A. TITEL

Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart;

Montreal, 24 februari 1988

B. TEKST

De Engelse en de Franse tekst van het Protocol zijn geplaatst in Trb. 1988, 88.

Het Protocol is nog, in overeenstemming met artikel IV, ondertekend voor:

 te Londente Montreal*te Moskoute Washington
België 15- 3-1989   
Congo  13- 4-1989  
de Filipijnen   25- 1-1989
Finland  16-11-1988 
Gabon 20- 9-1988   
Griekenland 18- 4-1988  
Ierland29- 7-1988    
Jordanië30- 9-1988    
Kameroen23-11-1988   
Luxemburg18- 5-198918- 5-198918- 5-1989  
Marokko 8- 7-1988   
de Marshalleilanden 23- 6-1988   
Mauritius   28- 6-1989
Nieuw-Zeeland 11- 4-1989   
Noord-Korea  11- 4-1989  
Oostenrijk 5- 7-1989 5- 7-1989 5- 7-1989  
Saint Vincent en de Grenadines  1-12-1988   
Spanje 2- 3-1989   
Sri Lanka28-10-1988    
Togo 24-10-1988  
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland26-10-1988   

* Ondertekening is in Montreal of bij een van de andere depositarissen geschied.

C. VERTALING

Zie Trb. 1988, 88.

D. PARLEMENT

De artikelen 1 en 2 van de Rijkswet van 30 maart 1995 (Stb.194) luiden als volgt:

„Artikel 1

Het op 24 februari 1988 te Montreal tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, waarvan de tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in het Tractatenblad 1988, nr. 88, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde protocol voor het gehele Koninkrijk het volgende voorbehoud wordt gemaakt:

De regering van het Koninkrijk der Nederlanden verklaart met betrekking tot het bepaalde in artikel III van het protocol dat zij slechts gehouden zal zijn tot de in artikel III neergelegde verplichting tot uitoefening van rechtsmacht, nadat het Koninkrijk van de partij op wier grondgebied het strafbare feit is gepleegd, een verzoek tot uitlevering heeft ontvangen en afgewezen."

Deze Rijkswet is gecontrasigneerd door de Minister van Justitie W. SORGDRAGER, de Minister van Buitenlandse Zaken H. A. F. M. O. VAN MIERLO en de Minister van Verkeer en Waterstaat A. JORRITSMA-LEBBINK.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal Kamerstukken II 1992/93, 1993/94, 23 228 (R 1475); Handelingen II 1994/95, blz. 3359; Kamerstukken I 1994/95, nr. 228; Handelingen I 1994/95, zie vergadering d.d. 28 maart 1995.

E. BEKRACHTIGING

De volgende Staten hebben in overeenstemming met artikel V, eerste lid, van het Protocol een akte van bekrachtiging nedergelegd:

 te Londente Montreal**te Moskoute Washington
Argentinië12- 2-199212- 2-199212- 2-1992  
de Bondsrepubliek Duitsland25- 4-199425- 4-199425- 4-1994  
Bulgarije 26- 3-1991   
Canada  2- 8-1993  
Chili 15- 8-1989   
Denemarken 23-11-19891)  
de Duitse Democratische Republiek2)  31- 1-1989  
Frankrijk  6- 9-1989   
Griekenland 25- 4-1991   
Hongarije   7- 9-1988  
Ierland25- 7-1991    
Israël  2- 4-1993   
Italië 13- 3-1990   
Joegoslavië21-12-1989    
Jordanië18- 9-1992    
Koeweit 8- 3-19893)    
Korea(Zuid-) 27- 6-1990   
de Marshalleilanden 30- 5-1989   
Mauritius   17- 8-1989
Mexico 11-10-1990   
het Koninkrijk der Neder- landen (voor Nederland)11- 7-19954) 11- 7-19954)11- 7-19954)
Noorwegen 29- 5-1990   
Oostenrijk28-12-1989 28-12-198928-12-1989
Peru 7- 6-1989    
Saint Vincent en de Grenadines29-11-1991   
Spanje    8- 5-1991
Saudi-Arabië 21- 2-1989   
de Sovjet-Unie  31- 3-1989  
Togo   9- 2-1990
Turkije  7- 7-1989   
de Verenigde Arabische Emiraten    9- 3-1989
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland15-11-19905)   
de Verenigde Staten van Amerika18-11-1994 21-11-199419-10-1994
Wit-Rusland  1- 5-1989   
IJsland  9- 5-1990  
Zweden 26- 7-1990   
Zwitserland  9-10-1990  

** De akte is nedergelegd in Montreal of bij een van de andere depositarissen.

1) Onder de volgende verklaring:

“Until later decision, the Protocol will not be applied to the Faroe Islands." Bovenstaande verklaring is met ingang van 1 oktober 1994 ingetrokken.

2) Op 3 oktober 1990 is de Duitse Democratische Republiek toegetreden tot de Bondsrepubliek Duitsland.

3) Onder de volgende verklaring:

“It is understood that the ratification of this Protocol does not mean in any way a recognition of Israel by the Government of the State of Kuwait. Furthermore, no treaty relations will arise between the State of Kuwait and Israel."

4) Onder bevestiging van de bij de ondertekening van het Protocol afgelegde verklaring.

5) Onder de verklaring dat “until consultations with various territories under the territorial sovereignty of the United Kingdom were completed, the Protocol would apply in respect of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland only. Consultations with the territories are in hand and are expected to be completed by the end of 1991."

F. TOETREDING

De volgende Staten hebben in overeenstemming met artikel VII, derde lid, van het Protocol een akte van toetreding nedergelegd:

 te Londente Montreal**te Moskoute Washington
Australië 23-10-1990   
de Centraalafrikaanse Republiek  1- 7-1991   
Estland10- 1-1994 22-12-1993 
Fiji 21- 9-1992   
Guatemala   11-10-1994
India 22- 3-1995   
Irak  31- 1-1990  
Kazachstan 18- 5-1995   
Mali 31-10-1990   
Malta14- 6-1991    
Monaco 22-12-1993  
Oeganda 17- 3-1994   
Oezbekistan   7- 2-1994  
Oman27-11-1992    
Saint Lucia 11- 6-1990  
Tunesië  7- 6-1994  

** De akte is nedergelegd in Montreal of bij een van de andere depositarissen.

Verklaring van voortgezette gebondenheid

De volgende Staten hebben verklaard zich gebonden te achten aan het Protocol:

 te Londente Montrealte Moskoute Washington
Bosnië-Herzegowina   22- 7-1994
Kroatië    8-10-1991
Slovenië27- 5-1992  20- 8-1992
Slowakije 20- 3-1995   
de Tsjechische Republiek 25- 3-1993   
De Voormalige Joegoslavi- sche Republiek Mace- donië   4- 1-1995 

G. INWERKINGTREDING

Ingevolge artikel VI, eerste lid, zijn de bepalingen van het Protocol op 6 augustus 1989 in werking getreden voor de Duitse Democratische Republiek, Hongarije, Koeweit, de Marshalleilanden, Peru, Saudi-Arabië, de Sovjet-Unie, Turkije, de Verenigde Arabische Emiraten en Wit-Rusland.

Voor Staten die na deze datum een akte van bekrachtiging of een akte van toetreding nederleggen, treedt het Protocol in overeenstemming met artikel VI, eerste lid, respectievelijk artikel VII, derde lid, in werking op de dertigste dag na nederlegging van de akte van bekrachtiging of toetreding.

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is het Protocol op 10 augustus 1995 voor Nederland in werking getreden.

J. GEGEVENS

Zie Trb. 1988, 88.

Voor het op 26 juni 1945 te San Francisco tot stand gekomen Handvest van de Verenigde Naties zie ook, laatstelijk, Trb. 1994, 277.

Voor het op 23 september 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart zie ook Trb. 1995, 205.

Uitgegeven de vierde oktober 1995

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. VAN MIERLO

Naar boven