Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 januari 2021, nr. IENW/BSK-2020/205303, houdende vaststelling van de tweede wijziging van het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10.3 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT:

Vast te stellen de tweede wijziging van het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP 3), dat als bijlage bij dit besluit is opgenomen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage(n), die kan worden ingezien op www.lap3.nl.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Op 28 december 2017 is het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP3) in werking getreden. Hierin is opgenomen dat het LAP regelmatig geactualiseerd zal worden om in te kunnen spelen op ontwikkelingen aangaande de circulaire economie. Op 19 juli 2019 is de eerste wijziging van het LAP in werking getreden.

Onderhavig besluit stelt de tweede wijziging vast. Het ontwerp van de wijziging heeft ter inzage gelegen van 7 april 2020 tot 18 mei 2020. Beide Kamers der Staten-Generaal zijn geïnformeerd over de inspraak bij brief op 6 april 2020.1 Op het ontwerp van de tweede wijziging hebben 80 partijen gereageerd.

Er zijn meerdere redenen voor deze wijziging. Een eerste aanleiding is de herziene Kaderrichtlijn afvalstoffen die op 5 juli 2020 van kracht is geworden.2 Voor een groot deel heeft implementatie plaatsgevonden via een wijziging van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen). Voor de implementatie is het echter noodzakelijk dat tevens het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) wordt aangepast. Het gaat dan bijvoorbeeld om de invulling van afvalscheiding voor bedrijven, de minimumstandaard voor afgewerkte olie en de actualisatie van het hoofdstuk ‘afval of niet’. In het LAP wordt de terminologie van de Wet milieubeheer (Wm) en de daarop gebaseerde regelgeving, zoals het Activiteitenbesluit, gebruikt. Met de komst van de Omgevingswet (Ow) en de daarop gebaseerde regelgeving (zoals het Besluit activiteiten leefomgeving) is het zaak het LAP in lijn te brengen met de daarin gehanteerde begrippen en bepalingen. Naast meer technische zaken zoals het vervallen van het begrip ‘inrichting’ en de verwijzing naar de juiste regelgeving in het kader van de Ow, is dit bijvoorbeeld ook mede aanleiding voor een herziening van het beleid voor afvalscheiding door bedrijven. In het plan wordt aangegeven welke delen zijn werking hebben vanaf de inwerkingtreding van de Ow en welke zijn verbonden met de Wm.

Tot slot past deze wijziging bij het dynamische karakter dat met het LAP wordt beoogd. Door het LAP met regelmaat te actualiseren wordt ingespeeld op ontwikkelingen in de transitie naar een circulaire economie. Voorbeelden zijn de eisen aan de verwerking van luiers en incontinentiemateriaal en aanpassing van het beleid omtrent matrassen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken I, 2019-2020, 30 872, nr. G.

X Noot
2

Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150).

Naar boven