of dispute resolution should this become necessary.
Each of the Contracting Parties shall notify to the other in writing, through diplomatic channels, the completion of the procedures or formalities constitutionally required by its law for the bringing into force of this Agreement. The Agreement shall enter into force on the first day of the first month after the date of the latter of these notifications. Upon the date of entry into force, it shall have effect:
a) for criminal tax matters on that date; and
b) for all other matters covered in Article 1, on that date, but only in respect of taxable periods beginning on or after that date or, where there is no taxable period, all charges to tax arising on or after that date.
1. Either Contracting Party may terminate this Agreement by serving, through diplomatic channels, a notice of termination to the other Contracting Party.
2. Such termination shall become effective on the first day of the month following the expiration of a period of three months after the date of receipt of notice of termination by the other Contracting Party.
3. If the Agreement is terminated, the Contracting Parties shall remain bound by the provisions of Article 8 with respect to any information obtained under this Agreement. All requests received up to the effective date of termination will be dealt with in accordance with the terms of this Agreement.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorised by the respective Parties, have signed this Agreement.
DONE at The Hague, on 10 September 2010, in duplicate, in the Netherlands, French and English languages, the three texts being equally authentic.
E. DE LANNOOY
J. F. BLAREL
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge zijn artikel 12 in werking treden op de eerste dag van de eerste maand na de datum van de laatste kennisgeving waarbij de verdragsluitende partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de op grond van hun wetgeving vereiste procedures of formaliteiten voor het in werking doen treden van dit Verdrag.
Uitgegeven de zevende oktober 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. VERHAGEN
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2010-255.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.