De Minister van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de artikelen 5, 23, eerste lid, 57, 59, eerste en vierde lid, en 68, eerste
lid, van de Politiewet 2012, de artikelen 5a, tweede lid, 13, derde lid, 15, zesde
lid, 25, vierde lid, 52, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 7a,
tweede lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, artikel 5,
tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, artikel 24, derde lid,
en 28 van het Besluit bewapening en uitrusting politie, de artikelen 21 en 48 van
het Besluit bezoldiging politie, de artikelen 12, negentiende lid, 58, vierde lid,
67, vijfde lid, en 88a, vijfde lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie
en de artikelen 44, 48, 50, vijfde en 51 van het Besluit beheer politie;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 2, derde lid, van de Klachtenregeling Rijksrecherche wordt ‘de Landelijke eenheid, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling aanwijzing
Landelijke eenheid en ondersteunende diensten’ vervangen door: de Landelijke eenheid,
bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL II
In artikel 4 van de PODACS-regeling wordt ‘elke regionale en landelijke eenheid’ vervangen door: elke regionale eenheid
en de Landelijke eenheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit beheer
politie.
ARTIKEL III
De Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid en samenwerking speciale eenheden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
- a. aanhoudings- en ondersteuningsteam:
-
een team als bedoeld in artikel 11, onder a, van het Besluit beheer politie.
2. Onderdeel c komt te luiden:
- c. de bijzondere bijstandseenheid:
-
de bijzondere bijstandseenheid, bedoeld in artikel 2 van de Regeling Dienst speciale
interventies.
B
In artikel 3, eerste lid, wordt ‘Een aanhoudings- en ondersteuningseenheid’ vervangen
door: Een aanhoudings- en ondersteuningsteam.
C
In de artikelen 4 en 5 wordt ‘een aanhoudings- en ondersteuningseenheid’ telkens vervangen
door: een aanhoudings- en ondersteuningsteam.
D
In artikel 8 wordt ‘tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheden’ vervangen door:
tussen de aanhoudings- en ondersteuningsteams.
E
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheden, de aanhoudings-
en ondersteuningseenheid van de Koninklijke marechaussee en de Dienst Speciale Interventies’
vervangen door: tussen de Dienst speciale interventies, bedoeld in artikel 11 van
het Besluit beheer politie, en de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van de Koninklijke
marechaussee.
2. In onderdeel a wordt ‘van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden’ vervangen door
‘van de aanhoudings- en ondersteuningsteams’ en wordt ‘de Dienst Speciale Interventies’
vervangen door: de bijzondere bijstandseenheid.
3. In onderdeel b wordt ‘de Dienst Speciale Interventies’ vervangen door ‘de bijzondere
bijstandseenheid’ en wordt ‘bij de aanhoudings- en ondersteuningseenheden’ vervangen
door: bij de aanhoudings- en ondersteuningsteams.
F
Artikel 10a komt te luiden:
Artikel 10a
Deze regeling berust op de artikelen 5 en 57 van de Politiewet 2012 en artikel 44
van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL IV
De Regeling Dienst speciale interventies wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- aanhoudings- en ondersteuningsteams:
-
teams als bedoeld in artikel 11, onder a, van het Besluit beheer politie;
- bijzondere bijstandseenheid:
-
de bijzondere bijstandseenheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
- Dienst speciale interventies:
-
de dienst, bedoeld in artikel 11 van het Besluit beheer politie.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden: Er is een bijzondere bijstandseenheid die
in het kader van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde de volgende taken
heeft:.
2. Het tweede lid komt te luiden:
3. Het derde lid komt te luiden:
-
3. De Dienst speciale interventies houdt de onderdelen, genoemd in het tweede lid, onder
a en b, in stand. Het beheer van het onderdeel genoemd in het tweede lid, onder c,
berust bij de Minister van Defensie.
4. Het vierde en vijfde lid vervallen.
C
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
De Afdeling expertise en operationele ondersteuning is belast met het geven van technische
en operationele ondersteuning, waaronder het geven van langeafstandsprecisievuur,
aan de aanhoudings- en ondersteuningsteams, de eenheden van de Koninklijke marechaussee
die zijn belast met dezelfde taken als deze teams, de Afdeling interventies en de
Unit interventie mariniers.
D
Na artikel 3 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4
De Dienst speciale interventies wordt geleid door het hoofd van de Dienst speciale
interventies. Het hoofd kan worden vervangen door het plaatsvervangend hoofd.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘de Dienst speciale interventies’ gewijzigd door: de bijzondere
bijstandseenheid.
2. In het tweede lid wordt ‘de Dienst Speciale Interventies’ gewijzigd door: de bijzondere
bijstandseenheid.
F
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘de DSI’ vervangen door: de bijzondere bijstandseenheid.
2. In het tweede lid wordt ‘welke eenheid van de Dienst speciale interventies’ vervangen
door: welk onderdeel van de bijzondere bijstandseenheid.
G
In artikel 8, eerste en derde lid, wordt ‘de Dienst speciale interventies’ telkens
vervangen door: de bijzondere bijstandseenheid.
H
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het hoofd van de Dienst speciale interventies is belast met de algehele leiding
tijdens de inzet van de bijzondere bijstandseenheid alsmede over de onderdelen van
de politie of van de krijgsmacht die ter ondersteuning van de bijzondere bijstandseenheid
worden ingezet.
2. In het tweede lid, eerste volzin, wordt ‘de betrokken eenheid van de Dienst speciale
interventies’ vervangen door: het betrokken onderdeel van de bijzondere bijstandseenheid.
3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt ‘eenheden’ vervangen door: onderdelen.
4. In het derde lid wordt ‘Unit expertise & operationele ondersteuning’ vervangen door
‘Afdeling expertise en operationele ondersteuning’, wordt ‘een aanhoudings- en ondersteuningseenheid’
vervangen door ‘een aanhoudings- en ondersteuningsteam of een eenheid van de Koninklijke
marechaussee die is belast met dezelfde taken als dit team’ en wordt ‘de chef van
de aanhoudings- en ondersteuningseenheid’ vervangen door: de chef van dit team of
deze eenheid.
I
Artikel 9a komt te luiden:
Artikel 9a
Deze regeling berust op artikel 59, eerste en vierde lid, van de Politiewet 2012 en
artikel 44 van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL V
Na artikel 1 van de Regeling informatieverstrekking beheer politie wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust op artikel 48 van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL VI
Artikel 1 van de Regeling klachtbehandeling politie wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel d komt te luiden:
- d. Landelijke eenheid:
-
de eenheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit beheer politie;.
2. Onderdeel e komt te luiden:
- e. ondersteunende dienst:
-
een ondersteunende dienst als bedoeld in artikel 28 of artikel 36 van het Besluit
beheer politie;.
ARTIKEL VII
In artikel 1.1, onderdeel f, van de Regeling melding ongeoorloofde afwezigheid wordt ‘het meldpunt bij de Groep Opsporing Onttrekkingen (GOO) ressorterende onder
de dienst Operationele samenwerking van de Landelijke eenheid’ vervangen door: het
meldpunt bij de Dienst landelijke recherche van de Landelijke eenheid.
ARTIKEL VIII
De Regeling mobiele eenheid 2007 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt na ‘De mobiele eenheid’ ingevoegd: , bedoeld in artikel
26 van het Besluit beheer politie,.
B
In artikel 19a wordt ‘artikel 14, tweede lid, van het Besluit beheer politie’ vervangen
door: artikel 44 van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL IX
De Regeling Noodcommunicatievoorziening wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘PTT-Telecom B.V.’ vervangen door: Koninklijke KPN N.V.
B
In artikel 2, eerste lid, wordt ‘Elke regionale eenheid en de Landelijke eenheid politiediensten
hebben’ vervangen door: Elke eenheid heeft.
C
In artikel 3 wordt ‘per regionale of landelijke eenheid’ vervangen door: voor elke
eenheid.
ARTIKEL X
In artikel 15 van de Regeling ontslaguitkering vliegers landelijke eenheid wordt ‘landelijke eenheid’ vervangen door: Landelijke eenheid.
ARTIKEL XI
In artikel 14a van de Regeling politiecellencomplex wordt ‘artikel 25 van het Besluit beheer politie’ vervangen door: artikel 51 van
het Besluit beheer politie.
ARTIKEL XII
De Regeling politiehonden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
- a. aanhoudings- en ondersteuningsteam:
-
een team als bedoeld in artikel 11, onder a, van het Besluit beheer politie;.
2. In onderdelen c en e wordt ‘AOE-hond’ telkens vervangen door: AOT-hond.
B
In artikel 4 wordt na ‘de mobiele eenheid’ ingevoegd: , bedoeld in artikel 26 van
het Besluit beheer politie.
C
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5. Bewapening met AOT-hond
Bewapening met een AOT-hond geschiedt uitsluitend bij het optreden van een aanhoudings-
en ondersteuningsteam.
D
In de artikelen 6, derde tot en met vijfde lid, en 7, eerste tot en met derde lid,
wordt ‘AOE-hond’ telkens vervangen door: AOT-hond.
E
In artikel 11, tweede lid, wordt ‘een andere regionale of landelijke eenheid’ vervangen
door: een andere eenheid.
F
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Keuringsvoorschriften AOT-hond.
2. In het eerste lid wordt ‘een AOE-hond’ vervangen door ‘een AOT-hond’ en wordt ‘een
aanhoudings- en ondersteuningseenheid’ vervangen door: een aanhoudings- en ondersteuningsteam.
3. In het tweede lid wordt ‘AOE-hond’ telkens vervangen door: AOT-hond.
4. In het derde lid, aanhef, en onderdelen a, d en e, wordt ‘de AOE-hond’ telkens vervangen
door: de AOT-hond.
5. In het derde lid, onderdeel b, wordt ‘de aanhoudings- en ondersteuningseenheid’ vervangen
door: het aanhoudings- en ondersteuningsteam.
6. In het vierde lid wordt ‘De AOE-hond’ vervangen door: De AOT-hond.
G
In de artikelen 13, eerste lid, en 14, eerste en vijfde lid, wordt ‘AOE-hond’ telkens
vervangen door: AOT-hond.
H
Artikel 17 komt te vervallen.
ARTIKEL XIII
Artikel 8a van de Regeling politielegitimatiebewijs komt als volgt te luiden:
Artikel 8a
Deze regeling berust op artikel 51 van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL XIV
Artikel 7a van de Regeling politielogo komt als volgt te luiden:
Artikel 7a
Deze regeling berust op artikel 51 van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL XV
In artikel 1, onderdeel g, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt ‘de dienst Nationale recherche van de Landelijke eenheid’ vervangen door: de
Dienst landelijke informatieorganisatie van de Landelijke eenheid.
ARTIKEL XVI
In de artikelen 6, vierde lid, 8, onderdeel b, en 9, onderdeel b, van de Regeling studiefaciliteiten politie wordt ‘landelijke eenheid’ telkens vervangen door: de Landelijke eenheid.
ARTIKEL XVII
De Regeling toezicht arrestantenzorg politie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel e, wordt ‘artikel 24, eerste lid van het Besluit beheer politie’
vervangen door: artikel 50, eerste lid, van het Besluit beheer politie.
B
In de artikelen 3, onderdeel b, en 5, vierde lid, wordt ‘artikel 23, tweede lid, van
het Besluit beheer politie’ telkens vervangen door: artikel 49, tweede lid, van het
Besluit beheer politie.
C
In artikel 6, derde lid, tweede volzin, wordt ‘Artikel 24, zesde lid, van het Besluit
beheer politie’ vervangen door: Artikel 50, zesde lid, van het Besluit beheer politie.
D
Na artikel 8 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8a
Deze regeling berust op artikel 50, vijfde lid, van het Besluit beheer politie.
ARTIKEL XVIII
Artikel 1, onderdeel b, van de Regeling voorzieningen hondengeleiders politie komt als volgt te luiden:
- b. diensthond:
-
-
1°. politiesurveillancehond als bedoeld in artikel 23, onder a, van het Besluit bewapening
en uitrusting politie;
-
2°. AOT-hond als bedoeld in artikel 23, onder b, van het Besluit bewapening en uitrusting
politie;
-
3°. politiespeurhond als bedoeld in artikel 23, onder c, van het Besluit bewapening en
uitrusting politie.
ARTIKEL XIX
Artikel 1 van de Samenwerkingsregeling mobiele eenheden komt als volgt te luiden:
Artikel 1
In deze regeling wordt onder gezamenlijke inzet verstaan: een inzet van de mobiele
eenheid van de Koninklijke marechaussee samen met een mobiele eenheid als bedoeld
in artikel 26, aanhef, van het Besluit beheer politie ten behoeve van de taken, bedoeld
in de onderdelen a tot en met f van dat artikel.
ARTIKEL XX
De Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie landelijke eenheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, aanhef wordt ‘landelijke eenheid’ vervangen door: Landelijke eenheid.
B
In artikel 2, vierde lid, wordt ‘de DKDB’ vervangen door: de Dienst bewaken en beveiligen
van de Landelijke eenheid.
C
In artikel 4, eerste lid, wordt ‘landelijke eenheid’ vervangen door: Landelijke eenheid.
ARTIKEL XXI
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
TOELICHTING
Deze regeling is te beschouwen als een technische aanpassingsregeling die noodzakelijk
is door de inwerkingtreding van het Besluit van 9 december 2016, houdende wijziging
van het Besluit Beheer politie in verband met de wijziging van de inrichting van de
politie (Stb. 2016, 504) alsmede artikel I, onderdeel C, van de Wet van 25 mei 2016 tot wijziging van de
Politiewet 2012 in verband met de inbedding van de Politieacademie in het nieuwe politiebestel
(Stb. 2016, 203).
Met deze wijziging hebben de Landelijke eenheid en de ondersteunende diensten, de
Staf korpsleiding en het Politiedienstencentrum, hun formele basis in het Besluit
beheer politie. De Klachtenregeling Rijksrecherche, de Regeling klachtbehandeling
politie en de PODACS-regeling zijn hierop aangepast.
Met de inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit beheer politie is overigens
niet alleen de formele basis geschapen voor de Landelijke eenheid, de Staf korpsleiding
en het Politiedienstencentrum, maar zijn tevens de hoofdlijnen van de organisatie
van het landelijke politiekorps zoals beschreven in het Inrichtingsplan nationale
politie1 geformaliseerd. Deze wijziging van het Besluit beheer politie werkt deels door in
overige regelgeving die daarop dient te worden aangepast. De onderhavige wijzigingsregeling
voorziet hierin.
Een aantal regelingen is aangepast aan de nieuwe delegatiegrondslag in of aan de verwijzing
naar het Besluit beheer politie. Dit is gedaan in de Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid
en samenwerking speciale eenheden, de Regeling Dienst speciale interventies, de Regeling
informatieverstrekking beheer politie, de Regeling mobiele eenheid 2007, de Regeling
politiecellencomplex, de Regeling politielegitimatiebewijs, de Regeling politielogo,
de Regeling toezicht arrestantenzorg en de Samenwerkingsregeling mobiele eenheden.
Daarnaast zijn in de regelgeving de verwijzingen naar de onderdelen van de het landelijke
korps aangepast aan de deels nieuwe benaming of aanduiding van deze onderdelen zoals
opgetekend in het gewijzigde Besluit beheer politie. Dit is gedaan in de Regeling
aanhoudings- en ondersteuningseenheid en samenwerking speciale eenheden, de Regeling
Dienst speciale interventies, de Regeling Noodcommunicatievoorziening, de Regeling
ontslaguitkering vliegers landelijke eenheid, de Regeling politiehonden, de Regeling
studiefaciliteiten politie, en de Uitvoeringsregeling plaatsgebonden consignatie landelijke
eenheid.
Bij de aanpassing van de Regeling Noodcommunicatievoorziening is tevens de naam PTT-Telecom
B.V. vervangen door zijn opvolger de Koninklijke KPN N.V..
In de Regeling politiehonden is het voormalige artikel 17 uit Paragraaf 5, Overgangsrecht,
komen te vervallen omdat de maximale geldigheidsduur van een certificaat op naam van
de geleider AOT-hond van de combinatie van geleider en hond een geldigheidsduur van
maximaal twee jaar en drie maanden heeft, te rekenen vanaf de datum van afgifte van
het certificaat, en er derhalve geen certificaten meer kunnen zijn die zijn gebaseerd
op de Regeling pilot AOE-hond.
In de Regeling voorzieningen hondengeleiders politie is de definitie van diensthond
aangepast.
Ook zijn er onderdelen die met de wijziging van het Besluit beheer een nieuwe plaats
hebben gekregen in de organisatie van het landelijke korps of die een nieuwe taak
hebben gekregen. Waar nodig is de regelgeving daarop aangepast.
Zo is het meldpunt, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f, van de Regeling melding ongeoorloofde
afwezigheid, ondergebracht bij de Dienst landelijke recherche en is het meldpunt,
bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing
gedetineerden, ondergebracht bij de Dienst landelijke informatieorganisatie van de
Landelijke eenheid.
Met de wijziging van het Besluit beheer politie heeft de Dienst speciale interventies
naast het in stand houden van één of meerdere bijzondere bijstandseenheden als bedoeld
in artikel 59, eerste lid, van de Politiewet 2012, of onderdelen daarvan als nieuwe
taak gekregen het in stand houden van aanhoudings- en ondersteuningsteams (artikel
11 van het Besluit beheer politie). Door deze uitbreiding van de taken van de Dienst
speciale interventies is het noodzakelijk de Regeling Dienst speciale interventies
en de Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid en samenwerking speciale eenheden
aan te passen.
Het Besluit beheer politie regelt dat de Dienst speciale interventies de aanhoudings-
en ondersteuningsteams van de politie en één of meerdere bijzondere bijstandseenheden
of onderdelen daarvan in stand houdt. In de Regeling Dienst speciale interventies
wordt geregeld dat er een bijzondere bijstandseenheid is met specifieke taken in het
kader van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Ook wordt in deze regeling
geregeld dat deze bijzondere bijstandseenheid bestaat uit drie onderdelen en dat twee
van deze onderdelen, de Afdeling interventies en de Afdeling expertise en operationele
ondersteuning, door de Dienst speciale interventies in stand worden gehouden. Het
beheer van het derde onderdeel, de Unit interventie mariniers, berust ongewijzigd
bij de Minister van Defensie.
Waar in de Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid en samenwerking speciale
eenheden werd verwezen naar de Dienst speciale interventies, wordt nu verwezen naar
de bijzondere bijstandseenheid als bedoeld in de Regeling Dienst speciale interventies.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
S.A. Blok