Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 41085 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | Staatscourant 2020, 41085 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8.1 van de Wet dieren, artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen Interventiebeleid Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;
Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Het specifiek interventiebeleid dierenwelzijn beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid, de klasseindeling en de interventies voor de beoordeling van specifieke overtredingen van de wetgeving in het domein dier. Dit domein heeft betrekking op dierenwelzijn van bedrijfsmatig gehouden dieren (primair bedrijf), hobbymatig gehouden dieren en wilde dieren. Dit specifiek interventiebeleid is niet van toepassing op dieren op het slachthuis, tijdens vervoer en proefdieren. Op andere overtredingen met betrekking tot dierenwelzijn anders dan in dit document of een ander specifiek interventiebeleid beschreven, blijft het Algemeen Interventiebeleid NVWA van toepassing.
Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB02-SPEC 02 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven, teneinde een klasseindeling en een interventie te bepalen.
Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid.
Inspectie
Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wet- en regelgeving inzake dierenwelzijn wordt nageleefd. De inspecteur kan, als dit de efficiency van de uit te voeren inspectie ten goede komt, er voor kiezen om deze van te voren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.
Herinspectie
Een inspectie (eventueel op afstand) ingesteld door een inspecteur van de NVWA die volgt op een eerder ingestelde inspectie, waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om na de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.
De wettelijke basis van het specifiek interventiebeleid is:
• De Wet dieren
• Wet op de economische delicten
• Het Besluit houders van dieren (Besluit)
• De Regeling houders van dieren (Regeling)
• Het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren
• De Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het algemeen interventiebeleid. Bij het beoordelen van de ernst van de overtreding wordt rekening gehouden met het risico op de aantasting van het dierenwelzijn, de herstelbaarheid daarvan en of er sprake is van calculerend en/of bewust risiconemend gedrag.
Aard en ernst van de overtreding:
– > Gering feit (D), gering risico op aantasting dierenwelzijn of diergezondheid, of geringe ondermijning van het systeem. Er zijn in de bijlage een aantal feiten benoemd die onder deze categorie vallen. Hier kan van afgeweken worden.
Overtreding (C)/ernstige overtreding (B)
Bij de meeste overtredingen bepalen de omstandigheden van het geval of de niet naleving wordt aangemerkt als overtreding (C) of ernstige overtreding (B). De volgende factoren spelen hierbij een rol:
– Is het een incidentele en lichtere overtreding, bijvoorbeeld betreft het slechts enkele dieren en/of is het een kleine afwijking van de wettelijke norm (bijv. voorgeschreven staloppervlakte)? Waar de overtreding de registratie van gegevens betreft: is het een fout of onvolledigheid?
– Is er (risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn, bijvoorbeeld betreft het meer dan enkele dieren en/of is de afwijking ten opzichte van de wettelijk norm (bijv. voorgeschreven staloppervlakte) meer dan klein? Als structureel wordt beschouwd een overtreding die meer dan 5% van de dieren betreft. Waar de overtreding registratie van gegevens betreft: is er helemaal geen registratie of vele fouten en/of onvolledigheden?
Afwijken specifiek interventiebeleid
In bepaalde situaties kan het als noodzakelijk gezien worden om af te wijken van dit specifiek interventiebeleid. De inspecteur kan, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven en in overleg met het Hoofd Afdeling Dier van de Directie inspectie, gemotiveerd afwijken van het interventiebeleid.
Eerdere overtredingen
– Zijn er eerder overtredingen vastgesteld van dezelfde aard? In dat geval kan ook bij het aantreffen van overtredingen van lichte en incidentele aard door de inspecteur besloten worden tot een sanctionerende interventie.
– Zijn er eerder overtredingen van soortgelijke1 aard vastgesteld? In dat geval kan ook bij het aantreffen van overtredingen van lichte en incidentele aard door de inspecteur besloten worden tot een sanctionerende interventie.
In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).
Sanctionerende interventie
Overtredingen van de Wet dieren worden doorgaans bestuurlijk beboet. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie voor. Dit volgt uit artikel 8.10, eerste lid, van de Wet dieren. Het Openbaar Ministerie beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Afgezien van de in artikel 8.11, eerste lid, genoemde overtredingen is strafrechtelijke afdoening niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.
De kolommen ‘interventies’ en ‘follow-up na overtreding; interventies bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlage van dit document aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op bovengenoemde kolommen in de bijlage.
In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).
Corrigerende interventie
Corrigerende interventies kunnen naast, of in uitzonderlijke situaties in plaats van, sanctionerende interventies worden ingezet. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn een last onder dwangsom, een verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten of het ingrijpen in het bedrijfsproces.
Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies kan indien kan worden gemotiveerd waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.
Specifieke corrigerende interventie
Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt eerst met een specifieke corrigerende interventie in het bedrijfsproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:
a. beëindiging van een overtreding of
b. voorkoming van nieuwe overtredingen.
Aan een specifieke corrigerende interventie kan bijvoorbeeld een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden. Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zo nodig met een ingrijpendere maatregel of een hogere dwangsom
Generieke corrigerende interventie
Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden opgeschaald naar een generieke corrigerende interventie. Dat is een interventie die naar zijn aard grotere gevolgen heeft voor de integrale bedrijfsvoering dan de eerdere specifieke corrigerende interventie(s). Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd, maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.
Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder ook andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt.
Herhaalde overtreding
Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van de regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn wordt vastgesteld, waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar reeds een interventie werd toegepast.
Stapeling
Tijdens een (her)inspectie kunnen meerdere overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen binnen het domein dierenwelzijn geconstateerd worden. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het algemeen interventiebeleid. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van maximaal vijf overtredingen per overtreder, per controlemoment.
Herinspectie
Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een opvolgende inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.
De kosten van aanvullende officiële controles, zoals bijvoorbeeld herinspecties in het kader van toezicht op dierenwelzijn, worden in rekening gebracht bij de houder van de dieren (retributie). Zie hiervoor verder: https://www.nvwa.nl/over-de-nvwa/hoe-de-nvwa-werkt/tarieven-nvwa/normeringskader-tarieven-nvwa/kosten-aanvullende-officiele-controles-voor-veehouders
Verscherpt toezicht
Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.
Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.
Deze beleidsregel vervangt het op 1 oktober 2016 vastgestelde Specifiek interventiebeleid dierenwelzijn (IB02-SPEC 02, versie 03). Ten opzichte van versie 03 zijn de wettelijke normen en overtredingsklassen vollediger en eenduidiger geformuleerd. Bestaande regels in de bijlage met meerdere wettelijke normen zijn waar nodig uitgesplitst naar evenzoveel regels. Tenslotte is het hoofddocument en de bijlage ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn (IB02-SPEC 02, versie 04)”.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2020.
Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze: M.A. Ruys inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Norm |
Grondslag |
Interventie |
Doormelding |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Normadressaat |
Normbeschrijving |
Wet- en regelgeving |
Afwijking van de norm |
Overtredingsklasse |
Motivering overtredingsklasse |
Interventie bij eerste overtreding |
Interventie bij herhaalde overtreding |
doormelding cross compliance (in het kader van gemeenschappelijk landbouwbeleid) |
Wet Dieren H.1. § 1. Algemeen |
||||||||
Wet Dieren H.2. § 1. Handelingen met dieren |
||||||||
Eenieder |
Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. |
Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend: een dier arbeid doen verrichten die kennelijk zijn krachten te boven gaat of waartoe het uit hoofde van zijn toestand ongeschikt is. |
Wet dieren, artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend: een koe met overvolle uier vervoeren of op een markt of openbare verkoping ten verkoop houden; |
Wet dieren, artikel 2.1, tweede lid, onderdeel b |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend: bij de verlossing van een koe gebruikmaken van dierlijke trekkracht of van een niet daarvoor toegelaten krachttoestel |
Wet dieren, artikel 2.1, tweede lid, onderdeel c |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Tot de in het eerste lid verboden gedragingen worden in ieder geval gerekend: een hond als trekkracht gebruiken met uitzondering van de sledehondensport, voor zover toegelaten. |
Wet dieren, artikel 2.1, tweede lid, onderdeel d |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Eenieder verleent een hulpbehoevend dier de nodige zorg. |
Wet dieren, artikel 2.1, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Eenieder |
Eenieder verleent een hulpbehoevend dier de nodige zorg. |
Wet dieren, artikel 2.1, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden dieren te houden die niet behoren tot door Onze Minister aangewezen diersoorten of diercategorieën. |
Wet dieren, artikel 2.2, eerste lid Regeling houders van dieren, artikel 2.1 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden dieren te houden die niet behoren tot door Onze Minister aangewezen diersoorten of diercategorieën. |
Wet dieren, artikel 2.2, eerste lid Regeling houders van dieren, artikel 2.1 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is houders van dieren verboden aan deze dieren de nodige verzorging te onthouden. |
Wet dieren, artikel 2.2, achtste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Houder van dieren |
Het is verboden dieren te gebruiken met het oog op de productie van dierlijke producten. |
Wet dieren, artikel 2.3, eerste lid Besluit houders van dieren, artikel 2.1 |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Houder van dieren |
Het is verboden dieren waarbij een bij artikel 2.8 verboden lichamelijke ingreep is verricht voor de verkoop in voorraad te hebben, voor de verkoop aan te bieden, te verkopen en te kopen. |
Wet dieren, artikel 2.7, derde lid. |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden dieren waarbij een bij artikel 2.8 verboden lichamelijke ingreep is verricht voor de verkoop in voorraad te hebben, voor de verkoop aan te bieden, te verkopen en te kopen. |
Wet dieren, artikel 2.7, derde lid. |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Besluit Houders van Dieren H.1.Algemeen § 1 Algemene bepalingen |
||||||||
Eenieder |
Het is verboden zich te ontdoen van een dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel a |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden een dier te schoppen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel b |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden een dier zodanig te slaan dat dit letsel ten gevolge heeft. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel c |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden een dier te onderwerpen aan een explosieve, bijtende of brandende stof. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel d |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden een dier te weiden op niet beweidbaar land of, anders dan voor korte duur, weiden op slecht beweidbaar land. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel e |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden zich te vervoeren of verplaatsen, zich laten vervoeren of laten verplaatsen of een ander doen vervoeren of doen verplaatsen op een dier of in of op een vervoermiddel dat wordt voortbewogen door een dier, indien dat vervoeren of verplaatsen de krachten van dat dier kennelijk te boven gaat, of indien het dier daartoe kennelijk niet geschikt is. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel f |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden bij het vastbinden of aanlijnen van een dier een voorwerp te gebruiken waarmee het dier door middel van scherpe uitsteeksels pijn kan worden toegebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.3, onderdeel g |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
Proces-verbaal en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
H.1. § 2 Algemene huisvestings- en verzorgingsnormen |
||||||||
Eenieder |
De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.1) |
Eenieder |
De bewegingsvrijheid van een dier wordt niet op zodanige wijze beperkt dat het dier daardoor onnodig lijden of letsel wordt toegebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.1) |
Eenieder |
Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Eenieder |
Een dier wordt voldoende ruimte gelaten voor zijn fysiologische en ethologische behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Eenieder |
Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.3) |
Eenieder |
Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.3) |
Houder van dieren |
De houder van een dier dat in een gebouw of kooi wordt gehouden, draagt er zorg voor dat het dier daaruit niet kan ontsnappen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
De houder van een dier dat in een gebouw of kooi wordt gehouden, draagt er zorg voor dat het dier daaruit niet kan ontsnappen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.6, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.4) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier wordt verzorgd door een persoon die beschikt over de voor die verzorging nodige kennis en vaardigheden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.4) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier slechts onder de hoede wordt gesteld van een persoon die kennelijk tot de verzorging in staat is. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op passende wijze wordt verzorgd. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (13.6) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier dat ziek of gewond lijkt onmiddellijk op passende wijze wordt verzorgd. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (13.6) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier een toereikende behuizing heeft onder voldoende hygiënische omstandigheden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.7) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier een voor dat dier toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer krijgt toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.7) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel f |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.17) (11.13) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier toegang heeft tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan zijn behoefte aan water kan voldoen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel f |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.17) (11.13) |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier voldoende verse lucht of zuurstof krijgt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel g |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Degene die een dier houdt, draagt er zorg voor dat een dier voldoende verse lucht of zuurstof krijgt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.7, onderdeel g |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Een ruimte waarin een dier wordt gehouden, wordt voldoende verlicht en verduisterd om aan de ethologische en fysiologische behoeften van het dier te voldoen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (13.15) |
Houder van dieren |
Een ruimte waarin een dier wordt gehouden, wordt voldoende verlicht en verduisterd om aan de ethologische en fysiologische behoeften van het dier te voldoen. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (13.15) |
Houder van dieren |
Behuizingen, waaronder begrepen de vloer, waarin een dier verblijft en inrichtingen voor de beschutting voor een dier zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en onderhouden dat bij de dieren geen letsel of pijn wordt veroorzaakt en bevatten geen scherpe randen of uitsteeksels waaraan het dier zich kan verwonden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.13 en 12.19 als het varkens betreft.) |
Houder van dieren |
Behuizingen, waaronder begrepen de vloer, waarin een dier verblijft en inrichtingen voor de beschutting voor een dier zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en onderhouden dat bij de dieren geen letsel of pijn wordt veroorzaakt en bevatten geen scherpe randen of uitsteeksels waaraan het dier zich kan verwonden. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.13 en 12.19 als het varkens betreft.) |
Houder van dieren |
In de ruimte waarin een dier wordt gehouden, worden geen materialen en, in voorkomend geval, bodemdekking gebruikt die ongeschikt of schadelijk zijn voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren |
In de ruimte waarin een dier wordt gehouden, worden geen materialen en, in voorkomend geval, bodemdekking gebruikt die ongeschikt of schadelijk zijn voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren |
De materialen in een ruimte waarin een dier wordt gehouden kunnen eenvoudig worden gereinigd en ontsmet. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren |
De materialen in een ruimte waarin een dier wordt gehouden kunnen eenvoudig worden gereinigd en ontsmet. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.8, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
H.1. § 3 Doden van dieren |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC72 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC73 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC74 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC75 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC76 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC77 |
voor alles mbt Doden van dieren, zie IB02-SPEC78 |
|
H.1. § 4 Voortplantingstechnieken |
||||||||
Houder van dieren |
Voortplantingstechnieken worden toegepast op zodanige wijze dat bij het dier niet onnodig pijn, letsel, stress of ander ongerief wordt veroorzaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.17, eerste lid Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (13.24) |
Houder van dieren |
Voortplantingstechnieken worden toegepast op zodanige wijze dat bij het dier niet onnodig pijn, letsel, stress of ander ongerief wordt veroorzaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.17, eerste lid Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.24) |
Houder van dieren |
Het is verboden sperma te winnen door middel van elektrische prikkeling. Dit geldt niet voor spermawinning ten behoeve van een door de European Association of Zoos and Aquaria gecoördineerd Europees fokprogramma, mits het dier onder algehele narcose is gebracht en de elektrische prikkeling geschiedt door of onder toezicht van een dierenarts. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.17 tweede lid Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.24) |
Houder van dieren |
Het is verboden sperma te winnen door middel van elektrische prikkeling. Dit geldt niet voor spermawinning ten behoeve van een door de European Association of Zoos and Aquaria gecoördineerd Europees fokprogramma, mits het dier onder algehele narcose is gebracht en de elektrische prikkeling geschiedt door of onder toezicht van een dierenarts. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.17 tweede lid Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.24) |
H.1. § 5 Overige bepalingen |
||||||||
Eenieder |
Het is verboden bij het vissen in de wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdelen c en d, van de Visserijwet 1963, levende vissen, amfibieën, reptielen, vogels of zoogdieren als aas te gebruiken. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.18 Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
Eenieder |
Het is verboden bij het vissen in de wateren, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdelen c en d, van de Visserijwet 1963, levende vissen, amfibieën, reptielen, vogels of zoogdieren als aas te gebruiken. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.18 Wet dieren, artikel 2.1, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
|
H.1. § 6 Diergeneeskundige handelingen en diergeneesmiddelen |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC03 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC04 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC05 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC06 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC07 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC08 |
Voor Diergeneesmiddelen & diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC09 |
|
H.2. Houden van dieren voor landbouwdoeleinden § 2 Algemene huisvestigings- en verzorgingsnormen |
|
|
|
|
|
|
|
|
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Wanneer een dier wordt aangebonden wordt voldoende ruimte gelaten voor fysiologische en ethologische behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.3 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.2) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Wanneer een dier wordt aangebonden wordt voldoende ruimte gelaten voor fysiologische en ethologische behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.3 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.2) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt verzorgd door een voldoende aantal vakbekwame personen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt verzorgd door een voldoende aantal vakbekwame personen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier dat wordt gehouden in een veehouderijsysteem waar welzijn afhangt van frequente verzorging, wordt tenminste éénmaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.5) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier dat wordt gehouden in een veehouderijsysteem waar welzijn afhangt van frequente verzorging, wordt tenminste éénmaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.5) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier dat in een ander systeem wordt gehouden dan het systeem, bedoeld in het tweede lid, wordt zo vaak gecontroleerd dat lijden wordt voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.5) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier dat in een ander systeem wordt gehouden dan het systeem, bedoeld in het tweede lid, wordt zo vaak gecontroleerd dat lijden wordt voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.5) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een ziek of gewond dier wordt zo nodig afgezonderd in een passend onderkomen dat is voorzien van droog strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.11) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een ziek of gewond dier wordt zo nodig afgezonderd in een passend onderkomen dat is voorzien van droog strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.11) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Wanneer de zorg (bedoeld in artikel 1.7, aanhef en onderdeel c) geen verbetering in de toestand van het dier brengt wordt zo spoedig mogelijk een dierenarts geraadpleegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.6) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Wanneer de zorg (bedoeld in artikel 1.7, aanhef en onderdeel c) geen verbetering in de toestand van het dier brengt wordt zo spoedig mogelijk een dierenarts geraadpleegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.6) (11.6) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier krijgt voedsel met tenminste de tussenpozen die bij zijn fysiologische behoeften passen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.9) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier krijgt voedsel met tenminste de tussenpozen die bij zijn fysiologische behoeften passen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.9) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het toegediende voer en drinken alsmede de wijze van toediening brengen het dier geen onnodig lijden of letsel toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.8) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het toegediende voer en drinken alsmede de wijze van toediening brengen het dier geen onnodig lijden of letsel toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.4, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.8) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt niet permanent in het duister gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt niet permanent in het duister gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt niet permanent in kunstlicht gehouden zonder dat dit voor een passende periode wordt uitgeschakeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Een dier wordt niet permanent in kunstlicht gehouden zonder dat dit voor een passende periode wordt uitgeschakeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
In de ruimte waarin het dier wordt gehouden is geschikt kunstlicht aanwezig indien het beschikbare natuurlijke licht niet voldoende is voor de ethologische en fysiologische behoeften van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
In de ruimte waarin het dier wordt gehouden is geschikt kunstlicht aanwezig indien het beschikbare natuurlijke licht niet voldoende is voor de ethologische en fysiologische behoeften van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.15) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
In een ruimte waarin dieren worden gehouden is voldoende verlichting aanwezig voor een grondige controle van die dieren op elk willekeurig tijdstip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.10) (11.5) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
In een ruimte waarin dieren worden gehouden is voldoende verlichting aanwezig voor een grondige controle van die dieren op elk willekeurig tijdstip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.10) (11.5) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het materiaal dat wordt gebruikt voor de behuizing waarin een dier wordt gehouden is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het materiaal dat wordt gebruikt voor de behuizing waarin een dier wordt gehouden is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het materiaal dat wordt gebruikt voor de behuizing waarin een dier wordt gehouden kan grondig gereinigd en ontsmet worden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het materiaal dat wordt gebruikt voor de behuizing waarin een dier wordt gehouden kan grondig gereinigd en ontsmet worden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.12) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De luchtcirculatie in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De luchtcirculatie in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het stofgehalte van de lucht in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Het stofgehalte van de lucht in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De temperatuur in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De temperatuur in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De relatieve luchtvochtigheid in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De relatieve luchtvochtigheid in de omgeving van het dier is niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De gasconcentraties in de omgeving van het dier zijn niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De gasconcentraties in de omgeving van het dier zijn niet schadelijk voor het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.14) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien de gezondheid en het welzijn van een dier afhankelijk is van een kunstmatig ventilatiesysteem, is dat voorzien van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.16) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien de gezondheid en het welzijn van een dier afhankelijk is van een kunstmatig ventilatiesysteem, is dat voorzien van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd om de gezondheid en het welzijn van het dier te waarborgen als het hoofdsysteem uitvalt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.16) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien het ventilatiesysteem, uitvalt, treedt een alarmsysteem in werking, dat regelmatig wordt getest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.16) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien het ventilatiesysteem, uitvalt, treedt een alarmsysteem in werking, dat regelmatig wordt getest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.16) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Voeder- of drinkinstallaties zijn zo ontworpen, gebouwd en geplaatst dat het gevaar voor verontreiniging van voer en water, alsmede mogelijke schadelijke gevolgen van rivaliteit tussen dieren tot een minimum worden beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.18) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Voeder- of drinkinstallaties zijn zo ontworpen, gebouwd en geplaatst dat het gevaar voor verontreiniging van voer en water, alsmede mogelijke schadelijke gevolgen van rivaliteit tussen dieren tot een minimum worden beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.18) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De in dit artikel bedoelde apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van een dier wordt ten minste eenmaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, achtste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.19) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De in dit artikel bedoelde apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van een dier wordt ten minste eenmaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, achtste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.19) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien bij de controle, bedoeld in het achtste lid, defecten worden geconstateerd, worden deze onmiddellijk hersteld of, indien herstel niet mogelijk is, worden de nodige maatregelen getroffen om de gezondheid en het welzijn van het dier veilig te stellen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, negende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.19) (11.4) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
Indien bij de controle, bedoeld in het achtste lid, defecten worden geconstateerd, worden deze onmiddellijk hersteld of, indien herstel niet mogelijk is, worden de nodige maatregelen getroffen om de gezondheid en het welzijn van het dier veilig te stellen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.5, negende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.19) (11.4) |
H.2. § 3 Diergeneeskundige handelingen en diergeneesmiddelen |
Voor overige artikelen mbt Diergeneesmiddelen en Diergeneeskundige handelingen wordt verwezen naar IB02-SPEC03 |
|||||||
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De houder van een dier houdt een register bij van de verstrekte medische zorg en het bij iedere controle geconstateerde aantal sterfgevallen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.10 , eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.20) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De houder van een dier houdt een register bij van de verstrekte medische zorg en het bij iedere controle geconstateerde aantal sterfgevallen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.10 , eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.20) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste drie jaar door de houder bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.10 , tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.20) |
Houder van dieren voor landbouwdoeleinden |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste drie jaar door de houder bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.10 , tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (13.20) |
H.2. § 4 Houden van varkens voor productie |
||||||||
Houder van varkens voor productie |
Het is verboden varkens van het ouderdier te scheiden voordat die varkens de leeftijd van 28 dagen hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel l Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.28) |
Houder van varkens voor productie |
Het is verboden varkens van het ouderdier te scheiden voordat die varkens de leeftijd van 28 dagen hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel l Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.28) |
Houder van varkens voor productie |
De leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet, voor varkens is 21 dagen, indien de biggen naar gespecialiseerde voorzieningen worden gebracht die volledig worden leeggemaakt en grondig zijn gereinigd en ontsmet voordat een nieuwe groep biggen is binnengebracht, en gescheiden zijn van de voorzieningen waar zeugen zijn gehouden om het overdragen van ziekten op de biggen zo veel mogelijk te beperken. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , derde lid Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.28) |
Houder van varkens voor productie |
De leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet, voor varkens is 21 dagen, indien de biggen naar gespecialiseerde voorzieningen worden gebracht die volledig worden leeggemaakt en grondig zijn gereinigd en ontsmet voordat een nieuwe groep biggen is binnengebracht, en gescheiden zijn van de voorzieningen waar zeugen zijn gehouden om het overdragen van ziekten op de biggen zo veel mogelijk te beperken. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , derde lid Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.28) |
Houder van varkens voor productie |
Gespeende varkens worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Gespeende varkens worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Gebruiksvarkens worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Gebruiksvarkens worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Gelten en zeugen worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
Gelten en zeugen worden in afzonderlijke groepen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
Een groep gespeende varkens wordt uiterlijk één week na het spenen gevormd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Een groep gespeende varkens wordt uiterlijk één week na het spenen gevormd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Een groep gebruiksvarkens wordt gevormd uit varkens afkomstig uit één groep gespeende varkens. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Een groep gebruiksvarkens wordt gevormd uit varkens afkomstig uit één groep gespeende varkens. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Aan een eenmaal gevormde groep gespeende varkens worden geen varkens toegevoegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Aan een eenmaal gevormde groep gespeende varkens worden geen varkens toegevoegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Aan een eenmaal gevormde groep gebruiksvarkens worden geen varkens toegevoegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Aan een eenmaal gevormde groep gebruiksvarkens worden geen varkens toegevoegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.13, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.10) |
Houder van varkens voor productie |
Er worden maatregelen getroffen om de agressie in groepen zoveel mogelijk te beperken, waaronder in ieder geval het verstrekken van stro of ander materiaal aan gespeende varkens en gebruiksvarkens. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.14, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.11) |
Houder van varkens voor productie |
Er worden maatregelen getroffen om de agressie in groepen zoveel mogelijk te beperken, waaronder in ieder geval het verstrekken van stro of ander materiaal aan gespeende varkens en gebruiksvarkens. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.14, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.11) |
Houder van varkens voor productie |
Bij tekenen van ernstige gevechten tussen varkens vindt onmiddellijk onderzoek plaats naar de oorzaken daarvan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.14, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.11) |
Houder van varkens voor productie |
Bij tekenen van ernstige gevechten tussen varkens vindt onmiddellijk onderzoek plaats naar de oorzaken daarvan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.14, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.11) |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om een zeug ten behoeve van het zogen van de biggen, tezamen met de biggen, individueel te houden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om een zeug ten behoeve van het zogen van de biggen, tezamen met de biggen, individueel te houden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om een gelt of zeug individueel te houden: 1. vanaf één week voor het berekende tijdstip van werpen tot het tijdstip van werpen; 2. vanaf het spenen tot en met vier dagen na de dag van natuurlijke dekking of kunstmatige inseminatie. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om een gelt of zeug individueel te houden: 1. vanaf één week voor het berekende tijdstip van werpen tot het tijdstip van werpen; 2. vanaf het spenen tot en met vier dagen na de dag van natuurlijke dekking of kunstmatige inseminatie. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gespeende varkens tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: - voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; - voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; - voor voeropname; - om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gespeende varkens tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: - voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; - voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; - voor voeropname; - om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gebruiksvarkens tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: - voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; - voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; - voor voeropname; - om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gebruiksvarkens tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: - voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; - voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; - voor voeropname; - om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gelten of zeugen tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: - voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; - voor het drachtigheidsonderzoek of het winnen van sperma; - voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; - voor voeropname; - om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om gelten of zeugen tijdelijk af te zonderen van de groep voor de periode die nodig is: 1. voor het om gezondheidsredenen onderzoeken of behandelen van het varken; 2. voor het drachtigheidsonderzoek of het winnen van sperma; 3. voor identificatie, wassen, ontsmetten of wegen van het varken; 4. voor voeropname; 5. om de stal te reinigen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om varkens tijdelijk af te zonderen van de groep indien de varkens buitengewoon agressief zijn of ziek of gewond zijn, dan wel door andere varkens zijn aangevallen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het is toegestaan om varkens tijdelijk af te zonderen van de groep indien de varkens buitengewoon agressief zijn of ziek of gewond zijn, dan wel door andere varkens zijn aangevallen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, eerste lid onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Bij een tijdelijke afzondering van agressieve, zieke/gewonde of aangevallen varkens uit de groep beschikken de varkens over voldoende ruimte om zich te kunnen omdraaien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.6) |
Houder van varkens voor productie |
Bij een tijdelijke afzondering van agressieve, zieke/gewonde of aangevallen varkens uit de groep beschikken de varkens over voldoende ruimte om zich te kunnen omdraaien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.15, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.6) |
Houder van varkens voor productie |
Stallen waarin varkens worden gehouden zijn op zodanige wijze ingericht dat de varkens: a. toegang hebben tot een schone en comfortabele ruimte met een adequate waterafvoer, waar alle varkens tegelijk kunnen liggen; b. kunnen rusten en ongehinderd kunnen opstaan; c. andere varkens kunnen zien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.16 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Stallen waarin varkens worden gehouden zijn op zodanige wijze ingericht dat de varkens: a. toegang hebben tot een schone en comfortabele ruimte met een adequate waterafvoer, waar alle varkens tegelijk kunnen liggen; b. kunnen rusten en ongehinderd kunnen opstaan; c. andere varkens kunnen zien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.16 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gelten na dekking of zeugen zonder biggen, die in een groep worden gehouden, bedraagt per gelt of zeug ten minste 2,25 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gelten na dekking of zeugen zonder biggen, die in een groep worden gehouden, bedraagt per gelt of zeug ten minste 2,25 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gespeende varkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht tot 15 kg ten minste 0,20 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gespeende varkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht tot 15 kg ten minste 0,20 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gespeende varkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 0,30 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gespeende varkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 0,30 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 0,30 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 0,30 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 30 tot 50 kg ten minste 0,50 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 30 tot 50 kg ten minste 0,50 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 50 tot 85 kg ten minste 0,65 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 50 tot 85 kg ten minste 0,65 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 0,80 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 0,80 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 1,0 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel f |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 1,0 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel f |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor niet in een groep gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 0,80 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor niet in een groep gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 0,80 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor niet in een groep gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 1,0 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel f |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare oppervlakte van een stal bestemd voor niet in een groep gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 1,0 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, tweede lid, onderdeel f |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.1) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte wordt per gelt of zeug met 10% vergroot indien deze dieren in groepen van minder dan zes varkens worden gehouden: 2,475 m2 (110% x 2,25 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.2) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte wordt per gelt of zeug met 10% vergroot indien deze dieren in groepen van minder dan zes varkens worden gehouden: 2,475 m2 (110% x 2,25 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.2) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte wordt per gelt of zeug met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden: 2,025 m2 (90% x 2,25 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.2) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte wordt per gelt of zeug met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden: 2,025 m2 (90% x 2,25 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.2) |
Houder van varkens voor productie |
De in het tweede lid van artikel 2.17 van het Besluit houders van dieren, bedoelde oppervlakte kan per gespeend varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 15 kg, met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De in het tweede lid van artikel 2.17 van het Besluit houders van dieren, bedoelde oppervlakte kan per gespeend varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 15 kg, met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De in het tweede lid van artikel 2.17 van het Besluit houders van dieren, bedoelde oppervlakte kan per gebruiksvarken met een gemiddeld gewicht van meer dan 15 kg, met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De in het tweede lid van artikel 2.17 van het Besluit houders van dieren, bedoelde oppervlakte kan per gebruiksvarken met een gemiddeld gewicht van meer dan 15 kg, met 10% worden verkleind indien deze dieren in groepen van meer dan 40 varkens worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.17, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer, tenzij de vloer is bestemd voor gespeende varkens met biggen en niet is vervaardigd van beton. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer, tenzij de vloer is bestemd voor gespeende varkens met biggen en niet is vervaardigd van beton. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer, tenzij de vloer is bestemd voor gespeende varkens of zogende zeugen met biggen en niet is vervaardigd van beton. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de varkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer, tenzij de vloer is bestemd voor gespeende varkens of zogende zeugen met biggen en niet is vervaardigd van beton. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de gebruiksvarkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de gebruiksvarkens beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de zeugen zonder biggen of gelten beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de zeugen zonder biggen of gelten beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de beren beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De voor de beren beschikbare vloer van een stal bestaat niet geheel uit roostervloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van de in artikel 2.17, eerste lid, bedoelde stal gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de voor gelten of zeugen zonder biggen beschikbare vloer per gelt of zeug ten minste 1,3 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van de in artikel 2.17, eerste lid, bedoelde stal gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de voor gelten of zeugen zonder biggen beschikbare vloer per gelt of zeug ten minste 1,3 m2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van een stal bestemd voor gespeende varkens gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de vloer per varken met een gemiddeld gewicht tot 15 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,08 m2 (40% x 0,20 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van een stal bestemd voor gespeende varkens gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de vloer per varken met een gemiddeld gewicht tot 15 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,08 m2 (40% x 0,20 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van een stal bestemd voor gespeende varkens gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de vloer per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,12 m2 (40% x 0,30 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Indien de vloer van een stal bestemd voor gespeende varkens gedeeltelijk uit roostervloer bestaat, bedraagt de oppervlakte van het dichte deel van de vloer per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,12 m2 (40% x 0,30 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,12 m2 (40% x 0,30 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 15 tot 30 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,12 m2 (40% x 0,30 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 30 tot 50 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,20 m2 (40% x 0,50 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 30 tot 50 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,20 m2 (40% x 0,50 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 50 tot 85 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,26 m2 (40% x 0,65 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 50 tot 85 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,26 m2 (40% x 0,65 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,32 m2 (40% x 0,80 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,32 m2 (40% x 0,80 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,40 m2 (40% x 1,00 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor gebruiksvarkens bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,40 m2 (40% x 1,00 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor individueel gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,32 m2 (40% x 0,80 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor individueel gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van 85 tot 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,32 m2 (40% x 0,80 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor individueel gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,40 m2 (40% x 1,00 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor individueel gehouden gelten of zeugen bedraagt per varken met een gemiddeld gewicht van meer dan 110 kg ten minste 40% van de voorgeschreven beschikbare oppervlakte per varken: 0,40 m2 (40% x 1,00 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer jonger dan 12 maanden ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 2,7 m2 (2/3 x 4 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer jonger dan 12 maanden ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 2,7 m2 (2/3 x 4 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer van 12 maanden tot 18 maanden ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 3,4 m2 (2/3 x 5 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer van 12 maanden tot 18 maanden ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 3,4 m2 (2/3 x 5 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer van 18 maanden of ouder ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 4,0 m2 (2/3 x 6 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt voor een beer van 18 maanden of ouder ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 4,0 m2 (2/3 x 6 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt ingeval de stal tevens voor het dekken wordt gebruikt ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 6,6 m2 (2/3 x 10 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De oppervlakte van het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer bedraagt ingeval de stal tevens voor het dekken wordt gebruikt ten minste twee derden van de totale oppervlakte: 6,6 m2 (2/3 x 10 m2). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.18, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Gelten en zeugen worden niet aangebonden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.13) |
|
Houder van varkens voor productie |
De zijden van de stal waarin een groep gelten en zeugen wordt gehouden, zijn langer dan 2,8 meter. Indien minder dan zes gelten of zeugen in een groep worden gehouden, zijn de zijden van de stal waarin deze groep wordt gehouden langer dan 2,4 meter. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
De zijden van de stal waarin een groep gelten en zeugen wordt gehouden, zijn langer dan 2,8 meter. Indien minder dan zes gelten of zeugen in een groep worden gehouden, zijn de zijden van de stal waarin deze groep wordt gehouden langer dan 2,4 meter. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.5) |
Houder van varkens voor productie |
In een stal waarin gelten of zeugen zonder biggen in voerligboxen worden gehouden, heeft elk varken de beschikking over een vrije ruimte met een lengte van ten minste 2 meter. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
In een stal waarin gelten of zeugen zonder biggen in voerligboxen worden gehouden, heeft elk varken de beschikking over een vrije ruimte met een lengte van ten minste 2 meter. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Een stal bestemd voor een gelt of een zeug is zodanig ingericht dat achter de gelt of de zeug voldoende vrije ruimte beschikbaar is voor het natuurlijke of het begeleide werpen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
Een stal bestemd voor een gelt of een zeug is zodanig ingericht dat achter de gelt of de zeug voldoende vrije ruimte beschikbaar is voor het natuurlijke of het begeleide werpen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
Een stal bestemd voor een zogende zeug met biggen, waarin de zeug zich vrij kan bewegen en kan omdraaien, is voorzien van een bescherming voor de biggen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
Een stal bestemd voor een zogende zeug met biggen, waarin de zeug zich vrij kan bewegen en kan omdraaien, is voorzien van een bescherming voor de biggen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
In een stal waarin een zogende zeug met biggen zich niet vrij kan bewegen of omdraaien, beschikken de biggen over voldoende ruimte om ongehinderd te kunnen worden gezoogd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
In een stal waarin een zogende zeug met biggen zich niet vrij kan bewegen of omdraaien, beschikken de biggen over voldoende ruimte om ongehinderd te kunnen worden gezoogd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.19, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.15) |
Houder van varkens voor productie |
Een beer wordt op zodanige wijze gehuisvest dat hij zich kan omdraaien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.16) |
Houder van varkens voor productie |
Een beer wordt op zodanige wijze gehuisvest dat hij zich kan omdraaien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.16) |
Houder van varkens voor productie |
Een beer wordt op zodanige wijze gehuisvest dat hij andere varkens kan horen, ruiken en zien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.16) |
Houder van varkens voor productie |
Een beer wordt op zodanige wijze gehuisvest dat hij andere varkens kan horen, ruiken en zien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.16) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal bestemd voor een beer bedraagt ten minste: a. voor een beer jonger dan 12 maanden: 4 m²; b. voor een beer van 12 maanden tot 18 maanden: 5 m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal bestemd voor een beer bedraagt ten minste: a. voor een beer jonger dan 12 maanden: 4 m²; b. voor een beer van 12 maanden tot 18 maanden: 5 m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal bestemd voor een beer bedraagt ten minste: c. voor een beer van 18 maanden of ouder: 6 m²; d. ingeval de stal tevens voor het dekken wordt gebruikt: 10 m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.17) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal bestemd voor een beer bedraagt ten minste: c. voor een beer van 18 maanden of ouder: 6 m²; d. ingeval de stal tevens voor het dekken wordt gebruikt: 10 m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.17) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, is voor een beer vrij beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.17) |
Houder van varkens voor productie |
De beschikbare oppervlakte in een stal als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, is voor een beer vrij beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.20, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.17) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor zeugen zonder biggen en gelten na dekking: ten hoogste 20 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor zeugen zonder biggen en gelten na dekking: ten hoogste 20 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor zogende zeugen met biggen: ten hoogste 10 mm bij betonroostervloeren en 12 mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor zogende zeugen met biggen: ten hoogste 10 mm bij betonroostervloeren en 12 mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gespeende varkens: ten hoogste 14 mm bij betonroostervloeren en 15 mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gespeende varkens: ten hoogste 14 mm bij betonroostervloeren en 15 mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een betonnen roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gebruiksvarkens ten hoogste 20 mm. Tenzij de stal ná 1 juli 2018 in gebruik genomen is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel d, in samenhang met artikel 6.10 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een betonnen roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gebruiksvarkens ten hoogste 20 mm. Tenzij de stal ná 1 juli 2018 in gebruik genomen is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel d, in samenhang met artikel 6.10 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gebruiksvarkens: ten hoogste 18 mm bij betonroostervloeren en 20mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
|
De spleetbreedte tussen de roosterbalken van een roostervloer is over de gehele oppervlakte van de roostervloer gelijk en bedraagt bij stallen bestemd voor gebruiksvarkens: ten hoogste 18 mm bij betonroostervloeren en 20mm bij andere roostervloeren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, eerste lid onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
|
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor biggen en gespeende varkens ten minste 50 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor biggen en gespeende varkens ten minste 50 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor gebruiksvarkens ten minste 80 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor gebruiksvarkens ten minste 80 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor gelten na dekking en zeugen ten minste 80 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
De balkbreedte van de roosterbalken van een betonroostervloer bedraagt bij een stal bestemd voor gelten na dekking en zeugen ten minste 80 mm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.21, tweede lid onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.4) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens beschikken permanent over voldoende materiaal om te onderzoeken en mee te spelen, bestaande uit stro, hooi, hout, zaagsel, compost van champignons, turf of een mengsel daarvan, of ander geschikt materiaal, voor zover de gezondheid van de dieren daardoor niet in gevaar komt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.20) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens beschikken permanent over voldoende materiaal om te onderzoeken en mee te spelen, bestaande uit stro, hooi, hout, zaagsel, compost van champignons, turf of een mengsel daarvan, of ander geschikt materiaal, voor zover de gezondheid van de dieren daardoor niet in gevaar komt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.20) |
Houder van varkens voor productie |
Zeugen en gelten beschikken in de laatste week voor het werpen over voldoende en adequaat nestmateriaal, tenzij dit in verband met de op het bedrijf gebruikte mengmestmethode technisch niet uitvoerbaar is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.20) |
Houder van varkens voor productie |
Zeugen en gelten beschikken in de laatste week voor het werpen over voldoende en adequaat nestmateriaal, tenzij dit in verband met de op het bedrijf gebruikte mengmestmethode technisch niet uitvoerbaar is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.20) |
Houder van varkens voor productie |
Het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer is voorzien van strooisel als bedoeld in het eerste lid van artikel 2.22. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een beer is voorzien van strooisel als bedoeld in het eerste lid van artikel 2.22. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een zogende zeug met biggen is voorzien van strooisel als bedoeld in het eerste lid dan wel bedekt met een rubber mat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Het dichte deel van de vloer van een stal bestemd voor een zogende zeug met biggen is voorzien van strooisel als bedoeld in het eerste lid dan wel bedekt met een rubber mat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
Biggen beschikken over een dichte vloer of een vloer bedekt met een rubber mat waarvan de oppervlakte ten minste 0,6 m2 per toom biggen bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.18) |
Houder van varkens voor productie |
Biggen beschikken over een dichte vloer of een vloer bedekt met een rubber mat waarvan de oppervlakte ten minste 0,6 m2 per toom biggen bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.22, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.18) |
Houder van varkens voor productie |
De lichtintensiteit in een stal bestemd voor varkens bedraagt verticaal op dierhoogte gemeten ten minste 40 lux gedurende ten minste 8 uur per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.23, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.21) |
Houder van varkens voor productie |
De lichtintensiteit in een stal bestemd voor varkens bedraagt verticaal op dierhoogte gemeten ten minste 40 lux gedurende ten minste 8 uur per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.23, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.21) |
Houder van varkens voor productie |
In een stal bestemd voor varkens wordt een continue geluidsniveau van 85 dBA of hoger alsmede constant of plotseling lawaai vermeden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.23, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.22) |
Houder van varkens voor productie |
In een stal bestemd voor varkens wordt een continue geluidsniveau van 85 dBA of hoger alsmede constant of plotseling lawaai vermeden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.23, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.22) |
Houder van varkens voor productie |
Drachtige zeugen en gelten worden zo nodig tegen uitwendige en inwendige parasieten behandeld en worden voordat zij in het kraamhok worden gebracht grondig schoongemaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.24 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.23) |
Houder van varkens voor productie |
Drachtige zeugen en gelten worden zo nodig tegen uitwendige en inwendige parasieten behandeld en worden voordat zij in het kraamhok worden gebracht grondig schoongemaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.24 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.23) |
Houder van varkens voor productie |
Indien varkens in een groep worden gehouden en niet ad libitum of via een automatisch individueel voedersysteem worden gevoederd, is de lengte van de rechte trog zodanig dat alle varkens tegelijkertijd kunnen eten. De lengte van de rechte trog bedraagt ten minste 0,30 m per geslachtsrijp varken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.25 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.7 en 12.24) |
Houder van varkens voor productie |
Indien varkens in een groep worden gehouden en niet ad libitum of via een automatisch individueel voedersysteem worden gevoederd, is de lengte van de rechte trog zodanig dat alle varkens tegelijkertijd kunnen eten. De lengte van de rechte trog bedraagt ten minste 0,30 m per geslachtsrijp varken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.25 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Ja (12.7 en 12.24) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens worden ten minste eenmaal per dag gevoederd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.25) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens worden ten minste eenmaal per dag gevoederd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.25) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens ouder dan twee weken beschikken permanent over voldoende vers water. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.26) |
Houder van varkens voor productie |
Varkens ouder dan twee weken beschikken permanent over voldoende vers water. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.26) |
Houder van varkens voor productie |
Aan guste en drachtige zeugen en gelten wordt een toereikende hoeveelheid bulk- of vezelrijk en energierijk voer verstrekt om hun honger te verminderen en in de behoefte tot kauwen te voorzien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.27) |
Houder van varkens voor productie |
Aan guste en drachtige zeugen en gelten wordt een toereikende hoeveelheid bulk- of vezelrijk en energierijk voer verstrekt om hun honger te verminderen en in de behoefte tot kauwen te voorzien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.26, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (12.27) |
Houder van varkens voor productie |
De invoer van varkens die vanuit een derde land via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Unie worden gebracht, is slechts toegestaan indien de varkens vergezeld gaan van een geldig certificaat als bedoeld in artikel 9 van richtlijn 2008/120/EG. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.27 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van varkens voor productie |
De invoer van varkens die vanuit een derde land via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Unie worden gebracht, is slechts toegestaan indien de varkens vergezeld gaan van een geldig certificaat als bedoeld in artikel 9 van richtlijn 2008/120/EG. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.27 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.2. § 6a Houden van kalveren voor productie |
||||||||
Houder van kalveren voor productie |
1. Een kalf wordt niet aangebonden gehouden. 2. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan om kalveren in groepshokken aan te binden tijdens het voederen van melk of een melkvervangend preparaat voor ten hoogste één uur. 3. Het aanbinden, bedoeld in het tweede lid, vindt plaats met een verbindingsmiddel dat zodanig is ontworpen dat er geen wurging of verwonding bij het kalf optreedt en het kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich zonder problemen kan likken. 4. Een verbindingsmiddel als bedoeld in het derde lid wordt regelmatig geïnspecteerd en eventueel bijgesteld om te zorgen dat het gemakkelijk zit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.31, eerste, tweede, derde en vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter Als structureel wordt tenminste beschouwd: > 5 kalveren of > 10% Als hierdoor gewond en/ of gewurgd wordt beschouwd als zwaarder |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.8) |
Houder van kalveren voor productie |
1. Een kalf wordt niet aangebonden gehouden. 2. In afwijking van het eerste lid is het toegestaan om kalveren in groepshokken aan te binden tijdens het voederen van melk of een melkvervangend preparaat voor ten hoogste één uur. 3. Het aanbinden, bedoeld in het tweede lid, vindt plaats met een verbindingsmiddel dat zodanig is ontworpen dat er geen wurging of verwonding bij het kalf optreedt en het kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich zonder problemen kan likken. 4. Een verbindingsmiddel als bedoeld in het derde lid wordt regelmatig geïnspecteerd en eventueel bijgesteld om te zorgen dat het gemakkelijk zit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.31, eerste, tweede, derde en vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.8) |
Houder van kalveren voor productie |
Een kalf wordt niet gemuilkorfd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.31, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Een kalf wordt niet gemuilkorfd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.31, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Een kalf ouder dan 8 weken wordt niet in een eenlingbox gehuisvest. Het eerste lid is niet van toepassing indien een dierenarts heeft bepaald dat een kalf in verband met zijn gezondheid of gedrag moet worden geïsoleerd om te worden behandeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, eerste en tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.16) |
Houder van kalveren voor productie |
Een kalf ouder dan 8 weken wordt niet in een eenlingbox gehuisvest. Het eerste lid is niet van toepassing indien een dierenarts heeft bepaald dat een kalf in verband met zijn gezondheid of gedrag moet worden geïsoleerd om te worden behandeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, eerste en tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.16) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van minder dan 150 kg, de beschikking over ten minste 1,5 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van minder dan 150 kg, de beschikking over ten minste 1,5 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van 150 kg tot 220 kg, de beschikking over ten minste 1,7 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van 150 kg tot 220 kg, de beschikking over ten minste 1,7 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van 220 kg of meer, de beschikking over ten minste 1,8 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf anders dan in eenlingboxen wordt gehouden, heeft een kalf met een levend gewicht van 220 kg of meer, de beschikking over ten minste 1,8 m2 vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.32, derde lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.18) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf in een eenlingbox wordt gehouden, heeft die eenlingbox een breedte van ten minste de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het kalf rechtop staat, en een lengte van ten minste 1,1 maal de lichaamslengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.33, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.17) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien een kalf in een eenlingbox wordt gehouden, heeft die eenlingbox een breedte van ten minste de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het kalf rechtop staat, en een lengte van ten minste 1,1 maal de lichaamslengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.33, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.17) |
Houder van kalveren voor productie |
Met uitzondering van een eenlingbox die voor het isoleren van zieke dieren wordt gebruikt, zijn de wanden van een eenlingbox zodanig uitgevoerd dat naast elkaar gehouden kalveren elkaar kunnen zien en aanraken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.33, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.19) |
Houder van kalveren voor productie |
Met uitzondering van een eenlingbox die voor het isoleren van zieke dieren wordt gebruikt, zijn de wanden van een eenlingbox zodanig uitgevoerd dat naast elkaar gehouden kalveren elkaar kunnen zien en aanraken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.33, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.19) |
Houder van kalveren voor productie |
De stal is zodanig ingericht dat een kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich zonder problemen kan likken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.34, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.7) |
Houder van kalveren voor productie |
De stal is zodanig ingericht dat een kalf zonder problemen kan liggen, rusten, opstaan en zich zonder problemen kan likken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.34, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.7) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien kalveren in een stal met ligboxen worden gehouden, is het aantal ligboxen ten minste gelijk aan het aantal kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.34, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
Indien kalveren in een stal met ligboxen worden gehouden, is het aantal ligboxen ten minste gelijk aan het aantal kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.34, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De vloer van een stal is stroef en aangepast aan het gewicht en de grootte van de kalveren en vormt een stevige, vlakke en stabiele oppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.35 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
De vloer van een stal is stroef en aangepast aan het gewicht en de grootte van de kalveren en vormt een stevige, vlakke en stabiele oppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.35 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
De ligruimte van een stal is comfortabel en zindelijk, beschikt over een behoorlijke afvoer en is niet schadelijk voor de kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
De ligruimte van een stal is comfortabel en zindelijk, beschikt over een behoorlijke afvoer en is niet schadelijk voor de kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
De vloer van de stal van kalveren jonger dan twee weken is ingestrooid met adequaat strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
De vloer van de stal van kalveren jonger dan twee weken is ingestrooid met adequaat strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.10) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren -met uitzondering van vleesstierkalveren ouder dan twee maanden- beschikken over ligruimte die is ingestrooid of is voorzien van een kunststof mat, houten lattenrooster of rubber toplaag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren -met uitzondering van vleesstierkalveren ouder dan twee maanden- beschikken over ligruimte die is ingestrooid of is voorzien van een kunststof mat, houten lattenrooster of rubber toplaag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De oppervlakte van de ligruimte bedraagt in stallen waarin de kalveren niet zijn aangebonden of niet in eenlingboxen zijn gehuisvest, voor kalveren tot een leeftijd van drie maanden ten minste 0,50 m2 beschikbare ruimte per kalf en voor kalveren ouder dan drie maanden ten minste 0,70 m2 beschikbare ruimte per kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De oppervlakte van de ligruimte bedraagt in stallen waarin de kalveren niet zijn aangebonden of niet in eenlingboxen zijn gehuisvest, voor kalveren tot een leeftijd van drie maanden ten minste 0,50 m2 beschikbare ruimte per kalf en voor kalveren ouder dan drie maanden ten minste 0,70 m2 beschikbare ruimte per kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.36, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren beschikken over passend dag- of kunstlicht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.37 , eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.5) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren beschikken over passend dag- of kunstlicht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.37 , eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.5) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien kalveren in groepshokken worden gehouden en niet ad libitum of via een automatisch voedersysteem worden gevoederd, is de breedte van het voerhek zodanig dat alle kalveren tegelijk kunnen eten. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.12) |
Houder van kalveren voor productie |
Indien kalveren in groepshokken worden gehouden en niet ad libitum of via een automatisch voedersysteem worden gevoederd, is de breedte van het voerhek zodanig dat alle kalveren tegelijk kunnen eten. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.12) |
Houder van kalveren voor productie |
De breedte van het voerhek bedraagt ten minste 0,40 m per kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De breedte van het voerhek bedraagt ten minste 0,40 m per kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
In stallen voorzien van een systeem van voorraadvoedering beschikken kalveren over ten minste één eetplaats per drie kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
In stallen voorzien van een systeem van voorraadvoedering beschikken kalveren over ten minste één eetplaats per drie kalveren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.38, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De installaties die voor het voederen en drenken worden gebruikt, zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en geplaatst en worden op zodanige wijze onderhouden, dat gevaar voor verontreiniging van het voor de kalveren bestemde voer en water wordt beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.39 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.14) |
Houder van kalveren voor productie |
De installaties die voor het voederen en drenken worden gebruikt, zijn op zodanige wijze ontworpen, gebouwd en geplaatst en worden op zodanige wijze onderhouden, dat gevaar voor verontreiniging van het voor de kalveren bestemde voer en water wordt beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.39 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.14) |
Houder van kalveren voor productie |
Maatregelen als bedoeld in artikel 2.5, negende lid, bestaan in ieder geval uit het toepassen van andere voedermethoden en het handhaven van een acceptabel leefklimaat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.40 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.4) |
Houder van kalveren voor productie |
Maatregelen als bedoeld in artikel 2.5, negende lid, bestaan in ieder geval uit het toepassen van andere voedermethoden en het handhaven van een acceptabel leefklimaat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.40 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.4) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren worden ten minste tweemaal per dag gevoederd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.12) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren worden ten minste tweemaal per dag gevoederd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.12) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren beschikken over voer dat beantwoordt aan de met hun gedrag samenhangende behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren beschikken over voer dat beantwoordt aan de met hun gedrag samenhangende behoeften. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
De voeding bevat voldoende ijzer om een gemiddeld hemoglobinegehalte van ten minste 4.5 mmol/l te bereiken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
De voeding bevat voldoende ijzer om een gemiddeld hemoglobinegehalte van ten minste 4.5 mmol/l te bereiken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Aan kalveren ouder dan twee weken wordt dagelijks een hoeveelheid vezelhoudend voer verstrekt, welke hoeveelheid voor kalveren van 8 tot 20 weken oud wordt verhoogd van 50 gram tot 250 gram per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Aan kalveren ouder dan twee weken wordt dagelijks een hoeveelheid vezelhoudend voer verstrekt, welke hoeveelheid voor kalveren van 8 tot 20 weken oud wordt verhoogd van 50 gram tot 250 gram per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.41, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.11) |
Houder van kalveren voor productie |
Aan een kalf ouder dan twee weken kunnen ook andere vloeistoffen dan water worden verstrekt om in zijn behoefte aan drinken te voorzien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.13) |
Houder van kalveren voor productie |
Aan een kalf ouder dan twee weken kunnen ook andere vloeistoffen dan water worden verstrekt om in zijn behoefte aan drinken te voorzien. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.13) |
Houder van kalveren voor productie |
Bij warm weer en voor zieke kalveren is permanent vers drinkwater beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.13) |
Houder van kalveren voor productie |
Bij warm weer en voor zieke kalveren is permanent vers drinkwater beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.13) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren krijgen zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen zes uur na hun geboorte, koebiest te drinken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.15) |
Houder van kalveren voor productie |
Kalveren krijgen zo spoedig mogelijk, maar in elk geval binnen zes uur na hun geboorte, koebiest te drinken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.42, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.15) |
Houder van kalveren voor productie |
Op stal gehouden kalveren worden ten minste tweemaal per dag en in de open lucht gehouden kalveren ten minste eenmaal per dag geïnspecteerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.43 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
Op stal gehouden kalveren worden ten minste tweemaal per dag en in de open lucht gehouden kalveren ten minste eenmaal per dag geïnspecteerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.43 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De stal, eenlingboxen, uitrusting en gereedschap voor kalveren worden op passende wijze gereinigd en ontsmet teneinde kruiscontaminatie en ziekteverwekkers te voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.44 , eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.9) |
Houder van kalveren voor productie |
De stal, eenlingboxen, uitrusting en gereedschap voor kalveren worden op passende wijze gereinigd en ontsmet teneinde kruiscontaminatie en ziekteverwekkers te voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.44 , eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.9) |
Houder van kalveren voor productie |
Uitwerpselen, urine en niet opgegeten of gemorst voer worden zo vaak mogelijk verwijderd, zodat de reuk zoveel mogelijk wordt beperkt en geen vliegen en knaagdieren worden aangetrokken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.44 , tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.9) |
Houder van kalveren voor productie |
Uitwerpselen, urine en niet opgegeten of gemorst voer worden zo vaak mogelijk verwijderd, zodat de reuk zoveel mogelijk wordt beperkt en geen vliegen en knaagdieren worden aangetrokken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.44 , tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja(11.9) |
Houder van kalveren voor productie |
Het afzonderen, bedoeld in artikel 2.4, vierde lid, vindt plaats in een adequate ruimte die is voorzien van droog en comfortabel strooisel en die plaats biedt aan ten minste 1% van het aantal gehouden kalveren en indien dit minder is dan één, aan ten minste één kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.45 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.6) |
Houder van kalveren voor productie |
Het afzonderen, bedoeld in artikel 2.4, vierde lid, vindt plaats in een adequate ruimte die is voorzien van droog en comfortabel strooisel en die plaats biedt aan ten minste 1% van het aantal gehouden kalveren en indien dit minder is dan één, aan ten minste één kalf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.45 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
ja (11.6) |
Houder van kalveren voor productie |
De invoer van kalveren die vanuit een derde land via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Unie worden gebracht, is slechts toegestaan indien de kalveren vergezeld gaan van een geldig, door de bevoegde autoriteit van dat derde land afgegeven, volledig ingevuld en gedagtekend certificaat als bedoeld in artikel 8 van richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (Gecodificeerde versie; PbEU 2008, L 10). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.46 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van kalveren voor productie |
De invoer van kalveren die vanuit een derde land via Nederland voor het eerst op het grondgebied van de Europese Unie worden gebracht, is slechts toegestaan indien de kalveren vergezeld gaan van een geldig, door de bevoegde autoriteit van dat derde land afgegeven, volledig ingevuld en gedagtekend certificaat als bedoeld in artikel 8 van richtlijn 2008/119/EG van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (Gecodificeerde versie; PbEU 2008, L 10). |
Besluit houders van dieren, artikel 2.46 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.2. § 6 Houden van pluimvee voor productie |
||||||||
H.2. § 6.1 Houden van vleeskuikens voor productie |
||||||||
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is verboden vleeskuikens te houden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is verboden vleeskuikens te houden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 33 kg/m² en er wordt voldaan aan de artikelen 2.51 tot en met 2.54 van Besluit houders van dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 33 kg/m² en er wordt voldaan aan de artikelen 2.51 tot en met 2.54 van Besluit houders van dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 33 kg/m², indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 39 kg/m² en er wordt voldaan aan de artikelen 2.51 tot en met 2.58 van Besluit houders van dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 33 kg/m², indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 39 kg/m² en er wordt voldaan aan de artikelen 2.51 tot en met 2.58 van Besluit houders van dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, derde lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 39 kg/m², indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 42 kg/m² en er wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de artikelen 2.51 tot en met 2.64. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het is toegestaan vleeskuikens te houden met een hogere bezettingsdichtheid dan 39 kg/m², indien de bezettingsdichtheid niet hoger is dan 42 kg/m² en er wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de artikelen 2.51 tot en met 2.64. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Drinkvoorzieningen moeten zo zijn geplaatst en worden onderhouden dat morsen tot een minimum wordt beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 1 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Drinkvoorzieningen moeten zo zijn geplaatst en worden onderhouden dat morsen tot een minimum wordt beperkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 1 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het voer moet hetzij permanent beschikbaar zijn, hetzij op gezette tijden worden aangeboden; het voer mag niet vroeger dan twaalf uur vóór de geplande slachttijd bij de vleeskuikens worden weggenomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 2 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het voer moet hetzij permanent beschikbaar zijn, hetzij op gezette tijden worden aangeboden; het voer mag niet vroeger dan twaalf uur vóór de geplande slachttijd bij de vleeskuikens worden weggenomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 2 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Alle vleeskuikens moeten permanent toegang hebben tot droog en los strooisel op de vloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 3 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Alle vleeskuikens moeten permanent toegang hebben tot droog en los strooisel op de vloer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 3 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De ventilatie moet voldoende zijn om oververhitting te voorkomen en, indien nodig in combinatie met verwarmingssystemen, overmatig vocht te verwijderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 4 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De ventilatie moet voldoende zijn om oververhitting te voorkomen en, indien nodig in combinatie met verwarmingssystemen, overmatig vocht te verwijderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 4 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het geluidsniveau dient zo laag mogelijk te worden gehouden. Ventilators, voedermachines en andere uitrusting moeten zo worden gebouwd, geplaatst, gebruikt en onderhouden dat zij zo weinig mogelijk lawaai produceren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 5 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Het geluidsniveau dient zo laag mogelijk te worden gehouden. Ventilators, voedermachines en andere uitrusting moeten zo worden gebouwd, geplaatst, gebruikt en onderhouden dat zij zo weinig mogelijk lawaai produceren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 5 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
In alle gebouwen moet de lichtintensiteit tijdens de lichtperiode op ten minste 80% van de bruikbare oppervlakte ten minste 20 lux bedragen, gemeten op ooghoogte van de dieren. Een tijdelijke vermindering van het verlichtingsniveau is toegestaan als dat volgens de dierenarts noodzakelijk is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 6 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
In alle gebouwen moet de lichtintensiteit tijdens de lichtperiode op ten minste 80% van de bruikbare oppervlakte ten minste 20 lux bedragen, gemeten op ooghoogte van de dieren. Een tijdelijke vermindering van het verlichtingsniveau is toegestaan als dat volgens de dierenarts noodzakelijk is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 6 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Binnen zeven dagen nadat de vleeskuikens in het gebouw zijn geplaatst, tot drie dagen vóór de geplande slachttijd moet de verlichting een 24-uurschema volgen en donkerperiodes omvatten die in totaal ten minste zes uur duren, met ten minste één ononderbroken donkerperiode van ten minste vier uur, periodes met gedimd licht niet inbegrepen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 7 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Binnen zeven dagen nadat de vleeskuikens in het gebouw zijn geplaatst, tot drie dagen vóór de geplande slachttijd moet de verlichting een 24-uurschema volgen en donkerperiodes omvatten die in totaal ten minste zes uur duren, met ten minste één ononderbroken donkerperiode van ten minste vier uur, periodes met gedimd licht niet inbegrepen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 7 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Alle vleeskuikens die in het pluimveebedrijf worden gehouden, moeten ten minste tweemaal per dag worden geïnspecteerd. Er moet in het bijzonder worden gelet op tekenen die duiden op een verlaagd niveau van dierwelzijn en/of diergezondheid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 8 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Alle vleeskuikens die in het pluimveebedrijf worden gehouden, moeten ten minste tweemaal per dag worden geïnspecteerd. Er moet in het bijzonder worden gelet op tekenen die duiden op een verlaagd niveau van dierwelzijn en/of diergezondheid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 8 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Vleeskuikens die zwaargewond zijn of duidelijk blijk geven van een gezondheidsstoornis, bijvoorbeeld doordat zij moeilijk lopen, aan een ernstige vorm van ascites lijden of zwaar misvormd zijn en daar waarschijnlijk onder lijden, moeten een passende behandeling krijgen of onmiddellijk worden gedood. Telkens als dat nodig is, moet contact worden opgenomen met een dierenarts. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 9 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Vleeskuikens die zwaargewond zijn of duidelijk blijk geven van een gezondheidsstoornis, bijvoorbeeld doordat zij moeilijk lopen, aan een ernstige vorm van ascites lijden of zwaar misvormd zijn en daar waarschijnlijk onder lijden, moeten een passende behandeling krijgen of onmiddellijk worden gedood. Telkens als dat nodig is, moet contact worden opgenomen met een dierenarts. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 9 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Delen van gebouwen, uitrusting of gereedschap die met de vleeskuikens in contact komen, moeten na elke definitieve ontruiming grondig worden gereinigd en ontsmet voordat nieuwe dieren in de stal worden binnengebracht. Na de definitieve ontruiming van een stal moet al het strooisel worden verwijderd en moet er vers strooisel worden aangebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 10 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Delen van gebouwen, uitrusting of gereedschap die met de vleeskuikens in contact komen, moeten na elke definitieve ontruiming grondig worden gereinigd en ontsmet voordat nieuwe dieren in de stal worden binnengebracht. Na de definitieve ontruiming van een stal moet al het strooisel worden verwijderd en moet er vers strooisel worden aangebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 10 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De eigenaar of houder registreert voor elke stal van een pluimveebedrijf de volgende gegevens: a) het aantal binnengebrachte vleeskuikens; b) de bruikbare oppervlakte; c) de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend; d) voor iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden; e) het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht; Deze gegevens moeten gedurende ten minste drie jaar worden bijgehouden en bij een inspectie of op verzoek ter beschikking worden gesteld van de bevoegde autoriteit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 11 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De eigenaar of houder registreert voor elke stal van een pluimveebedrijf de volgende gegevens: a) het aantal binnengebrachte vleeskuikens; b) de bruikbare oppervlakte; c) de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend; d) voor iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden; e) het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht; Deze gegevens moeten gedurende ten minste drie jaar worden bijgehouden en bij een inspectie of op verzoek ter beschikking worden gesteld van de bevoegde autoriteit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 11 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Chirurgische ingrepen voor andere dan therapeutische of diagnosedoeleinden die leiden tot beschadiging of verlies van een gevoelig deel van het lichaam of tot wijziging van het beendergestel, zijn verboden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 12 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Chirurgische ingrepen voor andere dan therapeutische of diagnosedoeleinden die leiden tot beschadiging of verlies van een gevoelig deel van het lichaam of tot wijziging van het beendergestel, zijn verboden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.51 in samenhang met bijlage I, punt 12 van de Richtlijn 2007/43/EG |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder registreert voor elke stal de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens; b. de bruikbare oppervlakte; c. de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend; d. ten aanzien van iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden, en e. het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.52, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder registreert voor elke stal de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens; b. de bruikbare oppervlakte; c. de kruising of het ras van de vleeskuikens, indien bekend; d. ten aanzien van iedere controle, het aantal dood aangetroffen vleeskuikens met een indicatie van de oorzaken, indien bekend, alsmede het aantal gedode vleeskuikens, met de reden, en e. het resterende aantal vleeskuikens in het koppel nadat er vleeskuikens uit zijn verwijderd voor verkoop of slacht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.52, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaren bewaard en worden bij een inspectie of op verzoek aan Onze Minister ter beschikking gesteld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.52, tweede lid |
D |
(Risico op) geringe aantasting dierenwelzijn en/of geringe aantasting diergezondheid en/of geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
Wanneer een dierenarts verbonden aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, aan de houder en een ambtenaar als bedoeld in artikel 8.1, eerste lid, van de wet, gegevens heeft verstrekt met betrekking tot de dagelijkse mortaliteit, de gecumuleerde dagelijkse mortaliteit of de resultaten van de post mortem keuring die wijzen op slechte dierenwelzijnsomstandigheden, neemt de desbetreffende houder passende maatregelen ter verbetering van het dierenwelzijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.53, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder van vleeskuikens, voor zover deze een natuurlijke persoon is, is in het bezit van een door Onze Minister erkend certificaat waaruit blijkt dat hij passende cursussen heeft voltooid of gelijkwaardige ervaring heeft opgedaan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.54, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder van vleeskuikens, voor zover deze een natuurlijke persoon is, is in het bezit van een door Onze Minister erkend certificaat waaruit blijkt dat hij passende cursussen heeft voltooid of gelijkwaardige ervaring heeft opgedaan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.54, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder verstrekt instructies en advies over de relevante voorschriften inzake dierenwelzijn, inclusief die met betrekking tot de dodingsmethoden die op de pluimveebedrijven worden toegepast, aan de personen die hij in dienst heeft of die voor hem diensten verrichten en die voor vleeskuikens zorgen of vleeskuikens vangen en laden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.54, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder verstrekt instructies en advies over de relevante voorschriften inzake dierenwelzijn, inclusief die met betrekking tot de dodingsmethoden die op de pluimveebedrijven worden toegepast, aan de personen die hij in dienst heeft of die voor hem diensten verrichten en die voor vleeskuikens zorgen of vleeskuikens vangen en laden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en tweede lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.54, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 33 kg/m², stelt Onze Minister (Avined) ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.55, eerste lid |
Incidenteel en voldoet niet aan alle eisen voor de hogere categorie |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 33 kg/m², stelt Onze Minister (Avined) ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.55, eerste lid |
Incidenteel en voldoet wel aan alle eisen voor de hogere categorie |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Geen maatregel |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 33 kg/m², een samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 2.56, tweede lid, toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.55, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de houder een samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 2.56, tweede lid, toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.55, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
1. De houder legt per stal een verzameling van documenten aan waarin de productiesystemen in detail zijn beschreven. 2. De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval informatie over technische details van de stal en de uitrusting van de stal, waaronder: a. een plattegrond van de stal met inbegrip van de afmetingen van de door de vleeskuikens ingenomen oppervlakten; b. het ventilatiesysteem en het koel- of verwarmingssysteem en de locatie van deze systemen; c. het ventilatieschema met de beoogde parameters over luchtkwaliteit, zoals luchtstroming, luchtsnelheid en temperatuur; d. de voeder- en watervoorziening en de locatie ervan; e. de alarm- en reservesystemen die in werking treden in geval van een storing van de automatische of mechanische apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van de dieren; f. het vloertype, en g. het normaliter gebruikte strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.56, eerste en tweede lid |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, wordt op verzoek aan Onze Minister ter beschikking gesteld. Indien de documenten op grond van het derde lid aan Onze Minister ter beschikking zijn gesteld, brengt de houder Onze Minister onverwijld op de hoogte van eventuele wijzigingen in de beschreven stal, uitrusting of procedures die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.56, derde en vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De verzameling documenten, bedoeld in het eerste lid, wordt op verzoek aan Onze Minister ter beschikking gesteld. Indien de documenten op grond van het derde lid aan Onze Minister ter beschikking zijn gesteld, brengt de houder Onze Minister onverwijld op de hoogte van eventuele wijzigingen in de beschreven stal, uitrusting of procedures die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.56, derde en vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder rust elke stal van zijn pluimveebedrijf uit met een ventilatiesysteem en met koel- of verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en die zo functioneren dat: a. de concentratie van ammoniak niet hoger is dan 20 ppm en de concentratie van kooldioxide niet hoger is dan 3000 ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens; b. de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3°C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30°C, en c de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70% bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.57 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder rust elke stal van zijn pluimveebedrijf uit met een ventilatiesysteem en met koel- of verwarmingssystemen, die zo zijn ontworpen en gebouwd en die zo functioneren dat: a. de concentratie van ammoniak niet hoger is dan 20 ppm en de concentratie van kooldioxide niet hoger is dan 3000 ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens; b. de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3°C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30°C, en c de gemiddelde relatieve vochtigheidsgraad in de stal over een periode van 48 uur niet hoger is dan 70% bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.57 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder draagt er zorg voor dat de documentatie bij een koppel vleeskuikens dat ter slachting wordt aangeboden, gegevens bevat over de door de houder berekende dagelijkse mortaliteit en gecumuleerde dagelijkse mortaliteit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.58, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder draagt er zorg voor dat de documentatie bij een koppel vleeskuikens dat ter slachting wordt aangeboden, gegevens bevat over de door de houder berekende dagelijkse mortaliteit en gecumuleerde dagelijkse mortaliteit. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.58, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder draagt er zorg voor dat de documentatie bij een koppel vleeskuikens dat ter slachting wordt aangeboden, gegevens bevat over de kruising of het ras van de vleeskuikens. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.58, eerste lid, onderdeel b |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
|
Exploitant van slachthuis |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt, worden onder toezicht van de dierenarts verbonden aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, door de exploitant van het slachthuis geregistreerd met vermelding van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het desbetreffende pluimveebedrijf. De aannemelijkheid van de juistheid van de gegevens wordt door de exploitant van het slachthuis geverifieerd, rekening houdend met het aantal geslachte vleeskuikens en met het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.58, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Exploitant van slachthuis |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, alsmede het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt, worden onder toezicht van de dierenarts verbonden aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, door de exploitant van het slachthuis geregistreerd met vermelding van het pluimveebedrijf van herkomst en de stal van het desbetreffende pluimveebedrijf. De aannemelijkheid van de juistheid van de gegevens wordt door de exploitant van het slachthuis geverifieerd, rekening houdend met het aantal geslachte vleeskuikens en met het aantal vleeskuikens dat dood bij het slachthuis aankomt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en derde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.58, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 kg/m², stelt Onze Minister (Avined) ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.59, eerste lid |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 kg/m², stelt Onze Minister (Avined) ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen en geeft daarbij aan hoe hoog de bezettingsdichtheid zal zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.59, eerste lid |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Geen maatregel |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 kg/m², een samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 2.56, tweede lid, toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.59, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien Onze Minister daarom verzoekt, stuurt de houder die voornemens is een zodanig aantal vleeskuikens te gaan houden dat de bezettingsdichtheid hoger zal worden dan 39 kg/m², een samenvatting van de informatie, bedoeld in artikel 2.56, tweede lid, toe. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.59, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder maakt bij de bedrijfsvoering gebruik van gidsen voor goede praktijken, die aanbevelingen bevatten voor de naleving van deze paragraaf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.61 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder maakt bij de bedrijfsvoering gebruik van gidsen voor goede praktijken, die aanbevelingen bevatten voor de naleving van deze paragraaf. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.61 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De gecumuleerde dagelijkse mortaliteit van ten minste zeven opeenvolgende gecontroleerde koppels van een stal bedraagt voorafgaand aan de kennisgeving, bedoeld in artikel 2.59, eerste lid, minder dan de som van: a. 1% en b. 0,06%, vermenigvuldigd met de slachtleeftijd van de dieren, uitgedrukt in dagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.62, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De gecumuleerde dagelijkse mortaliteit van ten minste zeven opeenvolgende gecontroleerde koppels van een stal bedraagt voorafgaand aan de kennisgeving, bedoeld in artikel 2.59, eerste lid, minder dan de som van: a. 1% en b. 0,06%, vermenigvuldigd met de slachtleeftijd van de dieren, uitgedrukt in dagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.62, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder van een pluimveebedrijf als bedoeld in het tweede lid stelt Onze Minister binnen 15 dagen na inwerkingtreding van deze pararaaf in kennis van zijn voornemen om een zodanig aantal vleeskuikens te houden dat de bezettingsdichtheid na de inwerkingtreding van deze paragraaf hoger zal zijn dan 39 kg/m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.64, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder van een pluimveebedrijf als bedoeld in het tweede lid stelt Onze Minister binnen 15 dagen na inwerkingtreding van deze pararaaf in kennis van zijn voornemen om een zodanig aantal vleeskuikens te houden dat de bezettingsdichtheid na de inwerkingtreding van deze paragraaf hoger zal zijn dan 39 kg/m². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.50, eerste en vierde lid, onderdeel b, in samenhang met artikel 2.64, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die voornemens is wijziging aan te brengen in het door hem te houden aantal vleeskuikens, waardoor de bezettingsdichtheid lager wordt dan 33 of 39 kg/m², stelt Onze Minister (Avined) ten minste 15 dagen voordat het desbetreffende koppel in de stal wordt geplaatst, in kennis van zijn voornemen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Geen maatregel |
Nee |
||
H.2. § 6.1 Houden van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
||||||||
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De houder van ouderdieren registreert dagelijks, voor zover van toepassing, voor elke stal de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte ouderdieren, onderscheiden naar geslacht; b. het aantal dieren dat niet-levend wordt afgevoerd; c. het resterende aantal ouderdieren in het koppel dat levend wordt afgevoerd, onderscheiden naar geslacht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65c, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De houder van ouderdieren registreert dagelijks, voor zover van toepassing, voor elke stal de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte ouderdieren, onderscheiden naar geslacht; b. het aantal dieren dat niet-levend wordt afgevoerd; c. het resterende aantal ouderdieren in het koppel dat levend wordt afgevoerd, onderscheiden naar geslacht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65c, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65c, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65c, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier beschikt ten minste over: - 1.300 cm² vloeroppervlakte per ouderdier, waaronder het legnest, waarbij de oppervlakte van in de stal aangebrachte plateaus die zich ten minste 35 cm boven de vloeroppervlakte bevinden mogen worden meegerekend en waarvan ten minste 300 cm² per ouderdier is bedekt met strooisel; - een hoogte van 70cm boven de vloeroppervlakte; - een voerbak waarvan de lengte van de voor ouderdieren toegankelijke kant per ouderdier ten minste 12,5 cm bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, een per ouderdier toegankelijke plek van ten minste 5 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, eerste lid, onderdeel a, b en d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier beschikt ten minste over: - 1.300 cm² vloeroppervlakte per ouderdier, waaronder het legnest, waarbij de oppervlakte van in de stal aangebrachte plateaus die zich ten minste 35 cm boven de vloeroppervlakte bevinden mogen worden meegerekend en waarvan ten minste 300 cm² per ouderdier is bedekt met strooisel; - een hoogte van 70cm boven de vloeroppervlakte; - een voerbak waarvan de lengte van de voor ouderdieren toegankelijke kant per ouderdier ten minste 12,5 cm bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, een per ouderdier toegankelijke plek van ten minste 5 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, eerste lid, onderdeel a, b en d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier beschikt ten minste over een zitstok met een lengte van ten minste 7 cm per ouderdier, met een vrije ruimte van ten minste 10 cm onder de zitstok en ten minste 35 cm daarboven; |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d eerste lid, onderdeel c |
D |
(Risico op) geringe aantasting dierenwelzijn en/of geringe aantasting diergezondheid |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
|
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Ouderdieren die in een kooi worden gehouden beschikken over een totale vloeroppervlakte van ten minste 2.850 cm². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Ouderdieren die in een kooi worden gehouden beschikken over een totale vloeroppervlakte van ten minste 2.850 cm². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De oppervlakte, bedoeld in het eerste lid, is horizontaal en is dicht of bestaat uit roosters van hout of kunststof, niet zijnde draadroosters. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De oppervlakte, bedoeld in het eerste lid, is horizontaal en is dicht of bestaat uit roosters van hout of kunststof, niet zijnde draadroosters. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier van een koppel waarvan de hennen een eindgewicht van ten hoogste 2,4 kg bereiken, beschikt over ten minste 1.200 cm² bruikbare oppervlakte per ouderdier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier van een koppel waarvan de hennen een eindgewicht van ten hoogste 2,4 kg bereiken, beschikt over ten minste 1.200 cm² bruikbare oppervlakte per ouderdier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier als bedoeld in het vierde lid beschikt permanent over luzerne, snijmaissilage, of daarmee vergelijkbaar ruwvoer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een ouderdier als bedoeld in het vierde lid beschikt permanent over luzerne, snijmaissilage, of daarmee vergelijkbaar ruwvoer. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65d, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een dier dat wordt opgefokt om te worden gehouden als ouderdier beschikt over een vloeroppervlakte van ten minste 666cm² per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Een dier dat wordt opgefokt om te worden gehouden als ouderdier beschikt over een vloeroppervlakte van ten minste 666cm² per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Ouderdieren worden ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
Ouderdieren worden ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van ouderdieren wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van ouderdieren wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De houder van ouderdieren controleert tweemaal per dag de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van ouderdieren van vleeskuikens voor productie |
De houder van ouderdieren controleert tweemaal per dag de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.65f, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
H.2. § 6.2 Houden van legkippen voor productie |
||||||||
Het is toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 2.71 te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 2.71 en 2.73 tot en met 2.76. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Het is toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 2.71 te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 2.71 en 2.73 tot en met 2.76. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Houder van legkippen voor productie |
Tot en met 31 december 2020 is toegestaan legkippen in een kooi als bedoeld in artikel 2.72 te houden indien de legkippen ten minste worden gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 2.72 tot en met 2.76, voor zover het een huisvestingssysteem betreft waarvan de gebruiker kan aantonen dat: a. het voor 18 april 2008 is gebouwd, of b. ten behoeve van dit huisvestingssysteem voor 18 april 2008: 1° een milieuvergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is verleend, of 2° een aanvraag voor een bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet, is gedaan en: – een aanvraag voor een milieuvergunning is gedaan, of – een melding als bedoeld in artikel 7 van het Besluit landbouw milieubeheer is gedaan, en dat het huisvestingssysteem voor 18 april 2010 is gebouwd en in gebruik is genomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Houder van legkippen voor productie |
Het is verboden legkippen te houden zonder te beschikken over een nummer als bedoeld in het eerste lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.69, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het is verboden legkippen te houden zonder te beschikken over een nummer als bedoeld in het eerste lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.69, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over 1.111 cm² bruikbare oppervlakte per legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over 1.111 cm² bruikbare oppervlakte per legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over één nest per 7 legkippen dan wel een gemeenschappelijk nest van 1 m² per 120 legkippen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over één nest per 7 legkippen dan wel een gemeenschappelijk nest van 1 m² per 120 legkippen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm² per legkip waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm² per legkip waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip die niet is aangebracht boven het strooisel. De horizontale afstand tussen de zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de wand ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip die niet is aangebracht boven het strooisel. De horizontale afstand tussen de zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de wand ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel e |
D |
(Risico op) geringe aantasting dierenwelzijn en/of geringe aantasting diergezondheid |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Nee |
||
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel f |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel f |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een bereikbare watervoorziening bestaande uit: 1º een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt; 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel g |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen beschikken ten minste over een bereikbare watervoorziening bestaande uit: 1º een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt; 2º een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of 3º één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, eerste lid, onderdeel g |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer beperkt tot vier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer beperkt tot vier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus ten minste 45 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus ten minste 45 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen zijn de voeder- en watervoorzieningen zo over de ruimte verdeeld dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen zijn de voeder- en watervoorzieningen zo over de ruimte verdeeld dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen komen de uitwerpselen van de legkippen die zich op de hogere niveaus bevinden niet op de voor de legkippen toegankelijke lagere niveaus terecht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, tweede lid, onderdeel d |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
|
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel a, b en c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel a, b en c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten, heeft de ruimte buiten om verontreiniging te voorkomen een grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten, heeft de ruimte buiten om verontreiniging te voorkomen een grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten, is de ruimte buiten voorzien van beschutting tegen slecht weer en roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten, is de ruimte buiten voorzien van beschutting tegen slecht weer en roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, eerste lid, in samenhang met artikel 2.70, derde lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een hoogte van ten minste 60 cm aan de zijde van de kooi waar de voerbak zich bevindt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een hoogte van ten minste 60 cm aan de zijde van de kooi waar de voerbak zich bevindt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een hoogte van ten minste 50 cm boven de bruikbare oppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een hoogte van ten minste 50 cm boven de bruikbare oppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een oppervlakte van ten minste 25.000 cm². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft een oppervlakte van ten minste 25.000 cm². |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft ten minste twee zitstokken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, heeft ten minste twee zitstokken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, eerste lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over 800 cm² bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en 900 cm² bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over 800 cm² bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en 900 cm² bruikbare oppervlakte per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een met strooisel bedekte ruimte waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een met strooisel bedekte ruimte waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een zitstok met een lengte van ten minste 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een zitstok met een lengte van ten minste 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een voerbak met een lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant van ten minste 12 cm per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en van ten minste 14,5 cm per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een voerbak met een lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant van ten minste 12 cm per legkip met een gewicht van ten hoogste twee kilogram en van ten minste 14,5 cm per legkip met een gewicht van meer dan twee kilogram. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel f |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
|
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel g |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, tweede lid, hebben ten minste de beschikking over een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, tweede lid, onderdeel g |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De zitstokken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden op verschillende hoogtes in de kooi geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De zitstokken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden op verschillende hoogtes in de kooi geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het nest, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is minder verlicht dan andere gedeelten van de kooi. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het nest, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, is minder verlicht dan andere gedeelten van de kooi. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het nest heeft een oppervlak van ten minste: a. 2700 cm², wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm² per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vierde lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het nest heeft een oppervlak van ten minste: a. 2700 cm², wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm² per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vierde lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, heeft een oppervlak van ten minste: a. 2700 cm², wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm² per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De met strooisel bedekte ruimte, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, heeft een oppervlak van ten minste: a. 2700 cm², wanneer in de kooi 30 of minder legkippen worden gehouden, of b. 90 cm² per legkip, wanneer in de kooi meer dan 30 legkippen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede lid, in samenhang met artikel 2.71, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over 750 cm² oppervlakte waarvan 600 cm² bruikbare oppervlakte per legkip, met dien verstande dat de kooi boven andere plaatsen dan de bruikbare oppervlakte op elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 cm². Bruikbare oppervlakte voldoet aan eisen: tenminste 30 cm breed / helling ten hoogste 8 graden / hoogte ten minste 45 cm hoog. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over 750 cm² oppervlakte waarvan 600 cm² bruikbare oppervlakte per legkip, met dien verstande dat de kooi boven andere plaatsen dan de bruikbare oppervlakte op elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 cm². Bruikbare oppervlakte voldoet aan eisen: tenminste 30 cm breed / helling ten hoogste 8 graden / hoogte ten minste 45 cm hoog. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel f |
D |
(Risico op) geringe aantasting dierenwelzijn en/of geringe aantasting diergezondheid |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Beoordelen wel/niet opheffen geringe overtreding en/of nalevingshulp en/of waarschuwing en herinspectie |
Nee |
|
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel g |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Legkippen die worden gehuisvest in een kooi als bedoeld in artikel 2.68, derde lid hebben ten minste de beschikking over een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, eerste lid, onderdeel g |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, derde lid, in samenhang met artikel 2.72, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het geluidsniveau wordt zo laag mogelijk gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai wordt vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten veroorzaken zo weinig mogelijk lawaai. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.73, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het geluidsniveau wordt zo laag mogelijk gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai wordt vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten veroorzaken zo weinig mogelijk lawaai. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.73, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het huisvestingssysteem is zodanig opgezet dat een legkip niet kan ontsnappen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.73, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Het huisvestingssysteem is zodanig opgezet dat een legkip niet kan ontsnappen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.73, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De legkippen worden ten minste eenmaal per dag door de houder geïnspecteerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.74, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De legkippen worden ten minste eenmaal per dag door de houder geïnspecteerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.74, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De inrichting van het huisvestingssysteem is zodanig dat alle lagen en kooien rechtstreeks en moeiteloos kunnen worden geïnspecteerd en de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.74, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De inrichting van het huisvestingssysteem is zodanig dat alle lagen en kooien rechtstreeks en moeiteloos kunnen worden geïnspecteerd en de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.74, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Rijen kooien zijn van elkaar gescheiden door gangen van ten minste 90 cm breed. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Rijen kooien zijn van elkaar gescheiden door gangen van ten minste 90 cm breed. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De bodem van de onderste kooi is ten minste 35 cm boven de vloer van het gebouw geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De bodem van de onderste kooi is ten minste 35 cm boven de vloer van het gebouw geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De vorm en de grootte van de kooiopening zijn zodanig dat een volwassen legkip uit de kooi kan worden gehaald zonder dat dit lijden of verwondingen veroorzaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De vorm en de grootte van de kooiopening zijn zodanig dat een volwassen legkip uit de kooi kan worden gehaald zonder dat dit lijden of verwondingen veroorzaakt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68, tweede en derde lid in samenhang met artikel 2.74, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Er is voldoende goed werkende verlichtingsapparatuur aanwezig voor een grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Er is voldoende goed werkende verlichtingsapparatuur aanwezig voor een grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een stal waarin legkippen zijn ondergebracht is gedurende de lichtperiode zodanig verlicht dat de legkippen elkaar duidelijk kunnen zien, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun gebruikelijke activiteiten kunnen ontplooien. In geval van verlichting met daglicht zijn de lichtopeningen zodanig gepositioneerd dat het licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Een stal waarin legkippen zijn ondergebracht is gedurende de lichtperiode zodanig verlicht dat de legkippen elkaar duidelijk kunnen zien, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun gebruikelijke activiteiten kunnen ontplooien. In geval van verlichting met daglicht zijn de lichtopeningen zodanig gepositioneerd dat het licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Per 24 uur is er een ononderbroken duisternisperiode van 8 uur waarin de legkippen kunnen rusten. Bij de vermindering van kunstlicht wordt een periode van halfduister in acht genomen om de legkippen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Per 24 uur is er een ononderbroken duisternisperiode van 8 uur waarin de legkippen kunnen rusten. Bij de vermindering van kunstlicht wordt een periode van halfduister in acht genomen om de legkippen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.75, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De uitwerpselen van legkippen worden regelmatig verwijderd. Dode legkippen worden dagelijks verwijderd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.76, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
De uitwerpselen van legkippen worden regelmatig verwijderd. Dode legkippen worden dagelijks verwijderd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.76, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Lokalen, uitrusting en gereedschappen waarmee de legkippen in aanraking komen, worden regelmatig grondig gereinigd en ontsmet, in elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij legkippen wordt binnengebracht. Zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden alle oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.76, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van legkippen voor productie |
Lokalen, uitrusting en gereedschappen waarmee de legkippen in aanraking komen, worden regelmatig grondig gereinigd en ontsmet, in elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij legkippen wordt binnengebracht. Zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden alle oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.68 in samenhang met artikel 2.76, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
H.2. § 6.3 Houden van vleeskalkoenen voor productie |
||||||||
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen of ouderdieren registreert per koppel de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte vleeskalkoenen of ouderdieren; b. het aantal vleeskalkoenen of ouderdieren dat vanwege een natuurlijke oorzaak is gestorven of is gedood, per dag; c. het totale levend gewicht van de vleeskalkoenen of ouderdieren bij aflevering aan het slachthuis, binnen twee weken na die aflevering. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76c, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen of ouderdieren registreert per koppel de volgende gegevens: a. het aantal binnengebrachte vleeskalkoenen of ouderdieren; b. het aantal vleeskalkoenen of ouderdieren dat vanwege een natuurlijke oorzaak is gestorven of is gedood, per dag; c. het totale levend gewicht van de vleeskalkoenen of ouderdieren bij aflevering aan het slachthuis, binnen twee weken na die aflevering. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76c, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen registreert ten hoogste een maand na aflevering van een koppel het uitvalpercentage van mannelijke en van vrouwelijke vleeskalkoenen en de oorzaak van de sterfte, indien dat percentage hoger is dan 5% bij een koppel vrouwelijke dieren en 9% bij een koppel mannelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76c, tweede lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen registreert ten hoogste een maand na aflevering van een koppel het uitvalpercentage van mannelijke en van vrouwelijke vleeskalkoenen en de oorzaak van de sterfte, indien dat percentage hoger is dan 5% bij een koppel vrouwelijke dieren en 9% bij een koppel mannelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76c, tweede lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76c, derde lid |
D |
(Risico op) geringe ondermijning van het systeem |
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten Vastlegging in dossier ivm stapeling Nalevingshulp |
Schriftelijke waarschuwing |
Nee |
|
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 58 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 48 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, eerste lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 58 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 48 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, eerste lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 56 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 49 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, tweede lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 56 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 49 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, tweede lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Ouderdieren worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 46 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 29 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, derde lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Ouderdieren worden zodanig gehouden dat de bezettingsdichtheid niet hoger is dan: a. 46 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 29 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, derde lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Indien in een stal verrijkingselementen zijn aangebracht die door de vleeskalkoenen kunnen worden aangeraakt en die geschikt zijn om ten minste 10% van die dieren in de stal tegelijkertijd afleiding te bieden, bedraagt de bezettingsdichtheid voor vleeskalkoenen, in afwijking van het eerste lid: a. 59 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 49 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, vierde lid, onderdeel a en b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Indien in een stal verrijkingselementen zijn aangebracht die door de vleeskalkoenen kunnen worden aangeraakt en die geschikt zijn om ten minste 10% van die dieren in de stal tegelijkertijd afleiding te bieden, bedraagt de bezettingsdichtheid voor vleeskalkoenen, in afwijking van het eerste lid: a. 59 kg/m² voor mannelijke dieren; b. 49 kg/m² voor vrouwelijke dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76d, vierde lid, onderdeel a en b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen, ouderdieren van vleeskalkoenen en dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier van vleeskalkoenen voorziet de stalvloer die niet is gelegen onder de voedsel- of watervoorziening van strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen, ouderdieren van vleeskalkoenen en dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier van vleeskalkoenen voorziet de stalvloer die niet is gelegen onder de voedsel- of watervoorziening van strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel bestaat uit stro of houtkrullen en is niet verontreinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel bestaat uit stro of houtkrullen en is niet verontreinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel is droog en rul, en heeft een droge stofgehalte van ten minste 80% op het moment dat het in de stal wordt gebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel is droog en rul, en heeft een droge stofgehalte van ten minste 80% op het moment dat het in de stal wordt gebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel is aangebracht in een laag die dik genoeg is om dieren de mogelijkheid te bieden om een stofbad te nemen, uitwerpselen te absorberen en de stalvloer te isoleren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Het strooisel is aangebracht in een laag die dik genoeg is om dieren de mogelijkheid te bieden om een stofbad te nemen, uitwerpselen te absorberen en de stalvloer te isoleren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76e, tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Indien vleeskalkoenen en ouderdieren worden gehouden in een ruimte die mechanisch wordt geventileerd bedraagt de luchtverversingscapaciteit ten minste 4 m3 per kg levend gewicht per uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76f, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Indien vleeskalkoenen en ouderdieren worden gehouden in een ruimte die mechanisch wordt geventileerd bedraagt de luchtverversingscapaciteit ten minste 4 m3 per kg levend gewicht per uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76f, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De in artikel 2.76f, eerste lid, bedoelde luchtverversingscapaciteit in stallen die voor 1 juni 2003 zijn gebouwd en sindsdien niet zijn verbouwd bedraagt ten minste 3 m3 per kg levend gewicht per uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 6.1 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De in artikel 2.76f, eerste lid, bedoelde luchtverversingscapaciteit in stallen die voor 1 juni 2003 zijn gebouwd en sindsdien niet zijn verbouwd bedraagt ten minste 3 m3 per kg levend gewicht per uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 6.1 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Een koppel vleeskalkoenen of dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier worden de eerste vijf dagen na aankomst op het bedrijf waar ze worden gehouden als vleeskalkoen of worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier in een ruimte gehouden waar de temperatuur op dierhoogte 35 tot 39° Celsius bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76f, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Een koppel vleeskalkoenen of dieren die worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier worden de eerste vijf dagen na aankomst op het bedrijf waar ze worden gehouden als vleeskalkoen of worden opgefokt om te worden gehouden als ouderdier in een ruimte gehouden waar de temperatuur op dierhoogte 35 tot 39° Celsius bedraagt. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76f, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen en ouderdieren worden gehouden in een ruimte waar een aaneengesloten rustperiode wordt gehanteerd van ten minste acht uur per etmaal, waarin die ruimte niet of nauwelijks kunstmatig wordt verlicht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76g, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen en ouderdieren worden gehouden in een ruimte waar een aaneengesloten rustperiode wordt gehanteerd van ten minste acht uur per etmaal, waarin die ruimte niet of nauwelijks kunstmatig wordt verlicht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76g, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De lichtintensiteit in een ruimte bestemd voor vleeskalkoenen of ouderdieren bedraagt op dierhoogte ten minste 20 Lux, tenzij een lagere lichtsterkte tijdelijk noodzakelijk is om letsel als gevolg van pikkerij te voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76g, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De lichtintensiteit in een ruimte bestemd voor vleeskalkoenen of ouderdieren bedraagt op dierhoogte ten minste 20 Lux, tenzij een lagere lichtsterkte tijdelijk noodzakelijk is om letsel als gevolg van pikkerij te voorkomen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76g, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Tijdens vervoer dat op Nederlands grondgebied begint en eindigt, worden vleeskalkoenen die zwaarder zijn dan 7 kg vervoerd in containers als bedoeld in artikel 2, onderdeel g, van verordening (EG) nr. 1/2005. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76h |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Tijdens vervoer dat op Nederlands grondgebied begint en eindigt, worden vleeskalkoenen die zwaarder zijn dan 7 kg vervoerd in containers als bedoeld in artikel 2, onderdeel g, van verordening (EG) nr. 1/2005. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76h |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen en ouderdieren worden ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
Vleeskalkoenen en ouderdieren worden ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van vleeskalkoenen en ouderdieren wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de gezondheid en het welzijn van vleeskalkoenen en ouderdieren wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen en ouderdieren controleert tweemaal per dag de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskalkoenen voor productie |
De houder van vleeskalkoenen en ouderdieren controleert tweemaal per dag de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76i, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Regeling houders van Dieren H.6. Verzorging vleeskuikens |
||||||||
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de volgende gegevens: a. het registratienummer, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren (KIP-nummer); b. het relatienummer van de houder; c. het stalnummer dat is bevestigd aan de buitenkant van de stal; d. de adresgegevens van de stal; e. de bruto oppervlakte van de stal in vierkante meters; f. het bouwjaar van de stal en, indien van toepassing, het jaar waarin een grondige verbouwing met directe gevolgen voor het dierenwelzijn heeft plaatsgevonden. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.2, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.55, eerste lid, en 2.59, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de volgende gegevens: a. het registratienummer, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren (KIP-nummer); b. het relatienummer van de houder; c. het stalnummer dat is bevestigd aan de buitenkant van de stal; d. de adresgegevens van de stal; e. de bruto oppervlakte van de stal in vierkante meters; f. het bouwjaar van de stal en, indien van toepassing, het jaar waarin een grondige verbouwing met directe gevolgen voor het dierenwelzijn heeft plaatsgevonden. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.2, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.55, eerste lid, en 2.59, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving, bedoeld in artikel 2.65, eerste lid, van het besluit, geschiedt aan de minister (Avined). |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, eerste lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving, bedoeld in artikel 2.65, eerste lid, van het besluit, geschiedt aan de minister (Avined). |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, eerste lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruikt gemaakt van een door de minister ter beschikking gesteld middel (Avined). |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruikt gemaakt van een door de minister ter beschikking gesteld middel (Avined). |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de gegevens, genoemd in artikel 6.2, derde lid, onderdelen a, b, c en d. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De kennisgeving gaat per stal vergezeld van de gegevens, genoemd in artikel 6.2, derde lid, onderdelen a, b, c en d. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.3, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.65, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die een maximale bezettingsdichtheid van 42 kg/m² toepast, zorgt ervoor dat voor elk koppel in het slachthuis, of voor een voor de export bestemd koppel op het bedrijf ten hoogste vijf werkdagen voor het einde van de ronde, wordt vastgesteld in welke mate voetzoollaesies voorkomen. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, eerste lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder die een maximale bezettingsdichtheid van 42 kg/m² toepast, zorgt ervoor dat voor elk koppel in het slachthuis, of voor een voor de export bestemd koppel op het bedrijf ten hoogste vijf werkdagen voor het einde van de ronde, wordt vastgesteld in welke mate voetzoollaesies voorkomen. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, eerste lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt bij een aantal vleeskuikens van een koppel beoordeeld bij hoeveel dieren er a. geen of een zeer kleine verkleuring zichtbaar is (klasse 0); b. verkleuring maar geen diepe aantasting aanwezig is (klasse 1); c. een laesie met aantasting van de opperhuid en onderhuidse ontsteking (klasse 2) aanwezig is. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Ten behoeve van de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt bij een aantal vleeskuikens van een koppel beoordeeld bij hoeveel dieren er a. geen of een zeer kleine verkleuring zichtbaar is (klasse 0); b. verkleuring maar geen diepe aantasting aanwezig is (klasse 1); c. een laesie met aantasting van de opperhuid en onderhuidse ontsteking (klasse 2) aanwezig is. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder maakt afspraken met het slachthuis respectievelijk het bedrijf dat de vaststelling in de stal verricht, zodanig dat de vaststelling plaatsvindt: a. bij het slachthuis: 1°. door een daarvoor opgeleide medewerker, bij 100 kuikens van elk koppel, waarvan 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 30% van het koppel, en 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 60% van het koppel, met inachtneming van het protocol dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd, dan wel 2°. met gebruikmaking van een digitaal meetsysteem bij ten minste 70% van alle kuikens van elk koppel; b. in de stal: maximaal 5 werkdagen voordat de laatste vleeskuikens worden weggeladen, bij 100 kuikens van elk koppel met inachtneming van het protocol dat als bijlage 3 bij deze regeling is gevoegd. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder maakt afspraken met het slachthuis respectievelijk het bedrijf dat de vaststelling in de stal verricht, zodanig dat de vaststelling plaatsvindt: a. bij het slachthuis: 1°. door een daarvoor opgeleide medewerker, bij 100 kuikens van elk koppel, waarvan 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 30% van het koppel, en 50 kuikens direct na verwerking van ongeveer 60% van het koppel, met inachtneming van het protocol dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd, dan wel 2°. met gebruikmaking van een digitaal meetsysteem bij ten minste 70% van alle kuikens van elk koppel; b. in de stal: maximaal 5 werkdagen voordat de laatste vleeskuikens worden weggeladen, bij 100 kuikens van elk koppel met inachtneming van het protocol dat als bijlage 3 bij deze regeling is gevoegd. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De in het eerste lid bedoelde houder versterkt per koppel de gegevens waaruit de score blijkt binnen 30 dagen na de vaststelling aan de minister (Avined). De artikelen 6.2, tweede lid en 6.8 tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, vijfde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De in het eerste lid bedoelde houder versterkt per koppel de gegevens waaruit de score blijkt binnen 30 dagen na de vaststelling aan de minister (Avined). De artikelen 6.2, tweede lid en 6.8 tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, vijfde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt na elk kalenderjaar een gemiddelde score voor het afgelopen jaar per stal vast op basis van de gegevens, bedoeld in het vijfde lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, zesde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt na elk kalenderjaar een gemiddelde score voor het afgelopen jaar per stal vast op basis van de gegevens, bedoeld in het vijfde lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.5, zesde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 120 punten bedraagt, stelt de houder, zo mogelijk met behulp van een dierenarts, voor 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de verstrekte gegevens betrekking hadden, een verbeterplan op met daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waarvoor de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat in elk geval aan het einde van dat jaar wordt voldaan aan het eerste lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, tweede lid, onderdeel a Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 120 punten bedraagt, stelt de houder, zo mogelijk met behulp van een dierenarts, voor 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de verstrekte gegevens betrekking hadden, een verbeterplan op met daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waarvoor de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat in elk geval aan het einde van dat jaar wordt voldaan aan het eerste lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, tweede lid, onderdeel a Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 120 punten bedraagt, verlaagt de houder uiterlijk met ingang van 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de meldingen betrekking hadden, en vervolgens ten minste gedurende het hele kalenderjaar, de bezettingsdichtheid in elke stal waar de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, tot ten hoogste 39 kg/m². |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, tweede lid, onderdeel b Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 120 punten bedraagt, verlaagt de houder uiterlijk met ingang van 1 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de meldingen betrekking hadden, en vervolgens ten minste gedurende het hele kalenderjaar, de bezettingsdichtheid in elke stal waar de gemiddelde score meer dan 120 punten bedroeg, tot ten hoogste 39 kg/m². |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, tweede lid, onderdeel b Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 80 punten bedraagt maar minder dan 120 punten, stelt de houder, zo mogelijk met behulp van een dierenarts, voor 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarop de meldingen betrekking hadden, een verbeterplan op met daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waar de gemiddelde score meer dan 80 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat binnen een jaar wordt voldaan aan het eerste lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien de gemiddelde score, bedoeld in artikel 6.5, zesde lid, meer dan 80 punten bedraagt maar minder dan 120 punten, stelt de houder, zo mogelijk met behulp van een dierenarts, voor 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarop de meldingen betrekking hadden, een verbeterplan op met daarin de maatregelen die hij gaat doorvoeren in elke stal waar de gemiddelde score meer dan 80 punten bedroeg, om ervoor te zorgen dat binnen een jaar wordt voldaan aan het eerste lid. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien naar het oordeel van de minister (Avined) de uitvoering van het verbeterplan er in redelijkheid niet toe kan leiden dat binnen een kalenderjaar kan worden voldaan aan het eerste lid, dient de houder op verzoek van de minister binnen een maand na dat verzoek een aangepast verbeterplan in. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, vijfde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Indien naar het oordeel van de minister (Avined) de uitvoering van het verbeterplan er in redelijkheid niet toe kan leiden dat binnen een kalenderjaar kan worden voldaan aan het eerste lid, dient de houder op verzoek van de minister binnen een maand na dat verzoek een aangepast verbeterplan in. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, vijfde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder voert het verbeterplan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, of in het derde lid, dan wel het aangepaste verbeterplan, bedoeld in het vijfde lid, zo spoedig mogelijk uit. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, zesde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
|
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder bewaart bewijsstukken van de maatregelen die hij bij de uitvoering van het verbeterplan heeft genomen gedurende ten minste 5 jaar, gerekend vanaf de datering van die stukken. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, zevende lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder bewaart bewijsstukken van de maatregelen die hij bij de uitvoering van het verbeterplan heeft genomen gedurende ten minste 5 jaar, gerekend vanaf de datering van die stukken. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.6, zevende lid Besluit houders van dieren, artikel 2.63, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Ten behoeve van het bepalen van de bezettingsdichtheid draagt de houder er zorg voor dat per koppel de volgende gegevens worden verstrekt aan Avined: a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens, bedoeld in Artikel 2.52, eerste lid, onderdeel a, van het besluit; b. de datum waarop de vleeskuikens die uit de stal zijn verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht, in de stal zijn geplaatst; c. het aantal vleeskuikens dat uit de stal is verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht; d. het levend gewicht van de vleeskuikens, bedoeld in onderdeel c, op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop zij worden geslacht; e. de datum waarop de vleeskuikens, bedoeld in onderdeel c, zijn geslacht; f. het resterende aantal vleeskuikens, bedoeld in Artikel 2.52, eerste lid, onderdeel e, van het besluit. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, eerste lid, Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Ten behoeve van het bepalen van de bezettingsdichtheid draagt de houder er zorg voor dat per koppel de volgende gegevens worden verstrekt aan Avined: a. het aantal binnengebrachte vleeskuikens, bedoeld in Artikel 2.52, eerste lid, onderdeel a, van het besluit; b. de datum waarop de vleeskuikens die uit de stal zijn verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht, in de stal zijn geplaatst; c. het aantal vleeskuikens dat uit de stal is verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht; d. het levend gewicht van de vleeskuikens, bedoeld in onderdeel c, op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop zij worden geslacht; e. de datum waarop de vleeskuikens, bedoeld in onderdeel c, zijn geslacht; f. het resterende aantal vleeskuikens, bedoeld in Artikel 2.52, eerste lid, onderdeel e, van het besluit. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, eerste lid, Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden verstrekt binnen 30 dagen nadat de laatste vleeskuikens van het betreffende koppel uit de stal zijn verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden verstrekt binnen 30 dagen nadat de laatste vleeskuikens van het betreffende koppel uit de stal zijn verwijderd met het oogmerk om te worden geslacht. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, tweede lid Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gedurende drie jaren bij de gegevens die op grond van artikel 2.52 van het besluit worden geregistreerd. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
De houder bewaart de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gedurende drie jaren bij de gegevens die op grond van artikel 2.52 van het besluit worden geregistreerd. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.8, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.52, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Naast de aspecten, genoemd in artikel 2.54, derde lid, van het besluit heeft de vleeskuikenhouder tevens kennis van: a. contactdermatitis bij vleeskuikens, en b. maatregelen die in het kader van de bedrijfsvoering kunnen worden genomen om het ontstaan van contactdermatitis te voorkomen dan wel tegen te gaan. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.9, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.54, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige aantasting diergezondheid |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
Houder van vleeskuikens voor productie |
Naast de aspecten, genoemd in artikel 2.54, derde lid, van het besluit heeft de vleeskuikenhouder tevens kennis van: a. contactdermatitis bij vleeskuikens, en b. maatregelen die in het kader van de bedrijfsvoering kunnen worden genomen om het ontstaan van contactdermatitis te voorkomen dan wel tegen te gaan. |
Regeling houders van dieren, artikel 6.9, derde lid Besluit houders van dieren, artikel 2.54, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of aantasting diergezondheid |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Nee |
H.2. § 6a Houden van konijnen voor productie |
||||||||
Houder van konijnen voor productie |
Het is verboden konijnen van het ouderdier te scheiden voordat die konijnen de leeftijd van 6 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel c Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Het is verboden konijnen van het ouderdier te scheiden voordat die konijnen de leeftijd van 6 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel c Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van het eerste lid, is de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet voor konijnen: 4 weken, indien de konijnen op het geboortebedrijf verblijven totdat zij ten minste de leeftijd, bedoeld in het eerste lid, hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , tweede lid, onderdeel a Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van het eerste lid, is de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet voor konijnen: 4 weken, indien de konijnen op het geboortebedrijf verblijven totdat zij ten minste de leeftijd, bedoeld in het eerste lid, hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , tweede lid, onderdeel a Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van het eerste lid, is de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet voor konijnen: 5 weken, indien de konijnen na hun geboorte worden vervoerd vanaf het geboortebedrijf naar een ander bedrijf waar zij worden gehouden tot aan het moment waarop zij worden gedood met het oog op de productie van dierlijke producten. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , tweede lid, onderdeel b Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van het eerste lid, is de leeftijd, bedoeld in artikel 2.2, zevende lid, van de wet voor konijnen: 5 weken, indien de konijnen na hun geboorte worden vervoerd vanaf het geboortebedrijf naar een ander bedrijf waar zij worden gehouden tot aan het moment waarop zij worden gedood met het oog op de productie van dierlijke producten. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , tweede lid, onderdeel b Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen registreert zich bij Onze Minister. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen registreert zich bij Onze Minister. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Bij de registratie, bedoeld in het eerste lid, verstrekt de houder de volgende gegevens: a. naam, adres en woonplaats van de houder; b. voor zover de houder een natuurlijk persoon is, de geboortedatum en het geslacht van de houder; c. voor zover de houder een rechtspersoon betreft, de datum van oprichting en het inschrijfnummer van de houder bij de kamer van Koophandel; d. adres en locatie van het bedrijf waar de dieren worden gehouden; e. de gehouden diersoort. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Bij de registratie, bedoeld in het eerste lid, verstrekt de houder de volgende gegevens: a. naam, adres en woonplaats van de houder; b. voor zover de houder een natuurlijk persoon is, de geboortedatum en het geslacht van de houder; c. voor zover de houder een rechtspersoon betreft, de datum van oprichting en het inschrijfnummer van de houder bij de kamer van Koophandel; d. adres en locatie van het bedrijf waar de dieren worden gehouden; e. de gehouden diersoort. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Wijziging van de gegevens, bedoeld in het derde lid, wordt binnen twee weken na het ontstaan van de wijziging door de houder doorgegeven aan de hand van een door Onze Minister beschikbaar gesteld middel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Wijziging van de gegevens, bedoeld in het derde lid, wordt binnen twee weken na het ontstaan van de wijziging door de houder doorgegeven aan de hand van een door Onze Minister beschikbaar gesteld middel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76l, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van gespeende konijnen, voedsters, fokrammen of opfokkonijnen registreert maandelijks de volgende gegevens: a. het aantal levend geboren konijnen; b. het aantal konijnen dat gespeend is; c. de aantallen gespeende konijnen, voedsters, fokrammen en opfokkonijnen die op het bedrijf zijn aangevoerd; d. de aantallen gespeende konijnen, voedsters, fokrammen en opfokkonijnen die levend worden afgevoerd; e. de uitvalpercentages, bedoeld in artikel 2.76n, eerste lid; f. de uitkomst van de consultatie, bedoeld in artikel 2.76n, tweede lid, de maatregelen, bedoeld in artikel artikel 2.76n, derde lid, en de uitkomst van de evaluatie, bedoeld in artikel 2.76n, vierde lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76m, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van gespeende konijnen, voedsters, fokrammen of opfokkonijnen registreert maandelijks de volgende gegevens: a. het aantal levend geboren konijnen; b. het aantal konijnen dat gespeend is; c. de aantallen gespeende konijnen, voedsters, fokrammen en opfokkonijnen die op het bedrijf zijn aangevoerd; d. de aantallen gespeende konijnen, voedsters, fokrammen en opfokkonijnen die levend worden afgevoerd; e. de uitvalpercentages, bedoeld in artikel 2.76n, eerste lid; f. de uitkomst van de consultatie, bedoeld in artikel 2.76n, tweede lid, de maatregelen, bedoeld in artikel artikel 2.76n, derde lid, en de uitkomst van de evaluatie, bedoeld in artikel 2.76n, vierde lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76m, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76m, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76m, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen berekent maandelijks het uitvalpercentage voor gespeende konijnen op de volgende wijze: het aantal dieren van een koppel dat niet-levend van het bedrijf is afgevoerd, gedeeld door de som van het aantal dieren waaruit het koppel na het spenen bestond en het aantal dieren dat aan de groep is toegevoegd, vermenigvuldigd met 100. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen berekent maandelijks het uitvalpercentage voor gespeende konijnen op de volgende wijze: het aantal dieren van een koppel dat niet-levend van het bedrijf is afgevoerd, gedeeld door de som van het aantal dieren waaruit het koppel na het spenen bestond en het aantal dieren dat aan de groep is toegevoegd, vermenigvuldigd met 100. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen berekent maandelijks het uitvalpercentage voor voedsters en opfokkonijnen, op de volgende wijze: het aantal voedsters of opfokkonijnen dat niet-levend van het bedrijf is afgevoerd, gedeeld door het aantal voedsters of opfokkonijnen dat die maand gemiddeld op het bedrijf aanwezig was, vermenigvuldigd met 100. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De houder van konijnen berekent maandelijks het uitvalpercentage voor voedsters en opfokkonijnen, op de volgende wijze: het aantal voedsters of opfokkonijnen dat niet-levend van het bedrijf is afgevoerd, gedeeld door het aantal voedsters of opfokkonijnen dat die maand gemiddeld op het bedrijf aanwezig was, vermenigvuldigd met 100. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien het uitvalpercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger is dan 10%, consulteert de houder een dierenarts met als doel dat percentage te verlagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien het uitvalpercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen hoger is dan 10%, consulteert de houder een dierenarts met als doel dat percentage te verlagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Naar aanleiding van de consultatie, bedoeld in het tweede lid, neemt de houder maatregelen om het uitvalpercentage te verlagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Naar aanleiding van de consultatie, bedoeld in het tweede lid, neemt de houder maatregelen om het uitvalpercentage te verlagen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien het uitvalpercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen gedurende een jaar hoger is dan 10%, evalueert de houder in samenwerking met een dierenarts de werking van de maatregelen, bedoeld in het derde lid en past de houder die maatregelen aan, indien nodig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien het uitvalpercentage van gespeende konijnen, voedsters of opfokkonijnen gedurende een jaar hoger is dan 10%, evalueert de houder in samenwerking met een dierenarts de werking van de maatregelen, bedoeld in het derde lid en past de houder die maatregelen aan, indien nodig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76n, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste: a. een vloeroppervlakte van 4.500 cm2 per voedster, waaronder: 1°. een van nestmateriaal voorziene nestruimte van ten minste 700 cm2 die verbonden is met de kooi, en 2°. een horizontaal plateau met een oppervlakte van ten minste 900 cm2 en een breedte van ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste: a. een vloeroppervlakte van 4.500 cm2 per voedster, waaronder: 1°. een van nestmateriaal voorziene nestruimte van ten minste 700 cm2 die verbonden is met de kooi, en 2°. een horizontaal plateau met een oppervlakte van ten minste 900 cm2 en een breedte van ten minste 20 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste een vrije hoogte van 60 cm boven een vloeroppervlakte van 950 cm2; |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste een vrije hoogte van 60 cm boven een vloeroppervlakte van 950 cm2; |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste een doorgang van de bodem naar het plateau met een breedte van 25 cm |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een voedster beschikt over een kooi met ten minste een doorgang van de bodem naar het plateau met een breedte van 25 cm |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, eerste lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een konijn dat wordt opgefokt tot voedster of fokram beschikt over een kooi met ten minste een vloeroppervlakte van 2.000 cm2 per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een konijn dat wordt opgefokt tot voedster of fokram beschikt over een kooi met ten minste een vloeroppervlakte van 2.000 cm2 per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een konijn dat wordt opgefokt tot voedster of fokram beschikt over een kooi met ten minste een hoogte van 40 cm boven 80% van de vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een konijn dat wordt opgefokt tot voedster of fokram beschikt over een kooi met ten minste een hoogte van 40 cm boven 80% van de vloeroppervlakte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een fokram beschikt over een kooi met ten minste een vloeroppervlakte van 4.000 cm2 per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, derde lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een fokram beschikt over een kooi met ten minste een vloeroppervlakte van 4.000 cm2 per dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, derde lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een fokram beschikt over een kooi met ten minste een hoogte van 60 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, derde lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een fokram beschikt over een kooi met ten minste een hoogte van 60 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, derde lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een gespeend konijn wordt gehouden in een groep die bestaat uit ten minste twee konijnen en beschikt over een kooi met ten minste: a. een vloeroppervlakte, waarbij de oppervlakte van een in de kooi aangebracht plateau van ten minste 10 cm breed kan worden meegerekend, van: 1°. 700 cm2 per dier, indien de groep bestaat uit minder dan vijf dieren; 2°. 600 cm2 per dier, indien de groep bestaat uit vijf of meer dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vierde lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een gespeend konijn wordt gehouden in een groep die bestaat uit ten minste twee konijnen en beschikt over een kooi met ten minste: a. een vloeroppervlakte, waarbij de oppervlakte van een in de kooi aangebracht plateau van ten minste 10 cm breed kan worden meegerekend, van: 1°. 700 cm2 per dier, indien de groep bestaat uit minder dan vijf dieren; 2°. 600 cm2 per dier, indien de groep bestaat uit vijf of meer dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vierde lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een gespeend konijn wordt gehouden in een groep die bestaat uit ten minste twee konijnen en beschikt over een kooi met ten minste: b. een hoogte van 40 cm boven 80% van de vloeroppervlakte indien in de kooi geen plateau is aangebracht, of een vrije hoogte van 40 cm boven 20% van de vloeroppervlakte indien in de kooi een plateau is aangebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vierde lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Een gespeend konijn wordt gehouden in een groep die bestaat uit ten minste twee konijnen en beschikt over een kooi met ten minste: b. een hoogte van 40 cm boven 80% van de vloeroppervlakte indien in de kooi geen plateau is aangebracht, of een vrije hoogte van 40 cm boven 20% van de vloeroppervlakte indien in de kooi een plateau is aangebracht. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vierde lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien in een kooi een plateau is aangebracht, bedraagt de afstand tussen de vloeroppervlakte en het plateau en tussen het plateau en de bovenkant van de kooi ten minste 25 cm |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien in een kooi een plateau is aangebracht, bedraagt de afstand tussen de vloeroppervlakte en het plateau en tussen het plateau en de bovenkant van de kooi ten minste 25 cm |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien de vloeroppervlakte uit gaas bestaat: a. heeft de bovenliggende draad een diameter van ten minste 2,4 mm; b. bedraagt de afstand tussen het middelpunt van de bovenliggende draden ten minste 10 mm en ten hoogste 16 mm; c. plaatst de houder in een kooi als bedoeld in het eerste en derde lid een mat van ten minste 900 cm2 van plastic of van materiaal met vergelijkbare eigenschappen als plastic. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, zesde lid, onderdeel a, b en c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Indien de vloeroppervlakte uit gaas bestaat: a. heeft de bovenliggende draad een diameter van ten minste 2,4 mm; b. bedraagt de afstand tussen het middelpunt van de bovenliggende draden ten minste 10 mm en ten hoogste 16 mm; c. plaatst de houder in een kooi als bedoeld in het eerste en derde lid een mat van ten minste 900 cm2 van plastic of van materiaal met vergelijkbare eigenschappen als plastic. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, zesde lid, onderdeel a, b en c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Konijnen beschikken permanent over ruwvoer of knaagmateriaal dat voorziet in hun knaagbehoefte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Konijnen beschikken permanent over ruwvoer of knaagmateriaal dat voorziet in hun knaagbehoefte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76o, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Het is verboden om een vrouwelijk konijn te laten dekken of insemineren voordat het 15 weken oud is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76p |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Het is verboden om een vrouwelijk konijn te laten dekken of insemineren voordat het 15 weken oud is. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76p |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Konijnen worden gehouden in een ruimte waar een dag- en nachtritme wordt gehanteerd waarbij het ten minste acht uur licht is en ten minste acht uur donker, in beide gevallen ten minste vier uur aaneengesloten. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
Konijnen worden gehouden in een ruimte waar een dag- en nachtritme wordt gehanteerd waarbij het ten minste acht uur licht is en ten minste acht uur donker, in beide gevallen ten minste vier uur aaneengesloten. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In een ruimte bestemd voor voedsters en fokrammen wordt na een periode van licht als bedoeld in het eerste lid een schemerperiode gehanteerd van ten minste een uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In een ruimte bestemd voor voedsters en fokrammen wordt na een periode van licht als bedoeld in het eerste lid een schemerperiode gehanteerd van ten minste een uur. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In een ruimte bestemd voor voedsters en fokrammen bedraagt de lichtintensiteit op dierhoogte ten minste 20 Lux gedurende ten minste acht uur per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In een ruimte bestemd voor voedsters en fokrammen bedraagt de lichtintensiteit op dierhoogte ten minste 20 Lux gedurende ten minste acht uur per dag. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76q, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van artikel 2.4, tweede lid, worden konijnen ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76r, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
In afwijking van artikel 2.4, tweede lid, worden konijnen ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76r, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de voer- en watervoorzieningen van konijnen wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76r, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen voor productie |
De apparatuur die noodzakelijk is voor de voer- en watervoorzieningen van konijnen wordt ten minste tweemaal per dag gecontroleerd. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76r, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.2. § 6b Houden van nertsen voor productie |
||||||||
Houder van nertsen voor productie |
Het is verboden nertsen van het ouderdier te scheiden voordat die nertsen de leeftijd van 8 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel m Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Het is verboden nertsen van het ouderdier te scheiden voordat die nertsen de leeftijd van 8 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel m Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen registreert de volgende gegevens: a. het aantal fokdieren dat op het bedrijf aanwezig was op 1 mei, 1 juli en 1 augustus; b. het aantal pups dat op het bedrijf aanwezig was op 1 juli en 1 augustus; c. het aantal opgroeiende nertsen dat op het bedrijf aanwezig was op 1 augustus; d. het aantal nertsen dat in januari of februari op het bedrijf aanwezig was en stereotiep gedrag vertoont of een kale staartpunt van ten minste 1 cm heeft; e. de handelingen die zijn verricht om stereotiep gedrag of kale staartpunten te voorkomen of te verminderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76u, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen registreert de volgende gegevens: a. het aantal fokdieren dat op het bedrijf aanwezig was op 1 mei, 1 juli en 1 augustus; b. het aantal pups dat op het bedrijf aanwezig was op 1 juli en 1 augustus; c. het aantal opgroeiende nertsen dat op het bedrijf aanwezig was op 1 augustus; d. het aantal nertsen dat in januari of februari op het bedrijf aanwezig was en stereotiep gedrag vertoont of een kale staartpunt van ten minste 1 cm heeft; e. de handelingen die zijn verricht om stereotiep gedrag of kale staartpunten te voorkomen of te verminderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76u, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76u, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn en/of ernstige ondermijning van het systeem |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden drie jaar bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76u, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Een leefruimte bestaat uit één of meer compartimenten, waaraan in ieder geval een nestbox is gekoppeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Een leefruimte bestaat uit één of meer compartimenten, waaraan in ieder geval een nestbox is gekoppeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De leefruimte bestaat ten minste uit één compartiment met een afmeting van ten minste 85 cm lengte, 30 cm breedte en 45 cm hoogte, waarbij de hoogte wordt berekend als afstand tussen de onder- en bovenkant van het compartiment en waarbij eventueel aangebrachte plateaus niet worden meegerekend. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De leefruimte bestaat ten minste uit één compartiment met een afmeting van ten minste 85 cm lengte, 30 cm breedte en 45 cm hoogte, waarbij de hoogte wordt berekend als afstand tussen de onder- en bovenkant van het compartiment en waarbij eventueel aangebrachte plateaus niet worden meegerekend. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Elk fokdier beschikt over een nestbox. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Elk fokdier beschikt over een nestbox. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De nestbox heeft een afmeting van ten minste 20 cm lengte, 20 cm breedte en 15 cm hoogte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De nestbox heeft een afmeting van ten minste 20 cm lengte, 20 cm breedte en 15 cm hoogte. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De nestbox is permanent voorzien van voldoende strooisel, dat droog is en bestaat uit stro, houtkrullen, zaagsel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De nestbox is permanent voorzien van voldoende strooisel, dat droog is en bestaat uit stro, houtkrullen, zaagsel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien de leefruimte bestaat uit meerdere compartimenten zijn de compartimenten horizontaal, verticaal of horizontaal en verticaal gecombineerd met elkaar geschakeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien de leefruimte bestaat uit meerdere compartimenten zijn de compartimenten horizontaal, verticaal of horizontaal en verticaal gecombineerd met elkaar geschakeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In het geval, bedoeld in het zevende lid, heeft elk compartiment ten minste een vloeroppervlakte van 1.700 cm2 en ten minste een hoogte van 40 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, achtste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In het geval, bedoeld in het zevende lid, heeft elk compartiment ten minste een vloeroppervlakte van 1.700 cm2 en ten minste een hoogte van 40 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76v, achtste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In een leefruimte worden maximaal twee fokdieren zonder pups of twee opgroeiende nertsen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In een leefruimte worden maximaal twee fokdieren zonder pups of twee opgroeiende nertsen gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Per extra nerts is tenminste 850 cm2 extra vloeroppervlak beschikbaar, indien in een leefruimte meer dan twee fokdieren of meer dan twee opgroeiende nertsen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Per extra nerts is tenminste 850 cm2 extra vloeroppervlak beschikbaar, indien in een leefruimte meer dan twee fokdieren of meer dan twee opgroeiende nertsen worden gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Tot 1 augustus van enig jaar is ten minste een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 beschikbaar, indien in een leefruimte één fokdier met maximaal drie pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Tot 1 augustus van enig jaar is ten minste een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 beschikbaar, indien in een leefruimte één fokdier met maximaal drie pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Tot 1 juli van enig jaar is ten minste een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 beschikbaar en tussen 1 juli en 1 augustus van enig jaar ten minste twee compartimenten, indien in een leefruimte één fokdier met meer dan drie pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Tot 1 juli van enig jaar is ten minste een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 beschikbaar en tussen 1 juli en 1 augustus van enig jaar ten minste twee compartimenten, indien in een leefruimte één fokdier met meer dan drie pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Vanaf 1 augustus van enig jaar is een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 voor twee dieren en 850 cm2 extra voor elke nerts beschikbaar, indien in een leefruimte één fokdier met één of meer pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Vanaf 1 augustus van enig jaar is een vloeroppervlakte van 2.550 cm2 voor twee dieren en 850 cm2 extra voor elke nerts beschikbaar, indien in een leefruimte één fokdier met één of meer pups wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, tweede lid , onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Vanaf 1 augustus van enig jaar is per viertal nertsen of een gedeelte daarvan een vloeroppervlakte van de nestbox van 400 cm2 beschikbaar. Voor elk dier extra in de leefruimte is 100 cm2 extra vloeroppervlakte van de nestbox beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Vanaf 1 augustus van enig jaar is per viertal nertsen of een gedeelte daarvan een vloeroppervlakte van de nestbox van 400 cm2 beschikbaar. Voor elk dier extra in de leefruimte is 100 cm2 extra vloeroppervlakte van de nestbox beschikbaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76w, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In iedere leefruimte is tenminste één verrijkingsobject aanwezig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
In iedere leefruimte is tenminste één verrijkingsobject aanwezig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Van 1 augustus tot 1 maart van het daaropvolgende jaar is per drie of minder nertsen ten minste één verrijkingsobject aanwezig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Van 1 augustus tot 1 maart van het daaropvolgende jaar is per drie of minder nertsen ten minste één verrijkingsobject aanwezig. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien als verrijkingsobject een plateau is aangebracht in de leefruimte, is de afstand tussen het plateau en de bovenzijde van het compartiment ten minste 12,5 cm, de afstand tussen het plateau en de bodem ten minste 25 cm en is de oppervlakte ten minste 450 cm2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien als verrijkingsobject een plateau is aangebracht in de leefruimte, is de afstand tussen het plateau en de bovenzijde van het compartiment ten minste 12,5 cm, de afstand tussen het plateau en de bodem ten minste 25 cm en is de oppervlakte ten minste 450 cm2. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien als verrijkingsobject een cilinder is aangebracht in de leefruimte, heeft die een lengte van ten minste 15 cm en een diameter van ten minste 12 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
Indien als verrijkingsobject een cilinder is aangebracht in de leefruimte, heeft die een lengte van ten minste 15 cm en een diameter van ten minste 12 cm. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76x, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen controleert dagelijks de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76y |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen controleert dagelijks de kwaliteit van het strooisel. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76y |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen beschikt over een actieplan waarin staat vermeld welke maatregelen worden getroffen om stereotiep gedrag en kale staartpunten bij nertsen te voorkomen of te verminderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76z |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van nertsen voor productie |
De houder van nertsen beschikt over een actieplan waarin staat vermeld welke maatregelen worden getroffen om stereotiep gedrag en kale staartpunten bij nertsen te voorkomen of te verminderen. |
Besluit houders van dieren, artikel 2.76z |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.2. § 7 Houden van overige dieren voor productie |
||||||||
H.3. Houden van dieren anders dan voor landbouwdoeleinden§ 1 AlgemeenHoofdstuk 8 |
||||||||
Houder van honden |
Het is verboden honden van het ouderdier te scheiden voordat die honden de leeftijd van 7 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel a Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Het is verboden honden van het ouderdier te scheiden voordat die honden de leeftijd van 7 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel a Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van katten |
Het is verboden katten van het ouderdier te scheiden voordat die katten de leeftijd van 7 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel b Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van katten |
Het is verboden katten van het ouderdier te scheiden voordat die katten de leeftijd van 7 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel b Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen |
Het is verboden konijnen van het ouderdier te scheiden voordat die konijnen de leeftijd van 6 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel c Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van konijnen |
Het is verboden konijnen van het ouderdier te scheiden voordat die konijnen de leeftijd van 6 weken hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20 , eerste lid, onderdeel c Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn en/of ondermijning van het systeem |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden papegaaiachtigen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de voor de desbetreffende soort papegaaiachtigen, in bijlage I van Besluit houders van dieren vermelde leeftijd, hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel d, in samenhang met bijlage I Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden papegaaiachtigen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de voor de desbetreffende soort papegaaiachtigen, in bijlage I van Besluit houders van dieren vermelde leeftijd, hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel d, in samenhang met bijlage I Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden chimpansees van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 4,5 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel e Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden chimpansees van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 4,5 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel e Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden rhesus-apen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel f Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden rhesus-apen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel f Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden beermakaken van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel g Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden beermakaken van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel g Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden java-apen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel h Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden java-apen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel h Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden marmosets van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel i Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden marmosets van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel i Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden doeroecoeli’s van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1,5 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel j Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden doeroecoeli’s van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 1,5 jaar hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel j Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden doodshoofdapen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel k Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van dieren |
Het is verboden doodshoofdapen van het ouderdier te scheiden voordat die dieren de leeftijd van 9 maanden hebben bereikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 1.19 en 1.20, eerste lid, onderdeel k Wet dieren, artikel 2.2, zevende lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
1. Het is de eigenaren of gebruikers van erven, landerijen of andere terreinen verboden daarop een hond te houden, die: a. aan een ketting of op andere wijze is vastgelegd, indien niet is voldaan aan artikel 3.2; b. is ingesloten in een ren, indien niet is voldaan aan artikel 3.3, of c. is ingesloten in een ren en daarin aan een ketting of op een andere wijze is vastgelegd. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de hond incidenteel is vastgelegd of in een ren wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.1, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
1. Het is de eigenaren of gebruikers van erven, landerijen of andere terreinen verboden daarop een hond te houden, die: a. aan een ketting of op andere wijze is vastgelegd, indien niet is voldaan aan artikel 3.2; b. is ingesloten in een ren, indien niet is voldaan aan artikel 3.3, of c. is ingesloten in een ren en daarin aan een ketting of op een andere wijze is vastgelegd. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de hond incidenteel is vastgelegd of in een ren wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.1, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Het bevestigingsmiddel, waarmee de hond is vastgelegd, en de halsband, waaraan dat middel is bevestigd, zijn zodanig ontworpen dat er geen wurging of verwonding bij de hond optreedt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Het bevestigingsmiddel, waarmee de hond is vastgelegd, en de halsband, waaraan dat middel is bevestigd, zijn zodanig ontworpen dat er geen wurging of verwonding bij de hond optreedt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Het bevestigingsmiddel heeft een zodanige lengte dat het dier voldoende bewegingsruimte wordt gelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Het bevestigingsmiddel heeft een zodanige lengte dat het dier voldoende bewegingsruimte wordt gelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond wordt niet door obstakels belemmerd in de bewegingsvrijheid die hem door het bevestigingsmiddel, bedoeld in het eerste lid, wordt gelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond wordt niet door obstakels belemmerd in de bewegingsvrijheid die hem door het bevestigingsmiddel, bedoeld in het eerste lid, wordt gelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond heeft toegang tot een hok dat: a. voldoende ruimte biedt aan die hond; b. de hond bescherming biedt tegen nadelige weersinvloeden en kou; c. eenvoudig kan worden gereinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond heeft toegang tot een hok dat: a. voldoende ruimte biedt aan die hond; b. de hond bescherming biedt tegen nadelige weersinvloeden en kou; c. eenvoudig kan worden gereinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.2, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De ren, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel b; a. is uitsluitend bestemd voor het verblijf van één hond of meerdere honden; b. is aan één zijde open; c. heeft voldoende oppervlak en hoogte voor de hond of honden die erin wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De ren, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel b; a. is uitsluitend bestemd voor het verblijf van één hond of meerdere honden; b. is aan één zijde open; c. heeft voldoende oppervlak en hoogte voor de hond of honden die erin wordt gehouden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De bodem van de ren wordt zodanig onderhouden dat deze schoon blijft en niet drassig wordt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De bodem van de ren wordt zodanig onderhouden dat deze schoon blijft en niet drassig wordt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond heeft toegang tot een hok in een ren dat: a. voldoende ruimte biedt aan die hond; b. de hond bescherming biedt tegen nadelige weersinvloeden en kou; c. eenvoudig kan worden gereinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
De hond heeft toegang tot een hok in een ren dat: a. voldoende ruimte biedt aan die hond; b. de hond bescherming biedt tegen nadelige weersinvloeden en kou; c. eenvoudig kan worden gereinigd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
In de ren bevinden zich geen voorwerpen waaraan de hond zich kan verwonden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
In de ren bevinden zich geen voorwerpen waaraan de hond zich kan verwonden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.3, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Het is verboden te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Het is verboden te fokken met gezelschapsdieren op een wijze waarop het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen wordt benadeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige gedragsafwijkingen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat ernstige gedragsafwijkingen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij nakomelingen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat voortplanting op onnatuurlijke wijze plaatsvindt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat voortplanting op onnatuurlijke wijze plaatsvindt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat het aantal nesten dat een gezelschapsdier krijgt de gezondheid of het welzijn van dat dier of de nakomelingen benadeelt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In ieder geval wordt bij het fokken, bedoeld in het eerste lid, voor zover mogelijk voorkomen dat het aantal nesten dat een gezelschapsdier krijgt de gezondheid of het welzijn van dat dier of de nakomelingen benadeelt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, tweede lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Een hond krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden ten hoogste één nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Een hond krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden ten hoogste één nest. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van katten |
Een kat krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden ten hoogste twee nesten of ten hoogste drie nesten in een aaneengesloten periode van vierentwintig maanden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van katten |
Een kat krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden ten hoogste twee nesten of ten hoogste drie nesten in een aaneengesloten periode van vierentwintig maanden. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van paarden/ pony's/ ezels |
Op het fokken van paarden (inclusief pony’s) en ezels die anders dan voor landbouwdoeleinden worden gehouden, zijn het eerste en tweede lid, met uitzondering van het tweede lid, onder d, van toepassing. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van paarden/ pony's/ ezels |
Op het fokken van paarden (inclusief pony’s) en ezels die anders dan voor landbouwdoeleinden worden gehouden, zijn het eerste en tweede lid, met uitzondering van het tweede lid, onder d, van toepassing. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.4, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.3. § 2 Het bedrijfsmatig verkopen, afleveren, houden tbv opvang van of fokken met gezelschapsdieren. |
||||||||
Houder van gezelschapsdieren |
De activiteiten, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, worden verricht in een inrichting die bij Onze Minister overeenkomstig artikel 3.8 is aangemeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.7, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De activiteiten, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, worden verricht in een inrichting die bij Onze Minister overeenkomstig artikel 3.8 is aangemeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.7, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De aanmelding van een inrichting geschiedt door degene onder wiens verantwoordelijkheid de in artikel 3.6, eerste lid, bedoelde activiteiten worden verricht of door de beheerder, indien dat degene is onder wiens verantwoordelijkheid de activiteiten worden verricht. Na de aanmelding wordt aan de inrichting een uniek nummer toegekend. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De aanmelding van een inrichting geschiedt door degene onder wiens verantwoordelijkheid de in artikel 3.6, eerste lid, bedoelde activiteiten worden verricht of door de beheerder, indien dat degene is onder wiens verantwoordelijkheid de activiteiten worden verricht. Na de aanmelding wordt aan de inrichting een uniek nummer toegekend. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Er wordt opgave gedaan van de naam, adres, woonplaats, het bsn of kvk, het adres van de inrichting, de naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de beheerder; de onder dit besluit vallende activiteiten, de diergroep, een kopie van bewijs vakbekwaamheid, aanvangsdatum. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Er wordt opgave gedaan van de naam, adres, woonplaats, het bsn of kvk, het adres van de inrichting, de naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de beheerder; de onder dit besluit vallende activiteiten, de diergroep, een kopie van bewijs vakbekwaamheid, aanvangsdatum. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Voor de aanmelding, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar gestelde elektronische portaal, of het formulier dat daartoe op verzoek wordt verstrekt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Voor de aanmelding, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van het beschikbaar gestelde elektronische portaal, of het formulier dat daartoe op verzoek wordt verstrekt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en artikel 3.8, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Aanmelding van een inrichting geschiedt voor aanvang van de in artikel 3.6 bedoelde activiteiten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Aanmelding van een inrichting geschiedt voor aanvang van de in artikel 3.6 bedoelde activiteiten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, doet uiterlijk twee weken voor het tijdstip waarop de tentoonstelling, beurs of markt aanvang neemt, een melding van het houden van de tentoonstelling, beurs of markt en doet daarbij opgave van de benodigde gegevens. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, doet uiterlijk twee weken voor het tijdstip waarop de tentoonstelling, beurs of markt aanvang neemt, een melding van het houden van de tentoonstelling, beurs of markt en doet daarbij opgave van de benodigde gegevens. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.8, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij wijziging van één of meer van de gegevens, bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, wordt binnen vier weken melding gemaakt van de wijziging voor de in artikel 3.6 bedoelde activiteiten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.9, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij wijziging van één of meer van de gegevens, bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, wordt binnen vier weken melding gemaakt van de wijziging voor de in artikel 3.6 bedoelde activiteiten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.9, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Op de melding, bedoeld in het eerste lid, is artikel 3.8, derde lid, van overeenkomstige toepassing. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.9, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Op de melding, bedoeld in het eerste lid, is artikel 3.8, derde lid, van overeenkomstige toepassing. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.9, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In een inrichting wordt een deugdelijke administratie bijgehouden met daarin de naam, adres en woonplaats van degene van wie de gezelschapsdieren afkomstig zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In een inrichting wordt een deugdelijke administratie bijgehouden met daarin de naam, adres en woonplaats van degene van wie de gezelschapsdieren afkomstig zijn. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In een inrichting wordt een deugdelijke administratie bijgehouden met daarin het bewijs van inenting van honden en katten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In een inrichting wordt een deugdelijke administratie bijgehouden met daarin het bewijs van inenting van honden en katten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De in het eerste lid bedoelde gegevens worden ten minste twee jaar schriftelijk of digitaal in de administratie van de inrichting bewaard vanaf het tijdstip dat een dier niet meer in de inrichting aanwezig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De in het eerste lid bedoelde gegevens worden ten minste twee jaar schriftelijk of digitaal in de administratie van de inrichting bewaard vanaf het tijdstip dat een dier niet meer in de inrichting aanwezig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Van het bewijs van inenting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gedurende een periode van twee jaar schriftelijk of digitaal een kopie in de administratie van de inrichting bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Van het bewijs van inenting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gedurende een periode van twee jaar schriftelijk of digitaal een kopie in de administratie van de inrichting bewaard. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.10, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In de inrichting is een beheerder werkzaam die in het bezit is van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichting worden verricht. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In de inrichting is een beheerder werkzaam die in het bezit is van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichting worden verricht. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een kopie van het in het eerste lid bedoelde bewijs van vakbekwaamheid wordt bij een inspectie ter naleving van dit besluit aan de daartoe aangewezen ambtenaar ter beschikking gesteld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een kopie van het in het eerste lid bedoelde bewijs van vakbekwaamheid wordt bij een inspectie ter naleving van dit besluit aan de daartoe aangewezen ambtenaar ter beschikking gesteld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij langdurige ziekte, ontslag of overlijden van de beheerder kan, voor de duur van een periode van ten hoogste 12 aaneengesloten maanden, worden afgeweken van het eerste lid met dien verstande dat de persoon die dagelijks leiding in de inrichting geeft over de in artikel 3.6 bedoelde handelingen over voldoende relevante werkervaring beschikt en dit kan aantonen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij langdurige ziekte, ontslag of overlijden van de beheerder kan, voor de duur van een periode van ten hoogste 12 aaneengesloten maanden, worden afgeweken van het eerste lid met dien verstande dat de persoon die dagelijks leiding in de inrichting geeft over de in artikel 3.6 bedoelde handelingen over voldoende relevante werkervaring beschikt en dit kan aantonen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, organiseert, draagt zorg voor de aanwezigheid van een persoon die een erkend bewijs van vakbekwaamheid bezit als bedoeld in het eerste lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, organiseert, draagt zorg voor de aanwezigheid van een persoon die een erkend bewijs van vakbekwaamheid bezit als bedoeld in het eerste lid. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.11, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier over voldoende bewegingsruimte beschikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier over voldoende bewegingsruimte beschikt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat de ruimte en de daarin gebruikte materialen zijn aangepast aan de fysiologische en ethologische behoeften van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat de ruimte en de daarin gebruikte materialen zijn aangepast aan de fysiologische en ethologische behoeften van het dier. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier zo nodig bescherming wordt geboden tegen slechte weersomstandigheden, roofdieren en gezondheidsrisico’s. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier zo nodig bescherming wordt geboden tegen slechte weersomstandigheden, roofdieren en gezondheidsrisico’s. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat bij huisvesting van een hoogdrachtig of zogend dier, het met haar jongen de beschikking heeft over voldoende en geschikte nestruimte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel d |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat bij huisvesting van een hoogdrachtig of zogend dier, het met haar jongen de beschikking heeft over voldoende en geschikte nestruimte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel d |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier niet tengevolge van de wijze waarop het gehuisvest is onnodige angst en stress ervaart. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel e |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het dier niet tengevolge van de wijze waarop het gehuisvest is onnodige angst en stress ervaart. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel e |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het aantal en de samenstelling van dieren en diersoorten per verblijf zodanig is dat dit niet het welzijn of de gezondheid van het dier nadelig beïnvloedt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel f |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt gehouden in een daarvoor geschikte ruimte. Dit houdt tenminste in dat het aantal en de samenstelling van dieren en diersoorten per verblijf zodanig is dat dit niet het welzijn of de gezondheid van het dier nadelig beïnvloedt. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, eerste lid, onderdeel f |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, draagt zorg voor geschikte huisvesting die voldoet aan de artikelen 1.5 tot en met 1.8 en het eerste lid, met dien verstande dat dieren als bedoeld in onderdeel d niet worden toegelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, draagt zorg voor geschikte huisvesting die voldoet aan de artikelen 1.5 tot en met 1.8 en het eerste lid, met dien verstande dat dieren als bedoeld in onderdeel d niet worden toegelaten. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.12, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over ten minste drie afzonderlijke ruimtes voor het huisvesten en verzorgen van zieke of van ziekte verdachte gezelschapsdieren in afzondering van andere dieren, dan wel over de mogelijkheid deze ruimtes in te richten zodra dit nodig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over ten minste drie afzonderlijke ruimtes voor het huisvesten en verzorgen van zieke of van ziekte verdachte gezelschapsdieren in afzondering van andere dieren, dan wel over de mogelijkheid deze ruimtes in te richten zodra dit nodig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een quarantaineruimte voor gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in de inrichting de gezondheidstatus onbekend is of de vaccinatiestatus onbekend of onvolledig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel a |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een quarantaineruimte voor gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in de inrichting de gezondheidstatus onbekend is of de vaccinatiestatus onbekend of onvolledig is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel a |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een isolatieruimte voor gezelschapsdieren verdacht van een besmettelijke ziekte en dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel b |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een isolatieruimte voor gezelschapsdieren verdacht van een besmettelijke ziekte en dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel b |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een ruimte voor huisvesting van gezelschapsdieren die ziek zijn, maar geen besmettelijke ziekte hebben of niet verdacht worden van het dragen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel c |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een inrichting beschikt over een ruimte voor huisvesting van gezelschapsdieren die ziek zijn, maar geen besmettelijke ziekte hebben of niet verdacht worden van het dragen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, eerste en tweede lid, onderdeel c |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren geplaatst in de in het tweede lid bedoelde ruimtes, worden solitair gehuisvest, tenzij dat vanuit veterinair oogpunt niet noodzakelijk is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren geplaatst in de in het tweede lid bedoelde ruimtes, worden solitair gehuisvest, tenzij dat vanuit veterinair oogpunt niet noodzakelijk is. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De quarantaineruimte en isolatieruimte vormen een volledig afgescheiden onderdeel van een inrichting. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De quarantaineruimte en isolatieruimte vormen een volledig afgescheiden onderdeel van een inrichting. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De laatste ruimte, bedoeld in het tweede lid, kan bestaan uit een gedeelte van het binnenverblijf dat kan worden afgescheiden van overige binnenverblijven en dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
De laatste ruimte, bedoeld in het tweede lid, kan bestaan uit een gedeelte van het binnenverblijf dat kan worden afgescheiden van overige binnenverblijven en dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.13, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In de inrichting wordt gebruik gemaakt van een protocol waaruit blijkt dat de gezondheid van gezelschapsdieren die in de inrichting verblijven dagelijks gecontroleerd wordt, maatregelen ter voorkoming van ziekten worden genomen en zieke gezelschapsdieren op passende wijze worden verzorgd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, eerste lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
In de inrichting wordt gebruik gemaakt van een protocol waaruit blijkt dat de gezondheid van gezelschapsdieren die in de inrichting verblijven dagelijks gecontroleerd wordt, maatregelen ter voorkoming van ziekten worden genomen en zieke gezelschapsdieren op passende wijze worden verzorgd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, eerste lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien verzorging geen of onvoldoende verbetering in de toestand van een ziek gezelschapsdier bewerkstelligt, wordt zo spoedig mogelijk een dierenarts geraadpleegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, tweede lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien verzorging geen of onvoldoende verbetering in de toestand van een ziek gezelschapsdier bewerkstelligt, wordt zo spoedig mogelijk een dierenarts geraadpleegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, tweede lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in een inrichting de gezondheid- of vaccinatiestatus onbekend is, worden onmiddellijk in quarantaine geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren waarvan bij binnenkomst in een inrichting de gezondheid- of vaccinatiestatus onbekend is, worden onmiddellijk in quarantaine geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren verdacht van een besmettelijke ziekte en dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte worden na binnenkomst in de inrichting onmiddellijk in een isolatieruimte geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, vierde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren verdacht van een besmettelijke ziekte en dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte worden na binnenkomst in de inrichting onmiddellijk in een isolatieruimte geplaatst. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, vierde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een hond of kat mag de quarantaineruimte van de inrichting niet verlaten gedurende ten minste 7 dagen nadat de in artikel 3.15, onderdeel a, bedoelde inentingen hebben plaatsgevonden, tenzij het de teruggave aan de eigenaar betreft. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, vijfde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een hond of kat mag de quarantaineruimte van de inrichting niet verlaten gedurende ten minste 7 dagen nadat de in artikel 3.15, onderdeel a, bedoelde inentingen hebben plaatsgevonden, tenzij het de teruggave aan de eigenaar betreft. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, vijfde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, draagt zorg voor een veterinaire gezondheidscontrole van de dieren voordat toegang wordt verstrekt en laat geen dieren toe verdacht van een besmettelijke ziekte of dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, zesde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Organisator tentoonstelling, beurs of markt |
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt organiseert, draagt zorg voor een veterinaire gezondheidscontrole van de dieren voordat toegang wordt verstrekt en laat geen dieren toe verdacht van een besmettelijke ziekte of dieren met klinische verschijnselen van een besmettelijke ziekte. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.14, zesde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Een hond wordt, passend bij zijn ethologische en fysiologische behoefte, dagelijks in de gelegenheid gesteld tijd door te brengen buiten de ruimte waarin deze gehouden wordt, indien de gezondheidstoestand van de hond zich daar niet tegen verzet. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.16 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van honden |
Een hond wordt, passend bij zijn ethologische en fysiologische behoefte, dagelijks in de gelegenheid gesteld tijd door te brengen buiten de ruimte waarin deze gehouden wordt, indien de gezondheidstoestand van de hond zich daar niet tegen verzet. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.16 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan een koper of degene aan wie de aflevering plaatsvindt schriftelijke informatie over het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier verstrekt teneinde hem in staat te stellen het gezelschapsdier zo goed mogelijk te verzorgen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.17, eerste en derde lid |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan een koper of degene aan wie de aflevering plaatsvindt schriftelijke informatie over het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier verstrekt teneinde hem in staat te stellen het gezelschapsdier zo goed mogelijk te verzorgen. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.17, eerste en derde lid |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan de koper alle relevante informatie verstrekt met betrekking tot de gezondheidsstatus van het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier, waaronder ten minste het bewijs van inenting. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.18 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Bij de verkoop of aflevering van een gezelschapsdier, wordt aan de koper alle relevante informatie verstrekt met betrekking tot de gezondheidsstatus van het verkochte of afgeleverde gezelschapsdier, waaronder ten minste het bewijs van inenting. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.18 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt niet verkocht aan een persoon jonger dan zestien jaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.19 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Een gezelschapsdier wordt niet verkocht aan een persoon jonger dan zestien jaar. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.19 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien een gezelschapsdier bij verkoop of aflevering wordt verpakt, vindt dit op zodanige wijze plaats dat het welzijn of de gezondheid van het gezelschapsdier niet onnodig worden benadeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.20 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien een gezelschapsdier bij verkoop of aflevering wordt verpakt, vindt dit op zodanige wijze plaats dat het welzijn of de gezondheid van het gezelschapsdier niet onnodig worden benadeeld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.20 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Exploitant dierenwinkel / Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren worden niet in een etalageruimte van een inrichting gehuisvest of tentoongesteld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.21 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Exploitant dierenwinkel / Houder van gezelschapsdieren |
Gezelschapsdieren worden niet in een etalageruimte van een inrichting gehuisvest of tentoongesteld. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.21 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien een gezelschapsdier in een inrichting verblijft tijdens de periode waarin het dier ontvankelijk is voor socialisatie, wordt ervoor zorg gedragen dat het dier went aan de omgang met de mens en relevante diersoorten en aan houderijomstandigheden en in voldoende mate in de gelegenheid is tot het leren en tonen van soorteigen gedrag. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.22 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Indien een gezelschapsdier in een inrichting verblijft tijdens de periode waarin het dier ontvankelijk is voor socialisatie, wordt ervoor zorg gedragen dat het dier went aan de omgang met de mens en relevante diersoorten en aan houderijomstandigheden en in voldoende mate in de gelegenheid is tot het leren en tonen van soorteigen gedrag. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.22 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Honden en katten die tijdelijk gehouden worden ten behoeve van opvang omdat daarvan afstand is gedaan, of omdat de eigenaar op het moment van opvang onbekend is, kunnen in afwijking van artikel 3.7, eerste lid, en artikel 3.14, derde tot en met vijfde lid, tijdelijk buiten de inrichting gehuisvest worden ten behoeve van socialisatie, resocialisatie, behandeling van gedragsproblemen of intensieve zorgverlening in geval van ziekte, mits de locatie en verblijfsduur uit de administratie van de inrichting blijken. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.23 |
Zwaarder en/of meer structureel karakter |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
Houder van gezelschapsdieren |
Honden en katten die tijdelijk gehouden worden ten behoeve van opvang omdat daarvan afstand is gedaan, of omdat de eigenaar op het moment van opvang onbekend is, kunnen in afwijking van artikel 3.7, eerste lid, en artikel 3.14, derde tot en met vijfde lid, tijdelijk buiten de inrichting gehuisvest worden ten behoeve van socialisatie, resocialisatie, behandeling van gedragsproblemen of intensieve zorgverlening in geval van ziekte, mits de locatie en verblijfsduur uit de administratie van de inrichting blijken. |
Besluit houders van dieren, artikel 3.6, eerste lid en 3.23 |
Licht en incidenteel van aard |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, eventueel nalevingshulp |
Bestuurlijke boete en eventueel corrigerende interventie(s) |
nee |
H.4. Houden van dieren voor vertoning |
||||||||
Dierentuinexploitanten |
Het is verboden een dierentuin te exploiteren zonder een daartoe door Onze Minister verstrekte vergunning. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.2, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder houdt de dieren op zodanige wijze dat: -het soorteigen gedrag van de dieren wordt gerespecteerd en zoveel mogelijk in stand wordt gehouden, -de sociale levenswijze van de dieren in het wild zo veel mogelijk tot uitdrukking komt, rekening houdend met de mogelijkheden van het individuele dier, -rekening wordt gehouden met de behoeften van het individuele dier, -zieke of gewonde dieren indien nodig worden afgezonderd in een passend onderkomen, en -het in een dierenverblijf verblijvende aantal dieren, bedoeld in artikel 4.3, tweede lid, onderdeel d, niet wordt overschreden. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.7, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder verzorgt de dieren op zodanige wijze dat: -het toedienen van het voer is afgestemd op de fysiologische behoeften van de diersoort en de natuurlijke wijze van voedselvergaring stimuleert, -de verzorging is afgestemd op de behoeften van het dier, -de conditie en de gezondheid van het dier dagelijks worden gecontroleerd, en -in voorkomend geval op passende wijze wordt gezorgd voor gewonde en zieke dieren, indien nodig door een dierenarts. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.8, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
Een dier wordt verzorgd door een voldoende aantal vakbekwame personen |
Besluit houders van dieren, artikel 4.8, tweede lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De dierenverblijven worden zo vaak als nodig grondig gereinigd en ontsmet. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.8, derde lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
Zwemwater, stro of ander bodembedekkend materiaal wordt naar behoefte van de diersoort vervangen. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.8, vierde lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder voert een inzichtelijk register van elk dier of elke diergroep, waaruit de mutaties van de dieren en de ziektegeschiedenis blijken, en waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen: a. de wetenschappelijke soortnaam en het aantal dieren dat van die soort in de dierentuin wordt gehouden; b. het geslacht, indien mogelijk en relevant; c. de datum van verkrijging of de geboortedatum; d. bij overdracht of verkrijging: de bestemming en de herkomst van de dieren en in voorkomend geval de nummers van de in- en uitvoerdocumenten en certificaten; e. de identificatie van het dier of de diergroep door het ringnummer, het tatoeagenummer, het microchipnummer of, indien een registratienummer ontbreekt, een omschrijving aan de hand van bijzondere uiterlijke kenmerken; f. bij vertrek van een dier of diergroep: de datum en de reden van vertrek en de naam en het adres van de eindbestemming; g. bij bezoek van de dierenarts: de datum van dit bezoek, alsmede de gezondheidstoestand van het dier; h. in geval van sterfte: de datum en de oorzaak van de sterfte. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.9, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
Het register, bedoeld in het eerste lid, wordt ten minste een maal per maand bijgewerkt. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.9, tweede lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
Bij vertrek gaat het dier of de diergroep vergezeld van een afschrift van alle op basis van het eerste lid bijgehouden relevante gegevens en documenten. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.9, derde lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden gedurende vijf jaar na de dood of het vertrek van het dier of de diergroep bewaard en worden op verzoek aan de bevoegde autoriteiten overgelegd. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.9, vierde lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder bevordert de instandhouding van de diersoorten, waartoe de door hem gehouden dieren behoren, door het uitvoeren van ten minste een van de volgende activiteiten: -de deelname aan onderzoek dat gunstige gevolgen heeft voor het behoud van de diersoorten, de opleiding van het personeel in voor het onderzoek relevante vaardigheden en de uitwisseling van de verkregen informatie met andere dierentuinen; -zoveel mogelijk deelnemen aan programma’s met betrekking tot het fokken van dieren in gevangenschap, het herstel van de populatie of het herintroduceren van soorten in hun natuurlijke omgeving; -het opvangen van dieren uit opvangcentra en in beslag genomen dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.10, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
In de dierentuin wordt, in het kader van een informatief en educatief programma met betrekking tot de tentoongestelde diersoorten, onder meer informatie verstrekt over de tentoongestelde soorten en hun natuurlijke habitat. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.10, tweede lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder verzekert zich er bij een overdracht van dieren van dat de ontvangende partij de dieren houdt, huisvest en verzorgt op een wijze die overeenkomt met de voorschriften in paragraaf 1, Besluit houders van dieren. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.11 |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
Dierentuinexploitanten |
De vergunninghouder beschikt over een beleidsprotocol met daarin opgenomen: -een noodplan met betrekking tot de ontsnapping van dieren, -het beleid met betrekking tot de voeding en de preventieve en curatieve diergeneeskundige verzorging van de dieren dat is opgesteld onder begeleiding van een dierenarts, -het doel van de activiteiten, bedoeld in artikel 4.10, eerste lid, en van het programma, bedoeld in artikel 4.10, tweede lid besluit houders van dieren, en -een eenduidig beleid met betrekking tot de in artikel 4.10 genoemde onderwerpen, en handelt dienovereenkomstig. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.12 |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Rapportage voor RVO |
Rapportage voor RVO |
nee |
|
H.4. Houden van dieren voor vertoning |
||||||||
Circus of ander optreden |
Het is verboden met andere zoogdieren dan die behoren tot de diersoorten, genoemd in bijlage IV, Besluit houders van dieren, deel te nemen aan een circus of een ander optreden. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.14, eerste lid |
C |
(Risico op) aantasting dierenwelzijn |
Schriftelijke waarschuwing, en/of corrigerende interventie en/of nalevingshulp |
Corrigerende interventie Proces-verbaal |
nee |
|
Circus of ander optreden |
Het is verboden zoogdieren, anders dan behorend tot de in bijlage IV aangewezen soorten te vervoeren ten behoeve een in Nederland gevestigd circus of een in Nederland gevestigde natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die met die dieren deelneemt aan een circus of een ander optreden. |
Besluit houders van dieren, artikel 4.14, tweede lid, onderdeel a |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete |
Bestuurlijke boete |
nee |
|
Circus of ander optreden |
Het is verboden zoogdieren, anders dan behorend tot de in bijlage IV aangewezen soorten te vervoeren ten behoeve een in niet in Nederland gevestigd circus of een in niet in Nederland gevestigde natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die met die dieren deelneemt aan een circus of een ander optreden |
Besluit houders van dieren, artikel 4.14, tweede lid, onderdeel b |
B |
(Risico op) ernstige aantasting dierenwelzijn |
Bestuurlijke boete |
Bestuurlijke boete |
nee |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-41085-n1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.