Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 3 december 2018, nr. IENW/BSK-2018/256477, houdende wijziging van de Waterregeling in verband met wijzigingen van kaartbijlagen (2019).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikel 3.1, eerste en tweede lid, in samenhang met artikel 3.3, en artikel 6.16, tweede lid, van het Waterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Waterregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In Bijlage II. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteitsbeheer voert, en grenzen van drogere oevergebieden (bijlage bij artikel 3.2, eerste lid, en 3.3 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage A, behorend bij deze regeling:

Kaart:

kaartnummer:

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

034

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

036

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

038

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

098

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

177

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

178

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

181

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

195

Beheer waterkwaliteit en drogere oevergebieden

262

B

In Bijlage III. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwantiteitsbeheer voert (bijlage bij artikel 3.2, tweede lid, van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage B, behorend bij deze regeling:

Kaart

kaartnummer:

Beheer waterkwantiteit

038

Beheer waterkwantiteit

098

Beheer waterkwantiteit

177

Beheer waterkwantiteit

178

Beheer waterkwantiteit

181

Beheer waterkwantiteit

195

Beheer waterkwantiteit

262

C

In Bijlage IV. Kaart met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterstaatkundig beheer voert en van rijkswateren waar een niet tot het Rijk behorend overheidslichaam het waterstaatkundig beheer voert (bijlage bij de artikelen 3.2, derde lid, 3.2a en 6.7 van de Waterregeling) worden de kaarten met onderstaande nummers vervangen door de hieronder genoemde kaarten met gelijke nummers, opgenomen in bijlage C, behorend bij deze regeling:

Kaart:

kaartnummer:

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

038

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

098

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

177

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

178

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

195

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

235

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

262

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

323

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

324

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

325

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

326

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

327

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

328

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

329

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

330

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

331

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

332

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

333

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

334

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

335

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

336

Waterstaatkundig beheer en vrijstelling vergunningplicht gebruik waterstaatswerken

337

ARTIKEL II

  • 1. Indien een werk of handeling op het tijdstip, direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, niet strijdig was met daarvoor bij of krachtens de Waterwet geldende regels of voorschriften en daarvoor als gevolg van een wijziging krachtens deze regeling van bijlage II, III of IV bij de Waterregeling een watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet vereist zou worden, blijft die vergunningplicht buiten toepassing, totdat er een wijziging van dat werk of die handeling plaatsvindt waarvoor een watervergunning vereist is.

  • 2. Indien als gevolg van een wijziging als bedoeld in het eerste lid een ander bestuursorgaan bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet wordt, wordt een met betrekking tot dat werk of die handeling op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van kracht zijnde watervergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Waterwet, aangemerkt als een watervergunning van dat andere bestuursorgaan.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE C

TOELICHTING

1. Inleiding

De regeling vervangt in totaal 38 kaarten in de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling. Deze bijlagen bevatten kaarten met grenzen van oppervlaktewaterlichamen en zijwateren waar het Rijk het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer voert en van drogere oevergebieden.

2. Wijzigingen per onderdeel

De aangepaste kaarten binnen de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling (onder nummers 034, 036, 038, 098, 177, 178, 181, 195, 235, 262 en 323 tot en met 337) bevatten gewijzigde grenzen voor het beheer. De wijzigingen van de grenzen betreffen verbeteringen van de eerdere versies van de kaarten en de vastlegging van de met andere betrokken bestuursorganen afgesproken wijzigingen van de beheergrenzen. Hieronder zijn per regionaal onderdeel van Rijkswaterstaat de wijzigingen toegelicht.

Zuid-Nederland (kaarten onder nummer 034, 036 en 038)

De wijzigingen van de kaarten onder nummer 034 en 036 in bijlage II betreffen correcties met betrekking tot het beheergebied ten aanzien van de waterkwaliteit van het Oude Maasje vanaf de keersluis Schipdiep.

Het waterkwaliteitsbeheer van dat gebied is al lange tijd een taak van het waterschap Brabantse Delta, maar per abuis nog niet op de kaarten weergegeven.

De wijziging van de kaarten onder nummer 038 betreft een correctie met betrekking tot de beheergrenzen waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterstaatswerken. Dit is gelegen in het feit dat in Drimmelen een zwemwater onder beheer van Rijkswaterstaat valt. Dit water staat in open verbinding met de Amertak en dient derhalve op de kaarten ingetekend te worden.

Zee en Delta (kaarten onder nummer 098)

Op de kaarten onder nummer 098 is een aanpassing noodzakelijk met betrekking tot de Schependijk in Terneuzen, die was aanwezen als drogere oevergebied. Conform het Tracébesluit Nieuwe Sluis Terneuzen1 wordt de Schependijk gedeeltelijk afgegraven. Op het moment dat met afgraven wordt aangevangen wordt in feite vrijwel direct in den natte gewerkt. Om recht te doen aan deze feitelijke en de nieuwe situatie, dienen de bijlagen II, III en IV bij de Waterregeling te worden gewijzigd. Hierdoor zal de aanwijzing van de Schependijk als drogere oevergebied te komen vervallen.

Daarnaast blijkt er bij de Schependijk sprake te zijn van een plaatselijke bodemverontreiniging. In het laatste kwartaal van 2018 wordt voordat de wijziging van de kaarten onder nummer 098 van kracht wordt ter plaatse de verontreinigde bovenlaag droog afgegraven onder het regime van de Wet bodembescherming. De plaatselijk verontreinigde onderlaag dient eveneens te worden afgegraven. Dit kan echter niet droog gebeuren zonder het risico op schade voor de bebouwde omgeving. Er zal in dat geval immers bemaling moeten worden toegepast. Om die reden is het van belang dat de aanwijzing als drogere oevergebied voordien komt te vervallen.

West-Nederland Noord (kaarten onder nummer 177, 178 en 181)

Allereerst zijn voor West-Nederland Noord de kaarten onder nummer 177 aangepast. Door de verwijdering van het Sluiseiland uit het Amsterdam-Rijnkanaal is de feitelijke situatie gewijzigd. Op de aangepaste kaarten zijn de begrenzingen van het gebied waarover het Rijk het waterstaatkundig beheer, waterkwaliteitsbeheer en waterkwantiteitsbeheer heeft veranderd om recht te doen aan de nieuwe situatie.

Ook de kaarten onder nummer 178 zijn gewijzigd. Door middel van een coupure2 is in 2015 de Noorder IJplas in open verbinding gesteld met het Zijkanaal H van het Noordzeekanaal. Dit heeft geleid tot een nieuwe beheersituatie, waardoor het waterbeheer van de Noorder IJplas is overgedragen aan het Rijk. De wijziging van de kaarten onder nummer 178 doet recht aan deze nieuwe beheersituatie.

Ten slotte zijn de kaarten onder nummer 181 aangepast. Dit was noodzakelijk, omdat als gevolg van reeds uitgevoerde werkzaamheden aan de nieuwe zeesluis bij IJmuiden de feitelijke situatie in het gebied niet meer overeenstemde met de situatie op de kaarten waarbij de vergraven landtongen waren aangewezen als drogere oevergebied. De grenzen van de oude landtongen waren feitelijk niet meer zichtbaar, terwijl de nieuwe grenzen inmiddels volledig zichtbaar waren in het werkgebied. Reden waarom de nieuwe situatie in de kaarten onder nummer 181 wordt vastgelegd.

Oost-Nederland (kaarten onder nummer 195)

In het kader van Ruimte voor de Rivier wordt de maatregel IJsseldelta-Zuid (aanleg hoogwatergeul) gerealiseerd. Met de aanleg van een vaargeul door de uiterwaarden van de IJssel en een schutsluit (voor de recreatievaart) wordt het Reevediep een met de IJssel verbonden oppervlaktewaterlichaam. Hierdoor onstaat per 1 januari 2019 ook een nieuw buitendijks gebied dat wordt toegevoegd aan het beheergebied van het Rijk. Vanaf 1 januari 2019 draagt Rijkswaterstaat de zorg voor het waterkwaliteits-, waterkwantiteits- en waterstaatkundig beheer in dit gebied. Hiertoe wordt het desbetreffende gebied opgenomen in bijlage II van het Waterbesluit.3 In bijlage III wordt op een nog bij koninklijk besluit te bepalen moment, als de werkzaamheden gereed zijn, tevens de Reevedam en het Reevesluiscomplex opgenomen als primaire waterkering in beheer bij het Rijk. De begrenzing van het gebied wordt vastgelegd op de kaarten bij de Waterregeling.4

Noord-Nederland (kaarten onder nummer 235, 262, 323 tot en met 337)

Rijkswaterstaat Noord-Nederland heeft de beheergrenzen van de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl geëvalueerd en opnieuw vastgesteld.

De beheergrenzen voor de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl zijn, na de overname ervan door Rijkswaterstaat van de noordelijke provincies in 2014, vastgesteld op de grenzen die gehanteerd werden door de provincies. Voor de inwerkingtreding van deze regeling werd voor de gehele Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl een beheergrens gehanteerd van 30 meter aan weerszijden. Op grond van de Waterwet dient voor elke activiteit die in deze zone wordt geïnitieerd, een melding of een aanvraag van een watervergunning gedaan te worden. Dit leidt voor initiatiefnemers tot onnodige administratieve lasten. Zeker in situaties waarbij de activiteit weinig tot geen impact heeft op het areaal van Rijkswaterstaat. Dit leidt tot veel bestuurlijke lasten. Uit evaluatie is gebleken dat deregulering door het versmallen van de beheergrenzen tot 10 meter aan weerszijden van de vaarweg onder andere leidt tot een sterke vermindering van zowel administratieve als bestuurlijke lasten. Deze versmalling is uitgevoerd door de aanpassing van onder nummer de kaarten 235 en 323 tot en met 337.

Daarnaast zijn de kaarten onder nummer 262 voor waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterstaatswerken gewijzigd door een dijkverlegging langs de Eems-Dollard door het waterschap Noorderzijlvest.

3. Gevolgen van deze regeling

Als gevolg van het vergunningvrij dan wel vergunningplichtig worden van gebieden kunnen er regeldrukgevolgen zijn. Echter, deze volgen reeds uit eerder gemaakte afspraken, dan wel uit de toepassing van andere regelgeving op de wijzigingen in de desbetreffende gebieden. De onderhavige wijziging heeft op zichzelf geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven en evenmin voor de bestuurlijke en uitvoeringslasten. De wijzigingen zijn afgestemd met de betrokken bestuursorganen. Voor burgers en bedrijven zijn er als gevolg van deze regeling geen andere ingrijpende gevolgen. Om deze redenen is afgezien van internetconsultatie, in lijn met het beleid ten aanzien daarvan.5

4. Overgangsrecht

Deze regeling bevat de gebruikelijke overgangsbepaling, waarmee wordt bereikt dat voor bestaande, doorlopende werken en handelingen waarvoor eerder geen watervergunning vereist was, na inwerkingtreding van de onderhavige regeling niet enkel door de wijziging van beheergrenzen een watervergunning vereist is. Voorwaarde is wel dat de werken en handelingen voorafgaand aan het van kracht worden van de gewijzigde beheergrenzen aan de Waterwet en de krachtens die wet gestelde regels en voorschriften voldoen (zoals vergunningseisen en -voorschriften, zorgplichten, algemene regels, maatwerkvoorschriften en meldings- en informatieplichten). Met dit overgangsrecht wordt de continuïteit van bestaande rechten en beschermingsniveaus gewaarborgd en worden onnodige lasten, die zouden ontstaan door het – enkel door de wijzigingsregeling – moeten aanvragen van nieuwe vergunningen of ontheffingen of door het opleggen van nieuwe maatwerkvoorschriften, voorkomen.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019 in verband met wijzigingen van de beheergrenzen die per die datum noodzakelijk zijn. Van de invoeringstermijn van drie maanden uit het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, die is vereist wegens de gevolgen voor andere overheden, wordt afgeweken. Dat is niet bezwaarlijk, omdat de wijzigingen al zijn afgestemd met de betrokken overheden en waar relevant met andere betrokkenen. Bovendien is latere inwerkingtreding niet gewenst, omdat de voorheen aangegeven beheergrenzen op de genoemde kaarten bij de Waterregeling niet actueel zijn. Spoedige wijziging is dus noodzakelijk en een later vast verandermoment, in dit geval 1 april 2019, kan om die reden niet worden afgewacht. Dit is in overeenstemming met de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Zie de bekendmaking van dat besluit in Stcrt. 2016, 12565.

X Noot
2

Een onderbreking in een waterkering.

X Noot
3

Zie artikel XX, onderdeel D, van het Besluit van 26 april 2018, houdende technische wijzigingen van enkele algemene maatregelen van bestuur op het terrein van milieu, vervoer en water (Stb. 2018, 135), dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2019.

X Noot
4

Zie artikelen XX, onderdeel E, en XXI, derde lid, van het Besluit van 26 april 2018, houdende technische wijzigingen van enkele algemene maatregelen van bestuur op het terrein van milieu, vervoer en water (Stb. 2018, 135).

X Noot
5

Kamerstukken II 2009/10, 29279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29362, nr. 224.

Naar boven