TOELICHTING
Algemeen
1. Inleiding
Met deze ministeriële regeling worden enkele wijzigingen aangebracht in de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 (hierna: Trm).
De wijzigingen hebben allereerst tot doel de verzwaring van de maatregelen, zoals
die gelden sinds 15 december 2020, te verlengen met drie weken.
Tevens worden enkele wijzigingen aangebracht in verband met de (voorbereiding van
de) verkiezing van de leden van de Tweede Kamer ten behoeve van een goede aansluiting
op de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving
die primair de nodige maatregelen voor de verkiezingen regelen.1
Wij gaan hierna in op de verlenging van de maatregelen (§ 2), de noodzaak en evenredigheid
(§ 3), de wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire (§ 4),
de verhouding tot gemeentelijke regelgeving (§ 5), de regeling in Europese context
(§ 6), de parlementaire zeggenschap en inwerkingtreding (§ 7) en de regeldruk (§ 8).
De wijzigingen worden verder toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze toelichting.
2. Verlenging maatregelen
Het Outbreak Management Team (OMT) beschrijft in zijn 95e advies het verloop van de epidemie.2
In de eerste 7 dagen van 2021 zijn in totaal 54.117 positief geteste personen gemeld.
Gemiddeld was het percentage positieve testen 13,8% bij personen getest in de periode
van 30 december 2020 tot 5 januari 2021. De instroom in de ziekenhuizen en op de intensive
care (hierna: IC) lijkt sinds kort te dalen, waarbij er rekening moet worden gehouden
met de sterk variërende instroom per dag in de afgelopen kerstperiode. De bedbezetting
daalt echter nog niet. Het aantal nieuwe locaties en het aantal bewoners van verpleeghuizen
en woonzorglocaties dat gemeld wordt met covid-19 lijkt iets af te nemen. Verder meldt
het OMT dat de meest recente schatting van het reproductiegetal Rt op 25 december
2020 0,95 besmettingen per geval is. Het duidt op een afname van de mate waarin het
virus verspreid wordt.3
Het OMT beschrijft dat de tijdstippen waarop de signaalwaardes worden bereikt onder
continuering van het huidige maatregelen pakket en de huidige cijfers tien IC-opnames
per dag zijn tegen eind februari, veertig ziekenhuisopnames per dag zijn tegen begin
maart, en drie IC-opnames per dag tegen 30 maart 2021. Het seizoenseffect (op grond
van temperatuur en luchtvochtigheid) is hierin niet meegenomen, waardoor deze waarden
waarschijnlijk iets later worden bereikt.4
Het OMT is van mening dat het aantal besmettingen op dit moment nog steeds erg hoog
is, de Rt-waarde maar net onder de 1 is gekomen, en de onzekerheid rondom de mogelijke
gevolgen van een toegenomen besmettelijkheid van de nieuwe variant afkomstig uit het
Verenigd Koninkrijk (en die uit Zuid-Afrika) die op meerdere plekken in Nederland
opduikt, groot is. Volgens het OMT maakt dit laatste, in combinatie met de nog kwetsbare
epidemiologische situatie in Nederland, dat het gewenst is, zo niet noodzakelijk,
om zo snel mogelijk zo laag mogelijk te komen wat betreft de besmettingen onder de
bevolking.5
Dit maakt dat er nu geen ruimte is voor versoepelingen van het maatregelenpakket en
dat voortzetting van de huidige maatregelen noodzakelijk wordt geacht.
3. Noodzaak en evenredigheid
De beperkte afname en/of stabilisatie van het aantal besmettingen en de komst van
en de toename van het aantal besmettingen met de nieuwe varianten van het virus, maken
dat het nodig blijft het aantal contacten buiten huis zoveel als mogelijk te beperken
tot alleen cruciale contacten.
Met een verlenging van het maatregelenpakket blijven met name de bewegingsvrijheid,
de persoonlijke levenssfeer en het recht op eigendom ingeperkt. De grondslag hiervoor
is gelegen in de artikelen, genoemd in de considerans van deze regeling. Gelet op
de ontwikkeling van het epidemiologische beeld, zijn versoepelingen van de maatregelen
op dit moment niet mogelijk. Dit rechtvaardigt de verlenging van de maatregelen en
maakt het voortzetten van de inperking noodzakelijk en evenredig.
Gelet op het gewicht van de maatregelen is de duur van de maatregelen in de tijd beperkt
tot en met 9 februari 2021. Naar verwachting zal rond 2 februari 2021 heroverweging
kunnen plaatsvinden, op basis van de situatie van dat moment. Zonder tussentijdse
besluitvorming over verlenging of aanpassing van de verzwarende maatregelen of een
deel daarvan, komen deze te vervallen met ingang van 10 februari 2021.
4. Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire
Voor risiconiveaus 5 en 6 van het op- en afschalingsplan van Bonaire is een aantal
maatregelen over groepsverband per abuis niet meegenomen in de Tijdelijke regeling
maatregelen covid-19 Bonaire. Voor het kunnen inzetten van de maatregelen, behorend
bij de risiconiveaus 5 en 6 van het op- en afschalingsplan, worden twee maatregelen
toegevoegd aan paragraaf 3 van die regeling, die beperkingen stelt aan groepsvorming.
Het gaat om een verbod op groepsvorming van meer personen dan behorend tot één huishouden
en een verbod op groepsvorming van meer dan één persoon in een winkel.
Ook is een latere sluitingstijd voor casino’s niet meegenomen in de Tijdelijke regeling
maatregelen covid-19 Bonaire, zoals wel opgenomen in risiconiveau 2 van het op- en
afschalingsplan van Bonaire. Voor het kunnen inzetten van deze maatregel, behorend
bij risiconiveau 2 van het op- en afschalingsplan, wordt de latere sluitingstijd voor
casino’s toegevoegd aan paragraaf 4, waarin regels zijn opgenomen over de openstelling
van publieke plaatsen. Het gaat om de maatregel om casino’s tussen 02.00 en 06.00
uur gesloten te kunnen houden voor publiek.
5. Verhouding tot gemeentelijke regelgeving
In de toelichting van de wijzigingsregeling tot verzwaring van de maatregelen is aangegeven
dat in de fase waarin de bestrijding van het virus zich bevindt, lokaal maatwerk van
de burgemeester slechts zeer beperkt kan worden toegepast (Stcrt. 2020, 66909). Vrijwel alle gemeenten zitten in een hoog inschalingsniveau, het aantal besmettingen
ligt hoog en de druk op de zorg is groot. Dat is op het moment van het vaststellen
van de onderhavige ministeriële regeling onverminderd het geval. Met deze verlenging
van de maatregelen wordt geen wijziging aangebracht in de mogelijkheden tot lokaal
maatwerk en de verhouding tot gemeentelijke regelgeving.
6. Regeling in Europese context
Dienstenrichtlijn
Bij het stellen van regels over diensten, zoals capaciteitsbeperkingen aan overnachtingsplaatsen,
moet de Dienstenrichtlijn6 in acht worden genomen. Op grond van artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn
moeten deze regels non-discriminatoir, noodzakelijk op grond van een dwingende reden
van algemeen belang en geschikt zijn om het doel te bereiken en niet verder gaan dan
nodig is (evenredigheid). Op grond van artikel 4, onder 8, en artikel 16, derde lid,
van de Dienstenrichtlijn kwalificeert de bescherming van de volksgezondheid als een
dwingende reden van algemeen belang.
De eis aan de bezettingsgraad van logementen is geschikt om het nagestreefde doel
te bereiken en gaat niet verder dan nodig is om het gestelde doel te bereiken. Allereerst
is van belang dat door de bezettingsgraad te beperken, wordt voorkomen dat grote groepen
personen samenkomen. De beperking van groepsgrootte is een belangrijke manier om verdere
verspreiding van het virus te voorkomen. Daarmee draagt de regel bij aan het zoveel
mogelijk beperken van verspreiding van het virus. Daarnaast geldt geen algeheel verbod
op de openstelling van logementen, maar enkel een voorwaarde om de bezettingsgraad
te beperken. Op deze manier kunnen logementen op verantwoorde wijze geopend blijven,
terwijl de risico’s op verspreiding van het virus zo klein mogelijk blijven. De voorgestelde
maatregel is daarmee proportioneel.
Ten slotte worden de eisen zonder discriminatie toegepast. Op grond van het voorgaande
acht de regering de voorgestelde maatregelen in overeenstemming met de Dienstenrichtlijn.
Artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij het Europees Verdrag tot bescherming van
de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
De capaciteitsbeperking aan overnachtingsplaatsen, zoals opgenomen in artikel 6.12,
raakt aan het recht op eigendom van de aanbieder van de overnachtingsplaatsen. Het
recht op eigendom is onder andere beschermd in artikel 1 EP bij het EVRM. Een beperking
van het recht op eigendom is gerechtvaardigd indien dit is gebaseerd op een wettelijk
voorschrift en in het algemeen belang noodzakelijk is, in het bijzonder met het oog
op sociale en economische doelstellingen. Een maatregel is in het algemeen belang
noodzakelijk indien de belangenafweging tussen enerzijds het algemeen belang dat met
de inmenging gediend wordt en anderzijds de belangen van de eigenaar ten aanzien van
wie de inmenging plaatsvindt, leidt tot een redelijke balans (‘fair balance’), waarbij
de maatregel ook dient te voldoen aan de eis van proportionaliteit. De jurisprudentie
van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens leert dat het de lidstaten een ruime
beoordelingsvrijheid (‘margin of appreciation’) laat om te bepalen of een inmenging
in het algemeen belang is en of sprake is van een redelijke balans.
De ernst en omvang van de epidemie zijn de directe oorzaak van de capaciteitsbeperking
aan overnachtingsplaatsen. De noodzaak daarvan vloeit in algemene zin voort uit het
belang om de volksgezondheid te beschermen en houdt verband met de positieve verplichtingen
die voortvloeien uit gezondheidszorg als mensenrecht.7 De capaciteitsbeperking aan overnachtingsplaatsen dient een legitiem doel (bescherming
van de volksgezondheid) en is noodzakelijk in een democratische samenleving.
7. Parlementaire zeggenschap en inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling wordt in overeenstemming met artikel 58c, tweede lid, Wpg
binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd.
Zij treedt niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Indien binnen
die termijn de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling, vervalt zij
van rechtswege.
8. Regeldruk
Deze regeling heeft geen nieuwe gevolgen voor de regeldruk voor burgers, bedrijven/instellingen
of professionals, omdat het een verlenging betreft van het huidige maatregelenpakket.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het slechts beperkt gevolgen voor de regeldruk heeft.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
Onderdeel A herstelt een omissie. In de definitiebepaling wordt verduidelijk wat onder
primair onderwijs wordt verstaan. Naast basisonderwijs en speciaal basisonderwijs
gaat het ook om speciaal onderwijs.
Onderdeel B
Op luchthavens kan op bepaalde plekken grote drukte ontstaan, waardoor het in acht
nemen van de veilige afstand niet altijd tot de mogelijkheden behoort. Dit doet zich
voor op plekken waar reizigers geclusterd samenkomen, omdat zij handelingen moeten
verrichten die essentieel zijn voor het reisproces. De locaties waar het om gaat zijn
de inchecklocatie, de locatie waar de beveiligings- en grensprocessen plaatsvinden
en de locatie van het boarden. Omdat voldoende afstand houden niet altijd tot de mogelijkheden
behoort, namelijk bij grote drukte, is het noodzakelijk een uitzondering te maken
op de veiligegafstandsnorm voor personen op deze locaties, voor zover zij de veilige
afstand niet in acht kunnen nemen. Dit laatste betekent dat op rustige momenten, wanneer
personen wel in staat zijn de veilige afstand tot elkaar in acht te nemen, de veiligeafstandsnorm
onverkort van toepassing is. Hetzelfde geldt voor de zorgplicht voor de beheerder
van de luchthaven op grond van de artikelen 58k, eerste lid, en 58m Wpg. De beheerder
van de luchthaven zal dus, waar dat mogelijk is, ervoor moeten zorgen dat personen
de veiligeafstandsnorm in acht kunnen nemen. Deze uitzondering is noodzakelijk, omdat
luchthavens piekmomenten kennen, terwijl als de veiligeafstandsnorm onverkort van
toepassing is, ook op piekmomenten, het goed en veilig functioneren van luchthavens
in het geding komt. Daarnaast zijn personen van dertien jaar en ouder op grond van
artikel 2a.1, eerste lid, onder c, Trm verplicht op de desbetreffende plekken een
mondkapje te dragen in gebouwen op luchthavens. Doordat personen wanneer zij de veilige
afstand niet tot elkaar in acht kunnen nemen een mondkapje dragen, wordt het risico
op overdracht van het virus zoveel mogelijk beperkt, terwijl de noodzakelijke processen
ook op piekmomenten doorgang kunnen vinden.
Onderdeel C
De maatregelen met betrekking tot de hygiëne en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
die specifiek nodig zijn voor de verkiezingen zijn primair geregeld in de Tijdelijke
wet verkiezingen covid-19.8 Artikel 9, vierde lid, van die wet voorziet in een grondslag voor de plicht een mondneusmasker
dan wel een mondkapje te dragen in stemlokalen en op andere locaties die gebruikt
worden voor de organisatie en uitvoering van de verkiezingen. Er is voor stembureauleden
reeds een beperkte verplichting opgenomen in de Tijdelijke regeling verkiezingen covid-19,
en deze wordt voor de Tweede Kamerverkiezingen nog uitgebreid en aangevuld met een
verplichting voor andere aanwezigen, waaronder kiezers.9 Dit wordt afgestemd op de adviezen van het RIVM. Die verplichting ziet op stemlokalen,
maar ook op andere locaties waar onderdelen van het verkiezingsproces plaatsvinden,
onder andere locaties waar briefstembureaus de vooropening doen en tellen, de zitting
van het gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau en centraal stembureau, en de stemopneming
wanneer dit op een andere locatie plaatsvindt. De mondkapjesverplichting die op grond
van die bijzondere regelgeving specifiek geldt voor verkiezingslocaties verschilt
op twee aspecten van de algemene mondkapjesverplichting die is geregeld in de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19. In de eerste plaats schrijft de Tijdelijke regeling
verkiezingen covid-19 voor stembureauleden een chirurgisch mondneusmasker voor. Ten
tweede is het toezicht op de naleving van deze plicht in stemlokalen op een andere
wijze geregeld, namelijk bij de stemlocaties zelf. Vanwege deze verschillen is het
nodig om in de onderhavige regeling verkiezingslocaties uit te zonderen van de algemene
mondkapjesverplichting. Dat betekent dat de mondkapjesverplichting en het toezicht
op de naleving daarvan op locaties die gebruikt worden voor de organisatie en uitvoering
van verkiezingen geheel geregeld wordt bij of krachtens de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19.
Onderdelen D en H
Zoals in paragraaf 2 van het algemene deel van de toelichting is toegelicht, worden
de huidige maatregelen verlengd tot en met 9 februari 2021. In een aantal bepalingen
is de werkingsduur van de maatregelen opgenomen. Deze werkingsduur moet, gelet op
de verlenging van de maatregelen, aangepast worden. De onderdelen D en H strekken
ertoe dit te regelen.
Onderdeel E
Het eerste en derde subonderdeel verduidelijken dat de openstelling van deze publieke
plaatsen alleen geldt voor de uitoefening van die functie.
Het tweede subonderdeel van onderdeel E verduidelijkt wat wordt verstaan onder een
dierspeciaalzaak. Dit betreft niet alleen de verkoop van diervoeding, maar ook de
verkoop van dierbenodigdheden, zoals medicijnen. De dierenspeciaalzaak mag alleen
open voor de uitoefening van die functies.
Locaties waar personen getest worden op of gevaccineerd worden tegen SARS-CoV-2 (hierna:
het virus) kunnen zich in publieke plaatsen bevinden. Vanzelfsprekend moeten deze
locaties geopend blijven om het virus zo goed mogelijk te bestrijden. Om die reden
worden deze locaties toegevoegd aan de uitzonderingen op de sluiting van publieke
plaatsen. Dat is geregeld in het vierde subonderdeel van onderdeel E. Test- en vaccinatielocaties
bevinden zich in verschillende publieke plaatsen, zoals in hotels of cafés. Deze locaties
mogen, voor zover zij gesloten moeten zijn, alleen geopend zijn voor de functie van
test- of vaccinatielocatie.
Locaties die worden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van de verkiezingen worden
eveneens uitgezonderd van de sluiting van publieke plaatsen. In artikel 58h, tweede
lid, onder a, van de wet is reeds opgenomen dat stemlokalen niet voor het publiek
kunnen worden gesloten. Met de toevoeging van dit subonderdeel, geldt dit ook voor
andere verkiezingslocaties, zoals locaties waar briefstembureaus de vooropening doen
en tellen, de zitting van het gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau en centraal
stembureau, en de stemopneming wanneer dit op een andere locatie plaatsvindt. Deze
locaties kunnen zich bevinden in publieke plaatsen en mogen in dat geval geopend zijn
uitsluitend voor functies ten behoeve van het verkiezingsproces.
Onderdeel F
Een aantal doorstroomlocaties fungeert als stemlokaal als bedoeld in artikel J 4 van
de Kieswet of als andere locatie die wordt gebruikt ten behoeve van de uitvoering
van een verkiezing als bedoeld in de Kieswet dan wel de Tijdelijke wet verkiezingen
covid-19. Onder de huidige regeling dienen doorstroomlocaties gesloten te zijn, behoudens
enkele uitzonderingen omschreven in artikel 4.3. Doorstroomlocaties die dienen als
stemlokalen of als andere locatie die wordt gebruikt ten behoeve van de uitvoering
van een verkiezing worden opgenomen als uitzondering onder artikel 4.3. Zulke locaties
mogen dus worden geopend.
Onderdeel G
Artikel 4.5 schrijft voor dat een winkel tussen 20.00 uur en 06.00 uur niet voor publiek
wordt opengesteld, met uitzondering van een winkel in de levensmiddelenbranche. Winkels
die dienen als stemlokaal of die gebruikt worden ten behoeve van andere functies bij
de uitvoering van een verkiezing moeten ruimere openingstijden hebben dan beschreven
in artikel 4.5 voor zover het de uitvoering van de verkiezingen betreft. Bij verschillende
stemlokalen is het immers mogelijk om ook na 20.00 uur nog een stem uit te brengen.
De winkel mag niet voor een andere functie na 20.00 uur geopend zijn, zoals de verkoop
van producten. Tevens voorziet het wetsvoorstel tot wijziging van de Tijdelijke wet
verkiezingen covid-19 ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer
in 2021 (Tijdelijke wet Tweede Kamerverkiezing covid-19) in een grondslag voor het
aanwijzen van afgiftepunten,10 waarvoor de ruimerere openingstijden ook nodig zijn. Het tellen van de stemmen, dat
voor publiek toegankelijk moet zijn, kan evenmin voor 20.00 uur afgerond worden, dus
ook voor deze activiteiten dient de winkel ruimere openingstijden te hanteren voor
zover het gaat om de organisatie van verkiezingen. Hiertoe dient de uitzondering omschreven
in het tweede lid.
Onderdeel I
Onderdeel I regelt dat een reiziger een negatieve testuitslag ook aan een toezichthouder
moet kunnen tonen. De wijziging sluit aan bij de nieuwe tekst van artikel 58p, derde
lid, onder a, Wpg, zoals die luidt sinds de desbetreffende Wet van 8 januari 2021
(Stb. 2021, 3).
Verder mag de conclusie van de negatieve testuitslag naast in het Engels, Duits, Frans
of Spaans, ook in het Portugees of Italiaans zijn geschreven.
Onderdeel J
Bij de wijziging van artikel 6.8 in verband met een verruiming van de mogelijkheden
voor topsporters en het aanbrengen van enkele verbeteringen (Stcrt. 2020, 67209) is per abuis tweemaal een derde lid ingevoegd. Dat wordt met deze wijziging hersteld.
Sinds 15 december 2020 geldt een verbod op de uitoefening van contactberoepen. Hierbij
geldt een uitzondering voor medische contactberoepen, waarbij verwezen wordt naar
zorg in de zin van de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke
ondersteuning of Jeugdwet. Per abuis was deze verwijzing niet compleet. Deze omissie
wordt nu hersteld door de medische contactberoepen die zorg verlenen in de zin van
de Wet forensische zorg, Wet publieke gezondheid of Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg toe te voegen aan de uitzonderingen op het verbod op de uitoefening
van contactberoepen. In de communicatie is sinds 15 december reeds uitgegaan van een
uitzondering op het verbod voor deze medische beroepen.
Onderdeel K
Onderdeel K voegt een nieuwe paragraaf (6.7) met een nieuw artikel (6.12) in.
Om plaatsen waar tegen betaling verblijf wordt aangeboden aan personen die niet als
ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen met een adres in de gemeente
waar dit verblijf wordt aangeboden (hierna: logementen) op verantwoorde wijze geopend
te houden, is het noodzakelijk regels te stellen om de kans op verspreiding van het
virus zo klein mogelijk te houden. Om die reden regelt artikel 6.12 dat in logementen
geen verblijf aangeboden mag worden aan meer dan vier personen per verblijfplaats,
waarbij kinderen tot en met twaalf jaar niet meetellen. Ook zijn personen als bedoeld
in artikel 58g, tweede lid, Wpg hiervan uitgezonderd. Met verblijfplaats wordt bedoeld
een hotelkamer, een vakantiehuisje en andere zelfstandige eenheden. De grondslag van
deze maatregel is gelegen in artikel 58j, eerste lid, onder d, Wpg, op grond waarvan
regels gesteld kunnen worden over de maximale capaciteit van een overnachtingsplaats.
Op deze manier kunnen de gasten voldoende afstand houden tot elkaar en blijft de groepsgrootte
beperkt, hetgeen de kans op verspreiding van het virus aanzienlijk beperkt. De beperking
van groepsvorming tot vier personen sluit aan bij het advies van het OMT van 13 oktober
2020.11Het OMT adviseert de groepsvorming te beperken tot een groepsgrootte van vier personen.
Dit advies heeft betrekking op personen van dertien jaar en ouder. Artikel 6.12 sluit
hierbij aan. Voorbeelden van logementen zijn: hotels, campings, groepsaccommodaties
en commercieel verhuurde vakantiehuisjes.
Omdat tot en met 9 februari 2021 een groepsvormingsverbod geldt tot twee personen,
geldt tot die tijd ook een plicht om geen verblijf aan te bieden aan meer dan twee
personen. Dit regelt het tweede lid van artikel 6.12.
Onderdeel L
Bijlage 1 bevat een lijst van beroepen en processen die cruciaal respectievelijk vitaal
zijn. Kinderopvang en onderwijsinstellingen die opvang bieden aan kinderen van ouders
die werkzaam zijn in de cruciale beroepen, zoals opgenomen in bijlage 1, mogen opengesteld
worden voor publiek. Onderdeel L bevat een verduidelijking van en toevoeging op deze
lijst met cruciale en vitale beroepen in bijlage 1. Subonderdeel 1 bevat een verduidelijking
van wat verstaan wordt onder noodzakelijke overheidsprocessen. Subonderdeel 2 herstelt
een omissie voor, kort gezegd, democratische processen.
Artikel II
Zoals hiervoor toegelicht is de tijdelijke werkingsduur van enkele maatregelen in
de desbetreffende bepalingen zelf vastgelegd. Artikel II van de Regeling van de Ministers
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 december 2020 tot wijziging van de Tijdelijke
regeling maatregelen covid-19 in verband met een verzwaring van de maatregelen (Stcrt. 2020, 66909) zorgt ervoor dat de tijdelijk werkende bepalingen nadat zij zijn uitgewerkt uit
de Trm verdwijnen. Gelet op de verlenging van deze werkingsduur, moet ook de vervaldatum
in artikel II van die regeling aangepast worden. Hiertoe strekt artikel II.
Artikel III
Onderdeel A
Onderdeel A voegt een tweede lid toe aan artikel 3.4 van de Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 Bonaire. Op grond van artikel 3.4, tweede lid, heeft de gezaghebber de bevoegdheid
plaatsen aan te wijzen waar het niet is toegestaan om zich in groepsverband op te
houden met meer dan één persoon in winkels.
De verbodsbepaling richt zich tot elke persoon in het groepsverband. Artikel 58g,
eerste lid, Wpg biedt de grondslag voor het stellen van regels omtrent groepsvorming.
Een groepsverband is een aantal min of meer bijeen horende personen, waarbij kennelijk
sprake is van een zekere samenhang of omstandigheid waardoor die mensen bij elkaar
zijn (artikel 58a, eerste lid, Wpg).
In artikel 58g, tweede lid, Wpg staat een aantal wettelijke uitzonderingen op het
groepsvormingsverbod.
Vanaf risiconiveau 5 kan deze beperking worden gesteld aan de groepsgrootte in winkels.
Deze beperking geldt ook in essentiële winkels. De grootschalige verspreiding van
het virus maakt het noodzakelijk om de contactmomenten aanzienlijk te beperken. Het
verder beperken van het aantal contacten dat mensen hebben, is van essentieel belang.
Ook is het eenvoudiger de veilige afstand te houden tot andere personen in winkels,
als minder personen in de winkel aanwezig zijn. De gezaghebber dient bij zijn afweging
de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit in acht te nemen.
Onderdeel B
Onderdeel B voegt een artikel 3.5 in. Op grond van dit artikel is het verboden zich
in groepsverband op te houden met meer personen dan behorend tot één huishouden op
door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen.
Een groepsvormingsverbod draagt bij aan het beperken van het aantal contactmomenten.
Ook kan het beperken van de groepsgrootte bijdragen aan het beperken van de omvang
van een eventuele uitbraak. Een enkele besmetting kan namelijk vele besmettingen tot
gevolg hebben in een (grote) groep. Het beperken van de groepsgrootte heeft ook tot
gevolg dat het bron- en contactonderzoek door de afdeling Publieke Gezondheid eenvoudiger
is.
Vanaf het moment dat de indicatoren behorend bij risiconiveau 5 bereikt worden, kan
deze maatregel worden ingezet. De grootschalige verspreiding van het virus maakt het
noodzakelijk om de contactmomenten aanzienlijk te beperken. Het verder beperken van
het aantal contacten dat mensen hebben is van essentieel belang. De gezaghebber dient
bij zijn afweging de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit in acht te
nemen.
Onderdeel C
Onderdeel C voegt een derde lid toe aan artikel 4.11. Op grond van artikel 4.11 heeft
de gezaghebber de bevoegdheid om plaatsen aan te wijzen waar het alleen onder voorwaarden
toegestaan is casino’s geopend te hebben voor publiek.
Op grond van het tweede lid heeft de gezaghebber de bevoegdheid om plaatsen aan te
wijzen waar casino’s vervroegd moeten sluiten, namelijk om 22.00 uur of 00.00 uur.
Onderdeel C voegt een derde lid toe, op grond waarvan de gezaghebber de bevoegdheid
heeft om plaatsen aan te wijzen waar casino’s vervroegd moeten sluiten, namelijk om
02.00 uur. De vervroegde sluitingstijd draagt bij aan minder contactmomenten en een
beperking in het gebruik van alcohol. Deze maatregel kan worden ingezet vanaf het
besmettingsrisico behorend bij risiconiveau 2. De gezaghebber dient bij zijn afweging
de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit in acht te nemen.
Artikel IV
Tijdelijk geldt een groepsvormingsverbod voor meer dan twee personen. Dit werkt door
in artikel 6.12, tweede lid, Trm op grond waarvan geen reserveringen van meer dan
twee personen aangenomen mogen worden. Gelet op het gewicht van deze maatregel is
de duur van de maatregel in de tijd beperkt tot ten minste 9 februari 2021. De tijdelijke
werkingsduur is in de desbetreffende bepaling zelf vastgelegd. Artikel IV zorgt ervoor
dat de tijdelijk werkende bepaling nadat deze is uitgewerkt uit de regeling verdwijnt.
Zonder tussentijdse besluitvorming over verlenging of aanpassing van de maatregel
of een deel daarvan, loopt de maatregel dus af op 9 februari 2021.
Artikel V Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling wordt in overeenstemming met artikel 58c, tweede lid, Wpg
binnen twee dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd.
De regeling treedt niet eerder in werking dan een week na deze overlegging. Gelet
op een slagvaardige bestrijding van de epidemie, treedt deze regeling onmiddellijk
na die week in werking, tenzij de Tweede Kamer besluit niet in te stemmen met de regeling.
Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn
van drie maanden.12
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt die regeling op het tijdstip waarop hoofdstuk
Va Wpg vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder
ontvalt aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken
of aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge