Mededeling in het kader van het project A4 Burgerveen – Leiden

Op grond van artikel 20 van de Tracéwet bevordert de Minister van Infrastructuur en Milieu een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een tracébesluit.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infrastructuur en Milieu kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Voor de uitvoering van het tracébesluit A4 Burgerveen – Leiden is onderstaand besluit genomen, overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 4, van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Bij besluit van 12 februari 2015, nummer V59737, is door dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet voor het verrichten van handelingen in een watersysteem verleend. Voor deze handelingen is op grond van artikel 3.1.1, lid 1 en 3.1.4 van de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland een Water-vergunning vereist.

Het besluit heeft betrekking op:

  • a. het binnen het westelijk deel van de Kalkpolder, ten behoeve van de parkachtige inrichting, aanbrengen en hebben van 600 m2 verhard oppervlak en het binnen de Munniken-, Zijllaan- en Meijepolder, ter compensatie van het tekort aan berging binnen het westelijk deel van de Kalkpolder, hebben van 90 m2 oppervlaktewater langs Rijksweg A4 tussen de Hoofdstraat en de Ericalaan te Leiderdorp;

  • b. het binnen het oostelijk deel van de Kalkpolder, ten behoeve van de verbreding van Rijksweg A4 en de aanleg van fiets- en voetpaden (parkachtige invulling) te Leiderdorp, gedempt houden van 2.764 m2 oppervlaktewater, het hebben van 4.458 m2 extra verhard oppervlak (inclusief het oppervlak van de grasdaken boven de wegbakken dat loost op het polderwater) en het ter compensatie van de toename aan verhard oppervlak graven en hebben van 3.572 m2 oppervlaktewater en hiermee verleggen van een primaire watergang langs Rijksweg A4 tussen de Hoofdstraat en de Ericalaan te Leiderdorp;

  • c. het aanbrengen en hebben van een steiger in de kern- en beschermingszone van de primaire watergang aan de Bernhardstraat ten noorden van huisnummer 24 te Leiderdorp;

  • d. het aanbrengen en hebben van bomen en hekwerk in de beschermingszone van de primaire watergang langs Rijksweg A4 tussen de Hoofdstraat en de Ericalaan te Leiderdorp;

  • e. het aanbrengen en hebben van beschoeiing in de kern- en beschermingszone van de primaire watergang aan de Mauritssingel ten noorden van huisnummer 71 te Leiderdorp.

Het definitieve besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit en is op 26 februari 2015 bekendgemaakt.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit (V59737) ligt met ingang van 27 februari 2015 tot en met 9 april 2015 ter inzage in het kantoor van het Hoogheemraadschap van Rijnland, Archimedesweg 1 te Leiden. U kunt het besluit tijdens kantooruren inzien. Hiervoor dient telefonisch een afspraak gemaakt te worden met de heer A. Noort: 071 – 306 34 73.

Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

Van 27 februari 2015 tot en met 9 april 2015 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen het besluit geschiedt door indiening van een ondertekend beroepschrift dat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep bevat.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en, zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

  • een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

  • de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie?

Voor nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u zich wenden tot de heer A. Noort, telefoon 071 – 306 34 73.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het afdelingshoofd BJV-Projectadvisering bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat, A.K. van de Ven

Naar boven