Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1998, 92 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1998, 92 | Verdrag |
Zevende Protocol bij het Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
Straatsburg, 22 november 1984
De tekst van het Protocol is geplaatst in Trb. 1985, 2.
Het Protocol wordt op 1 november 1998 gewijzigd door het in rubriek J hieronder genoemde Protocol nr. 11 bij bovengenoemd Verdrag.
Voor de ondertekeningen zie ook Trb. 1990, 161.
Het Protocol is voorts nog ondertekend voor:
Hongarije | 6 november 1990 |
de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek | 21 februari 1991 |
Polen | 14 september 1992 |
Estland | 14 mei 1993 |
Litouwen | 14 mei 1993 |
Slovenië | 14 mei 1993 |
Bulgarije | 3 november 1993 |
Roemenië | 4 november 1993 |
Rusland | 28 februari 1996 |
Moldavië | 2 mei 1996 |
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië | 14 juni 1996 |
Albanië | 2 oktober 1996 |
Kroatië | 6 november 1996 |
Oekraïne | 19 december 1996 |
Letland | 21 maart 1997 |
Voor de herziene vertaling zie Trb. 1990, 161.
Zie Trb. 1985, 2.
Zie Trb. 1990, 161.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel 8 van het Protocol een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa nedergelegd:
Italië1 | 7 november 1991 |
de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek2 | 18 maart 1992 |
Hongarije | 5 november 1992 |
Roemenië | 20 juni 1994 |
Slovenië | 28 juni 1994 |
Litouwen | 20 juni 1995 |
Estland | 16 april 1996 |
Albanië | 2 oktober 1996 |
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië | 10 april 1997 |
Letland | 27 juni 1997 |
Oekraïne | 11 september 1997 |
Moldavië | 12 september 1997 |
Kroatië | 5 november 1997 |
Zie Trb. 1990, 161.
In overeenstemming met artikel 6, tweede lid, heeft Denemarken de toepassing van het Protocol uitgebreid tot:
de Faeroer1 | 2 september 1994 |
Zie Trb. 1985, 2 en Trb. 1990, 161.
Voor het op 5 mei 1949 te Londen tot stand gekomen Statuut van de Raad van Europa zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 335.
Voor het op 4 november 1950 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden zie ook Trb. 1998, 87.
Op 11 mei 1994 is te Straatsburg tot stand gekomen Protocol nr. 11 bij bovengenoemd Verdrag van 1950, betreffende herstructurering van het bij dat Verdrag ingestelde controle-mechanisme. Protocol nr. 11 zal per 1 november 1998 onder meer het onderhavige Protocol wijzigen. De tekst van Protocol nr. 11 is geplaatst in Trb. 1994, 141 en de vertaling is geplaatst in Trb. 1994, 165; zie ook Trb. 1998, 95.
Verklaringen inzake het individueel klachtrecht en de aanvaarding van de verplichte rechtsmacht van het Hof
Albanië, 2 oktober 1996
“Article 25The Republic of Albania declares that it recognizes the competence of the European Commission of human rights to receive petitions from any person, non-governmental organisation or group of individuals, claiming to be victims of a violation of the rights set forth in the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, as well as in its Additional Protocols No. 1, No. 4 and No. 7, in cases when the violation of the rights guaranteed in these documents has occurred after they have come into force for the Republic of Albania.
Article 46
The Republic of Albania declares that, under the condition of reciprocity, it recognizes the jurisdiction of the European Court of human rights to interpret and apply the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, and its Additional Protocols No. 1, No. 4 and No. 7, in cases when the violation of the rights guaranreed in these documents has occurred after they have come into force for the Republic of Albania.".
Denemarken
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 5 jaar vanaf 5 april 1992 en zijn verlengd voor onbepaalde tijd vanaf 5 april 1997.
De Deense Regering heeft op 2 september 1994 medegedeeld dat de verklaringen mede van toepassing zijn op de Faeroer.
Estland, 16 april 1996“1. In accordance with Article 25, Estonia, for a period of three years after the instruments of ratification are deposited, recognises the competence of the European Commission of human rights to receive petitions addressed to the Secretary General of the Council of Europe from any person, non-governmental organisation or group of individuals claiming to be the victim of a violation by the Republic of Estonia of the rights set forth in this Convention, as well as in Articles 1 to 4 of Protocol No. 4 and Articles 1 to 5 of Protocol No. 7.
2. In accordance with Article 46, Estonia, for a period of three years after the instruments of ratification are deposited, and on the condition of reciprocity by the High Contracting Parties, recognises as compulsory ipso facto and without special agreement the jurisdiction of the European Court of human rights in all matters concerning the interpretation and application of the present Convention as well as Article 1 to 4 of Protocol No. 4 and Articles 1 to 5 of Protocol No. 7.".
Frankrijk
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 5 jaar vanaf 22 september 1994.
Hongarije, 5 november 1992“The Republic of Hungary declares that for a period of five years, which will be tacitly renewed for further periods of five years, unless the Republic of Hungary withdraws its declaration before the expiration of the appropriate term:
a. it recognises in accordance with Article 25 of the Convention, Article 6 of Protocol No. 4 and Article 7 of Protocol No. 7 the competence of the European Commission of human rights to receive petitions from any person, non-governmental organisation or group of individuals claiming to be the victim of a violation of the rights set forth in the Convention and its Protocols, where the facts of the alleged violation of these rights occur after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Hungary;
b. it recognises in accordance with Article 46 of the Convention, Article 6 of Protocol No. 4 and Article 7 of Protocol No. 7 as compulsary ipso facto and without special agreement, on condition of reciprocity, the jurisdiction of the European Court of human rights in all matters concerning the interpretation and application of the Convention and its Protocols and relating to facts occurring after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Hungary.
The above declaration is interpreted by the Government of the Republic of Hungary, that measures taken by the Hungarian Republic for the reparation of the violation of the aforesaid rights which had taken place prior to the entry into force of the Convention and its Protocols shall not be considered as facts of the alleged violation of these rights.".
Italië, 13 december 1996«J'ai l'honneur de déclarer que le Gouvernement italien, conformément aux dispositions du paragraphe 2 de l'article 7 du Protocole n° 7 à la Convention européenne des droits de l'homme, signé à Strasbourg le 22 novembre 1984, reconnaît pour la période entre le 1er janvier 1997 et le 31 décembre 1999 la compétence de la Commission européenne des droits de l'homme à être saisie d'une requête présentée par toute personne physique, toute organisation non-gouvernementale out tout groupe de particuliers, qui, à raison d'un acte, d'une décision, de faits ou d'événements postérieurs à la date du 31 décembre 1996 se prétend victime d'une violation des droits reconnus dans le Protocole n° 7 de la Convention.
J'ai l'honneur de déclarer que le Gouvernement italien, conformément aux dispositions du paragraphe 2 de l'article 7 du Protocole n° 7 à la Convention européenne des droits de l'homme, signé à Strasbourg le 22 novembre 1984, reconnaît pour la période entre le 1er janvier 1997 et le 31 décembre 1999 comme obligatoire de plein droit et sans convention spéciale la juridiction de la Cour européenne des droits de l'homme, sur toutes les affaires concernant l'interprétation et l'application du Protocole n° 7 de la Convention.».
Kroatië, 5 november 19971“The Republic of Croatia recognizes for an indefinite period of time, in accordance with Article 25 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, Article 6 of Protocol No. 4 and Article 7 of Protocol No. 7, the competence of the European Commission of human rights to deal with petitions addressed to the Secretary General of the Council of Europe by any person, non-governmental organization or group of individuals claiming to be the victim of a violation of the rights set forth in the Convention and its Protocols, where the facts of the alleged violation of these rights occur after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Croatia.
The Republic of Croatia recognizes for an indefinite period of time, in accordance with Article 46 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, Article 6 of Protocol No. 4 and Article 7 of Protocol No. 7, as compulsory ipso facto and without special agreement, the jurisdiction of the European Court of human rights in all matters concerning the interpretation and application of the Convention and its Protocols and relating to facts occurring after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Croatia.".
Letland, 27 juni 1997“In accordance with Article 25 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms of 1950, the Republic of Latvia recognises for a period of three years after the instruments of ratification are deposited, the competence of the European Commission of humans rights to receive petitions addressed to the Secretary General of the Council of Europe from any person, non-governmental organisation or group of individuals claiming to be the victim of a violation by the Republic of Latvia of the rights set forth in this Convention, as well as in Articles 1 to 4 of Protocol No. 4 and Articles 1 to 5 of Protocol No. 7.
In accordance with Article 46 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms of 1950, the Republic of Latvia recognises for a period of three years after the instruments of ratification are deposited, and on the condition of reciprocity by the High Contracting Parties, as compulsory ipso facto and without special agreement the jurisdiction of the European Court of human rights in all matters concerning the interpretation and application of the present Convention as well as Articles 1 to 4 of Protocol No. 4 and Articles 1 to 5 of Protocol No. 7.".
Litouwen, 20 juni 1995“Article 25: The Republic of Lithuania declares that for the period of three years it recognizes the competence of the Commission to receive petitions from any person.
Article 46: The Republic of Lithuania declares that for the period of three years it recognizes as compulsory, ipso facto, jurisdiction of the Court in all matters concerning the interpretation and application of the Convention.
The Declarations of the Republic of Lithuania in respect of Articles 25 and 46 of the Convention shall also apply to the Fourth and Seventh Protocols of the Convention.".
Luxemburg
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 5 jaar vanaf 28 april 1991 en wederom voor 5 jaar vanaf 28 april 1996.
De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 10 april 1997“The Republic of Macedonia does hereby declare that in the period from January 1, 1998 to the day of entry into force of Protocol No. 11 to the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, restructuring the control machinery established thereby, it recognises the competence of the European Commission of human rights, in accordance with Article 25 of the Convention, to receive petitions from any person, non-governmental organisation or group of individuals claiming to be the victim of a violation of the rights set forth in the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, in Articles 1 to 4 of Protocol No. 4 and in Articles 1 to 5 of Protocol No. 7, in cases where the violation of the rights guaranteed in these instruments occurred after these instruments came into force for the Republic of Macedonia.
The Republic of Macedonia does hereby declare that in the period from January 1, 1998 to the day of entry into force of Protocol No. 11 to the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, restructuring the control machinery established thereby, on condition of reciprocity, it recognises as compulsory ipso facto the jurisdiction of the European Court of human rights, in accordance with Article 46 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, to interpret and apply the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, in Articles 1 to 4 of Protocol No. 4 and Articles 1 to 5 of Protocol No. 7, in cases where the violation of the rights guaranteed in these instruments occurred after these instruments came into force for the Republic of Macedonia.".
Moldavië, 12 september 1997“Conformément aux articles 25 et 46 de la Convention de sauvegarde des Droits de l'Homme et Libertés fondamentales, la République de Moldova reconnaît le droit de recours individuel devant la Commission européenne des droits de l'homme et la juridiction de la Cour européenne des droits de l'homme, de plein droit et sans convention spéciale, sous condition de réciprocité des Hautes Parties Contractantes pour toute affaire concernant l'interprétation et l'application de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, de même que des Protocoles N 4 et N 7 pour les affaires dans lesquelles la violation des droits garantis par ces instruments est commise après leur entrée en vigueur pour la République de Moldova.".
Noorwegen
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 5 jaar vanaf 29 juni 1992 en wederom voor 5 jaar vanaf 29 juni 1997.
Oekraïne, 11 september 1997“Ukraine recognises without reservations on its territory the validity of Arti- cle 25 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms of 1950 in regard to the recognition of the competence of the European Commission of human rights to receive petitions from any person, non-governmental organisation or group of individuals addressed to the Secretary General of the Council of Europe concerning the violation by Ukraine of the rights set forth in the Convention; and of Article 46 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms of 1950 in regard to the recognition of the jurisdiction of the European Court of human rights, as compulsory ipso facto without special agreement, in all matters concerning the interpretation and application of the Convention.
Ukraine recognises without reservations on its territory the validity of Arti- cles 25 and 46 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms of 1950 in regard to the Protocols Nos. 4 and 7 thereto.".
Oostenrijk
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 3 jaar vanaf 3 september 1991, wederom voor 3 jaar vanaf 3 september 1994 en tenslotte vanaf 3 september 1997 tot de inwerkingtreding van het in rubriek J genoemde Protocol nr. 11.
Roemenië, 20 juni 1994J'ai l'honneur de déclarer, au nom de mon Gouvernement, que la Roumanie, conformément à l'article 25 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, reconnaît la compétence de la Commission européenne des droits de l'homme à être saisie d'une requête par toute personne physique, toute organisation non-gouvernementale ou tout groupe de particuliers qui se prétend victime d'une violation par la Roumanie des droits contenus dans la Convention européenne des droits de l'homme ainsi que dans le Protocole no 4 reconnaissant certains droits et libertés autres que ceux figurant dans la Convention et dans le premier Protocole additionnel à la Convention, Strasbourg, 16 septembre 1963, et dans le Protocole no 7, Strasbourg, 22 novembre 1984, relatif aux affaires issues des violations des droits garantis par ces textes intervenant après leur entrée en vigueur pour la Roumanie.
J'ai l'honneur de déclarer, au nom de mon Gouvernement, que la Roumanie, conformément à l'article 46 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, reconnaît comme obligatoire et de plein droit et sans convention spéciale, la juridiction de la Cour européenne des droits de l'homme, en ce qui concerne les droits contenus dans la Convention européenne des droits de l'homme ainsi que dans le Protocole no. 4 reconnaissant certains droits et libertés autres que ceux figurant dans la Convention et dans le premier Protocole additionnel à la Convention, Strasbourg, 16 septembre 1963, et dans le Protocole no 7, Strasbourg, 22 novembre 1984, relatif aux affaires issues des violations des droits garantis par ces textes intervenant après leur entrée en vigueur pour la Roumanie.
San Marino
De verklaringen met betrekking tot de artikelen 25 en 46 van het Verdrag zijn verlengd voor 3 jaar vanaf 22 maart 1992 en wederom voor 3 jaar vanaf 22 maart 1995.
Slovenië, 28 juni 1994“The Republic of Slovenia declares that it recognizes for an indefinite period of time, in accordance with Article 25 of the Convention for the protection of human rights and fundamental freedoms, Article 6 of Protocol N° 4 and Article 7 of Protocol N° 7, the competence of the European Commission of human rights to deal with petitions addressed to the Secretary General of the Council of Europe by any person, non-governmental organisation or group of individuals claiming to be the victim of violation of the rights set forth in the Convention and its Protocols, where the facts of the alleged violation of these rights occur after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Slovenia.
The Republic of Slovenia declares that it recognizes for an indefinite period of time, in accordance with Article 46 of the Convention for the Protection of human rights and fundamental freedoms, Article 6 of Protocol N° 4 and Article 7 of Protocol N° 7, as compulsory ipso facto and without special agreement, on condition of reciprocity, the jurisdiction of the European Court of human rights in all matters concerning the interpretation and application of the Convention and its Protocols and relating to facts occurring after the Convention and its Protocols have come into force in respect of the Republic of Slovenia.".
IJsland
De verklaring met betrekking tot artikel 46 van het Verdrag is verlengd voor onbepaalde tijd vanaf 2 september 1994.
Zweden
De verklaring met betrekking tot artikel 46 van het Verdrag is verlengd voor 5 jaar vanaf 13 mei 1991 en is verlengd voor onbepaalde tijd vanaf 13 mei 1996.
Zwitserland
De verklaring met betrekking tot artikel 25 van het Verdrag is verlengd voor 3 jaar vanaf 28 november 1992 en wederom voor 3 jaar vanaf 28 november 1995.
Onder de volgende verklaring:
«La République italienne déclare que les articles 2 à 4 du Protocole ne s'appliquent qu'aux infractions, aux procédures et aux décisions qualifiées pénales par la loi italienne.».
Op 30 juni 1993 is door het Comité van Ministers van de Raad van Europa besloten dat Tsjechië en Slowakije dienen te worden beschouwd, vanaf 1 januari 1993, als partij bij het Zevende Protocol.
Tsjechië heeft het bovenstaande nog eens bevestigd op 2 augustus 1993.
Slowakije heeft het bovenstaande nog eens bevestigd op 6 april 1994.
Onder hetzelfde voorbehoud met betrekking tot artikel 2, eerste lid, als gemaakt door Denemarken (zie Trb. 1990, 161, blz. 7).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1998-92.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.