Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 7 april 2022, nr. WJZ / 22101453, houdende regels over waardevermeerdering van woningen in verband met schade als gevolg van gaswinning Groningenveld (Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, 4, 5, 15, 16, 17, eerste lid, onderdeel a, en vierde lid, 19, 25, 34, eerste lid, en 44, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

algemene de-minimisverordening:

verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

lokaal energieproject:

project gericht op energiebesparing of opwekking van duurzame energie ten behoeve van de eigen woning, dat wordt uitgevoerd binnen een postcodegebied als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel z, van de Wet belastingen op milieugrondslag;

maatwerkadviesrapport:

maatwerkadviesrapport als bedoeld in de door de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland bindend verklaarde Nationale Beoordelingsrichtlijn 9500, deel 02, zoals vastgesteld op 31 augustus 2011, inclusief latere wijzigingen, opgesteld door een persoon die voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid van ‘EPA’-adviseur conform bijlage 2 van deze beoordelingsrichtlijn;

minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

verduurzamingsmaatregel:

maatregel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b;

versterking:

versterking van een woning in het kader van het bouwkundig versterkingsprogramma als gevolg van de gaswinning Groningenveld;

woning:

gebouw of gedeelte van een gebouw dat bestemd is voor bewoning met inbegrip van de bijgebouwen die bijdragen aan de woonbestemming.

Artikel 2. Subsidie voor verduurzamingsmaatregelen en maatwerkadviesrapport

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie voor een verduurzamingsmaatregel of een maatwerkadviesrapport aan een eigenaar van een woning waaraan, blijkens een schriftelijk stuk:

    • a. door het Centrum Veilig Wonen fysieke schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning in het Groningenveld van categorie A of B is vastgesteld, die:

      • 1°. ten minste € 1.000,– bedraagt, en

      • 2°. is erkend vanaf 1 januari 2016;

    • b. door de Nederlandse Aardolie Maatschappij fysieke schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning in het Groningenveld is vastgesteld, die:

      • 1°. ten minste € 1.000,– bedraagt, en

      • 2°. is erkend vanaf 1 maart 2018;

    • c. door de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen of het Instituut Mijnbouwschade Groningen fysieke schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning in het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg, is vastgesteld, die:

      • 1°. ten minste € 1.000,– bedraagt, en

      • 2°. is erkend vanaf 19 maart 2018;

    • d. door de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen of het Instituut Mijnbouwschade Groningen een vergoeding is toegekend op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, van de Regeling Stuwmeer Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen.

  • 2. Aanvragen om subsidie als bedoeld in het eerste lid, kunnen worden ingediend in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022. Aanvragen zijn tijdig ingediend indien ze op de laatstgenoemde datum vóór 17:00 uur zijn ontvangen.

Artikel 3. Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidiabele kosten zijn de kosten ter zake van een woning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of ter zake van een lokaal energieproject, voor:

    • a. een maatwerkadviesrapport;

    • b. het aanschaffen van materiaal en de kosten van de installatie voor zover de installatie wordt uitgevoerd door een onderneming, voor het aanbrengen of installeren van de navolgende energiebesparende of -opwekkende maatregelen:

      • 1°. dak-, vloer- of gevelisolatie;

      • 2°. muurisolatie;

      • 3°. HR++(+) glas of isolerend glas voor een monument;

      • 4°. kozijn vereist voor HR++(+) glas of kozijn vereist voor het isoleren van glas voor een monument;

      • 5°. combiketel met hoog rendement inclusief daarvoor vereiste verwarmingselementen en leidingen voor zover niet aanwezig;

      • 6°. (micro) HRe ketel;

      • 7°. HR luchtverwarming;

      • 8°. zonnepanelen en zonnecollectoren;

      • 9°. zonneboiler;

      • 10°. pelletkachel;

      • 11°. warmtepomp;

      • 12°. infraroodpanelen;

      • 13°. warmte-koudeopslag;

      • 14°. technieken voor warmteterugwinning;

      • 15°. lage temperatuurverwarming;

      • 16°. energiezuinige vloerverwarmingspomp;

      • 17°. apparaat te koppelen aan een slimme meter, hoofdzakelijk bedoeld voor het geven van inzicht in het energieverbruik;

      • 18°. technieken voor de opwekking van windenergie.

  • 2. In afwijking van artikel 10, tweede lid, van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, komen de kosten, bedoeld in het eerste lid, voor subsidie in aanmerking, indien deze zijn gemaakt ter voldoening aan een contractuele verplichting die is aangegaan vóór de indiening van de aanvraag, doch na de datum van erkenning van de schade, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 4. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 4.000,– per woning.

Artikel 5. Afwijzingsgronden

  • 1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag indien:

    • a. voor de woning reeds subsidie is verstrekt op grond van de Interimregeling waardevermeerdering van de provincie Groningen;

    • b. voor de woning reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling, behoudens indien deze is verstrekt aan dezelfde eigenaar en voor zover het maximum subsidiebedrag, genoemd in artikel 4, door verlening van de subsidie niet wordt overschreden;

    • c. voor de woning reeds door de Nederlandse Aardolie Maatschappij een met deze regeling vergelijkbare vergoeding voor verduurzamingsmaatregelen is verstrekt; of

    • d. de aanvraag betrekking heeft op een verduurzamingsmaatregel die bestaat uit een gebruikte installatie voor de productie van duurzame energie.

  • 2. De afwijzingsgronden, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, zijn niet van toepassing indien voor de woning door een andere eigenaar voor een andere schade, bedoeld in artikel 2, eerste lid, subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidie die is aangevraagd in de periode, genoemd in artikel 2, tweede lid, bedraagt € 137.661.000,–.

  • 2. De minister verdeelt het subsidieplafond op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 7. Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Een verduurzamingsmaatregel of een maatwerkadviesrapport, waarvoor op grond van deze regeling een subsidie is verleend, wordt binnen een termijn van twaalf maanden na de verlening van de subsidie aangebracht of geïnstalleerd en in gebruik genomen, respectievelijk opgeleverd.

  • 2. De minister kan op verzoek van de subsidieontvanger de termijn met negen maanden verlengen indien de termijn, bedoeld in het eerste lid, niet kan worden gehaald in verband met de datum van afronding van de versterking. Het verzoek wordt ingediend voorafgaand aan het einde van deze termijn.

  • 3. Behoudens als onderdeel van de verkoop van de woning, vervreemdt de subsidieontvanger:

    • a. een verduurzamingsmaatregel waarvoor subsidie is verleend niet binnen twaalf maanden na de datum van de subsidievaststelling;

    • b. de deelneming in een lokaal energieproject ten behoeve waarvan subsidie is verleend niet binnen vijf jaar na de datum van de subsidievaststelling.

Artikel 8. Informatieverplichtingen

  • 1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, bevat de gegevens van de aanvrager, waaronder ten minste:

    • a. de naam, het post- en bezoekadres, het e-mailadres en het telefoonnummer;

    • b. het Burgerservicenummer of het nummer waaronder de onderneming is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel;

    • c. het bankrekeningnummer, met overlegging van een kopie van een actueel bankafschrift of een bankpas ter verificatie daarvan;

    • d. de onderbouwing van in het aanvraagformulier vermelde kosten, blijkende uit:

      • 1°. een door de aanvrager aanvaarde offerte of opdrachtbevestiging van de aannemer of leverancier met daarop vermeld de datum van aanvang van de werkzaamheden, respectievelijk levering van de installatie, van maximaal twee maanden oud, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

      • 2°. een door de aanvrager aanvaarde offerte of opdrachtbevestiging van een gecertificeerd adviseur met daarop vermeld de datum van oplevering van het maatwerkadviesrapport, van maximaal twee maanden oud, respectievelijk een factuur en het daarbij behorende betalingsbewijs;

    • f. een afschrift van de besluiten tot verlening van andere subsidies in de kosten van de op grond van deze regeling te subsidiëren activiteiten dan wel van de aanvragen tot verlening van deze andere subsidies;

    • g. een schriftelijk stuk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef;

    • h. een opgave van de omzetbelasting die in rekening is gebracht voor de getroffen maatregelen voor zover deze omzetbelasting is verrekend.

  • 2. De aanvraag door een onderneming bevat tevens een verklaring over alle andere onder de algemene de-minimisverordening of andere de- minimisverordeningen vallende de-minimissteun die deze onderneming gedurende de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de algemene de-minimisverordening.

Artikel 9. Staatssteun

De subsidie, bedoeld in artikel 2 bevat, indien deze aan een onderneming wordt verstrekt, staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening.

Artikel 10. Horizonbepaling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2022, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn verleend.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2022.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 7 april 2022

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

TOELICHTING

1. Aanleiding

Met deze nieuwe regeling wordt de subsidiemodule voor waardevermeerdering van woningen in verband met de gaswinning in Groningen verlengd, zodat het resterende budget kan worden benut. Tot 1 april 2022 bestond er al een Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (hierna: Regeling waardevermeerdering). Omdat een verlenging van deze regeling niet tijdig kon worden gerealiseerd, is besloten een vervangende regeling te maken die, in het belang van de bewoners, terugwerkt tot de datum waarop de oude regeling is vervangen.

2. Verlenging subsidiemodule

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. De vorige Regeling waardevermeerdering had een vervaldatum van 1 april 2022. Om hieronder vermelde redenen is besloten deze subsidiemodule te verlengen met 3 maanden, tot 1 juli 2022. Omdat op het moment van de verlenging de bestaande regeling reeds is vervallen, wordt voorzien in een nieuwe regeling. Op grond van artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van de eerdere verlengingsregeling betreffende de verlenging van de vervaldata op 21 februari 2022 aan de Tweede Kamer overgelegd. Aangezien met de nieuwe regeling materieel hetzelfde wordt geregeld, is daarmee aan de verplichte voorhangprocedure van de Tweede Kamer voldaan.

3. Subsidie waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld

Met de Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld kunnen bewoners die een vergoeding hebben ontvangen van € 1.000 of hoger voor fysieke schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag Norg, een subsidie aanvragen tot maximaal € 4.000 voor het treffen van energieverduurzamingsmaatregelen. De regeling is in 2017 ontwikkeld. In april 2021 en oktober 2021 is er 40 miljoen euro respectievelijk 60 miljoen euro extra beschikbaar gesteld, zodat de regeling kon worden voortgezet tot naar verwachting 1 april 2022, de juridische looptijd van de regeling. Voor overige toelichting bij de regeling en de verschillende onderdelen daarvan, wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke Regeling waardevermeerdering.1

Het kabinet wenst de subsidie nu te verlengen, omdat op de einddatum van de regeling het beschikbare budget nog niet volledig is benut. Daarom wordt de einddatum van de regeling met drie maanden verlengd, zodat het volledige beschikbare budget benut kan worden. Besluitvorming over de toekomst van de regeling vindt plaats in het kader van de Voorjaarsnota.

4. Staatssteun

De subsidie bevat, indien deze aan een onderneming wordt verstrekt, staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening (Verordening (EU) nr. 1407/2013).

5. Regeldruk

Deze nieuwe regeling, waarin effectief alleen de vervaltermijn, het subsidieplafond en de indieningstermijn voor aanvragen (met terugwerkende kracht) zijn gewijzigd, leidt ten opzichte van de regeling die tot 1 april 2022 gold, niet tot extra aanvragen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de subsidie. De wijzigingen zien op het volledig kunnen benutten van het resterend budget. Zie voor de berekening van die regeldruk ook de toelichting bij de oorspronkelijke Regeling waardevermeerdering.2

6. Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien worden bekendgemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Omdat met deze nieuwe regeling wordt beoogd materieel de oorspronkelijke Regeling waardevermeerdering vanaf 1 april 2022 voort te zetten door terugwerkende kracht aan deze regeling te geven, is afwijking van de systematiek van de vaste verandermomenten gewenst.

Door de openstellingsperiode in artikel 2, tweede lid, te laten starten op 1 januari 2021, wordt de laatste openstellingsperiode van de oude regeling en het daarvoor vastgestelde subsidieplafond in één keer verlengd respectievelijk opgehoogd. Daardoor vallen alle aanvragen binnen hetzelfde regime.

De voorliggende verlenging is eerder in de vorm van een wijziging tot verlenging van de vervaldatum op 21 februari 2022 aan de Tweede Kamer overgelegd. Ondanks het feit dat noodzakelijkerwijze uiteindelijk is gekozen voor een nieuwe regeling, is de inhoud van de deze regeling al openbaar bekend gemaakt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (Stcrt. 2017, 15110).

X Noot
2

Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (Stcrt. 2017, 15110).

Naar boven