BIJLAGE I, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3 VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING NL LEERT DOOR
MET INZET VAN ONTWIKKELADVIES
Beschrijving ontwikkeladviestraject en verplichte formats
Een ontwikkeladviestraject moet aan een aantal eisen voldoen om voor subsidie in aanmerking
te kunnen komen. Onderstaand wordt beschreven welke eisen dit zijn.
Ontwikkeladviestraject
Het ontwikkeladviestraject omvat gerichte interventies die resulteren in een ontwikkelplan
voor de korte- en langere termijn volgens het onderstaande format 1.2.
Van het ontwikkeladviestraject wordt een gespreksverslag gemaakt volgens het onderstaande
format 1.1.
Het ontwikkeladviestraject omvat minimaal de volgende activiteiten:
-
1. Registratie van het traject door de loopbaanadviseur op de website www.ontwikkeladviesportaal.nl. Nadat de loopbaanadviseur de registratie heeft gedaan, wordt de deelnemer per mail
verzocht de registratie te bevestigen. Na die bevestiging ontvangt de loopbaanadviseur
een registratiecode. Deze code moet door de loopbaanadviseur worden bewaard, omdat
deze bij de subsidieaanvraag moet worden verstrekt.
-
2. De loopbaanadviseur stelt de identiteit van de deelnemer vast door een kopie te maken
van een wettig identiteitsbewijs. Deze kopie wordt bewaard in de administratie.
-
3. Ondertekening door de deelnemer van het formulier ‘Toestemmingsverklaring verwerking
persoonsgegevens deelnemer’ (format 1.4).
-
4. Het door de deelnemer voorafgaand aan het eerste gesprek invullen van een arbeidsmarktscan.
Deze arbeidsmarktscan moet voor de deelnemer worden ingekocht door de loopbaanadviseur.
-
5. De loopbaanadviseur voert gesprekken met de deelnemer met een tijdsbeslag van in totaal
minimaal vier uren.
-
6. De loopbaanadviseur stelt een gespreksverslag op conform format 1.1 en de deelnemer
en loopbaanadviseur ondertekenen dit.
-
7. De deelnemer stelt alleen of samen met de loopbaanadviseur het ontwikkelplan op conform
format 1.2 en de deelnemer en loopbaanadviseur ondertekenen dit.
-
8. Het ontwikkeladviestraject wordt afgesloten met een door de deelnemer en de loopbaanadviseur
ingevulde en ondertekende prestatieverklaring conform format 1.3.
Arbeidsmarktscan
Het doel van de arbeidsmarktscan is de deelnemer op basis van zijn of haar kennis,
vaardigheden, competenties, houdingsaspecten, drijfveren en leervermogen kennis te
laten maken met sectoren waar er een arbeidsmarktvraag is. Deze arbeidsmarktscan moet
de arbeidsmarktpositie van de deelnemer in kaart brengen en bij de situatieschets
helpen om de vragen ‘wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik’ te kunnen beantwoorden.
Daarbij kan ander, kansrijk werk aan de orde zijn al dan niet door middel van een
overstap naar een andere sector of ander soort takenpakket.
Criteria arbeidsmarktscan:
-
– De arbeidsmarktscan geeft een resultaat van kansrijke opties op de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld
in tekortsectoren) waar een mogelijke competentiematch is, waarbij de kansrijkheid
van deze opties voor de kandidaat wordt aangegeven;
-
– De scan meet een breed beeld van competenties, drijfveren en leervermogen. Dit is
het profiel van de deelnemer. Dit profiel wordt gematcht met het op gelijke wijze
opgebouwde profiel van kansrijke arbeidsmarktopties;
-
– De scan is digitaal en heeft een digitale terugkoppeling die gebruiksvriendelijk is
voor loopbaanadviseur en deelnemer;
-
– De scan is wetenschappelijk gevalideerd en wordt reeds minimaal drie jaar in de praktijk
toegepast.
Inhoud ontwikkeladviesgesprekken
Onderwerpen die tijdens de ontwikkeladviesgesprekken aan bod moeten komen zijn:
-
• Situatieschets, arbeidsmarktscan en bewustwording van de eigen situatie en toekomstperspectieven
van de deelnemer;
-
• Persoonsprofiel van de deelnemer, waaronder:
-
• Toekomstoriëntatie;
-
• Adviseren over financiële, persoonlijke en rechtspositionele consequenties en zicht
geven op instanties of websites waar kennis over deze zaken te vinden is.
Ontwikkelplan
Als resultaat van de gesprekken stelt de deelnemer zelf of samen met de loopbaanadviseur
een ontwikkelplan op conform format 1.2. Hierin worden kort en bondig een aantal acties
beschreven die de deelnemer op de korte of de lange termijn kan inzetten om te werken
aan zijn wendbaarheid en duurzame inzetbaarheid.
Tevens wordt in het ontwikkelplan beschreven waar de deelnemer terecht kan om (financiële)
ondersteuning te krijgen bij de uitvoering van zijn ontwikkelplan.
Punten die in elk geval aan de orde moeten komen in het ontwikkelplan zijn:
-
○ Wie neemt welke acties op de korte en de lange termijn om beter voorbereid te zijn
op de toekomst?
-
○ Wanneer en hoe kan er actie worden ondernomen?
-
○ Mogelijkheden om persoonlijke ontwikkelvraagstukken en huidige beperkingen in bijvoorbeeld
energieniveau, financiële sfeer, de persoonlijke of gezinssfeer, leren en taalvaardigheid
aan te pakken.
-
○ Indien van toepassing: suggesties voor het inzetten van andere experts om bovenstaande
belemmeringen te verhelpen.
Formats
Onderstaande formats zijn verplicht. Dit betekent dat wanneer deze niet of onvolledig
worden ingevuld, de loopbaanadviseur niet in aanmerking komt voor subsidie.
Format 1.1. Gespreksverslag ontwikkeladviestraject
Volledige voor- en achternaam deelnemer:
Registratiecode (afkomstig van website www.ontwikkeladviesportaal.nl):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum eerste gesprek met de deelnemer):
Naam loopbaanadviseur:
Ad1) Situatieschets en arbeidsmarktscan
|
|
|
|
|
|
|
|
Ad 3) Toekomstoriëntatie (loopbaanmogelijkheden en/of ontwikkelkansen)
|
|
|
|
|
|
|
Ad 4) Overige relevante gesprekspunten (financiële, persoonlijke en rechtspositionele
consequenties)
|
|
|
|
|
|
|
Dit gesprekverslag geeft goed weer wat tijdens het ontwikkeladviestraject is besproken
en aan de orde is geweest.
Plaats en datum:
Handtekening deelnemer:
Plaats en datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.2. Ontwikkelplan
Naam deelnemer:
Registratiecode (afkomstig van website www.ontwikkeladviesportaal.nl):
Startdatum ontwikkeladviestraject (datum eerste gesprek):
Naam loopbaanadviseur:
1) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
2) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
3) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
4) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
5) Actie/termijn/ondersteuning
|
|
|
|
|
Voor akkoord:
Plaats en datum:
Handtekening deelnemer:
Plaats en datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.3. Prestatieverklaring ontwikkeladvies
Naam deelnemer ontwikkeladvies:
E-mail adres1:
Telefoonnummer2:
Burgerservicenummer3 deelnemer:
Registratiecode (afkomstig van website www.ontwikkeladviesportaal.nl):
Functie:
In te vullen door deelnemer:
Ik verklaar deelgenomen te hebben aan een ontwikkeladviestraject bij ........... (naam
loopbaanadviseur), dat heeft bestaan uit:
Het ontwikkeladviestraject is gestart op (datum) ..................... en geëindigd
op
(datum) .......................
Deze uren zijn als volgt besteed:
Datum ........
|
Duur ........
|
Datum ........
|
Duur ........
|
Datum ........
|
Duur ........
|
Datum ........
|
Duur ........
|
Datum ........
|
Duur ........
|
Datum ........
|
Duur ........
|
-
• Ik geef toestemming dat het ministerie van SZW contact met mij kan opnemen als onderdeel
van de controle op de aan mijn loopbaanadviseur verstrekte subsidie;
-
• Ik heb het formulier ondertekend waarmee ik toestemming geef voor inzage in mijn persoonsgegevens.
Plaats en datum: ......................
Handtekening deelnemer:
In te vullen door loopbaanadviseur die het ontwikkeladviestraject heeft gegeven:
Ik heb mij ervan vergewist dat de deelnemer voldoet aan de eisen die de Tijdelijke
subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies stelt.
Naam loopbaanadviseur:
Plaats en datum:
Handtekening loopbaanadviseur:
Format 1.4. Toestemmingsverklaring verwerking persoonsgegevens deelnemer
Toestemmingsverklaring
U gaat een ontwikkeladviestraject volgen. Dit traject bestaat uit een aantal gesprekken
met uw loopbaanadviseur. Tijdens deze gesprekken werkt u samen met uw loopbaanadviseur
aan een ontwikkelplan.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) betaalt dit traject: uw
loopbaanadviseur krijgt hiervoor een subsidie. Voordat het traject van start kan gaan,
vragen we uw toestemming voor een aantal zaken.
-
1. Inzage in uw ontwikkelplan en het gespreksverslag voor controle
SZW kan bij uw loopbaanadviseur een controle uitvoeren. Hiermee wordt vastgesteld
of het ontwikkeladviestraject echt is uitgevoerd en of het volgens de regels is gebeurd.
Daarvoor is uw BSN nodig en is inzage in uw persoonlijke ontwikkelplan en het gespreksverslag
nodig. De controlerende ambtenaar van SZW heeft een geheimhoudingsplicht. Hij zal
geen kopieën maken of op een andere manier uw gegevens delen met derden. Het ministerie
wil alleen weten of er een door u ondertekend ontwikkelgespreksverslag en ontwikkelplan
is. En of het plan en het verslag op de juiste wijze zijn opgesteld.
-
2. Benadering voor onderzoeksdoeleinden door het door het ministerie ingeschakelde onderzoeksbureau
en medewerking aan onderzoek
Het ministerie wil graag weten wat het ontwikkeladviestraject de deelnemers heeft
opgeleverd. Daarom zal een onderzoeksbureau de regeling in opdracht van het ministerie
evalueren. Het onderzoeksbureau dat de evaluatie gaat uitvoeren kan contact met u
opnemen om mee te werken aan de evaluatie.
Daarnaast kan SZW een controle uitvoeren op de subsidieaanvraag. Hiermee wordt vastgesteld
of het ontwikkeladviestraject echt is uitgevoerd. En of het volgens de regels is gebeurd.
Voor deze doeleinden is het nodig dat zij beschikken over uw contactgegevens. Uw gegevens
worden anoniem verwerkt.
Door dit formulier te ondertekenen, geeft u toestemming. U vindt het goed dat uw persoonsgegevens
worden gebruikt zoals hierboven is beschreven. Uw toestemming geldt alleen voor de
twee beschreven doelen.
Als u geen toestemming geeft, kan uw loopbaanadviseur geen subsidie voor het ontwikkeladviestraject
aanvragen. U zult hier dan geen gebruik van kunnen maken of het zelf moeten betalen.
Deze toestemming is twee jaar geldig.
Plaats en datum:
Naam deelnemer:
Handtekening deelnemer:
TOELICHTING
Algemeen
1. Aanleiding
De coronacrisis heeft grote impact op de arbeidsmarkt. In veel sectoren ligt het werk
al een paar maanden (gedeeltelijk) stil, met als gevolg dat veel werkenden hun baan
kwijt dreigen te raken of al zijn kwijtgeraakt. Ook veel zelfstandig ondernemers (waaronder
zzp’ers) zien opdrachten teruglopen of zitten zonder opdrachten. De afgelopen maanden
zijn er met de tijdelijke financiële regelingen NOW4 en Tozo5, ter bescherming van banen en inkomens, reeds grote investeringen gedaan om de werkgelegenheid
zo veel mogelijk op peil te houden. Met de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten
en inkomensverlies CN, geldt dit eveneens voor Caribisch Nederland.
Inmiddels wordt zichtbaar en voelbaar dat de arbeidsmarkt onder invloed van de coronacrisis
aan het veranderen is, maar onzeker is nog hoe precies. Deze veranderingen op de arbeidsmarkt
vragen om aanpassingsvermogen, zowel bij individuen als bij bedrijven. Juist in deze
tijd is het voor individuen ontzettend belangrijk om te (blijven) investeren in hun
ontwikkeling. Om te zorgen dat hun positie op de arbeidsmarkt verbetert, om te voorkomen
dat ze uitvallen door werkloosheid en om te zorgen dat ze duurzaam inzetbaar blijven
alsook om weer aan het werk te komen in eventueel een andere sector. Het is belangrijk
dat mensen zich hiervan bewust worden en dat zij zicht krijgen op hun ontwikkelkansen
en loopbaanmogelijkheden, zodat zij zoveel mogelijk eigen keuzes kunnen maken.
Mede ter ondersteuning van de inspanningsverplichting voor werkgevers die in aanmerking
komen voor NOW2 om hun werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing te doen,
komt het kabinet met een flankerend tijdelijk crisispakket waarvoor € 50 mln. beschikbaar
is. Dit crisispakket bestaat uit ontwikkeladviezen en online scholing en wordt ondersteund
met een campagne in samenwerking met stakeholders om het pakket gericht onder de aandacht
te brengen van werkenden, zelfstandig ondernemers en werkzoekenden. In deze regeling
is het onderdeel ontwikkeladvies uitgewerkt. Het onderdeel online scholing wordt in
een aparte subsidieregeling uitgewerkt.
2. NL leert door
Het doel van de regeling NL leert door is om de gevolgen van de crisis te helpen verzachten
door mensen te ondersteunen om zich te (her)oriënteren op hun actuele mogelijkheden
op de arbeidsmarkt. Het is goed om te zien dat er juist ook in deze tijd veel inzet
is op ontwikkeling en scholing door onder meer de sociale partners, O&O fondsen, sectorale
organisaties en regionale samenwerkingsverbanden. De regeling NL leert door is hieraan
ondersteunend en komt bovenop de reguliere kabinetsinzet op Leven Lang Ontwikkelen
(LLO), waarvan onder meer het STAP-budget (vanaf 2022), de SLIM-regeling voor het
MKB en de subsidieregeling Flexibilisering van beroepsonderwijs voor volwassenen deel
uitmaken.
De regeling biedt werkenden, waaronder flexwerkers en zelfstandig ondernemers, én
niet werkenden de mogelijkheid een eerste stap te zetten in een mogelijke (her)oriëntatie
op hun arbeidsmarktpositie. Zij kunnen een ontwikkeladvies aanvragen bij gekwalificeerde
loopbaanadviseurs en daarnaast komt er de mogelijkheid een online scholingsactiviteit
te volgen.
Het ontwikkeladvies is bedoeld om inzichtelijk te maken welke kansen iemand heeft
op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld de loopbaanstappen die iemand kan zetten of welke
ondernemerskansen er zijn. Ontwikkeladviezen kunnen mensen helpen om zich beter bewust
te worden van hun actuele mogelijkheden en om te helpen nagaan of – en zo ja welke
– (online) scholing daarvoor nodig is. Deze ontwikkeladviezen helpen ook als mensen
belemmeringen ervaren, bijvoorbeeld door de gezinssituatie of de situatie op het werk,
door psychologische barrières of juist praktische, zoals de benodigde (tijds)investering.
De ontwikkeladviezen zijn gericht op het bewust maken van het belang van ontwikkeling
en wendbaarheid op de arbeidsmarkt, het inzichtelijk maken welke mogelijkheden er
zijn gegeven iemands kennis en ervaring en de actuele kansen op de arbeidsmarkt en
handvatten te geven om eventuele barrières weg te nemen en concrete stappen te zetten
om aan de slag te gaan met ontwikkeling.
Het onderdeel online scholing zal op een later moment, als tweede regeling, worden
gepubliceerd. Met de online scholing kan het individu, in aanvulling op de mogelijkheden
van praktijkleren, zich bijscholen om beter toegerust te raken voor het werk of kan
iemand een eerste stap zetten om zich te scholen voor ander werk of aanvullende activiteiten
vanuit het zelfstandig ondernemerschap, bijvoorbeeld in een sector waar nog veel werkgelegenheid
is. Door de scholing (grotendeels) online en gratis beschikbaar te stellen kunnen
mensen op eenvoudige en laagdrempelige wijze vanuit huis cursussen of trainingen volgen
die zij nodig hebben om bijvoorbeeld in een andere baan of andere sector aan de slag
te kunnen.
3. Ontwikkeladvies
Het doel van het ontwikkeladvies is de deelnemer bewust te maken van het belang van
jezelf blijven ontwikkelen tijdens je loopbaan of in het eigen bedrijf of zelfstandig
beroep, inzichtelijk te maken wat iemands ontwikkelkansen en loopbaanmogelijkheden
zijn – gegeven zijn of haar eigen situatie – en handvatten te geven om volgende stappen
te zetten. Juist in deze tijd van crisis, die grote gevolgen heeft op de arbeidsmarkt,
wordt duidelijk hoe belangrijk het voor een individu is om bezig te zijn met ontwikkeling
om zo wendbaar te zijn op de arbeidsmarkt.
De coronacrisis duurt inmiddels al een aantal maanden voort. Veel mensen zijn onzeker
of hun werk nog genoeg toekomstperspectief biedt, anderen hebben hun werk verloren
of dreigen hun baan kwijt te raken.6 Daarnaast zien zelfstandig ondernemers hun opdrachtenstroom opdrogen of kunnen zij
door de coronamaatregelen minder klanten bedienen, waardoor niet de benodigde winst
kan worden gemaakt om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Om snel in te kunnen
spelen op deze ontwikkelingen, is besloten om bij de vormgeving van het ontwikkeladvies
zo veel mogelijk te putten uit de ervaringen met de eerder geëindigde Tijdelijke subsidieregeling
ontwikkeladvies voor werkende vijfenveertigplussers (TSOV). Met de subsidieregeling
TSOV werden ontwikkeladviestrajecten gesubsidieerd voor werkende 45-plussers en lag
het accent op duurzaam inzetbaar blijven tot de pensioengerechtigde leeftijd. Omdat
het nu om een andere doelgroep gaat en de focus veel meer ligt op (her)oriëntatie
op de loopbaan is samen met de beroepsgroep loopbaanadviseurs gekeken hoe de ontwikkeladviezen
hierbij goed te laten aansluiten. De resultaten daarvan zijn meegenomen in de opzet
van deze regeling. Verder is bij de opzet van deze regeling ook, voor zover mogelijk,
rekening gehouden met lessen die getrokken kunnen worden uit de TSOV.
Doelgroep
Ontwikkeling is van belang voor iedereen. En we zien dat de crisis ook iedereen raakt:
iedereen, zowel jong als oud, kan zijn of haar baan verliezen doordat de werkgever
minder werk heeft of zelfs gesloten is. Flexwerkers raken hun werk kwijt of krijgen
geen werk meer, zelfstandig ondernemers (waaronder zzp’ers) zien hun opdrachtenstroom
opdrogen of kunnen door de coronamaatregelen minder klanten bedienen. Het kan voor
iedereen zinvol zijn om stil te staan bij ontwikkelkansen en loopbaanmogelijkheden.
Daarom is ervoor gekozen om het adviestraject open te stellen voor iedereen die een
band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt en die 18 jaar is of ouder, maar de AOW-leeftijd
nog niet heeft bereikt. Er is bijvoorbeeld sprake van een band met de Nederlandse
arbeidsmarkt als de deelnemer verzekerd is voor de volksverzekeringen of als hij in
Nederland werkt en/of woonachtig is. Een band met de Nederlandse arbeidsmarkt wordt
in ieder geval aangenomen wanneer de deelnemer een burgerservicenummer (BSN) heeft.
Door te kiezen voor deze brede doelgroep voorkomen we dat er mensen worden uitgesloten
van deelname aan het ontwikkeladvies, terwijl ze wel door de coronacrisis geraakt
worden en baat kunnen hebben bij een ontwikkeladvies. De regeling is daarom bedoeld
voor zowel werkenden (waaronder werknemers, flexwerkers en zelfstandigen) als niet
werkenden.
Inhoud ontwikkeladviestraject
Het ontwikkeladvies is een integraal en persoonlijk advies. Dit advies wordt door
onafhankelijke en professionele loopbaanadviseurs uitgevoerd. Het ontwikkeladviestraject
moet de deelnemer bewust maken van het belang en de noodzaak van ontwikkeling en inzicht
bieden in zijn of haar arbeidsmarktpositie. Daarnaast moet het traject ook handvatten
bieden aan de deelnemer, in de vorm van ontwikkelmogelijkheden en loopbaankansen.
De deelnemer krijgt inzicht in wie hij is en wat hij kan. Aanvullend worden de mensen
gecoacht, waarbij informatie wordt verstrekt over kansberoepen en de kanssectoren,
de middelen en instrumenten die ter beschikking staan voor bijvoorbeeld bij- of omscholing
en wat eventuele financiële en arbeidsrechtelijke consequenties zijn van een baanwisseling.
Bij de opzet van het adviestraject is gebruik gemaakt van de opzet die in de TSOV
werd gehanteerd.
Het adviestraject start met een arbeidsmarktscan om op de persoon toegesneden kansrijke
mogelijkheden op de arbeidsmarkt en/of ondernemerskansen in kaart te brengen, op basis
van iemands kennis, vaardigheden, competenties, houdingsaspecten, drijfveren en leervermogen.
De arbeidsmarktscan is een verplicht onderdeel van het ontwikkeladvies en moet dus
voor elke deelnemer worden ingekocht. In beginsel wordt de arbeidsmarktscan voorafgaand
aan het eerste gesprek door de deelnemer ingevuld.
In het eerste gesprek werkt de loopbaanadviseur met de deelnemer aan een situatieschets.
In die schets komen vragen aan de orde als: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?
De uitkomst van de arbeidsmarktscan wordt meegenomen in de situatieschets. Hoewel
een arbeidsmarktscan verplicht is, wordt er geen standaard voorgeschreven. Er zijn
verschillende scans beschikbaar en elke adviseur heeft zijn voorkeuren. De loopbaanadviseur
is vrij om te kiezen welk instrument hij of zij inzet, zo lang de gebruikte scan duidelijk
in kaart brengt wat de arbeidsmarktpositie van de deelnemer is en welke kansen en
mogelijkheden er voor de deelnemer liggen. In de administratie van de adviseur moet
een factuur worden bewaard waaruit blijkt dat de scan is ingekocht.
Hoewel elk adviestraject start vanuit de situatieschets (waar de arbeidsmarktscan
onderdeel van uitmaakt), kan de situatieschets verschillend zijn voor verschillende
deelnemers. In de regeling is gekozen voor een brede doelgroep. Werkenden (waaronder
werknemers, flexwerkers en zelfstandigen) en niet werkenden kunnen allen een beroep
doen op de beschikbare ontwikkeladviezen, omdat deze trajecten voor hen allemaal waardevol
en relevant zijn. De uitgangspositie van deze verschillende groepen is echter anders
en daarmee kan de situatieschets per groep anders worden ingevuld. Zo kan er voor
werkenden bijvoorbeeld wat meer aandacht besteed worden aan de vraag hoe de deelnemer
zit op zijn huidige werkplek. Voor niet werkenden kan bijvoorbeeld nadruk meer worden
gelegd op de vraag waar hij of zij naartoe wil en de actuele mogelijkheden daarvoor.
Voor zelfstandigen kan bijvoorbeeld aan de orde zijn of zij wellicht in plaats van
of aanvullend op het ondernemerschap in dienstverband zouden willen werken. Het is
aan de loopbaanadviseur om in te spelen op de actuele situatie van de deelnemer. De
loopbaanadviseur heeft de deelnemer voor zich en kan het beste inschatten wat nodig
is gegeven de wensen en mogelijkheden van de deelnemer en de kansen op de arbeidsmarkt.
De loopbaanadviseur is dan ook vrij om in overleg met de deelnemer te bepalen om aan
bepaalde onderdelen meer aandacht te besteden dan aan andere. Op deze manier kan de
professional in het adviseren van de deelnemer maatwerk bieden. Voorwaarde is echter
wel dat alle onderdelen die beschreven zijn aan de orde komen.
Naast de situatieschets wordt in het adviestraject een persoonsprofiel opgesteld,
waarbij in kaart wordt gebracht wat de competenties, kwaliteiten en vaardigheden van
de deelnemer zijn. Daarin wordt ook meegenomen welke wensen de deelnemer heeft met
betrekking tot zaken als arbeidsuren, reistijd, werklocatie en dergelijke. Daarna
volgt een toekomstoriëntatie: wat zou ik willen, hoe kan ik dat realiseren en hoe
zorg ik dat ik duurzaam inzetbaar en wendbaar ben of blijf op de arbeidsmarkt? Tot
slot geeft de loopbaanadviseur een advies over financiële, persoonlijke en rechtspositionele
consequenties en geeft de adviseur zicht op instanties of websites waar de deelnemer
meer kennis over deze zaken kan vinden.
Het adviestraject bestaat uit meerdere adviesgesprekken, die in totaal opgeteld minimaal
4 uur duren. De vorm waarin de adviesgesprekken plaatsvinden is vrij. Gelet op de
aard van de coronacrisis ligt het voor de hand om de gesprekken overwegend digitaal
plaats te laten vinden en dit wordt ook toegejuicht, maar dit wordt niet als eis gesteld
voor subsidieverstrekking. Als het nodig is kunnen ook fysieke gesprekken plaatsvinden;
de loopbaanadviseur moet dan wel zorgen dat de richtlijnen van het RIVM in acht worden
genomen. Van elk gesprek wordt een gespreksverslag opgesteld door adviseur en deelnemer,
volgens het daarvoor beschikbare format (bijlage I, format 1.1).
Uiteindelijk moet dit alles uitmonden in een ontwikkelplan dat door de deelnemer alleen
of in samenwerking met de loopbaanadviseur is opgesteld. In dit ontwikkelplan worden
kort en bondig acties beschreven die de deelnemer op de korte of lange termijn kan
inzetten. Hiervoor is een standaard format (bijlage I, format 1.2) gemaakt.
Eisen loopbaanadviseur
Het initiatief tot het aanvragen van een subsidie ligt bij een loopbaanadviseur die
voldoet aan de eisen in de regeling. De deelnemer kan zelf kiezen welke loopbaanadviseur
hij of zij wil inschakelen. Wel moet de loopbaanadviseur, al dan niet in loondienst
bij een rechtspersoon, voldoen aan de in de regeling opgenomen kwaliteitscriteria.
Zo moet de loopbaanadviseur kunnen aantonen een mensgerichte opleiding te hebben afgerond
op minimaal hbo-niveau en moet de adviseur ten minste 3 jaar relevante werkervaring
hebben. Noloc Erkende loopbaanadviseurs worden geacht te voldoen aan de opleidingseis
en de gedragscode. CMI gecertificeerde loopbaanadviseurs worden geacht te voldoen
aan de opleidings- en werkervaringseis en hoeven dit dus niet aan te tonen.
Hoogte van de subsidie per afgerond traject
Per afgerond ontwikkeladviestraject kan de loopbaanadviseur subsidie aanvragen. Omdat
deze regeling in essentie sterk lijkt op de eerder dit jaar afgelopen TSOV, ligt het
voor de hand om die vergoeding als uitgangspunt te nemen voor dit adviestraject. Bij
de TSOV bedroeg de subsidie per afgerond traject € 600,–.
Bij het adviestraject dat nu wordt geïntroduceerd is de inzet van de loopbaanadviseur
groter dan bij de TSOV het geval was. Dit komt doordat voor het adviestraject in het
kader van deze regeling, zoals hiervoor al genoemd, een arbeidsmarktscan verplicht
is. Die arbeidsmarktscan zal door de loopbaanadviseur moeten worden ingekocht om voor
de deelnemer in te kunnen zetten. Daar komt bij dat de resultaten door de adviseur
moeten worden geïnterpreteerd en bij het verdere adviestraject moeten worden betrokken.
Deze extra inzet rechtvaardigt een extra vergoeding. Daarom wordt het subsidiebedrag
per afgerond ontwikkeladviestraject voor deze regeling vastgesteld op € 700,–.
Aanvraag, rangschikking, vaststelling en betaling
De aanvraag van de subsidie zal – net als bij de TSOV het geval was – via de loopbaanadviseur
verlopen. Dit zorgt er namelijk voor dat de uitvoeringslast van de deelnemer zoveel
mogelijk wordt beperkt en daarmee wordt de drempel om deel te nemen aan een ontwikkeladvies
verlaagd.
Voordat de loopbaanadviseur start met het traject, moet hij het traject registreren
op de website www.ontwikkeladviesportaal.nl. Daarbij moet hij de naam, het e-mailadres en de geboortedatum van de deelnemer opgeven.
Na de registratie gaat er een mail naar de deelnemer, die de registratie moet bevestigen.
Na deze bevestiging krijgt de loopbaanadviseur een registratiecode. Deze code is bedoeld
om bij te houden hoeveel lopende trajecten er zijn aangemeld. Een registratie is nadrukkelijk
iets anders dan toekenning van de subsidie. Wel wordt het aantal registraties bijgehouden
en wordt de registratiemogelijkheid afgesloten als het aantal geregistreerde trajecten
hier aanleiding toe geeft. Bij de uiteindelijke aanvraag moet de loopbaanadviseur
ook de registratiecode (of de registratiecodes) opgeven van het traject waarvoor hij
subsidie aanvraagt. Nieuwe ontwikkeladviestrajecten kunnen in beginsel worden geregistreerd
tot en met 31 december 2020 17.00 uur, tenzij het aantal registraties aanleiding geeft
om het portaal eerder te sluiten. Na 31 december 2020 sluit het registratieportaal.
Trajecten die tijdig geregistreerd zijn kunnen na 31 december nog wel worden afgerond.
Het tijdvak voor indienen van de subsidieaanvragen gaat open op 1 oktober 2020. Subsidieaanvragen
moeten uiterlijk 1 maart 2021 17.00 uur zijn ingediend om in aanmerking te komen voor
subsidie op grond van deze regeling.
Voor ieder afgerond adviestraject kan de loopbaanadviseur subsidie aanvragen. Hiertoe
wordt een aanvraagformulier beschikbaar gesteld. Per aanvraagformulier kan voor maximaal
vijf afgeronde trajecten subsidie worden aangevraagd. Bij de TSOV moest de loopbaanadviseur
nog voor ieder ontwikkeladviestraject apart een aanvraag indienen. De administratieve
lasten voor de adviseurs die meerdere trajecten hebben gegeven, konden daardoor sterk
oplopen. Om dit nu te beperken wordt het mogelijk gemaakt om met 1 aanvraag voor maximaal
vijf adviestrajecten een subsidie aan te vragen. De aanvraag moet vergezeld gaan van
de volledig ingevulde en ondertekende prestatieverklaring (bijlage I, format 1.3)
en toestemmingsverklaring (bijlage I, format 1.4). Indien er sprake is van een inhuurconstructie
moet het machtigingsformulier uit bijlage III ingevuld en ondertekend bij de aanvraag
gevoegd worden. Wanneer deze bijlagen niet of niet allemaal zijn bijgevoegd, dan kan
geen subsidie worden verstrekt.
De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. De subsidie wordt toegekend
aan de loopbaanadviseur die het ontwikkeladviestraject heeft uitgevoerd of aan zijn
werkgever. Het risico van niet voldoen aan de subsidiecriteria en daarmee afwijzing
van de subsidieaanvraag, ligt bij de loopbaanadviseur of zijn werkgever of gemachtigde.
De loopbaanadviseur moet er zelf op toezien dat aan alle subsidiecriteria is en wordt
voldaan. Dit betekent dat de loopbaanadviseur voor aanvang van het traject de verplichting
heeft bij de deelnemer te informeren of deze voldoet aan de in de regeling genoemde
eisen.
De aanvraag die door de loopbaanadviseur wordt ingediend, wordt gecontroleerd op volledigheid.
Als het formulier niet juist en volledig is ingevuld en niet alle benodigde bijlagen
zijn bijgevoegd, kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Gelet op de hoogte
van het subsidiebedrag wordt de subsidie direct vastgesteld, zonder voorafgaande verlening.
De beslissing over een subsidieaanvraag wordt zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen
13 weken genomen. Voor aanvragers die niet gevestigd zijn in Nederland geldt dat er
een handmatig uitvoeringsproces wordt ingericht en dit brengt mee dat de afhandeling
van de aanvraag en betaling van de subsidie langer in beslag kan nemen dan voor aanvragers
die wel in Nederland gevestigd zijn. Nadat de subsidie is vastgesteld zullen nog controles
op rechtmatigheid plaatsvinden, om te controleren of de gedeclareerde trajecten echt
hebben plaatsgevonden en of er wordt voldaan aan de administratieplicht.
Inhuurconstructie
In beginsel moet de loopbaanadviseur (of zijn werkgever) zelf de trajecten registreren,
de aanvraag indienen en voldoen aan de administratieve verplichtingen die bij de aanvraag
komen kijken. Het is echter mogelijk dat een zelfstandig loopbaanadviseur zich laat
inhuren door een ander bedrijf of de administratieve taken die komen kijken bij het
aanvragen van de subsidie uitbesteedt. In dat geval zal de loopbaanadviseur deze andere
partij moeten machtigen om de subsidieaanvraag namens hem in te dienen. Bij de afspraken
over verdeling van het subsidiegeld is van belang dat partijen rekening houden met
de kwaliteit van het traject. Het bedrag dat de loopbaanadviseur krijgt moet in verhouding
staan tot de inspanning die hij moet verrichten. Voorkomen moet worden dat een van
de partijen een onevenredig hoog deel van de subsidie ontvangt. Om de kwaliteit van
het adviestraject te beschermen geldt als richtlijn dat de loopbaanadviseur ten minste
80% van het subsidiebedrag voor zijn inspanningen krijgt. De reden voor deze richtlijn
is om oneigenlijke inhuurconstructies tegen te gaan, waarbij een van de partijen een
onevenredig hoog deel van de subsidie ontvangt. Dat zou immers invloed kunnen hebben
op de kwaliteit van de adviestrajecten en moet worden voorkomen.
Administratieve lasten, verantwoording en dossiervorming
Voor relatief kleine subsidies zoals de subsidies die op grond van deze regeling worden
verstrekt voor ontwikkeladviezen, geldt dat de administratieve lasten tot een minimum
worden beperkt. De bij het aanvragen van de subsidie vereiste op te sturen documenten
en informatie is daarom tot een minimum beperkt. Dit ontslaat de loopbaanadviseur
er niet van de rechtmatigheid van de verstrekte subsidies desgevraagd aan te tonen
aan de uitvoerder van de subsidieregeling. SZW heeft de bevoegdheid te controleren
en maatregelen te nemen om fraude of oneigenlijk gebruik te voorkomen en op te sporen.
De loopbaanadviseur, zijn werkgever of de gemachtigde moet er zorg voor dragen dat
er een deugdelijke administratie wordt bijgehouden, op basis waarvan gecontroleerd
kan worden of het ontwikkeladviestraject gegeven is en aan alle voorwaarden wordt
voldaan. In bijlage IV is een overzicht opgenomen van de documenten die de loopbaanadviseur
in zijn administratie moet bewaren.
Toepassing in Caribisch Nederland
De regeling is ook van toepassing in Caribisch Nederland. Dat wil zeggen dat deelnemers,
die woonachtig zijn in Caribisch Nederland, in aanmerking kunnen komen voor een gratis
ontwikkeladvies. Loopbaanadviseurs uit Caribisch Nederland kunnen, uiteraard mits
zij voldoen aan de in de regeling gestelde eisen, ontwikkeladviestrajecten geven.
Voor deelnemers en loopbaanadviseurs uit Caribisch Nederland geldt dat zij, wanneer
zij geen BSN hebben, het CRIB-nummer moeten opgeven bij de aanvraag.
4. Uitvoering, handhaving en evaluatie
Uitvoerbaarheid
De regeling wordt namens de minister uitgevoerd door Uitvoering van Beleid (UVB),
onderdeel van de directie Dienstverlening, Samenwerkingsverbanden en Uitvoering van
het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid. Deze directie heeft tot voor
kort een vergelijkbare subsidieregeling voor ontwikkeladviezen (TSOV) uitgevoerd en
beschikt daarom over de expertise die nodig is voor het uitvoeren van deze regeling.
UVB heeft deze regeling beoordeeld op uitvoerbaarheid.
UVB acht de regeling uitvoerbaar. UVB kan de regeling per 1 oktober 2020 uitvoeren.
Vanaf die datum is het portaal voor het indienen van de subsidieaanvragen gereed.
De regeling kan wel per 1 augustus 2020 in werking treden, zodat vanaf die datum gestart
kan worden met het registreren en uitvoeren van de ontwikkeladviestrajecten. UVB heeft
in de uitvoeringstoets verder een aantal uitvoeringsrisico’s benoemd.
Voor de doelgroep moet worden gecontroleerd of iemand een band heeft met de Nederlandse
arbeidsmarkt. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand in Nederland verzekerd is voor
volksverzekeringen of wanneer iemand in Nederland woont of werkt. Om dit te kunnen
controleren zou een gegevensuitwisseling met respectievelijk SVB en BRP gerealiseerd
moeten worden. Gelet op de beschikbare tijd is dat niet haalbaar. In vrijwel alle
gevallen geldt echter dat wanneer deelnemers een BSN heeft, zij verzekerd zijn voor
volksverzekeringen of in Nederland wonen en werken. De controle of een deelnemer tot
de doelgroep hoort zal daarom worden gedaan aan de hand van het BSN van de deelnemer.
Als tweede belangrijk uitvoeringsrisico noemt UVB de toegankelijkheid van de regeling
voor Caribisch Nederland, voornamelijk voor subsidieaanvragers afkomstig uit Caribisch
Nederland. Verschillen in taal, tijdzone en gebruikte valuta brengen uitvoeringstechnische
uitdagingen mee. Daarnaast kunnen subsidieaanvragers afkomstig uit Caribisch Nederland
niet via het subsidieportaal van UVB digitaal een aanvraag doen. In het aanvraagformulier
zit een aantal controles (bijvoorbeeld op BSN, adres en IBAN-rekeningnummer), waardoor
het formulier niet kan worden ingediend wanneer die gegevens niet of niet juist zijn
opgegeven of kunnen worden opgegeven. Subsidieaanvragers uit Caribisch Nederland beschikken
doorgaans niet over de gegevens om het aanvraagformulier te kunnen invullen.
Desondanks kan deze regeling grote waarde hebben voor Caribisch Nederland. Ook in
Caribisch Nederland wordt men geconfronteerd met de gevolgen van de coronacrisis.
Ook daar verandert het werk en worden mensen geraakt. Voor deelnemers van Caribisch
Nederland kan een ontwikkeladviestraject zeker ook relevant en bruikbaar zijn. Daarom
is besloten de regeling eveneens open te stellen voor Caribisch Nederland. Dit betekent
wel dat er uitvoeringstechnische uitdagingen zijn voor UVB. De afhandeling van aanvragen
kan niet worden geautomatiseerd in de korte tijd die beschikbaar is. Subsidieaanvragers
uit Caribisch Nederland zullen handmatig in staat moeten worden gesteld om een subsidieaanvraag
te doen en deze aanvragen zullen handmatig moeten worden beoordeeld en afgehandeld.
Dat proces kost meer tijd en is meer foutgevoelig dan een geautomatiseerd proces.
Misbruik, oneigenlijk gebruik en handhaving
Bij de totstandkoming van deze regeling is nadrukkelijk gekeken naar mogelijke risico’s
van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies op basis van deze regeling. Er zijn
verschillende maatregelen genomen om de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik
zo veel mogelijk te beperken. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de controle
of de deelnemer echt bestaat en onder de doelgroep valt aan de hand van zijn BSN en
het verplicht invullen en ondertekenen van de prestatieverklaring door zowel de deelnemer
als de loopbaanadviseur.
Evaluatie
Deze regeling zal als onderdeel van het volledige crisispakket NL leert door worden
geëvalueerd. De evaluatie zal binnen 3 jaar na het aflopen van de regelingen worden
gedaan.
5. Financiering
De middelen voor deze subsidieregeling zijn afkomstig van het budget dat beschikbaar
is gesteld voor het crisispakket NL leert door. In totaal is er door het kabinet € 50
miljoen beschikbaar gesteld voor online scholing en ontwikkeladviezen.
Het kabinet wil 20.000 ontwikkeladviestrajecten subsidiëren. Met een subsidiebedrag
van € 700,– per adviestraject komt het subsidieplafond voor ontwikkeladviezen te liggen
op € 14 miljoen.
Artikelsgewijs
Algemeen
Deze subsidieregeling is gebaseerd op de Kaderwet SZW-subsidies. Dit betekent dat
ook de op die wet gebaseerde Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: Kaderregeling)
van toepassing is. Dit betekent dat een aantal zaken niet in deze subsidieregeling
is opgenomen, omdat dat te vinden is in de Kaderregeling. Zo is bijvoorbeeld SZW bevoegd
om bij terugvordering van ten onrechte betaalde subsidies gemaakte kosten en verschuldigde
wettelijke rente in rekening te brengen (artikel 1.8 van de Kaderregeling). Hetzelfde
geldt voor de bepalingen rond de subsidieaanvraag en de subsidieverstrekking. Waar
de Algemene wet bestuursrecht regels stelt, gelden die regels en vullen de in deze
regeling opgenomen bepalingen die regels aan.
Artikel 1. Begripsbepalingen
Artikel 1 bevat een aantal begripsbepalingen, waarbij in verband met de vindbaarheid
is gekozen om deze alfabetisch de ordenen. Enkele daarvan worden hier nader toegelicht.
Degenen die in aanmerking komen voor subsidie op grond van deze regeling zijn de loopbaanadviseur,
de rechtspersoon tot wie de loopbaanadviseur in privaatrechtelijke of publiekrechtelijke
dienstbetrekking staat (werkgever) of de persoon die namens de loopbaanadviseur het
proces van registratie tot en met subsidievaststelling voor zijn rekening neemt (de gemachtigde). Deze drie staan genoemd in de begripsbepalingen.
Het begrip deelnemer is ruim. Het gaat om alle natuurlijke personen die verbonden zijn met de (Caribisch-)Nederlandse
arbeidsmarkt en tussen de 18 jaar en de leeftijd waarop de AOW of AOV ingaat, oud
zijn. Ondanks de ruime omschrijving van de doelgroep is het van belang om op te merken
dat de regeling vooral bedoeld is voor personen die stappen willen zetten op een kansrijke
arbeidsmarkt. Dat betreft dan personen die werkloos zijn of dreigen werkloos te raken
als gevolg van COVID-19 en die op weg naar een beroep waar zij mogelijk hun toekomstige
loopbaan kunnen vinden, een daarop gericht traject willen volgen via een ontwikkeladviestraject.
Maar ook voor personen die werkzaam zijn, staat deze regeling open en zij kunnen zich
aanmelden voor een traject ontwikkeladvies in verband met verbetering van hun arbeidsmarktpositie.
In onderdeel g is beschreven wat onder een loopbaanadviseur wordt verstaan. Artikel
4 stelt nadere eisen aan de loopbaanadviseur die subsidie wil aanvragen. Naast de
loopbaanadviseur kan ook de werkgever van de loopbaanadviseur of een gemachtigde,
namens de loopbaanadviseur, subsidie aanvragen voor een door de loopbaanadviseur uitgevoerd
ontwikkeladviestraject.
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
Op grond van deze regeling wordt subsidie verstrekt voor ontwikkeladviestrajecten
voor deelnemers. Bijlage I bij deze regeling geeft een beschrijving van de eisen waaraan
een ontwikkeladviestraject moet voldoen.
Artikel 4. Eisen aan loopbaanadviseur
Een loopbaanadviseur komt in aanmerking voor subsidie als hij aan een aantal kwaliteitseisen
voldoet. Vereist is dat hij een mens- of organisatiegerichte opleiding heeft afgerond
op minimaal hbo-niveau, of minimaal een hbo-opleiding in een andere richting heeft
afgerond en aanvullende mens- of organisatiegerichte cursussen en trainingen heeft
afgerond, minimaal drie jaar relevante werkervaring heeft en zich verklaart aan de
gedragscode in bijlage II te houden. Wanneer een loopbaanadviseur niet is geregistreerd
bij Noloc als Noloc Erkend CMI Register Loopbaanprofessional of Noloc Erkend Loopbaanprofessional
respectievelijk bij het CMI als CMI-gecertificeerde loopbaanprofessional, gelden alle
eisen in het eerste lid. In het andere geval wordt een loopbaanadviseur geacht aan
de eisen in het eerste lid, onderdelen a en c, of a en b, te hebben voldaan.
Een loopbaanadviseur moet over de vereiste opleidingen en kennis beschikken om het
loopbaantraject naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit zijn in ieder geval opleidingen
en trainingen die als relevant worden aangemerkt bij de erkenning door Noloc voor
Noloc erkend loopbaanprofessional. Desgevraagd toont de loopbaanadviseur aan dat hij
aan de opleidingseisen bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, heeft voldaan door
het overleggen van diploma’s en certificaten.
De toets op drie jaar relevante werkervaring vindt niet plaats als de betrokken adviseur
is geregistreerd bij het CMI als CMI-gecertificeerde loopbaanprofessional (RL) omdat
deze toets al door het CMI is uitgevoerd. Daarbij is overigens niet van belang welk
type certificering heeft plaatsgevonden (A, B of C).
De door Noloc erkende adviseurs en alle niet-geregistreerde adviseurs, moeten kunnen
aantonen dat zij minimaal drie jaar relevante werkervaring hebben.
Bij het beoordelen daarvan, worden de volgende aspecten meegewogen. De adviseur heeft
de afgelopen drie jaren gemiddeld vijfentwintig cliënten of meer begeleid in individuele
trajecten.
De drie jaar relevante werkervaring kan de loopbaanadviseur desgevraagd aantonen door
middel van bijvoorbeeld zijn LinkedIn profiel, zijn zakelijke website, zijn CV, het
verstrekken van referenties of een schriftelijke verklaring over de relevante werkervaring.
Een andere manier om relevante werkervaring aan te tonen is door middel van facturen
aan cliënten en hun werkgevers.
Een loopbaanadviseur kan, mits hij aan de relevante voorwaarden voldoet, ongeacht
waar hij binnen de Europese Unie of de EER is gevestigd, eveneens een subsidie aanvragen
op grond van deze regeling.
Artikel 5. Subsidieplafond
Dit artikel geeft het totaal beschikbare budget weer dat openstaat voor de ontwikkeladviestrajecten
op grond van deze regeling. Dit subsidieplafond hoort uiteraard in deze regeling te
worden opgenomen, maar is mede van belang voor de uiteindelijke subsidievaststelling,
aangezien subsidieaanvragen slechts kunnen worden gehonoreerd tot het maximumbedrag
van € 14.000.000 dat in dit artikel is vermeld (zie verder artikel 9).
Artikel 6. Registratiefase
Voordat het ontwikkeladviestraject kan starten en de subsidieaanvraag kan worden gedaan
vindt de registratiefase plaats. Een loopbaanadviseur, of voor of namens hem de werkgever
of degene die hij heeft gemachtigd, registreert de deelnemers aan wie hij ontwikkeladvies
zal gaan geven. In deze fase registreert hij elke deelnemer apart en krijgt vervolgens
voor deze deelnemer een registratiecode. Voor deze deelnemer mogen vervolgens geen
registraties meer worden gedaan. Er is dus per deelnemer één registratiecode. Registratie
vindt plaats op de website www.ontwikkeladviesportaal.nl.
Met een registratiecode kan de loopbaanadviseur, na afronding van het ontwikkeladviestraject,
de subsidieaanvraag voor dit traject doen. Subsidieaanvrager dient alert erop te zijn
dat hij zijn aanvraag bijtijds indient. Voorts, hoewel die kans gering is, geldt dat
als het subsidieplafond van € 14 miljoen wordt overschreden, daarna binnengekomen
subsidieaanvragen worden afgewezen (zie artikel 9).
De registratiefase eindigt 31 december 2020 om 17.00 uur. Er kan echter besloten worden
de registratietermijn eerder te laten aflopen. Dat kan als blijkt dat er een zodanig
aantal registratiecodes is toegekend, dat met een overeenkomstig aantal ontwikkeladviestrajecten
het subsidieplafond naar verwachting zal worden overschreden.
Artikel 7. Eisen aan de subsidieaanvraag
Een subsidieaanvraag kan worden ingediend door middel van een vooraf vastgesteld elektronische
aanvraagformulier dat op de website www.mijnuitvoeringvanbeleidszw.nl is te vinden. Bij de aanvraag dient een aantal stukken worden opgeleverd, en overige
relevante informatie worden verstrekt. Deze staan alle in het tweede en derde lid
en spreken verder voor zich. Een subsidieaanvraag kan zoals gemeld, eveneens worden
gedaan door een buiten Nederland gevestigde loopbaanadviseur. Relevante opleiding,
registratie en ervaring, in een ander land binnen de EU/EER verworven, kan worden
aangemerkt als relevant voor het geven van ontwikkeladvies aan de doelgroep deelnemers
van deze regeling.
Om de regeling goed te kunnen uitvoeren zijn gegevens van de loopbaanadviseur nodig,
alsmede gegevens van de deelnemer.
Het vierde lid van artikel 3 van de Kaderwet SZW-subsidies schrijft voor dat de subsidieontvanger
bij het verstrekken van persoonsgegevens aan de minister in verband met de besteding
van de subsidie het BSN vermeldt van de persoon op wie de persoonsgegevens betrekking
hebben. Voor de loopbaanadviseur geldt dat er informatie moet zijn over diens naam
en BSN, onder andere teneinde inzicht te krijgen over het aantal registraties dat
heeft plaatsgevonden en de hoeveelheid registratiecodes die met zijn aanvraag zijn
meegezonden. De deelnemer verstrekt bij de subsidieaanvraag, via de Toestemmingsverklaring
verwerking persoonsgegevens deelnemer, gegevens omtrent hemzelf.
Voorts kan in dit verband er nog eens op worden gewezen dat de administratie van de
loopbaanadviseur in orde dient te zijn om te voorkomen dat tegen een weigering wordt
aangelopen.
Alleen volledige aanvragen kunnen in behandeling worden genomen. Wanneer dit niet
is gebeurd binnen de voorgeschreven termijn, zal de aanvraag buiten behandeling worden
gelaten op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht en kan het ontwikkeladviestraject
niet meer in aanmerking komen voor subsidie. De loopbaanadviseur kan niet opnieuw
een aanvraag indienen als de aanvraagtermijn is verstreken (artikel 8).
Artikel 8. Aanvraagtijdvak subsidie
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober 2020. De laatste dag waarop
subsidieaanvragen kunnen worden ingediend is 1 maart 2021, tot 17.00 uur. Daarna ingediende
subsidieaanvragen worden niet in behandeling genomen.
Artikel 9. Rangschikking
De subsidie wordt toegekend op basis van volgorde van ontvangst van de aanvragen.
Op grond van artikel 2.3 van de Kaderregeling geldt dat wanneer de subsidieaanvrager
op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid is gesteld
om zijn onvolledige subsidieaanvraag aan te vullen, het tijdstip van ontvangst van
de volledige subsidieaanvraag geldt als het tijdstip van ontvangst van de aanvraag.
Op de dag van overschrijding van het subsidieplafond worden alle op die dag voor 17.00
uur ingediende aanvragen als gelijktijdig ingediend beschouwd.
Artikel 10. Subsidiebedrag
Dit artikel behoeft weinig toelichting. Het genoemde bedrag is het vastgestelde subsidiebedrag
per ontwikkeladviestraject dat is afgerond en per deelnemer.
Artikel 11. Subsidievaststelling zonder verlening
De minister stelt de subsidie vast zonder voorafgaande verlening. De subsidievaststelling
na een volledige aanvraag zal enkele weken in beslag nemen. In elk geval zal de subsidievaststelling
binnen de in artikel 4.1, eerste lid, van de Kaderregeling genoemde termijn van 13
weken plaatsvinden.
Artikel 12. Weigering van de subsidie
Artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht geeft een aantal gronden waarop subsidie
in elk geval kan worden geweigerd. Dat geldt onder andere als het ontwikkeladviestraject
waarvoor subsidie wordt aangevraagd, niet heeft plaatsgevonden, als er geen sprake
is van een behoorlijke wijze van rekening en verantwoording of als in het kader van
de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens worden verstrekt.
In deze regeling worden drie aanvullende weigeringsgronden opgenomen.
Ten eerste wordt de subsidie geweigerd als de subsidieaanvraag niet voldoet aan de
daaraan in of op grond van de Kaderwet SZW-subsidies en de bij deze regeling gestelde
eisen. Tweede grond voor weigering is wanneer het subsidieplafond is bereikt. Ten
slotte wordt subsidie geweigerd, wanneer onvoldoende zeker is dat de administratie
van de subsidieontvanger voldoet aan de gebruikelijke eisen. Met ‘gebruikelijke eisen’
wordt gedoeld op de eisen die onder meer voortvloeien uit de artikelen 2:10 en 3:15i
van het Burgerlijk Wetboek. Bijlage IV vermeldt een aantal terzake geldende eisen.
De administratie moet, kort gezegd, zo zijn ingericht dat daaruit te allen tijde de
rechten en verplichtingen kunnen worden gekend en moet gedurende zeven jaren worden
bewaard.
Artikel 13. Wijziging subsidievaststelling
Dit artikel vindt toepassing als duidelijk is dat door het handelen van de loopbaanadviseur,
zijn werkgever of de gemachtigde er subsidie is verstrekt voor een doel dat niet overeenkomt
met de doelstelling van deze regeling, zoals die is verwoord in artikel 2, te weten
het door middel van subsidie deelnemers kunnen aanbieden gratis ontwikkeladviestrajecten
te volgen, gericht op het weer verkrijgen van arbeid of het vergroten van hun kansen
op de arbeidsmarkt. Als aan deze kernelementen niet wordt voldaan door de gedragingen
van de loopbaanadviseur, kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of in zijn
nadeel worden gewijzigd. Alsdan wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
De kosten hiervan zijn voor rekening van de subsidieontvanger. Ook kan wettelijke
rente in rekening worden gebracht over het terug te betalen bedrag (artikel 1.8 van
de Kaderregeling).
Artikel 14. Melding fraude
Als er een redelijk vermoeden bestaat dat een subsidieaanvrager fraude heeft gepleegd
bij het verkrijgen van subsidie, kan de minister hiervan melding maken bij het Openbaar
Ministerie. Wanneer de loopbaanadviseur een erkend of gecertificeerd loopbaanadviseur
is, kan ook melding worden gedaan bij Noloc respectievelijk CMI of een overeenkomstige
instelling buiten Nederland. Dit kan tot gevolg hebben dat de betrokken adviseur zijn
erkenning of certificering verliest.
Artikel 15. Meewerken aan controle en onderzoek
In het eerste lid, onderdelen a en b, is geregeld dat de loopbaanadviseur meewerkt
aan een controle door SZW. Dit kan een controle zijn om vast te stellen of subsidie
kan worden verstrekt, of om achteraf na te gaan of de subsidie terecht is verstrekt.
Wanneer blijkt dat de subsidie ten onrechte is verstrekt, wordt deze geheel of gedeeltelijk
teruggevorderd. De kosten hiervan zijn voor rekening van de subsidieontvanger. Ook
kan verschuldigde wettelijke rente in rekening worden gebracht over het terug te betalen
bedrag (artikel 1.8 van de Kaderregeling).
Daarnaast geldt dat het verstrekken van subsidies op grond van deze regeling een beleidsinstrument
is dat wordt ingezet om in de huidige crisisperiode met een effectief instrument de
arbeidsmarktkansen voor personen die in een lastige arbeidsmarktpositie terecht zijn
gekomen te vergroten. Het is dan ook van belang om inzicht te verkrijgen in de realisatie
van het beleid. Aan de hand van dat inzicht kan het beleid verder ontwikkeld worden.
Een subsidieontvanger heeft baat bij deze regeling doordat hij, met hulp van subsidie,
een ontwikkeladviestraject kan bieden die de deelnemer profijt kan opleveren in zijn
verdere loopbaan. Van subsidieontvangers mag daarom ook worden verwacht dat zij meewerken
aan onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het (scholings)beleid. Daar
hoort dan ook bij dat er vragen kunnen worden gesteld en inlichtingen kunnen worden
gevraagd die nodig zijn voor de evaluatie van het beleid.
Ook de deelnemer verleent medewerking aan ingezet onderzoek door middel van informatie
van zijn kant. Door ondertekening van de Toestemmingsverklaring (format 1.4) geeft
de deelnemer aan daartoe bereid te zijn.
Artikel 16. Evaluatie
Er zal na drie jaar een evaluatie worden uitgevoerd, waarin de doelstellingen van
het beleid en de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid worden onderzocht.
Artikel 17. Inwerkingtreding en vervaldatum
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020 en vervalt met ingang
van 1 april 2021. De regeling blijft vanaf de datum van 1 april 2021 gelden voor de
afwikkeling van alle subsidieaanvragen die tot en met 1 maart 2021 zijn ingediend.
Alleen voor ontwikkeladviestrajecten die uiterlijk 1 maart 2021 zijn afgerond, kan
subsidie worden verstrekt, mits de subsidieaanvraag dan ook, conform artikel 9, derde
lid, op 1 maart 2021 vóór 17.00 uur is ingediend.
Artikel 18. Citeertitel
Deze regeling betreft de Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies.
Onder de paraplu van NL leert door worden twee regelingen opgesteld. Deze regeling
komt per 1 augustus 2020 en korte tijd daarna zal een volgende regeling worden getroffen
die het beleidsinstrument scholing tot onderwerp zal hebben.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees