Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 214 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 1996, 214 | Verdrag |
Internationaal Verdrag inzake optreden in volle zee bij ongevallen die verontreiniging door olie kunnen veroorzaken, met Bijlage;
Brussel, 29 november 1969
De tekst van het Verdrag, met Bijlage, is geplaatst in Trb. 1970, 197. Voor de ondertekeningen zie ook Trb. 1971, 78.
Zie Trb. 1970, 197 en Trb. 1971, 78.
Zie Trb. 1975, 122.
Zie Trb. 1971, 78, Trb. 1975, 122 en Trb. 1980, 101.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel X, eerste lid, juncto artikel IX, tweede lid, letter b, van het Verdrag een akte van bekrachtiging of aanvaarding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie c.q. de Internationale Maritieme Organisatie:
IJsland | 17 juli 1980 |
Ierland | 21 augustus 1980 |
Australië1 | 7 november 1983 |
Kameroen | 14 mei 1984 |
Zwitserland | 15 december 1987 |
Ivoorkust | 8 januari 1988 |
Zie Trb. 1975, 1221 en Trb. 1980, 1012.
Behalve de aldaar genoemde hebben nog de volgende Staten in overeenstemming met artikel X, eerste lid, juncto artikel IX, tweede lid, letter c, van het Verdrag een akte van toetreding nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie c.q. de Internationale Maritieme Organisatie:
Papoea-Nieuw-Guinea | 12 maart 1980 |
Koeweit | 2 april 1981 |
Bangladesh | 6 november 1981 |
Gabon | 21 januari 1982 |
Sri Lanka | 12 april 1983 |
Bulgarije3 | 2 november 1983 |
de Verenigde Arabische Emiraten | 15 december 1983 |
Oman | 24 januari 1985 |
Benin | 1 november 1985 |
Zuid-Afrika | 1 juli 1986 |
Argentinië4 | 21 april 1987 |
Qatar | 2 juni 1988 |
Egypte | 3 februari 1989 |
China | 23 februari 1990 |
Djibouti | 1 maart 1990 |
Vanuatu | 14 september 1992 |
Barbados | 6 mei 1994 |
Nicaragua | 15 november 1994 |
Pakistan | 13 januari 1995 |
Chili | 28 februari 1995 |
Georgië | 25 augustus 1995 |
de Marshalleilanden | 16 oktober 1995 |
Tonga | 1 februari 1996 |
Equatoriaal-Guinea | 24 april 1996 |
Verklaring van voortgezette gebondenheid
De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan de bepalingen van het Verdrag:
Kroatië | 27 juli 1992 |
Slovenië | 12 november 1992 |
Oekraïne | 3 januari 1994 |
Zie Trb. 1975, 122.
Zie Trb. 1975, 122.
In overeenstemming met artikel XIII, eerste lid, van het Verdrag is het Verdrag door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland toepasselijk verklaard op:
de Bermuda-eilanden | 19 september 1980 (m.i.v. 1 december 1980) |
Anguilla
het Britse Zuidpoolgebied1
de Britse Maagdeneilanden
de Caymaneilanden
de Falklandeilanden met onderhorigheden1
Montserrat 8 september 1982
het eiland Pitcairn, Henderson, Ducie en (m.i.v. 8 september 1982)
de Oeno-eilanden
Sint-Helena met onderhorigheden
de Turks- en Caicoseilanden
de soevereine bases Akrotiri en Dhekalia
op het eiland Cyprus }
het eiland Man | 27 juni 1995 (m.i.v. 27 juni 1995) |
Zie Trb. 1970, 197, Trb. 1971, 78, Trb. 1975, 122 en Trb. 1980, 101.
Voor het op 18 oktober 1907 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag voor de vreedzame beslechting van internationale geschillen zie ook Trb. 1981, 69.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest der Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.
Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Statuut van het Internationale Gerechtshof zie ook, laatstelijk, Trb. 1987, 114.
Voor het op 6 maart 1948 te Genève tot stand gekomen Verdrag nopens de Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (vanaf mei 1982 geheten: Internationale Maritieme Organisatie) zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 44.
Voor het op 26 oktober 1956 te New York tot stand gekomen Statuut van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie zie ook, laatstelijk, Trb. 1990, 51.
Voor het op 29 november 1969 te Brussel tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie zie ook, laatstelijk, Trb. 1996, 191.
Van het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Protocol inzake het optreden in volle zee in gevallen van verontreiniging door andere stoffen dan olie zijn de Engelse en de Franse tekst alsmede de vertaling geplaatst in Trb. 1977, 162; zie ook, laatstelijk, Trb. 1992, 190.
Onder de volgende verklaring:
“Australia recalls the statement made by the Australian Delegation to the International Conference on Marine Pollution, 1973, which was in the following terms:
... Australia believes that no coastal State would refrain from taking whatever action was necessary to protect areas under its jurisdiction from serious environmental damage and it believes that this right of a coastal State to intervene on the high seas to protect areas under its jurisdiction is recognised under customary international law.
In becoming a party to the Convention, Australia declares that it believes that it may still take action to protect areas and resources under its jurisdiction which is permitted under customary international law and which is consistent with the Convention."
De toetreding door de Sovjet-Unie is per 26 december 1991 voortgezet door de Russische Federatie.
Op 3 oktober 1990 is de Duitse Democratische Republiek toegetreden tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Onder de volgende verklaring:
“The People's Republic of Bulgaria considers that:
a) The provisions of article 9, paragraph 2 of the Convention which restrict the opportunity for certain States to become party to the Convention have discriminatory character and they are contrary to the generally recognized principle of the Sovereign equality of States.
b) The provisions of article 13 of the Convention are not in accordance with the UN Declaration on the Granting of Independence to Colonial Countries and Peoples (Resolution 1514/XV/December 14, 1960) which proclaims the necessity of bringing to a speedy and unconditional end colonialism in all its forms and manifestations."(vertaling)
Onder het volgende voorbehoud:
“The Argentine Government rejects the extension of the application of the International Convention relating to Intervention on the High Seas in Cases of Oil Pollution Casualties, 1969, done at Brussels on 29 November 1969, to the Malvinas Islands, South Georgia and South Sandwich Islands, notified by the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland to the Secretary-General of the International Maritime Organization (IMO) on 9 September 1982, and reaffirms the rights of sovereignty of the Argentine Republic over the Malvinas Islands, South Georgia and South Sandwich Islands which form part of its national territory.
The General Assembly of the United Nations has adopted resolutions 2065(XX), 3160(XXVIII), 31/49, 37/9, 38/12, 39/6, 40/21 and 41/40 which recognize the existence of a sovereignty dispute over sovereignty relating to the archipelago, urging the Argentine Republic and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland to negotiate in order to find, as soon as possible, a peaceful and definitive solution to the dispute through the good offices of the Secretary-General of the United Nations who is to report to the General Assembly on the progress made.
The Argentine Government also rejects the extension of the Convention to the so-called "British Antarctic Territory" and reaffirms the rights of the Republic over the Argentine Antarctic Sector including those rights relating to its sovereignty or corresponding maritime jurisdiction. It also recalls the safeguards concerning claims to territorial sovereignty in Antarctica provided in article IV of the Antarctic Treaty signed at Washington on 1 December 1959 to which the Argentine Republic and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland are Parties.
Similarly, the Argentine Republic reserves the right to take measures in the maritime areas under its sovereignty and to submit to its jurisdiction and courts any incidents occurring in the said zone." (vertaling)
Naar aanleiding van het bovenstaande is door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland op 4 augustus 1987 een soortgelijke mededeling gedaan als is afgedrukt in rubriek H hieronder.
De Regering van Argentinië heeft op 12 augustus 1986 de volgende mededeling gedaan:
“... the Argentine Government rejects the extension made by the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland of the application to the Malvinas Islands, South Georgia and South Sandwich Islands of the ... International Convention relating to Intervention on the High Seas in Cases of Oil Pollution Casualties ... and reaffirms the rights of sovereignty of the Argentine Republic over those archipelagos which form part of its national territory.
The General Assembly of the United Nations has adopted resolutions 2065(XX), 3160(XXVIII), 31/49, 37/9, 38/12 and 39/6 which recognize the existence of a sovereignty dispute relating to the question of the Malvinas Islands, urging the Argentine Republic and the United Kingdom to resume negotiations in order to find, as soon as possible, a peaceful and definitive solution to the dispute through the good offices of the Secretary-General of the United Nations who is requested to inform the General Assembly on the progress made. Similarly, the General Assembly of the United Nations at its fortieth session adopted resolution 40/21 of 27 November 1985 which again urges both parties to resume the said negotiations.
... the Argentine Government also rejects the extension of its application to the so-called “British Antarctic Territory" made by the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and, with respect to such extension and to any other declaration that may be made, reaffirms the rights of the Republic over the Argentine Antarctic Sector between longitude 25° and 74° west and latitude 60° south, including those rights relating to its sovereignty or corresponding maritime jurisdiction. It also recalls the safeguards concerning claims to territorial sovereignty in Antarctica provided in article IV of the Antarctic Treaty signed at Washington on 1 December 1959 to which the Argentine Republic and the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland are Parties." (vertaling)
Hierop heeft de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland op 2 oktober 1986 het volgende medegedeeld:
“The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland cannot accept the statement made by the Argentine Republic as regards the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands. The Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland have no doubt as to the United Kingdom sovereignty over the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands and, accordingly, their right to extend the application of the Treaties to the Falkland Islands and South Georgia and the South Sandwich Islands.
Equally, while noting the Argentine reference to the provisions of Article IV of the Antarctic Treaty signed at Washington on 1 December 1959, the Government of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland have no doubt as to the sovereignty of the United Kingdom over the British Antarctic Territory, and to the right to extend the application of the Treaties in question to that Territory."
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-1996-214.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.