Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 7 december 2020, nr. VO-26294890, houdende wijziging van de Subsidieregeling incidentele middelen leerlingendaling vo 2020 in verband met het uitstellen van de aanvraagtermijn voor het regionaal plan leerlingendaling vanwege de uitbraak van COVID-19

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling incidentele middelen leerlingendaling vo 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ’15 december 2020 tot en met 31 januari 2021’ vervangen door ’15 februari tot en met 31 maart 2021’.

2. In het derde lid wordt ’31 januari 2021’ vervangen door ’31 maart 2021’.

B

In artikel 3.7, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘1 augustus 2021’ vervangen door ‘1 oktober 2021’.

C

In artikel 3.9, eerste lid, wordt ‘1 juli 2021’ vervangen door ‘1 september 2021’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling incidentele middelen leerlingendaling vo 2020. Deze subsidieregeling bevat de regels voor het verstrekken van subsidie aan de bevoegde gezagen van scholen voor voortgezet onderwijs om op basis van een regionale visie en activiteitenplan te komen tot een levensvatbaar en kwalitatief goed onderwijsaanbod dat de leerlingendaling in hun regio kan opvangen. Om de samenwerking tussen de bevoegde gezagen en hun omgeving te stimuleren is gekozen voor een subsidieregeling. De subsidieregeling bestaat uit twee mogelijke subsidies, die apart aangevraagd kunnen worden in op elkaar volgende tijdvakken:

  • A. Fase één: subsidie voor de planvorming

  • B. Fase twee: subsidie voor het uitvoeren van een regionaal plan leerlingendaling

In verband met de uitbraak van de tweede golf van COVID-19 blijkt het in veel regio’s moelijker om samenwerking goed vorm te geven. Planvorming loopt daardoor in sommige gevallen vertraging op. Om alle regio’s - of er nu in het kader van fase één een subsidie is verstrekt voor planvorming of niet - een gelijke kans te bieden om een doelmatig en goed afgestemd regionaal plan in te kunnen dienen voor het verkrijgen van subsidie voor de fase van uitvoering, wijzigt deze regeling de aanvraagtermijn voor het verkrijgen van subsidie voor fase twee van de subsidieregeling. In de oorspronkelijke subsidieregeling loopt deze termijn van 15 december 2020 tot en met 31 januari 2021. Met deze wijziging krijgen de bevoegde gezagen twee maanden extra tijd om hun plannen te finaliseren. De nieuwe indieningstermijn loopt daarmee van 15 februari 2021 tot en met 31 maart 2021.

De beoordeling van de subsidieaanvragen in fase twee vindt plaats op basis van het advies van een door de minister ingestelde onafhankelijke beoordelingscommissie. Om deze commissie in staat te stellen haar beoordeling nauwkeurig te laten verlopen, wordt met deze regeling ook het moment waarop subsidie verleend wordt met twee maanden opgeschoven. Dit moment verschuift van 1 juli 2021 naar 1 september 2021. Aanvragers krijgen hiermee alsnog bij aanvang van het schooljaar 2021–2022 zekerheid over een te verstrekken subsidie.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De aanvraagtermijn moet zo snel mogelijk worden aangepast, daarom is afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven