A. TITEL

Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds; (met Bijlagen Protocollen en Verklaringen)

Brussel, 17 juli 1995

B. TEKST

De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met bijlagen, protocollen en verklaringen, is geplaatst in Trb. 1996, 29.


Op 22 december 2000 is een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tot stand gekomen, tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de onderhavige Overeenkomst. De tekst van de briefwisseling luidt als volgt:1

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Tunesië inzake de liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de wijziging van de landbouwprotocollen bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en de Republiek Tunesië

Nr. I Brief van de Europese Gemeenschap

Brussel, 22 december 2000

Mevrouw,

Mijnheer,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd met betrekking tot artikel 16 van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, die op 1 maart 1998 in werking is getreden, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten.

Deze onderhandelingen hebben plaatsgevonden ter uitvoering van artikel 18 van de Euro-mediterrane overeenkomst, bepalende dat de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2000 de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2001 toe te passen liberaliseringsmaatregelen.

Ten vervolge op deze onderhandelingen is door de partijen het volgende overeengekomen:

1. de in artikel 1, lid 5, van het Protocol nr. 1 genoemde data worden vervangen door: „vanaf 1 januari 2002 tot 1 januari 2005";

2. in artikel 2:

  • a. wordt in de tweede alinea de benaming „Coteaux de Teboura" vervangen door „Coteaux de Tebourba";

  • b. wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Wijnen uit Tunesië die een gecontroleerde oorsprongsbenaming dragen, moeten vergezeld zijn van een oorsprongscertificaat overeenkomstig het in de preferentiële overeenkomst opgenomen model of van een document V I 1 of V I 2 waarin de vermeldingen als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85 betreffende het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost voorgeschreven attest en analyseverslag zijn aangebracht";

3. artikel 3 van Protocol nr. 1 wordt vervangen door:

„Artikel 3

1. Met ingang van 1 januari 2001 mag, tot een hoeveelheid van ten hoogste 50 000 ton, geheel in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde ruwe olijfolie van de onderverdelingen 1509 10 10 en 1509 10 90 van de gecombineerde nomenclatuur vrij van recht in de Gemeenschap worden ingevoerd.

2. Deze hoeveelheid wordt met ingang van 1 januari 2002 gedurende een periode van vier jaar met telkens 1 500 ton per jaar verhoogd, zodat zij vanaf 1 januari 2005 56 000 ton per jaar bedraagt.

3. Indien de invoer van olijfolie in het kader van deze regeling het evenwicht op de markt van de Gemeenschap dreigt te verstoren, met name in het licht van de verbintenissen die de Gemeenschap ten aanzien van dit product in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is aangegaan, dan plegen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg over passende, voor beide partijen acceptabele maatregelen om deze dreiging weg te nemen.";

4. de bijlagen bij de protocollen nr. 1 en nr. 3 worden vervangen door de bijlagen 1 A en 1 B respectievelijk bij deze overeenkomst, en aan protocol nr. 1 wordt een bijlage 2 toegevoegd met het model van het voor wijnen met gecontroleerde oorsprongsbenaming te gebruiken certificaat;

5. met ingang van 1 januari 2005 onderzoeken de Gemeenschap en Tunesië de situatie met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Tunesië met ingang van 1 januari 2006 toe te passen liberaliseringsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 16 opgenomen doelstelling.

Deze overeenkomst zal door elk van de overeenkomstsluitende partijen volgens zijn eigen procedures worden goedgekeurd.

De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2001.

Ik moge U verzoeken te willen bevestigen dat Uw regering met de inhoud van deze brief instemt.

Hoogachtend, DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE


Nr. II Brief van de Republiek Tunesië

Brussel, 22 december 2000

Mevrouw,

Mijnheer,

Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, welke als volgt luidt:

(Zoals in Nr. I)

Ik heb de eer U de instemming van de Republiek Tunesië te bevestigen.

Hoogachtend, DE REGERING VAN DE REPUBLIEK TUNESIË


D. PARLEMENT

Zie Trb. 1998, 61.

E. PARTIJGEGEVENS

Zie Trb. 1998, 61.

PartijOndertekeningRatificatieType1)InwerkingOpzeggingBuitenwerking
België17-07-9528-11-97R01-03-98  
Denemarken17-07-9518-12-96R01-03-98  
Duitsland17-07-9528-04-97R01-03-98  
EG (Europese Gemeenschap)17-07-9529-01-98R01-03-98  
EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal)17-07-9529-01-98R01-03-98  
Finland17-07-9522-11-96R01-03-98  
Frankrijk17-07-9506-09-96R01-03-98  
Griekenland17-07-9510-09-96R01-03-98  
Ierland17-07-9513-01-97R01-03-98  
Italië17-07-9506-05-97R01-03-98  
Luxemburg17-07-9529-08-97R01-03-98  
Nederlanden, het Koninkrijk der(voor Nederland)17-07-9528-07-97R01-03-98  
Oostenrijk17-07-9510-07-96R01-03-98  
Portugal17-07-9518-09-96R01-03-98  
Spanje17-07-9521-03-97R01-03-98  
Tunesië17-07-9512-12-97R01-03-98  
Verenigd Koninkrijk, het17-07-9504-10-96R01-03-98  
Zweden17-07-9508-01-96R01-03-98  

1) DO=Definitieve ondertekening, R=Ratificatie, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1998, 61.


De bepalingen van de in de brieven vervatte overeenkomst worden ingevolge het gestelde in de op één na laatste alinea van brief nr. I, respectievelijk de op twee na laatste alinea van brief nr. II, vanaf 1 januari 2001 toegepast.

J. VERWIJZINGEN

Zie Trb. 1996, 29 en Trb. 1998, 61.

Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;
  Rome, 25 maart 1957
Laatste Trb. :Trb. 2004, 120
   
   
Voor wijzigingen van bovengenoemd Verdrag van 25 maart 1957 zie rubriek J van Trb. 2004, 119.
   
Titel:Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal;
  Parijs, 18 april 1951
Laatste Trb. :Trb. 2002, 145
   
Titel:Handvest van de Verenigde Naties;
  San Francisco, 26 juni 1945
Laatste Trb. :Trb. 2004, 240
   
Titel:Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds;
  Washington 27 december 1945
Laatste Trb. :Trb. 1998, 72
   
Titel:Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds;
  Tunis, 25 april 1976
Laatste Trb. :Trb. 2003, 100
   
Titel:Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds;
  Tunis, 25 april 1976
Laatste Trb. :Trb. 2003, 101
   
Titel:Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom van 20 maart 1883, zoals herzien te Brussel op 14 december 1900, te Washington op 2 juni 1911, te 's-Gravenhage op 6 november 1925, te Londen op 2 juni 1934, te Lissabon op 31 oktober 1958 en te Stockholm op 14 juli 1967 en op 28 september 1979;
  Stockholm, 14 juli 1967
Laatste Trb. :Trb. 1996, 308

Uitgegeven de elfde maart 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. BOT


XNoot
1

Van de Overeenkomst tot wijziging, die ook is gepubliceerd inPb. EU L 336, 22 december 2000, blz. 93 e.v., en waarvan een rectificatie van de Nederlandse tekst is gepubliceerd in Pb. EU L063 van 3 maart 2001, blz. 67, is alleen de briefwisseling opgenomen. De tekst van de Bijlagen ligt ter inzage bij de directie Juridische Zaken, afdeling Verdragen, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en bij de parlementaire documentatiedienst van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Den Haag.

Naar boven