A. TITEL

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst;

Brussel, 18 september 2000

B. TEKST1

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst

De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, in het kader van de Raad bijeen,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna „het Verdrag" genoemd,

Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de ACS en de EG, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, hierna de „ACS-EG-Overeenkomst" genoemd,

Gezien het ontwerp van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De vertegenwoordigers van de Gemeenschap zullen gemeenschappelijke standpunten dienen in te nemen in de bij de ACS-EG-Overeenkomst ingestelde Raad van Ministers, hierna „ACS-EG-Raad van Ministers" genoemd; bij de toepassing van de besluiten, aanbevelingen en adviezen van deze Raad kan, naar gelang het geval, optredenvan de Gemeenschap, gemeenschappelijk optreden van de lidstaten of optreden van een afzonderlijke lidstaat noodzakelijk zijn.

2. De lidstaten dienen derhalve duidelijk aan te geven op welke wijze de door de vertegenwoordigers van de Gemeenschap in de ACS-EG-Raad van Ministers in te nemen gemeenschappelijke standpunten zullen worden vastgesteld op de gebieden die onder hun bevoegdheid vallen; voorts dienen zij ook op deze gebieden maatregelen te treffen voor de toepassing van besluiten, aanbevelingen en adviezen van deze Raad die een gemeenschappelijk optreden van de lidstaten of optreden van een afzonderlijke lidstaat noodzakelijk zouden kunnen maken.

3. De Raad moet door de lidstaten, ten aanzien van de terreinen die door de ACS-EG-Overeenkomst worden bestreken en die binnen hun bevoegdheid vallen, worden gemachtigd tot het vaststellen van de passende besluiten krachtens de artikelen 96 en 97 van de ACS-EG-Overeenkomst.

4. Bepaald moet worden dat de lidstaten elkaar en de Commissie in kennis stellen van alle verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen en alle onderdelen van verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen die betrekking hebben op in de ACS-EG-Overeenkomst behandelde onderwerpen en tussen een of meer lidstaten en een of meer ACS-staten zijn of zullen worden gesloten.

5. Voorts dient te worden bepaald volgens welke procedures de lidstaten hun eventuele onderlinge geschillen over de ACS-EG-Overeenkomst zullen beslechten,

Besluiten:

Artikel 1

Het gemeenschappelijk standpunt dat de vertegenwoordigers van de Gemeenschap in de ACS-EG-Raad van Ministers en het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs moeten innemen, wanneer deze aangelegenheden behandelen die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, wordt door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld, op voorstel van de Commissie of van een lidstaat, na raadpleging van de Commissie.

Artikel 2

De lidstaten treffen maatregelen voor de toepassing van de besluiten en aanbevelingen van de ACS-EG-Raad van Ministers of het ACS-EG-Comité van Ambassadeurs op de gebieden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen.

Artikel 3

Het standpunt dat de lidstaten innemen ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de artikelen 96 en 97 van de ACS-EG-Overeenkomst, wanneer hiermee aangelegenheden die onder hun bevoegdheid vallen gemoeid zijn, wordt vastgesteld door de Raad overeenkomstig de in de bijlage opgenomen procedure.

Indien de voorgenomen maatregelen betrekking hebben op gebieden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, kan de Raad tevens een besluit nemen op initiatief van een lidstaat.

Artikel 4

Alle verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen en alle onderdelen van verdragen, overeenkomsten, akkoorden en regelingen die betrekking hebben op in de ACS-EG-Overeenkomst behandelde onderwerpen en tussen een of meer lidstaten en een of meer ACS-staten zijn of zullen worden gesloten, worden, ongeacht hun vorm of aard, zo spoedig mogelijk door de betrokken lidstaat of lidstaten ter kennis gebracht van de overige lidstaten en van de Commissie. Over de aldus ter kennis gebrachte tekst wordt op verzoek van een lidstaat of van de Commissie in de Raad beraadslaagd.

Artikel 5

Een lidstaat die het nodig oordeelt van artikel 98 van de ACS-EG-Overeenkomst gebruik te maken op gebieden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, dient vooraf de overige lidstaten en de Commissie te raadplegen.

Indien de ACS-EG-Raad van Ministers zijn standpunt moet bepalen ten aanzien van het optreden van de in de eerste alinea bedoelde lidstaat, is het door de Gemeenschap in te nemen standpunt dat van de betrokken lidstaat, tenzij de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, anders besluiten.

Artikel 6

Geschillen tussen lidstaten in verband met de ACS-EG-Overeenkomst, de daaraan gehechte bijlagen en protocollen, alsmede de voor de toepassing van de genoemde ACS-EG-Overeenkomst getekende interne akkoorden, worden op verzoek van de meest gerede partij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen voorgelegd op de wijze vastgesteld in het Verdrag en in het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie.

Artikel 7

Op voorstel van de Commissie of van een lidstaat na raadpleging van de Commissie, kunnen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, dit akkoord te allen tijde met eenparigheid van stemmen wijzigen.

Artikel 8

Dit akkoord wordt door elke lidstaat goedgekeurd overeenkomstig zijn grondwettelijke voorschriften. De regering van elke lidstaat stelt het secretariaat-generaal van de Raad in kennis van de voltooiing van de procedures die voor de inwerkingtreding van dit akkoord zijn vereist.

Indien aan het bepaalde in de eerste alinea is voldaan, treedt dit akkoord in werking op dezelfde datum als de ACS-EG-Overeenkomst1. Dit akkoord heeft dezelfde geldigheidsduur als de ACS-EG-Overeenkomst.

Artikel 9

Dit akkoord, opgesteld in één exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde de elf teksten gelijkelijk authentiek, wordt nedergelegd in het archief van het secretariaat-generaal van de Raad, dat een voor eensluitend gewaarmerkt afschrift daarvan doet toekomen aan de regeringen van elk van de ondertekenende staten.

GEDAAN te Brussel, de achttiende september tweeduizend.

Het Akkoord is op 18 september 2000 ondertekend voor:

België1

Denemarken

Duitsland

Finland

Frankrijk

Griekenland

Ierland

Italië

Luxemburg

het Koninkrijk der Nederlanden

Oostenrijk

Portugal

Spanje

het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Zweden


Bijlage

1. Indien de Raad, op initiatief van de Commissie of een lidstaat, oordeelt dat een ACS-staat niet heeft voldaan aan een van zijn verplichtingen betreffende een der essentiële elementen bedoeld in artikel 9 van de Partnerschapsovereenkomst, alsmede in ernstige gevallen van corruptie, wordt de desbetreffende ACS-staat uitgenodigd tot overleg overeenkomstig de artikelen 96 en 97 van de Partnerschapsovereenkomst, tenzij er sprake is van een bijzonder dringend geval.

De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Bij dit overleg wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd door het voorzitterschap van de Raad en de Commissie.

2. Indien er bij het verlopen van de termijnen voor het overleg bedoeld in de artikelen 96 en 97 van de ACS-EG-Overeenkomst geen oplossing is gevonden, alsook onmiddellijk in bijzonder dringende gevallen of bij weigering om overleg te voeren, kan de Raad op grond van die artikelen op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid besluiten passende maatregelen te nemen, met inbegrip van gedeeltelijke opschorting. In geval van volledige opschorting van de toepassing van de ACS-EG-Overeenkomst ten aanzien van de betrokken ACS-staat, dient de Raad te besluiten met eenparigheid van stemmen.

Deze maatregelen blijven van kracht tot de Raad door middel van de procedure als bedoeld in de eerste alinea een besluit heeft genomen tot wijziging of tot intrekking van de eerder genomen maatregelen, dan wel in voorkomend geval gedurende de periode die in het besluit is vermeld.

Met dit doel evalueert de Raad de bedoelde maatregelen regelmatig, in ieder geval iedere zes maanden.

Vóór de aldus vastgestelde maatregelen in werking treden, stelt de voorzitter van de Raad de betrokken ACS-staat en de ACS-EG-Raad van Ministers ervan in kennis.

Het besluit van de Raad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Indien de maatregelen met onmiddellijke ingang worden vastgesteld, wordt bij de kennisgeving daarvan aan de ACS-staat en de Raad van Ministers een uitnodiging om overleg te treden gevoegd.

3. Het Europees Parlement wordt onmiddellijk volledig op de hoogte gebracht van elk besluit krachtens punt 1 of punt 2 van deze bijlage.


D. PARLEMENT

Het Akkoord behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Akkoord kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Akkoord zullen ingevolge artikel 8, tweede alinea, in werking treden op dezelfde datum als de in rubriek J hieronder genoemde ACS-EG Overeenkomst van 23 juni 2000, mits aan het in de eerste alinea van datzelfde artikel gestelde is voldaan.

Ingevolge het in rubriek J hieronder genoemde Besluit betreffende de voorlopige toepassing van het onderhavige Akkoord worden de bepalingen van het Akkoord met ingang van 2 augustus 2000 voorlopig toegepast.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Akkoord alleen voor Nederland.

J. GEGEVENS

Van het op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, naar welk Verdrag in de preambule tot het onderhavige Akkoord wordt verwezen, is de Franse tekst geplaast in Trb. 1957, 74 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 91. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 13.

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, naar welk Hof in artikel 6 van het onderhavige Akkoord wordt verwezen, is ingesteld bij Afdeling II van de op 25 maart 1957 te Rome tot stand gekomen Overeenkomst betreffende bepaalde instellingen welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben. Van die Overeenkomst is de Franse tekst geplaatst in Trb. 1957, 76 en de Nederlandse tekst in Trb. 1957, 93. Zie ook Trb. 1957, 251.

Van de op 23 juni 2000 te Contonou tot stand gekomen Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 2001, 57.

Op 18 september 2000 is te Brussel tot stand gekomen een Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de voorlopige toepassing van het intern akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst. Van dat Besluit is de tekst geplaatst in Pb EG L 317 van 15 december 2000, blz. 375 e.v.

Op 28 september 2000 is eveneens te Brussel tot stand gekomen het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn. Van dat Akkoord is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 2001, 59.

In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat het onderhavige Akkoord in Nederland zal zijn bekendgemaakt op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2001

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. VAN AARTSEN


XNoot
1

De datum van inwerkingtreding van de ACS-EG-Overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

XNoot
1

Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

XNoot
1

De Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Portugese, de Spaanse, en de Zweedse tekst zijn niet afgedrukt.

Naar boven