Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 juli 2023, nr. WJZ/ 27530373, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met herziene EU staatssteunkaders

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 4 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1. wordt als volgt gewijzigd:

1. In de begripsomschrijving van afzet van landbouwproducten wordt ‘artikel 2, onderdeel 7’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 35’ en ‘deel i, paragraaf 2.4, onderdeel 35, onder 12’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 33, onder 38’.

2. In de begripsomschrijving van daadwerkelijke samenwerking wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel h’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder h’.

3. De begripsbepaling energie uit hernieuwbare energiebronnen komt te luiden:

energie uit hernieuwbare energiebronnen:

energie uit hernieuwbare bronnen als bedoeld in artikel 2, onderdeel 109, van de algemene groepsvrijstellingsverordening, en paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 35, van het klimaat, milieu- en energiesteunkader;

4. In de begripsomschrijving van energie-efficiëntie wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 2’ vervangen door ‘paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 31’ en ‘milieu- en energiesteunkader’ vervangen door ‘klimaat, milieu- en energiesteunkader’.

5. In de begripsomschrijving van experimentele ontwikkeling wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel j’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder k’.

6. In de begripsomschrijving van fundamenteel onderzoek wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel m’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder n’.

7. In de begripsomschrijving van haalbaarheidsstudie wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel k’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder l’.

8. De begripsbepaling hernieuwbare energiebronnen komt te luiden:

hernieuwbare energiebronnen:

hernieuwbare energie als bedoeld in paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 69 van het klimaat, milieu- en energiesteunkader.

9. In de begripsomschrijving van hooggekwalificeerd personeel wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel o’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder p’.

10. In de begripsomschrijving van industrieel onderzoek wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel q’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder r’.

11. In de begripsomschrijving van innovatieadviesdiensten wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel r’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder s’.

12. In de alfabetische volgorde wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

klimaat, milieu- en energiesteunkader:

Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 nr. 2022/C 80/01 (PbEU 2022, C 80);

13. De begripsbepaling milieu- en energiesteunkader vervalt.

14. In de begripsomschrijving van O&O&I-steunkader wordt ‘nr. 2014/C 198/01 (PbEU 2014, C 198)’ vervangen door ‘nr. 2022/C 414/01 (PbEU 2022, C 414)’.

15. In de begripsomschrijving van primaire landbouwproductie wordt ‘artikel 2, onderdeel 5’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 44’ en ‘deel i, paragraaf 2.4, onderdeel 35, onder 10’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 33, onder 46’.

16. In de begripsomschrijving van Unienorm wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 3, van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014–2020 (PbEU 2014, C200)’ vervangen door ‘paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 89, van het klimaat, milieu- en energiesteunkader’.

17. In de begripsomschrijving van verwerking van landbouwproducten wordt ‘artikel 2, onderdeel 6’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 45’ en ‘deel i, paragraaf 2.4, onderdeel 35, onder 11’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 2.4, onderdeel 33, onder 47’.

B

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘deel i, paragraaf 3.5, onderdeel 85’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 3.2, onderdeel 87’.

b. In onderdeel b wordt ‘artikel 7, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 7, vijfde lid’ en ‘deel i, paragraaf 3.5, onderdeel 88’ door ‘deel I, paragraaf 3.2, onderdelen 90 en 91’.

c. In onderdeel c wordt ‘artikel 7, vijfde lid’ vervangen door ‘artikel 7, zesde lid’ en ‘deel i, paragraaf 3.5, onderdeel 89’ door ‘deel I, paragraaf 3.2.3, onderdeel 92’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In het aanhef wordt ‘milieu- en energiesteunkader’ vervangen door ‘klimaat, milieu- en energiesteunkader’.

b. In onderdelen a en b worden ‘paragraaf 1.3, onderdeel 15, onder c’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 16, onder c’ en ‘paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 20, van het milieu- en energiesteunkader’ vervangen door ‘paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 2, van het klimaat, milieu- en energiesteunkader’.

C

Artikel 1.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘artikel 9, tweede lid, onderdelen a en b,’ vervangen door ‘artikel 9, eerste lid, onderdelen a en b’.

b. In onderdeel b wordt ‘artikel 9, tweede lid, onderdeel c’ vervangen door ‘artikel 9, eerste lid, onderdeel c’, ‘€ 60.000’ door ‘€ 10.000’ en ‘€ 500.000’ door ‘€ 100.000’.

2. In het vierde lid wordt ‘paragraaf 4.7, onderdeel 119’ vervangen door ‘paragraaf 3.2.4, onderdeel 100’ en ‘€ 500.000’ vervangen door ‘€ 100.000’.

3. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder a en b’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 3.2.4, onderdeel 112, onder a en b’.

b. In onderdeel b wordt ‘deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder c’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 3.2.4, onderdeel 112, onder c’, ‘€ 60.000’ vervangen door ‘€ 10.000’ en ‘€ 500.000’ vervangen door ‘€ 100.000’.

4. In het zesde lid wordt ‘milieu- en energiesteunkader’ vervangen door ‘klimaat, milieu- en energiesteunkader’ en ‘paragraaf 5.2.7, onderdeel 104, van het milieu- en energiesteunkader’ vervangen door ‘paragraaf 3.2.1.4, onderdeel 58, van het klimaat, milieu- en energiesteunkader’ en ‘€ 500.000’ vervangen door ‘€ 100.000’.

D

In de begripsomschrijving van jonge landbouwer in artikel 2.2.1 wordt ‘artikel 2, onderdeel 34’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 61’.

E

In artikel 2.2.17 wordt ‘artikel 31, zesde lid’ vervangen door ‘artikel 38, zevende lid’.

F

Artikel 2.2.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘artikel 31, derde lid’ vervangen door ‘artikel 38, derde lid’.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 31, vierde lid’ vervangen door ‘artikel 38, vierde lid’.

G

In artikel 2.2.20 wordt ‘artikel 31’ vervangen door ‘artikel 38’.

H

Artikel 2.2.24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘artikel 14, derde lid, onderdelen a, b en d’ vervangen door ‘artikel 14, derde lid, onderdelen a, b, e, f en g’.

2. In onderdeel c wordt ‘artikel 14, elfde lid’ vervangen door ‘artikel 14, tiende lid’.

I

Artikel 2.2.32, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘artikel 14, derde lid, onderdelen a, b en d’ vervangen door ‘artikel 14, derde lid, onderdelen a, b, e, f en g’.

2. In onderdeel c wordt ‘artikel 14, elfde lid’ vervangen door ‘artikel 14, tiende lid’.

J

In artikel 2.3.3, eerste lid, wordt ‘punt 143, onder a en b’ vervangen door ‘deel II, paragraaf 1.1.1.1, onderdeel 152, onder a en b’.

K

In artikel 2.3.4, eerste lid, wordt ‘punt 71’ vervangen door ‘deel I, paragraaf 3.1.2, onderdeel 51’.

L

In artikel 2.4.24, eerste lid, onderdeel b wordt ‘artikel 2, onderdeel (2)’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 52’.

M

Artikel 2.15.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘artikel 14, derde lid, onderdeel d’ vervangen door ‘artikel 14, derde lid, onderdelen e, f en g’.

2. In onderdeel c wordt ‘artikel 14, elfde lid’ vervangen door ‘artikel 14, tiende lid’.

N

In artikel 3.2.4, onderdeel a, wordt ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 28, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 29’ vervangen door ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 29, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 30’.

O

In artikel 3.2.5, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 28, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 29, van de O&O&I-kaderregeling’ vervangen door ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 29, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 30, van het O&O&I-steunkader’.

P

In artikel 3.2.11, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘paragraaf 2.2.2, nummer 28, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 29, van de O&O&I-kaderregeling’ vervangen door ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 29, onder b, c of d in samenhang met onderdeel 30, van het O&O&I-steunkader’.

Q

In de begripsomschrijving van kennisoverdracht in artikel 3.22.1 wordt ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 15, onder v’ vervangen door ‘paragraaf 2.2.2, onderdeel 16, onder w’.

R

Artikel 3.22.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel 19’ vervangen door ‘paragraaf 1.3, onderdeel 20’.

2. In het zevende lid wordt ‘onderdeel 29’ vervangen door ‘onderdeel 30’.

S

In de begripsomschrijving van onderzoeksorganisatie in artikel 3.27.1 en 4.1.1 wordt ‘onderdeel ee’ vervangen door ‘onderdeel 16, onder ff’.

T

In de begripsomschrijving van milieubescherming in artikel 4.1.1 wordt ‘paragraaf 1.3, onderdeel 19, onder 1’ vervangen door ‘paragraaf 2.4, onderdeel 19, onder 39’.

ARTIKEL II

De Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

De begripsbepaling visserijvrijstellingsverordening in artikel 2.1a komt te luiden:

visserijvrijstellingsverordening:

Verordening (EU) 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327).

B

Artikel 2.11, tweede lid, onderdeel g, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1° wordt ‘artikel 1, derde lid, aanhef en onderdeel e’ vervangen door ‘artikel 1, vijfde lid, aanhef’ en ‘artikel 1, vijfde lid, aanhef en onderdeel a’ vervangen door ‘artikel 1, vierde lid, aanhef en onderdeel a’.

2. In subonderdeel 2° wordt ‘artikel 3, aanhef en onderdeel 5’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 29’ en ‘artikel 2, aanhef en onderdeel 14’ vervangen door ‘artikel 2, onderdeel 59’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 juli 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Aanleiding en inhoud

Een aantal Europese steunkaders die de Europese Commissie, gelet op de artikelen 42, 106, derde lid, 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op het gebied van staatsteun heeft vastgesteld zijn herzien. Op 14 december 2022 heeft de Commissie herziene staatssteunregels vastgesteld op het gebied van landbouw en visserij. Deze zijn per 1 januari 2023 inwerking getreden. Daarnaast zijn ook het O&O&I-steunkader1 en het milieu- en energiesteunkader2 herzien. Deze zijn respectievelijk op 19 oktober 2022 en 27 januari 2022 in werking getreden.

Vanaf het moment van inwerkingtreden moeten de nieuwe steunkaders worden toegepast bij nieuwe steunmaatregelen en binnen zes maanden na het inwerkingtreden (met uitzondering van klimaat, milieu- en energiesteunkader) van de herziene Europese steunkaders dienen de EU-Lidstaten zogeheten dienstige maatregelen te treffen om lopende steunmaatregelen waarbij gebruik wordt gemaakt van de herziene Europese steunkaders in overeenstemming te brengen met de nieuwe steunkaders. De landbouwvrijstellingsverordening (hierna: LVV),3 de visserijvrijstellingsverordening (hierna: VVV)4 en landbouwrichtsnoeren5 zijn op 1 januari 2023 in werking getreden. Wat betekent dat uiterlijk 1 juli 2023 de na deze datum lopende steunmaatregelen moeten voldoen aan de herziene steunkaders. Voor het herziene milieu- en energiesteunkader moeten uiterlijk 31 december 2023 de dienstige maatregelen getroffen zijn. Voor het herziene O&O&I-steunkader moesten uiterlijk 19 april 2023 de dienstige maatregelen getroffen zijn.

Bij bovengenoemde Europese steunkaders is er sprake van het opnieuw vaststellen van de steunkaders en geen wijziging van de bestaande. Hierbij zijn naast inhoudelijke wijzigingen ook herschikkingen geweest in de indeling van en tussen artikelen. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) en de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (2021) (hierna: REES 2021) gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de gewijzigde Europese steunkaders die in werking zijn getreden. Zo worden de algemene bepalingen van hoofdstuk 1 aangepast, bijvoorbeeld het aanpassen van definities en het naar beneden bijstellen van de transparantiedrempels. Verder worden in de rest van de RNES en REES 2021 verwijzingen vernummerd. Het betreft een beleidsarme wijziging waarbij de toepassing van de Europese steunkaders hetzelfde wordt gehouden tenzij strengere regels in de herziene Europese steunkaders aanpassing vereisen.

Artikel 5.4 van de RNES regelt het overgangsrecht voor aanvragen om subsidie en subsidie die verleend is onder de RNES in geval van wijziging van deze regeling. Als de RNES gewijzigd wordt blijft op een aanvraag om subsidie en subsidie die verleend is de RNES van toepassing zoals die luidde op moment van aanvraag of verlening.

2. Regeldruk

De onderhavige regeling betreft technische wijziging waarmee enkel de verwijzingen naar de Europese steunkaders in de RNES en de REES 2021 worden gewijzigd naar hun nieuwe vindplaats in de herziene Europese steunkaders. Deze wijzigingen leiden niet tot een toe- of afname van de administratieve lasten bij de gebruikers van deze regelingen.

3. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat het implementatie van bindende EU-rechtshandelingen betreft.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2022/C 414/01 (PbEU 2022, C 414).

X Noot
2

Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 nr. 2022/C 80/01 (PbEU 2022, C 80).

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 2472/2022 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327).

X Noot
4

Verordening (EU) 2022/2473 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327).

X Noot
5

Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PbEU 2022, C 485).

Naar boven