A. TITEL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, enerzijds, en de Republiek Irak, anderzijds, inzake de afschaffing van het visumrecht;

Bagdad, 4 mei 1970

B. TEKST

De Nederlandse en de Franse tekst van de Overeenkomst zijn geplaatst in Trb. 1970, 75.

D. PARLEMENT

Zie Trb. 1970, 75.

De onderhavige Overeenkomst is in overeenstemming met artikel 60, tweede lid, van de Grondwet en artikel 24, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen bij brieven van 11 augustus 1970 (Bijl. Hand. II 1969/70 – 10 768 (R 745), nr. 1).

G. INWERKINGTREDING

Zie Trb. 1970, 75.

De bepalingen van de Overeenkomst zijn op 1 september 1995 buiten werking getreden.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is de Overeenkomst voor het gehele Koninkrijk buiten werking getreden.

H. TOEPASSELIJKVERKLARING

Zie Trb. 1970, 75.

I. OPZEGGING

De Overeenkomst is in overeenstemming met artikel 4, tweede alinea, opgezegd door de Benelux-landen bij nota van 17 augustus 1995 per 1 september 1995.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1970, 75.

Voor de op 11 april 1960 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg betreffende de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied zie ook, laatstelijk, Trb. 1984, 111.

De onderhavige Overeenkomst is in overeenstemming met artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties op 1 juli 1970 geregistreerd bij het Secretariaat van de Verenigde Naties onder nr. 10579. De tekst van de Overeenkomst is afgedrukt in „Recueil des Traités" van de Verenigde Naties, deel 737, blz. 4 e.v.

Uitgegeven de zestiende oktober 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven