Besluit van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, d.d. 31 maart 2020, houdende de bekendmaking van een tijdelijke beleidsregel ter bevoorschotting van de gesubsidieerde toevoegingenpraktijk van advocaten en mediators gedurende de COVID-19-crisis (Ondersteuningsregeling gesubsidieerde toevoegingenpraktijk van advocaten en mediators COVID-19-crisis)

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,

Gelet op de artikelen 7, eerste lid onder a en b van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 35, eerste lid van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 juncto 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

§ 1. Aanvrager en aanvraag

Artikel 1

• 1. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand kan voor de periode vanaf inwerkingtreding van deze regeling tot 1 september 2020 een voorschot verlenen aan:

  • a. de advocaat die is ingeschreven op grond van artikel 14 van de Wet op de rechtsbijstand;

  • b. de mediator die is ingeschreven op grond van artikel 33b van de Wet op de rechtsbijstand;

  die binnen de periode van 1 september 2019 tot 1 december 2019, volgens de registratie van de raad voor rechtsbijstand minimaal vijf afgegeven toevoegingen heeft ontvangen.

• 2. Wanneer er sprake is van:

  • a. beslag

  • b. faillissement

  • c. surseance van betaling

  • d. cessie van toevoegingsvergoedingen kan geen voorschot worden aangevraagd.

Artikel 2

• 1. Aanvragen kunnen worden ingediend tot 1 augustus 2020. Aanvragen die na 1 augustus 2020 worden ontvangen, worden niet in behandeling genomen.

• 2. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling. De advocaat of mediator verklaart bij de aanvraag in te stemmen met verrekening van het voorschot, zoals beschreven in art. 7 eerste lid.

• 3. Indien een aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld deze binnen twee weken aan te vullen. De beslistermijn op de aanvraag wordt gedurende deze periode opgeschort.

Artikel 3

Behoudens opschorting zoals bedoeld in artikel 2, derde lid van deze regeling, geeft het bestuur uiterlijk vier weken na de datum waarop de aanvraag is ontvangen een beschikking op de aanvraag.

§ 2. Financiële bepalingen

Artikel 4

• 1. Het voorschot wordt berekend door het aantal afgegeven toevoegingen in de periode van 1 september 2019 tot 1 december 2019, volgens de registratie van de raad voor rechtsbijstand te vermenigvuldigen met 50% van € 860, tot een maximum van € 26.450 per aanvrager.

• 2. Voor de berekening van het aan te vragen voorschotbedrag geldt iedere afgegeven toevoeging als één toevoeging, ongeacht de zwaarte.

Artikel 5

• 1. Het verleende voorschot zal vanaf 1 januari 2021 worden teruggevorderd door middel van een verrekening met het rekening courant van de betreffende advocaat of mediator.

• 2. Het verleende voorschot zal in vier gelijke maandelijkse termijnen worden verrekend.

• 3. De raad voor rechtsbijstand kan, als in algemene zin de impact van de COVID-19 crisis op het rechtsbestel zeer ingrijpend wijzigt, beslissen een suppletoir voorschot toe te kennen of de verrekening van het voorschot over een langere periode uit te spreiden of op te schorten.

• 4. Indien de inschrijving van de advocaat of mediator door het bestuur wordt doorgehaald overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de rechtsbijstand, is de advocaat of mediator gehouden op vordering van het bestuur het verleende voorschot met verrekening van de toegekende vergoedingen onverwijld terug te betalen.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 6

• 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

• 2. Deze regeling is geldig tot 1 april 2021.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Ondersteuningsregeling gesubsidieerde toevoegingenpraktijk van advocaten en mediators COVID-19-crisis.

Utrecht, 31 maart 2020

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, Namens deze, I.D. Nijboer Algemeen directeur/ bestuurder

BIJLAGE: AANVRAAGFORMULIER

Raad voor Rechtsbijstand

AANVRAAGFORMULIER EXTRA VOORSCHOT VAN 50%

Ondersteuningsregeling gesubsidieerde toevoegingenpraktijk van advocaten en mediators COVID-19-crisis

Naam:

Telefoonnummer:

PR-nummer (A of R nummer):

• Met het insturen van deze aanvraag stem ik in met de inhoud van de bovengenoemde regeling en met de verrekening van de voorschotten.

U kunt dit aanvraagformulier per mail insturen naar voorschot@rvr.org

TOELICHTING

De maatregelen om het verspreiden van het coronavirus tegen te gaan, hebben directe impact op de bedrijfsvoering van advocaten en mediators die werkzaam zijn binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Naast de maatregelen van de Ministeries van Economische zaken en Klimaat, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid waaronder de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), is er vanuit de advocatuur en de mediators gevraagd om een extra voorschotmaatregel binnen het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. In overleg met de Nederlandse Orde van Advocaten en Mediation federatie Nederland heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand besloten tot deze beleidsregel.

Artikel 7, eerste lid, a en b van de Wet op de rechtsbijstand bepaalt dat het bestuur (van de raad voor rechtsbijstand) tot taak heeft om zorg te dragen voor de organisatie van alsmede de verlening van rechtsbijstand en zorg te dragen voor de organisatie van alsmede de uitvoering van de mediation alsmede het gebruik van mediation te bevorderen.

Artikel 35, eerste lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 schrijft voor dat het bestuur aan de advocaat die is ingeschreven op grond van artikel 14 van de wet, telkens in de eerste maand van elk kwartaal een voorschot verleent voor de krachtens dit besluit toe te kennen vergoedingen.

Artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

Gelet op de zeer bijzondere omstandigheden die gelden ten tijde van de maatregelen om het verspreiden van het coronavirus onder controle te krijgen, heeft het bestuur (van de raad voor rechtsbijstand) besloten om binnen zijn taakomschrijving in artikel 7 Wet op de rechtsbijstand en het bepaalde in artikel 35 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 een tijdelijke beleidsregel vast te stellen die voorziet in een extra voorschotmaatregel voor zowel ingeschreven advocaten als mediators. Deze maatregel moet de toegang tot het recht borgen door advocaten en mediators middels een bijzonder subsidievoorschot te ondersteunen in hun financiële continuïteit.

Deze extra voorschotmaatregel geldt naast de gebruikelijke praktijk waarbij de rechtsbijstandverlener of mediator de toevoeging ter vaststelling van de vergoeding indient en door het bestuur (van de raad voor rechtsbijstand) direct wordt betaald én naast de reguliere voorschotregeling overeenkomstig artikel 35 Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bepaalt de periode waarbinnen het extra voorschot verleend kan worden. Het extra voorschot is beschikbaar voor advocaten en mediators die op het moment van inwerkingtreding bij de raad voor rechtsbijstand staan ingeschreven. Om een actuele weergave te kunnen gebruiken is er als referteperiode gekozen voor de periode van 1 september 2019 tot 1 december 2019. Om enige substantiële basis te hebben voor een voorschot, is besloten dat aan de advocaat of mediator die wil deelnemen, in de referteperiode minimaal vijf toevoegingen zijn afgegeven.

Een voorschot op grond van deze beleidsregel kan niet worden aangevraagd indien:

• op de rekening van de advocaat of mediator beslag is gelegd en/of,

• de advocaat of mediator in staat van faillissement verkeert, en/of,

• surseance van betaling is aangevraagd door de advocaat of mediator, en/of,

• de advocaat of mediator een overeenkomst van cessie is aangegaan ten aanzien van zijn vaststelvergoedingen.

In het laatste geval ontvangt de advocaat of mediator al een voorschot via de cessionaris en moet de raad de toevoegingsvergoeding aan de cessionaris voldoen, zodat verrekening daarvan met het voorschot van de raad niet mogelijk is.

Artikel 2

Dit artikel regelt de termijn waarin de advocaat of mediator het extra voorschot kan aanvragen en stelt vast dat er gebruik moet worden gemaakt van een door het bestuur vastgesteld formulier.

Artikel 3

Dit artikel bepaalt binnen welke termijn het bestuur een beschikking neemt op de aanvraag voor het extra voorschot.

Artikel 4

Dit artikel bepaalt dat om het extra voorschot te bepalen, de in de referteperiode afgegeven toevoegingen vermenigvuldigd worden met het normbedrag van € 860 zoals gepubliceerd is bij bekendmaking van 27 november 2019, Staatscourant 2019, 66519. Er is gekozen om het voorschot te stellen op de helft van het geldende voorschotbedrag, omdat er naast het voorschot ook nog steeds losse declaraties en vaststellingen plaatsvinden.

Om de maatregel niet onnodig complex te maken zal elke toevoeging als één toevoeging gelden, ongeacht de eenheden die daarvoor gebruikelijk zijn volgens het maximumbeleid van het bestuur.

Artikel 5

Omdat nog niet vaststaat tot wanneer de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van het coronavirus van kracht blijven en effect zullen hebben op de financiële continuïteit van advocaten en mediators, is gekozen om vanaf 1 januari 2021 het verleende voorschot terug te vorderen. De verrekening vindt plaats in vier gelijke maandelijkse termijnen om te voorkomen dat er in januari 2021 een groot bedrag verrekend wordt met het rekening courant van de advocaat of mediator.

Gelet op de onzekerheid rondom de maatregelen behoudt het bestuur zich het recht voor om als in algemene zin de impact van de COVD-19 crisis op het rechtsbestel zeer ingrijpend verder wijzigt aanvullende voorschotten toe te kennen dan wel de verrekening over een langere periode dan vier maanden uit te spreiden of op te schorten. Wanneer het bestuur dit besluit neemt, zal dit via de internetsite van de Raad (www.rvr.org) worden gecommuniceerd.

Advocaten of mediators wier inschrijving op grond van artikel 17 van de Wet op de rechtsbijstand wordt doorgehaald, zijn gelijk artikel 37 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 bepaalt, ook onder deze beleidsregel verplicht om het verleende voorschot met verrekening van de toegekende vergoedingen direct terug te betalen.