Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 augustus 2017, kenmerk 2017-0000385971, houdende aanwijzing van de huurcommissie als instantie tot buitengerechtelijke geschillenbeslechting in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (Aanwijzingsbesluit huurcommissie)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 16, eerste lid, van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten;

Besluit:

Artikel 1

De huurcommissie, bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, wordt aangewezen als geschilleninstantie in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit huurcommissie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit bevat de aanwijzing van de Huurcommissie als buitengerechtelijke geschilleninstantie als bedoeld in de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (de Implementatiewet). Onderhavige aanwijzing houdt verband met de implementatie van de richtlijn 2013/11 van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004 en richtlijn 2009/22/EG (Pb EU 2013, L 165) (de richtlijn). Deze richtlijn is geïmplementeerd door middel van genoemde Implementatiewet. De richtlijn verplicht lidstaten tot het voorzien in kwalitatief hoogstaande en voor de consument laagdrempelige buitengerechtelijke geschillenbeslechting in consumentenzaken. Op 9 juli 2015 dient de richtlijn in Nederland geïmplementeerd te zijn. Onderdeel hiervan is de aanwijzing van instanties tot buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

Met betrekking tot de geschillenbeslechting in relatie tot huurprijs, onderhoud en kosten voor service en nutsvoorzieningen bestaat er reeds een buitengerechtelijke geschilleninstantie, namelijk de huurcommissie, op grond van artikel 3a, eerste lid van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. In artikel 16 van de Implementatiewet is de bevoegdheid van de Minister die het aangaat tot aanwijzing van buitengerechtelijke geschilleninstanties als bedoeld in de Implementatiewet opgenomen.

De Huurcommissie is de geschilleninstantie die huurgeschillen behandelt. De huurcommissie bemiddelt en – waar nodig – beslist in geschillen tussen huurder en verhuurder over huurprijs, onderhoud en kosten voor service en nutsvoorzieningen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt de huurcommissie aangewezen als geschilleninstantie als bedoeld in artikel 16 van de Implementatiewet jo. artikel 3a, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

De aanwijzing is van toepassing op geschillen tussen huurder en verhuurder over huurprijs, onderhoud en kosten voor service en nutsvoorzieningen als bedoeld in artikel 4 tot en met 6 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven