Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juli 2019, nr. WJZ/ 19175891, tot wijziging van de Regeling nationale EZ-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 in verband met een wijziging van de subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten en ophoging van het subsidieplafond van de subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 1, 2, 4, 19, 25, 30, vierde en vijfde lid, en 34, eerste lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de toepassing van deze titel kan de minister een instelling aanwijzen als financier.

B

In de artikelen 2.5.2, 2.5.3, eerste lid, aanhef, 2.5.5, eerste lid, en 2.5.8, tweede lid, wordt ‘bank’ telkens vervangen door ‘financier’.

C

In artikel 2.5.3, eerste lid, vervalt onderdeel c onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door ‘; of’ en onder verlettering van onderdeel d tot c.

D

Artikel 2.5.6, tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 3°, komt te luiden:

  • 3°. voor landbouwinnovaties tenzij reeds vijfmaal een landbouwborgstellingskrediet voor een soortgelijke landbouwinnovatie is verleend.

E

Bijlage 2.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de partijaanduiding wordt ‘de Minister van Economische Zaken’ vervangen door ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ en wordt ‘de Bank’ vervangen door ‘de Financier’.

2. Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. In de alfabetische volgorde wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

financieringsfaciliteit:

krediet of lening of een deel van een krediet of lening waarvoor de Staat niet borg of garant staat;

b. De begripsbepaling bankfaciliteit vervalt.

c. Voor de tekst ‘1°. uitwinning door de Bank (…) surséance van betaling is verleend.’ wordt ingevoegd ‘uitwinning:’, waarbij de aangehaalde tekst op een nieuwe regel wordt geplaatst.

3. In de artikelen 1, tweede lid, 2, 3, 4, onderdeel b, onder 6°, en onderdeel c, 5, 6, eerste lid, 7, eerste lid, 8, eerste lid, 10, tweede lid, 11, tweede lid, 14, vijfde lid, 15, tweede lid, 16, eerste lid, 17, onderdeel b, 18, 19, 20, 21, 22, eerste lid, 23, eerste lid en tweede lid, onderdeel b, 24, 25, 26, 27, 28, 29, tweede tot en met vijfde lid, wordt ‘Bank’ telkens vervangen door ‘Financier’.

4. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel c wordt ‘de Regeling openstelling EZ-subsidies’ vervangen door ‘de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies’.

b. In de onderdelen h tot en met j wordt ‘bankfaciliteit’ telkens vervangen door ‘financieringsfaciliteit’.

c. Onder vervanging van ‘, en’ aan het slot van onderdeel i door een puntkomma en van de punt aan het slot van onderdeel j door ‘, en’ wordt een onderdeel toegevoegd luidende:

  • k. het totaal aan landbouwborgstellingskredieten niet meer dan 50% bedraagt van de kredieten die de Financier aan een MKB-landbouwondernemer heeft verstrekt ten tijde van het sluiten van de kredietovereenkomst die wordt gemeld op grond van artikel 8, eerste lid.

5. In de artikelen 3, onderdeel h, 14, vijfde lid, onderdeel b, 17, onderdeel b, en 18, tweede lid, wordt ‘bankfaciliteiten’ telkens vervangen door ‘financieringsfaciliteiten’.

6. In artikel 4, onderdeel b, vervalt subonderdeel 4° en worden de subonderdelen 5° en 6° vernummerd tot 4° en 5°.

7. Artikel 6 vervalt.

8. Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Criteria kredietovereenkomst: investeringen landbouwinnovatie

In afwijking van artikel 5 verleent de Staat uitsluitend een landbouwborgstellingskrediet voor landbouwinnovatie indien het door de Financier te verstrekken krediet of een deel van het krediet betrekking heeft op nieuwe investeringen uiteengezet in een investeringsplan van de MKB-landbouwondernemer dat:

  • a. gericht is op het onderscheidend positioneren van een landbouwproduct in de markt door vernieuwing en verduurzaming; en

  • b. bijdraagt aan nieuwe en integrale bedrijfssystemen die de gangbare bedrijfsvoering en het management van de landbouwonderneming van de MKB-landbouwondernemer wijzigen.

9. In artikel 8 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid beslist de minister binnen 60 dagen indien het landbouwborgstellingskrediet betrekking heeft op landbouwinnovatie als bedoeld in artikel 7a.

10. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘bank’ vervangen door ‘financier’.

b. In onderdeel c, subonderdeel 2°, wordt ‘artikel 13, eerste en tweede lid,’ vervangen door ‘artikel 13, eerste tot en met derde lid,’.

11. Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid, aanhef, en tweede lid, aanhef, wordt telkens ‘ artikel 12’ vervangen door ‘artikel 12, eerste lid,’.

b. In het eerste lid, onderdeel b, vervalt ‘met een hoger niveau dan Plusstal’.

c. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid, tot vierde tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van artikel 12, eerste lid, geldt als maximale omvang van het landbouwborgstellingskrediet een bedrag van € 2.500.000 indien:

    • a. de nieuwe investeringen voor meer dan 50% landbouwinnovatie betreffen;

    • b. uit het investeringsplan dat ten grondslag ligt aan de kredietovereenkomst blijkt hoe de MKB-landbouwondernemer door vernieuwing en verduurzaming een landbouwproduct onderscheidend in de markt wil zetten en hoe door nieuwe en integrale bedrijfssystemen daarbij de gangbare bedrijfsvoering en het management van de landbouwonderneming van de MKB-landbouwondernemer wijzigt.

d. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘het eerste en tweede lid’ vervangen door ‘het eerste tot en met derde lid’.

e. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘het eerste, tweede en derde lid’ vervangen door ‘het eerste tot en met vierde lid’.

f. In het zesde lid (nieuw), aanhef, wordt ‘het eerste, tweede en derde lid’ vervangen door ‘ het eerste tot en met vierde lid’.

g. In het zesde lid (nieuw), onderdeel a, wordt ‘[pm]’ vervangen door ‘14 en 15’.

12. In artikel 14, tweede lid, wordt de puntkomma vervangen door een punt.

13. In artikel 18, vierde lid, wordt ‘het Ministerie van Economische Zaken’ vervangen door ‘het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’.

14. In artikel 21, vijfde lid, wordt ‘bank’ vervangen door ‘Financier’.

15. De ondertekening wordt als volgt gewijzigd:

a. ‘Minister van Economische Zaken’ wordt vervangen door ‘Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’.

b. ‘Bank’ wordt telkens vervangen door ‘Financier’;

c. ‘bank’ wordt vervangen door ‘Financier’.

ARTIKEL II

De Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

De tabel van artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

In de rij met betrekking tot titel 2.3, Energie-efficiëntie glastuinbouw, wordt in kolom 6 ‘€ 6.900.000’ vervangen door ‘€ 7.376.000’.

B

De rij met betrekking tot titel 4.6, Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weide- en akkervogels, vervalt in de tabel van artikel 1 en wordt toegevoegd aan de tabel van artikel 3.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van:

  • a. artikel I, onderdelen A, B, D en E, terug tot en met 1 januari 2018;

  • b. artikel I, onderdeel C, terug tot en met 1 juli 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juli 2019

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

I. Algemeen

I.1 Doel en strekking

Met deze regeling wordt de subsidiemodule Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL) in titel 2.5 van de Regeling nationale EZ-subsidies (RNES) gewijzigd. De wijziging houdt met name verband met een verbreding van de reikwijdte van de regeling door het toevoegen van de mogelijkheid van borgstelling voor een andere kredietverstrekker aan een MKB-landbouwondernemer dan een bank. Dit sluit aan op de ontwikkeling dat bedrijfsfinanciering steeds meer bestaat uit een stapeling van financieringen waarbij meerdere financiers (huisbankier en andere (risico-)financiers) betrokken zijn.

Tegelijk met de verbreding worden in deze wijzigingsregeling enkele kleine actualisatiewijzigingen meegenomen zoals het schrappen van de voorwaarde Plusstal borgstellingskredieten voor (ver-)bouw van stallen, omdat de certificering daarvan geen onderdeel meer uitmaakt van de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij en derhalve door Stichting Milieukeur is gestaakt.

De overige inhoudelijke wijzigingen van titel 2.5 RNES en het daarbij behorende model voor de landbouwborgstellingsovereenkomst die ingevolge artikel 2.5.7 als bijlage van de RNES is opgenomen worden onder paragraaf II in de toelichting op artikel I besproken.

I.2 Staatssteun

De subsidie, bedoeld in artikel 2.5.2, houdt staatssteun in. De staatssteun wordt gerechtvaardigd door de algemene groepsvrijstellingsverordening1, in het bijzonder artikel 21 van die verordening.

I.3 Regeldruk

Voor de agrarische ondernemer

De regeldruk voor agrarische ondernemers is onveranderd. De ondernemer zal afspraken moeten maken met de financier over het afsluiten van een lening. Deze procedure is voor de ondernemer niet anders dan voor het afsluiten van een lening zonder overheidsgarantstelling. Deze regeling heeft derhalve geen invloed op de regeldruk voor de ondernemer.

Voor de financiers

Met deze regeling kunnen naast banken ook andere financiers worden aangewezen die gebruik kunnen maken van een landbouwborgstellingskrediet. Zij zullen dat dan doen onder de bestaande uitvoeringssystematiek voor deze subsidiemodule. Die uitvoeringssystematiek is ongewijzigd. Dit betekent dat er geen sprake is van een substantiële verandering van de regeldruk.

I.4 Inwerkingtreding, vaste verandermomenten en terugwerkende kracht

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving, die inhoudt dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze voor hen begunstigende wijzigingen.

De terugwerkende kracht van een aantal onderdelen borgt dat een landbouwborgstellingskrediet voor landbouwinnovatie per 1 januari 2018 kon worden verstrekt. Zonder een dergelijke voorziening zouden deze landbouwborgstellingen niet onder de reeds verstrekte subsidies vallen. Daarnaast voorkomt het dat bij een landbouwborgstellingskrediet voor de bouw of verbetering van een stal ten onrechte het vereiste van een certificaat ‘hoger dan het niveau Plusstal’ wordt gesteld terwijl een dergelijk certificaat sinds 1 januari 2018 niet meer bestaat.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A en B

De reikwijdte van titel 2.5 wordt uitgebreid omdat ook andere kredietverstrekkers dan banken in aanmerking kunnen komen voor de subsidie in de vorm van een borgstelling. Het gaat dan om instellingen die door de minister in het kader van deze titel van de RNES kunnen worden aangewezen als financier.

Onderdeel C

Onderdeel c van het eerste lid van artikel 2.5.3 hield een uitsluiting van enkele beroepsgroepen in en dit onderdeel was opgenomen in de BL in het kader van de harmonisatie met de algemene borgstelling voor het MKB, titel 3.11 Borgstelling MKB-kredieten (BMKB). In de BMKB is deze uitsluiting inmiddels geschrapt omdat die in de hedendaagse marktordening niet meer noodzakelijk is. In aansluiting hierop wordt dit ook in de BL geschrapt.

Onderdeel D

De wijziging van artikel 2.5.6 verduidelijkt de wijze van de verdeling van het subsidieplafond met daarbij een onderscheid tussen landbouwborgstellingskredieten die betrekking hebben op landbouwinnovatie.

Onderdeel E

In het model voor de landbouwborgstellingsovereenkomst die ingevolge artikel 2.5.7 als bijlage van de RNES is opgenomen (hierna: modelovereenkomst) is nog een aantal wijzigingen opgenomen. Een aantal daarvan bestaat uit correcties en verduidelijkingen. Zo wordt als gevolg van het verbreden van de reikwijdte van de regeling tot ‘financiers’ het begrip bankfaciliteit vervangen door financieringsfaciliteit.

Bij de meldding van een kredietovereenkomst die strekt tot het financieren van investeringen voor landbouwinnovatie is een langere termijn voor de beoordeling door RVO nodig. In de handreiking van RVO voor deze subsidiemodule zullen overigens handvatten aan de financiers worden gegeven met betrekking tot de toetsing van landbouwinnovatieve investeringen. In een ondernemings- of investeringsplan van landbouwinnovatie kan ook worden aangesloten bij het bevorderen van de ontwikkeling van en de omslag naar kringlooplandbouw die centraal staat in de visie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: Waardevol en Verbonden (LNV-visie).2 Dit kan onder meer de ambities en doelstellingen betreffen die vallen onder de in paragraaf 4.1 genoemde onderdelen 1 en 3 tot en met 9, van de LNV-visie. Dit aspect kan ook meegenomen worden bij de algemene toets van de MKB-landbouwondernemer die financiers doen in het licht van de eisen van maatschappelijk ondernemen. Daarnaast kunnen financiers bij RVO terecht voor gerichte voorlichting.

Artikel II

Onderdeel A

De subsidiemodule Energie-efficiëntie glastuinbouw stimuleert de uitrol van een beperkt aantal energiebesparende technieken in de glastuinbouw. Hiermee wordt de energiebesparing en CO2-emissiereductie in de glastuinbouw verder gestimuleerd, hetgeen bijdraagt aan de CO2-doelstelling voor de glastuinbouw uit de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-2020. De met dit onderdeel geregelde ophoging van het budget is begunstigend omdat het mogelijk maakt meer aanvragen op grond van de openstelling van 2019 te honoreren en daarmee de CO2-reductie te versnellen.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt een correctie in de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2019 aangebracht. De openstelling van titel 4.6 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (Niet-productieve investeringen agrarisch natuurbeheer leefgebieden weide- en akkervogels) was abusievelijk in de tabel van artikel 1 opgenomen, dat de openstelling van subsidie-instrumenten in de Regeling nationale EZ-subsidies regelt. Met deze wijzigingsopdracht wordt de openstelling van de genoemde titel verplaatst naar de tabel van artikel 3, dat de openstelling van subsidie-instrumenten in de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies regelt.

Artikel III

Op dit artikel is ingegaan in paragraaf I.4.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

X Noot
2

LNV-visie “Waardevol en Verbonden”, bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 35 000 XIV, nr. 5.

Naar boven