TOELICHTING
1. Algemeen
Deze wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire (Trm Bonaire)
strekt tot het invoeren van herstel- en vaccinatiebewijzen als alternatief voor negatieve
testverplichtingen. Ten aanzien van vaccinatiebewijzen wordt de mogelijkheid geïntroduceerd
om in plaats van een negatieve uitslag voor reizen een digitaal EU-COVID-certificaat
te tonen. Ook wordt een enkele wijziging ten aanzien van de testverplichtingen voor
reizen doorgevoerd in de Trm Bonaire, de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Sint Eustatius (Trm Sint Eustatius) en de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Saba (Trm Saba).
Deze regeling is gebaseerd op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
geldende bepalingen van de Wet publieke gezondheid (Wpg).
2. Epidemiologische situatie
Het aantal besmettingen op Bonaire is momenteel stabiel laag, met af en toe een kleine
clusteruitbraak. Er zijn geen ziekenhuisopnames. Meer dan 75% van de volwassen bevolking
is inmiddels minimaal één keer gevaccineerd, 55% van de gehele bevolking is inmiddels
volledig gevaccineerd. Op Sint Eustatius is momenteel ruim 50% van de volwassenen
ten minste één keer gevaccineerd, dit komt overeen met 36% van de gehele bevolking.
Op Saba is ruim 90% van de volwassenen volledig gevaccineerd, dit is 74% van de gehele
bevolking. Op zowel Sint Eustatius als Saba zijn geen actieve virusgevallen. Wel is
nog steeds sprake van een directe dreiging van de epidemie (artikel 58b, eerste lid,
Wpg), aangezien het risico op influx van het virus en een daarop volgende uitbraak
nog steeds aanwezig is. Het Outbreak Management Team (OMT) is geïnformeerd over het
verloop van de epidemie, de resultaten van de modellering en de ontwikkeling van het
reproductiegetal. Op basis daarvan en aan de hand van de 116e en 117e bijeenkomst van het OMT heeft het OMT op 17 juni 2021 advies uitgebracht over het
verloop van de epidemie (hierna: het OMT-advies).1 Uit de kiemsurveillance kan het reproductiegetal per variant gevolgd worden. Dit
beeld geeft aan dat de nieuwe 'Indiase' deltavariant relatief besmettelijker is ten
opzichte van de 'Britse' alfavariant. Ook in andere West-Europese landen, zoals Denemarken,
Duitsland en België zien we nu een toename van de deltavariant. In geen van deze landen
verspreidt de deltavariant zich echter zo snel als in het Verenigd Koninkrijk. In
week 24 werd deze variant in Europees Nederland in 17% van de monsters aangetroffen.
Modellering en de eerste resultaten uit enkele andere laboratoria doen vermoeden dat
deze variant op het moment van schrijven verantwoordelijk is voor ongeveer de helft
van de infecties in Europees Nederland. In het Caribisch deel van het Koninkrijk is
de deltavariant tot op heden nog niet gedetecteerd. Het is nog onzeker hoeveel besmettelijker
de deltavariant zal blijken te zijn. De incidentie van covid-19 op de middellange
termijn zal afhangen van onder andere het ontstaan van virusvarianten die zich ten
minste deels aan de afweer na vaccinatie of doorgemaakte infectie kunnen onttrekken,
het persisteren van immuniteit, de vaccinatiegraad van personen van twaalf tot en
met zeventien jaar, en het al dan niet kunnen aanhouden van bronmaatregelen en collectieve
bestrijdingsmaatregelen.
De onzekerheden rondom de deltavariant, de mogelijke introductie daarvan door reizigers
en terugkerende vakantiegangers en de relatief grote gevolgen van een enkele infectie,
gelet op de kleinschaligheid en beperkte capaciteit van de zorg op de eilanden, maken
dat er sprake is van een directe dreiging van de epidemie, waardoor (reis)maatregelen
nog steeds noodzakelijk zijn en strikter dienen te zijn dan voor het Europese deel
van Nederland.
3. Hoofdlijnen van deze regeling
Voor reizigers komend vanuit door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
na overleg met de gezaghebber, aangewezen hoogrisicogebieden, zeer hoogrisicogebieden,
uitzonderlijk hoogrisicogebieden en het Europese deel van Nederland bestaat de verplichting
om een negatieve uitslag van een NAAT-test te tonen (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
en de verplichting om een negatieve uitslag van een antigeentest te tonen (Bonaire).
Deze regeling introduceert een onderscheid tussen hoogrisicogebieden A en hoogrisicogebieden
B en voert een aantal wijzigingen ten aanzien van deze verplichtingen door en voegt
toe dat de testverplichting met een NAAT-test ook geldt voor reizigers uit een hoogrisicogebied
B.
De uitzondering op de testverplichting voor personen tot en met twaalf jaar wordt
gewijzigd. Voortaan zijn alleen personen tot en met elf jaar uitgezonderd van de testverplichting.
Jonge kinderen hebben minder last van een besmetting met het coronavirus en spelen
een kleinere rol in de verspreiding van het virus. In dat licht is een uitzondering
opgenomen van de testplicht voor kinderen. Tegelijkertijd is gebleken dat met name
oudere kinderen wel een significante rol kunnen spelen in de verspreiding van het
virus. Daarom is in Europees verband afgesproken om kinderen tot en met elf jaar uit
te zonderen van de testverplichting en deze voor oudere kinderen wel te laten gelden.
Daarnaast wordt op advies van het International Health Regulations Cariben Netwerk
(IHR netwerk)2, een extra risicocategorie, te weten hoogrisicogebieden B, toegevoegd. Hiervoor is
het nodig om de gebieden die voorheen bekend stonden als hoogrisicogebieden te hernoemen
naar hoogrisicogebieden A. en wordt een nieuwe categorie hoogrisicogebieden geïntroduceerd,
te weten risicogebied B. Met deze wijzigingsregeling wordt dus het onderscheid geïntroduceerd
tussen hoogrisicogebieden A en hoogrisicogebieden B waar verschillende inreismaatregelen
voor kunnen gelden. In het bepalen van de maatregelen behorend bij deze twee categorieën
wordt onder andere en in aanvulling op de indicatoren uit artikel 58ea Wpg rekening
gehouden met: de lokale vaccinatiegraad, uitgaande van het percentage gevaccineerden
op de gehele bevolking, de opgebouwde immuniteit op basis van doorgemaakte infecties,
de epidemiologie in het land van herkomst (incidentie, varianten).
Daar de eilanden een verschillende vaccinatiegraad hebben, leidt dit tot verschillende
regels per eiland voor wat betreft het test- en toelatingsbeleid. Dit wordt versterkt
door het gegeven dat Saba en Sint Eustatius tot voor kort containment als leidend bestrijdingsprincipe hadden, waardoor de natuurlijk opgebouwde immuniteit
onder de bevolking nihil is. Dit betekent dat onder andere voor Sint Eustatius met
een nog lage vaccinatiegraad extra maatregelen gewenst zijn om de kans op introductie
op het eiland te minimaliseren. Op dit moment wordt het door het kabinet ook voor
Saba opportuun geacht om extra maatregelen te behouden om de vaccinatiegraad van de
gehele bevolking verder op te hogen door het vaccineren van jongeren en ondertussen
de introductie van het virus te minimaliseren gezien de kleinschaligheid van dit eiland,
de toeristische eigenschappen van de zomer en de toename van de delta-variant in onder
meer West-Europa. Vooral het voorkomen van introductie van de delta-variant en andere
variants of concern is van groot belang, gezien de risico’s op zeer snelle verspreiding van deze varianten
onder de bevolking. Om deze reden is het noodzakelijk om niet alleen reizigers uit
hoogrisicogebieden A te testen, maar ook reizigers die vanuit hoogrisicogebieden B
naar Saba en Sint Eustatius reizen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen
wel en niet gevaccineerde reizigers in het testbeleid, omdat een vaccinatie – net
als een test – een restrisico heeft op het bijdragen van het virus heeft. Dit restrisico
is in Europees Nederland, en in mindere mate op Bonaire aanvaardbaar, maar op Sint
Eustatius en Saba is het vanwege de kleinschaligheid, seizoenseffecten vanuit de toeristische
sector en beperkte zorgcapaciteit nodig om het risico op introductie van het virus
te minimaliseren.
Tot slot worden in de Trm Bonaire wijzigingen doorgevoerd die samenhangen met de introductie
van herstel- en vaccinatiebewijzen en de inwerkingtreding van verordening (EU) 2021/953
van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor
de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test-
en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer
tijdens de COVID-19-pandemie te vergemakkelijken (PbEU 2021, L 211) (hierna: verordening)
en de Europese Raadsaanbevelingen 2020/912 en 2020/1475.
De artikelen 6.12aa en 6.12ab Trm Bonaire, op grond waarvan vaccinatiebewijzen en
herstelbewijzen als alternatief kunnen dienen voor een negatieve testuitslag, worden
toegevoegd naar aanleiding van de Europese Raadsaanbevelingen 2020/912 en 2020/1475.
Deze wijzigingen zijn in lijn met de Europese visie op Corona en de epidemiologische
situatie in de EU en in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het beleid wordt aangepast
conform de Europese richtlijnen. Een uitzondering op de testplicht voor gevaccineerde
personen kan medisch verantwoord worden gemaakt. Dit conform adviezen van de Gezondheidsraad
en het OMT. Het OMT stelt dat alle voorgestelde vormen van een toegangsbewijs (test,
vaccinatie, herstel) een gering restrisico op besmetting kennen, waardoor transmissie
naar anderen nooit volledig is uitgesloten. Het OMT acht dit restrisico echter acceptabel
zolang Bonaire voldoet aan de epidemiologische eisen die voor een laagrisicoland gelden.
In die situatie, zo stelt het OMT, zouden een bewijs van volledige vaccinatie, ofwel
een herstelbewijs, ofwel een negatieve testuitslag voor bepaalde groepen reizigers
als mitigerende maatregel kunnen gelden voor een reiziger afkomstig uit een hoogrisicogebied
A of hoogrisicogebied B. Dit betekent dat wanneer iemand afkomstig uit een hoogrisicogebied
B, die volledig gevaccineerd of hersteld is, de PCR-test achterwege kan blijven. Vanwege
de kleinschaligheid van Bonaire, de beperkte capaciteit van de zorg en de nog onvoldoende
hoge vaccinatiegraad wordt het door het IHR niet verantwoord geacht om alle reizigers uit voor Europees Nederland veilige gebieden zonder test Bonaire in te
laten reizen. Temeer gezien het absoluut aantal reizigers dat Bonaire inreist relatief
hoog is en deze reizigers daardoor een groter risico vormen voor de bevolking van
Bonaire. In tegenstelling tot Europees Nederland zullen gevaccineerde reizigers die
vanuit hoogrisicogebieden A naar Caribisch Nederland reizen daarom nog steeds een
negatieve NAAT testuitslag moeten kunnen tonen. Voor gevaccineerde reizigers uit hoogrisicogebieden
A vervalt de plicht tot het tonen van een negatieve uitslag van een antigeentest (Trm
Bonaire) en blijft enkel een negatieve uitslag van een NAAT-test verplicht. De NAAT-test
blijft verplicht omdat een vaccinatie – net als een test – een restrisico kent dat
een reiziger het virus niet bij zich draagt. Om het risico op introductie van het
virus en virusvarianten zo ver mogelijk te minimaliseren, komt het onderscheid tussen
wel en niet gevaccineerde reizigers daarom tot uiting in het al dan niet vereisen
van een antigeentest bij aankomst op Bonaire in aanvulling op de negatieve NAAT-testuitslag.
Voor gevaccineerde reizigers uit hoogrisicogebieden B wordt het restrisico wel acceptabel
geacht door het IHR.
De verordening verplicht de lidstaten tot het uitgeven van certificaten betreffende
vaccinatie tegen, negatieve test op en herstel van een infectie met het virus. De
certificaten worden automatisch of op verzoek verstrekt. Certificaten moeten zowel
digitaal als in papieren vorm kunnen worden afgegeven. Lidstaten moeten elkaars certificaten
aanvaarden om het vrij verkeer van personen in de Europese Unie te waarborgen. De
verordening bevat juridische grondslagen voor het verwerken van de (medische) persoonsgegevens
die nodig zijn voor het uitgeven en verifiëren van de certificaten. De verdere uitvoering
vindt plaats in de Tijdelijke spoedregeling DCC. De verordening geldt voor Bonaire,
Sint Eustatius en Saba op gelijke wijze als voor Europees Nederland.
De certificaten moeten worden geaccepteerd als uitslagen zoals die worden vereist
in artikel 58nb, derde lid, Wpg en de artikelen 6.11 tot en met 6.12a Trm Bonaire,
voor respectievelijk het beëindigen van de periode van thuisquarantaine en het inreizen
in Bonaire. Om die reden is een nieuw derde lid ingevoegd in artikel 6.12b Trm Bonaire.
In tegenstelling tot Europees Nederland zal aan reizigers die naar Caribisch Nederland
reizen niet de mogelijkheid worden geboden om te reizen met een antigeentest in plaats
van een NAAT-test. Dit blijkt in de uitvoering namelijk niet mogelijk. Naar Bonaire,
Sint Eustatius en Saba wordt in de regel gereisd via andere landen van het Koninkrijk,
waar niet dezelfde inreismaatregelen van toepassing zijn. Het is hierdoor realistisch
gezien niet haalbaar om aan de diverse inreismaatregelen te voldoen. Er is daarom
door Curaçao, Aruba, Sint-Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het RIVM een
testregime afgesproken, dat voor alle eilanden geldt. Aanvullend werken de zes eilanden
individueel met quarantainebeleid of antigeentesten bij aankomst of een aantal dagen.
Dit beleid verschilt per eiland.
4. Regeldruk
Deze regeling heeft enige gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven/instellingen
en professionals. Reizigers zullen voor een vaccinatiebewijs, herstelbewijs of vaccinatiecertificaat
moeten zorgen. Dit levert enige regeldruk op. Daar staat tegenover dat reizigers geen
negatieve antigeen testuitslag meer nodig hebben indien zij beschikken over een vaccinatiebewijs,
herstelbewijs of vaccinatiecertificaat. Dit levert een beperking van de regeldruk
op. Daarnaast heeft deze regeling gevolgen voor reisorganisaties en luchtvaartmaatschappijen,
die hun reizigers ondanks wisselingen van de juiste informatie dienen te voorzien
en de benodigde documenten controleren.
Artikelsgewijs
Artikelen I
Onderdeel A en B
Dit onderdeel voegt de begrippen hoogrisicogebied A en hoogrisicogebied B toe aan
artikel 1.1. Het begrip hoogrisicogebied vervalt. Het is noodzakelijk gebleken om
onderscheid te maken tussen twee typen hoogrisicogebieden voor de BES-eilanden zodat
er verschillende inreismaatregelen gesteld kunnen worden aan reizigers afkomstig uit
verschillende hoogrisicogebieden. De kleinschaligheid, de beperkte zorgcapaciteit
en de absolute aantallen reizigers van de BES‑eilanden vereist deze vorm van maatwerk.
Het verschil tussen een A en een B hoogrisicogebied zal in het aantal besmettingen
liggen, waarbij dit getal voor een hoogrisicogebied B lager zal liggen dan dat voor
een hoogrisicogebied A. De indicatoren waarmee rekening wordt gehouden bij het aanwijzen
van een gebied zijn opgenomen in artikel 1.3 van zowel de Trm Bonarie, de Trm Sint
Eustatius als de Trm Saba. Het gevolg van de kwalificatie hoogrisicogebied B is dat
het alleen voor volledig gevaccineerde personen verantwoord wordt geacht dat zij zonder
test inreizen. Niet (volledig) gevaccineerde reizigers uit landen die als hoogrisicogebied
B worden aangemerkt dienen vanwege het risico op introductie van het virus nog steeds
een negatieve testuitslag te kunnen tonen.
Onderdelen C, D en E
Voortaan geldt voor reizigers uit aangewezen hoogrisicogebied B ook een verplichting
tot het tonen van een negatieve uitslag van een NAAT-test. Daarnaast is de uitzondering
op de testverplichtingen voor personen tot en met twaalf jaar aangepast naar elf jaar.
Deze onderdelen voeren deze wijziging door in de artikelen 6.11, 6.12 en 6.12a Trm
Bonaire.
Doordat vaccinatiebewijzen voortaan niet alleen voor reizigers vanuit en tussen Bonaire,
Aruba of Curaçao als alternatief kunnen dienen voor negatieve testuitslagen, maar
voor alle reizigers komend vanuit hoogrisicogebieden B, kan de uitzondering voor reizigers
vanuit Bonaire, Aruba of Curaçao die reizen tussen Aruba of Curaçao en Bonaire die
aan kunnen tonen dat zij op een van deze eilanden een voltooide vaccinatie tegen het
virus SARS-CoV-2 hebben gehad op het moment van het aan boord gaan, vervallen (artikel
6.11, derde lid, onder m, en zevende lid, Trm Bonaire).
Voor reizigers uit hoogrisicogebieden A en zeer hoogrisicogebieden naar Bonaire geldt,
naast de NAAT-testverplichting, voor ongevaccineerde reizigers een antigeentestverplichting.
Gevaccineerde reizigers uit hoogrisicogebieden A en zeer hoogrisicogebieden zijn niet
langer verplicht een negatieve testuitslag van een antigeentest te tonen. Dit is geregeld
in artikel 6.12aa, tweede lid, Trm Bonaire.
Onderdelen F en G
Artikel 6.12aa Trm Bonaire bevat een uitzondering op de testverplichtingen uit de
artikelen 6.11, 6.12 en 6.12a Trm Bonaire voor personen die een bewijs van een voltooide
vaccinatie hebben. Een voltooide vaccinatie kan, naast het hebben gehad van alle benodigde
dosis, ook bestaan uit één dosis gecombineerd met een bewijs dat de persoon is hersteld
van het virus SARS-CoV-2 (door middel van een positieve testuitslag). Dat bewijs moet
voldoen aan bepaalde voorschriften, die zijn opgenomen in het derde lid.
Artikel 6.12ab Trm Bonaire bevat een uitzondering op de testverplichtingen in de artikelen
6.11, 6.12 en 6.12a Trm Bonaire voor personen die een herstelbewijs hebben. Personen
afkomstig uit hoogrisicogebieden A hoeven geen negatieve testuitslagen te tonen indien
de persoon een op hem betrekking hebbende positieve testuitslag van een NAAT-test,
afgenomen in de Europese Unie, van minimaal 11 en maximaal 180 dagen oud op het moment
van aankomst in Bonaire kan tonen.
Ingevolge de artikelen 6.11 tot en met 6.12a Trm Bonaire zijn bepaalde testuitslagen
verplicht in het grensoverschrijdend verkeer van personen. Personenvervoerders moeten
in het kader van hun verplichtingen op grond van de artikelen 6.11 en 6.12 Trm Bonaire
ingevolge de verordening DCC-conforme vaccinatiecertificaten kunnen verifiëren in
het kader van de uitvoering van hun werkzaamheden. Zij dienen ook dergelijke certificaten
te accepteren als een testuitslag of herstelbewijs voor zover een testuitslag ingevolge
de Trm Bonaire vereist is. Voor het accepteren van de certificaten mogen dezelfde
voorwaarden gelden als voor andere testuitslagen ten aanzien van bijvoorbeeld de tijd
die sinds de test is verstreken.
Het nieuwe derde lid van artikel 6.12b Trm Bonaire stelt een vaccinatiecertificaat
gelijk met een bewijs van voltooide vaccinatie.
Het vijfde lid van artikel 6.12b Trm Bonaire laat de vormvereisten van vaccinatiebewijzen
buiten toepassing voor vaccinatiecertificaten. Die certificaten voldoen aan de vormvereisten
van de verordening en moeten zonder meer geaccepteerd worden.
Artikelen II en III
Voortaan geldt voor reizigers uit aangewezen hoogrisicogebieden B ook een verplichting
tot het tonen van een negatieve uitslag van een NAAT-test. Daarnaast is de uitzondering
op de testverplichtingen voor personen tot en met twaalf jaar aangepast naar elf jaar.
Deze artikelen voeren deze wijzigingen door in de artikelen 6.12 en 6.14 Trm Sint
Eustatius en 6.11 en 6.13 Trm Saba.
Artikel IV Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Deze regeling treedt daarom in beginsel op 17 juli
2021 in werking. Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en
de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.3
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge