Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 juni 2016, nr. 2016-0000258677

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Benoemingsbesluit referendumcommissie wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘een schadeloosstelling van € 1.296,– onderscheidenlijk € 997,– per maand’ vervangen door: een schadeloosstelling van € 3.780,– onderscheidenlijk € 2.908,– per maand.

2. In het tweede lid wordt ‘op grond van het eerste lid’ vervangen door: op grond van het eerste of vijfde lid.

3. In het derde lid wordt ‘vangt aan de op dag’ vervangen door: vangt aan op de dag.

4. Het vierde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. zes maanden zijn verstreken na de dag waarop de stemming, bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, heeft plaatsgevonden.

5. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 5. Indien de referendumperiode eindigt op de dag bedoeld in het vierde lid, onder c, ontvangen de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie, in afwijking van het eerste lid, een schadeloosstelling van € 1.296,– onderscheidenlijk € 997,– per maand, gedurende de laatste drie maanden van de referendumperiode.

6. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien referendumperiodes, bedoeld in het derde en vierde lid, geheel of gedeeltelijk samenvallen, wordt de schadeloosstelling slechts eenmaal per maand toegekend.

7. Een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 7. Voor zover de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie aanspraak kunnen maken op schadeloosstelling op grond van zowel het eerste als het vijfde lid, ontvangen de voorzitter en de andere leden de schadeloosstelling genoemd in het eerste lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden verzonden aan betrokkenen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Dit besluit wijzigt de schadeloosstelling van de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie zoals die zijn vastgesteld bij besluit van 29 september 2015 (Stcrt. 2016, 33925).

Deze wijziging houdt in de eerste plaats in dat de tijdelijke verhoging van de schadeloosstelling per maand (besluit van 14 januari 2016, Stcrt. 2016, 3180) permanent wordt. De verwachting is dat bij een nieuw referendum de tijdsbesteding voor de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie net zo hoog zal zijn als tijdens de referendumperiode met betrekking tot het eerste referendum van 6 april 2016.

Daarnaast omvat deze wijziging de verlenging van de periode waarin de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie een vaste schadeloosstelling per maand ontvangen. Deze periode eindigt nu, op zijn laatst, op de dag van stemming over het referendum. Omdat de werkzaamheden van de referendumcommissie met betrekking tot dat referendum op de dag van stemming nog niet zijn afgerond, wordt de periode waarin zij een vaste schadeloosstelling per maand ontvangen verlengd. Na de dag van stemming starten de werkzaamheden van de referendumcommissie die verband houden met de subsidievaststelling en de (steekproefsgewijze) controle van verstrekte subsidies alsmede het evalueren van de wettelijke taken van de commissie, waaronder de subsidieverstrekking. De inschatting is dat het afronden van de subsidieverstrekking en evaluatie zes maanden in beslag zal nemen. De verwachting is dat de tijdsbesteding per maand voor de voorzitter en de leden van de referendumcommissie in de laatste drie maanden van deze periode lager is dan in de maanden daarvoor. Om deze reden ontvangen de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie gedurende deze periode een schadeloosstelling van € 1.296,– respectievelijk € 997,– per maand. De tijdsbesteding die hieraan ten grondslag ligt is gemiddeld 16 uur per maand voor de voorzitter en gemiddeld 12 uur per maand voor de andere leden van de referendumcommissie.

In de referendumperiode wordt de vaste schadeloosstelling slechts eenmaal per maand toegekend. Indien in deze periode meer dan één inleidend of definitief verzoek toegelaten is, worden dus niet meerdere schadeloosstellingen toegekend. Ingeval twee of meer referendumperiodes gedeeltelijk samenvallen waardoor zowel artikel 2, eerste lid, als artikel 2, vijfde lid, van toepassing is, ontvangen de voorzitter en de andere leden van de referendumcommissie het bedrag genoemd in artikel 2, eerste lid.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven