A. TITEL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocollen;

Luxemburg, 5 juni 2001

B. TEKST

De tekst van het Verdrag en de Protocollen is geplaatst in Trb. 2001, 136.

De tekst van de bijbehorende briefwisseling is geplaatst in rubriek J van datzelfde Tractatenblad.

D. PARLEMENT

De artikelen 1, 2 en 3 van de Wet van 12 december 2002 (Stb.596) luiden als volgt:

„Artikel 1

Het op 5 juni 2001 te Luxemburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met Protocol I en II en briefwisseling, waarvan de Nederlandse en de Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 136, wordt goedgekeurd voor Nederland.

Artikel 2

1. In afwijking van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 zijn inkomstenbestanddelen als bedoeld in het tweede lid die worden genoten door een natuurlijke persoon die sinds 5 juni 2001 onafgebroken inwoner van België is, gedurende de twee kalenderjaren na de inwerkingtreding van het verdrag, bedoeld in artikel 1, vrijgesteld van inkomstenbelasting en loonbelasting.

2. De in het eerste lid bedoelde inkomstenbestanddelen zijn inkomstenbestanddelen

  • a. waarop artikel 18, paragraaf 2, van het verdrag, bedoeld in artikel 1, van toepassing is;

  • b. die een periodiek karakter dragen, en

  • c. waarop op 5 juni 2001 reeds aanspraak bestond.

Artikel 3

1. In afwijking van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet inkomstenbelasting 2001 bedraagt de in Nederland verschuldigde loonbelasting en inkomstenbelasting over inkomensbestanddelen als bedoeld in het tweede lid, die worden genoten door een natuurlijke persoon die sinds 5 juni 2001 onafgebroken inwoner van België is, vanaf het derde kalenderjaar tot en met het zevende kalenderjaar na de inwerkingtreding van het verdrag, bedoeld in artikel 1, ten hoogste 25% van het bedrag van die inkomstenbestanddelen.

2. Het eerste lid is slechts van toepassing op inkomstenbestanddelen:

  • a. die een periodiek karakter dragen;

  • b. waarop op 5 juni 2001 reeds aanspraak bestond, en

  • c. waarop artikel 18, paragraaf 2, van het verdrag, bedoeld in artikel 1, van toepassing is.

3. Voor de toepassing van het eerste lid worden de aldaar bedoelde inkomstenbestanddelen geacht zoveel mogelijk te zijn belast tegen de hoogste tariefschijf die toepassing heeft gevonden.".

Deze Wet is gecontrasigneerd door de Staatssecretaris van Financiën S. R. A. VAN EIJCK en de Minister van Buitenlandse Zaken J. G. DE HOOP SCHEFFER.

Voor de behandeling in de Staten-Generaal zie Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 28 259; Hand. II 2002/2003, blz. 309–334; 335–343; 450–456 en 531; Kamerstukken I 2001/2002, 28 259 (391); 2002/2003, 28 259 (30, 30a, 30b, 30c, 30d, 30e); Hand. I 2002/2003, zie vergaderingen d.d. 9 en 10 december 2002.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Verdrag en de Protocollen, die dienen ter vervanging van de hieronder in rubriek J genoemde Overeenkomst, zijn ingevolge artikel 33, eerste lid, van het Verdrag en de preambules tot de Protocollen op 31 december 2002 in werking getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 2001, 136.

Verwijzingen

Titel:Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting op het gebied van belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot het vaststellen van enige andere regelen verband houdende met de belastingheffing, met Protocol:Brussel, 19 oktober 1970
Laatste Trb. :Trb. 2003, 1

Uitgegeven de zesde januari 2003

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. DE HOOP SCHEFFER

Naar boven