Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 maart 2019, houdende verlening van een uitsluitend recht aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers voor het verlenen van diensten op het gebied van coördinatie met betrekking tot de landelijke voorziening Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO-LV) aan de Staat der Nederlanden

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de stelselverantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de Omgevingswet en de daarin geregelde landelijke voorziening Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV);

Overwegende:

Dat invoering van de Omgevingswet wordt voorzien op 1 januari 2021;

Dat een tijdige beschikbaarheid en de continuïteit en kwaliteit van DSO-LV als publieke voorziening met het oog op uitvoerbaarheid van de Omgevingswet moet worden gewaarborgd;

Dat het daarvoor noodzakelijk is coördinatie te bewerkstelligen tussen publieke organisaties die tezamen DSO-LV ontwikkelen en onderhouden, alsook samenwerking tot stand te brengen met bestuursorganen van het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen en andere gebruikers die bij de toepassing van de Omgevingswet van DSO-LV afhankelijk zijn;

Dat deze coördinerende werkzaamheden onder volledige verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties moeten worden uitgevoerd door een daartoe beschikbare en geschikte organisatie;

Dat de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in het kader van de basisregistraties in het fysieke domein en in het kader van DSO-LV wettelijke taken uitvoert en gaat uitvoeren die nauw samenhangen met de benodigde coördinerende werkzaamheden in het kader van het beheer van DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet en bij uitstek is toegerust voor het uitvoeren van die coördinatie;

Dat dienstverlening door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in het kader van de coördinatie van verschillende onderdelen van DSO-LV een noodzakelijke voorwaarde is voor het tijdig tot stand komen en op stabiele wijze uitvoeren, door ontwikkelen en uitbouwen van DSO-LV;

Dat dit een randvoorwaarde is voor het invoeren van de Omgevingswet;

Dat het volgen van een nationale of Europese aanbestedingsprocedure voor deze coördinerende werkzaamheden een onaanvaardbaar risico vormt voor een tijdige beschikbaarheid, de continuïteit en kwaliteit van DSO-LV;

Gelet op artikel 2.24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers wordt een uitsluitend recht verleend voor het in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verrichten van werkzaamheden in het kader van de coördinatie van DSO-LV.

Artikel 2

De werkzaamheden bedoeld in artikel 1 omvatten de in bijlage 3 bij de Beheerovereenkomst DSO-LV (Staatscourant 2019, nr. 109) omschreven werkzaamheden, daar omschreven als taken op het gebied van tactisch beheer DSO-LV.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties K.H. Ollongren

Indien een partij bezwaar heeft tegen het onderhavige besluit tot verlening van een uitsluitend recht en onttrekking van daarop gebaseerde opdrachten aan de toepasselijkheid van de Aanbestedingswet 2012, dienen deze bezwaren binnen twintig (20) kalenderdagen na de datum van publicatie van dit besluit kenbaar te zijn gemaakt door middel van betekening aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van een dagvaarding in kort geding voor de voorzieningenrechter te Den Haag. Deze termijn van twintig (20) kalenderdagen is gebaseerd op artikel 2.127, derde lid, van de Aanbestedingswet 2012 en geldt als een vervaltermijn. Indien een partij na afloop van genoemde termijn alsnog in rechte bezwaar maakt tegen de verlening van het uitsluitend recht, dan wel – op een later moment – tegen de opdrachtverlening(en) door de Staat aan de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers, is de bezwaar makende partij niet ontvankelijk in haar vordering.

TOELICHTING

Inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt voorzien op 1 januari 2021. In het bij de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstel voor de Invoeringswet Omgevingswet wordt geregeld dat een landelijke voorziening binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV) voor alle gebruikers van de Omgevingswet als publieke voorziening beschikbaar wordt gesteld. Het wetsvoorstel bepaalt dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de landelijke voorziening beheert en dat bij ministeriële regeling aan een rechtspersoon een uitsluitend recht kan worden verleend voor het in opdracht van de Minister verrichten van werkzaamheden in het kader van het beheer van de landelijke voorziening (artikel 20.21 Omgevingswet).

Voor de integrale beschikbaarheid van DSO-LV bij inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021, is het noodzakelijk dat reeds per 1 januari 2019 een kader voor besluitvorming over en organisatie van het beheer van DSO-LV is vastgesteld om zo voldoende voorbereidingstijd te hebben om dat beheer stapsgewijs in te richten. Het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen hebben daartoe op 18 december 2018 een beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet Landelijke voorziening en Informatiepunt (Staatscourant 2019, nr. 109) afgesloten, waarin de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van zijn stelselverantwoordelijkheid voor de Omgevingswet en het daarin geregelde DSO-LV het strategisch beheer op zich neemt. In het kader daarvan draagt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorg voor de opdrachtverlening van tactisch beheer en operationeel beheer van DSO-LV aan bestaande daarvoor beschikbare en geschikte uitvoeringsorganisaties in de publieke sfeer.

Het DSO-LV, vormt de opvolger van de huidige digitale voorzieningen in de fysieke leefomgeving, met name van het Omgevingsloket Online (OLO), Ruimtelijke Plannen.nl en het Activiteiten Internet Module (AIM), die volledig door publieke organisaties worden uitgevoerd. Met het DSO wordt de publieke taakuitvoering door publieke organisaties onder de werking van de Omgevingswet gecontinueerd. Dit sluit ook aan bij de positionering in de publieke sfeer van de uitvoering van taken door publieke organisaties in het kader van het beheer van de basisregistraties in het fysieke domein.

Het tactisch beheer betreft de coördinatie van verschillende onderdelen van DSO-LV, waarmee de functionaliteiten van de landelijke voorziening als geheel worden gerealiseerd en beheerd. Het operationeel beheer van de onderdelen voor onderscheiden functies van de landelijke voorziening op grond van de Omgevingswet wordt bij meerdere publieke organisaties belegd. De Minister moet daarom voorzien in een organisatie die de coördinatie van de integrale werking van DSO-LV waarborgt. Het gaat hier om coördinerende werkzaamheden die nodig zijn om de samenhang van voorzieningen en informatie binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet te bewaken. Coördinatie is onder andere nodig, omdat onderdelen van de landelijke voorziening door verschillende uitvoeringsorganisaties worden geleverd, waarbij gestuurd moet worden op niveaus van dienstverlening binnen een taakstellend budget. Daarnaast is coördinatie nodig met het oog op de benodigde aansluiting van bevoegde gezagen (circa 400) op DSO-LV en vanwege de samenhang met andere overheidsinformatievoorzieningen, alsook om in te spelen op veranderingen en innovaties.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, na een zorgvuldig voorbereidingsproces en interbestuurlijke consultatie, overeenstemming bereikt met de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (verder: het Kadaster) over het doen uitvoeren door het Kadaster van het tactisch beheer DSO-LV in opdracht van de Minister. Deze taak wordt niet als wettelijke taak aan het Kadaster opgedragen omdat het in dit ontwikkelingsstadium van DSO-LV aangewezen is dat het tactisch beheer onder volledige verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt uitgevoerd.

Een kwalitatief goed en stabiel functionerende DSO-LV vertegenwoordigt een dwingend algemeen belang, omdat de DSO-LV een in de wet geregelde collectieve voorziening is, essentieel voor de uitvoering van de Omgevingswet. Deze voorziening ondersteunt namelijk overheden, burgers en bedrijven op belangrijke wijze bij de uitvoering van de Omgevingswet. Besluiten met soms verstrekkende gevolgen zullen worden gebaseerd op gegevens die via de DSO-LV bij bevoegde gezagen worden aangeleverd. Daarom moet eenieder op de betrouwbaarheid en de continuïteit van de DSO-LV kunnen vertrouwen. Om de belangen die samenhangen met een goed werkende DSO-LV op een adequaat niveau te kunnen verzekeren, wordt het tactisch beheer, dat met name op de coördinatie van de onderdelen van de landelijke voorziening ziet, belegd bij het Kadaster. Het Kadaster is een deskundige publieke partij met draagvlak bij relevante betrokken organisaties.

Aanbesteding van dienstverlening op het gebied van tactisch beheer zou naar het oordeel van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een onaanvaardbaar risico vormen voor het tijdig tot stand komen en op stabiele wijze uitvoeren, door ontwikkelen en uitbouwen van DSO-LV. Dit laatste is een randvoorwaarde voor invoering van de Omgevingswet. Uitvoering van het tactisch beheer door het Kadaster biedt voor het waarborgen daarvan thans de grootst mogelijke zekerheid.

Met dit besluit wordt daarom anticiperend op invoering van de Omgevingswet een uitsluitend recht aan het Kadaster verleend om het tactisch beheer in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit te voeren. Dit maakt het mogelijk, zoals is overeengekomen in de Beheerovereenkomst DSO-LV, tijdig voor invoering van de Omgevingswet een doeltreffende en doelmatige beheerorganisatie met inbegrip van het tactisch beheer door het Kadaster te laten starten, zodat DSO-LV bij invoering van de wet op het in de Beheerovereenkomst DSO-LV overeengekomen basisniveau gebruiksklaar is. Bij invoering van de Omgevingswet zal dit besluit worden vervangen door een ministeriële regeling op de grondslag die de Omgevingswet biedt voor het verlenen van een uitsluitend recht.

Het uitsluitend recht wordt beperkt tot werkzaamheden die, met het oog op het dwingend algemeen belang van een goede werking van DSO-LV, noodzakelijk zijn in het kader van het tactisch beheer, zoals omschreven in bijlage 3 bij de Beheerovereenkomst DSO-LV. Ter uitvoering van dit uitsluitend recht wordt tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Kadaster een raamovereenkomst gesloten. In samenhang met de raamovereenkomst zal de Minister het Kadaster machtiging en volmacht verlenen om namens hem rechtshandelingen en feitelijke handelingen te verrichten. In de raamovereenkomst zullen de sturings- en toezichtrelaties tussen de Minister en het Kadaster worden geregeld, zodat de Minister zijn verantwoordelijkheid als opdrachtgever kan waarmaken. De raamovereenkomst zal worden gesloten voor bepaalde tijd, eindigen op 31 december 2023 en kan na evaluatie worden verlengd. In de raamovereenkomst wordt opgenomen dat de uitvoering van de taken namens de Minister, organisatorisch is gescheiden van de uitvoering van wettelijke, eigen taken van het Kadaster. Ook zal in de raamovereenkomst worden gewaarborgd dat het Kadaster geen economisch voordeel uit deze werkzaamheden zal genieten en bij de uitvoering van die werkzaamheden zijn verplichtingen als aanbestedende dienst jegens marktpartijen zal nakomen.

Naar boven