Besluit van de Minister van Economische Zaken van 1 mei 2015, nr. WJZ/15057631, tot instelling van de Nationaal Coördinator Groningen en de Overheidsdienst Groningen (Instellingsbesluit Nationaal Coördinator Groningen)

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. betrokken bestuurders:

de betrokken ministers, de commissaris van de Koning en de gedeputeerden van de Provincie Groningen en de burgemeesters en wethouders van de betrokken gemeenten;

b. betrokken bestuursorganen:

de bestuursorganen van de betrokken gemeenten, de bestuursorganen van de provincie Groningen en de betrokken ministers;

c. betrokken gemeenten:

de gemeenten waarop het Programma Aardbevingsbestendig Groningen betrekking heeft;

d. betrokken ministers:

de ministers van Economische Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Milieu, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Wonen en Rijksdienst;

e. Nationaal Coördinator:

Nationaal Coördinator Groningen;

f. Overheidsdienst:

Overheidsdienst Groningen;

g. Dialoogtafel:

overlegorgaan om de verbinding met maatschappelijke organisaties en bewoners vorm te geven.

h. Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen:

programma met maatregelen en voorzieningen om de opgaven in Groningen op het gebied van bescherming tegen veiligheidsrisico’s als gevolg van aardbevingen en het voorkomen en afhandelen van schade als gevolg van aardbevingen te realiseren en in samenhang de leefbaarheid, duurzaamheid en de economie van het aardbevingsgebied te bevorderen.

Artikel 2

  • 1. Er is een Nationaal Coördinator Groningen.

  • 2. De Nationaal Coördinator is onder verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken belast met het bevorderen van de totstandkoming en uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen.

  • 3. Tot de taken van de Nationaal Coördinator behoren:

    • a. het jaarlijks doen van een voorstel voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen aan de betrokken ministers;

    • b. het adviseren van de betrokken bestuursorganen over de uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen, waaronder het doen van voorstellen aan de betrokken bestuursorganen om hun bevoegdheden in te zetten;

    • c. het doen van voorstellen voor de agenda van de betrokken onderraad van de Ministerraad, Gedeputeerde Staten van Groningen of de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten en het op verzoek bijstaan van betrokken bestuurders in het parlement, Provinciale Staten van de provincie Groningen respectievelijk de gemeenteraad van de betrokken gemeenten en in andere gremia;

    • d. het coördineren en faciliteren van en het bijdragen aan de uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen;

    • e. het bewaken van de voortgang van de uitvoering van het Programma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen en het rapporteren daarover aan de betrokken bestuursorganen;

    • f. het bevorderen en voeren van overleg tussen en met bestuurders;

    • g. het bevorderen van maatschappelijk, politiek en bestuurlijk draagvlak voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen en van maatschappelijke participatie in de uitvoering daarvan en het bijdragen aan herstel van vertrouwen, waarbij de Nationaal Coördinator Groningen de Dialoogtafel betrekt;

    • h. het bevorderen van de communicatie over het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen.

  • 4. De Nationaal Coördinator wordt door de Minister van Economische Zaken benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaren en is ten hoogste eenmaal herbenoembaar.

  • 5. De Nationaal Coördinator Groningen is op het terrein van gaswinning of aardbevingsschade als gevolg van gaswinning, of in de provincie Groningen of in een betrokken gemeente, niet werkzaam in een andere bestuurlijke of ambtelijke functie of in de private sector.

Artikel 3

  • 1. Er is een Overheidsdienst Groningen die ressorteert onder de Minister van Economische Zaken.

  • 2. De Overheidsdienst staat onder leiding van de Nationaal Coördinator en heeft een regionaal deel en een interdepartementaal deel.

  • 3. De Overheidsdienst heeft tot taak het ondersteunen van de Nationaal Coördinator.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2015.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Nationaal Coördinator Groningen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage 1 mei 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

De gevolgen van de langjarige gaswinning in Groningen grijpen diep in op het dagelijkse leven van de inwoners van het gebied, met name in het gebied waar zich frequent aardbevingen voordoen. Voor het kabinet staat de veiligheid van de inwoners voorop. Naast een beperking van de gaswinning, is gekozen voor een brede flankerende aanpak die zich richt op de veiligheid, het (preventief) versterken van woningen en gebouwen en het gelijktijdig investeren in de leefbaarheid, economie en duurzaamheid. Dit is in samenspraak met de regio opgepakt, hetgeen heeft geresulteerd in het bestuursakkoord ‘Vertrouwen op herstel en herstel van vertrouwen’ dat op 17 januari 2014 aan de Tweede Kamer is gezonden (Bijlage bij Kamerstukken II 33 529, nr. 28) en in de aanvulling daarop die op 9 februari 2015 aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 33 529, nrs. 96 en 98). De afspraken in deze bestuursakkoorden zien mede op de intensivering, verbreding en versnelling van de inzet van betrokken overheden door middel van een Overheidsdienst Groningen (hierna: overheidsdienst) onder leiding van een Nationaal Coördinator Groningen (hierna: Nationaal Coördinator). Dit besluit voorziet in de instelling van de functie van Nationaal Coördinator en van de overheidsdienst.

De Nationaal Coördinator is belast met het bevorderen van de totstandkoming en uitvoering van het Programma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. De Nationaal Coördinator, ondersteund door de overheidsdienst, zorgt in dialoog met alle maatschappelijke stakeholders voor een planmatige en daadkrachtige regie op de duurzame versterking en vernieuwing van het aardbevingsgebied, opdat deze regio een nieuwe balans vindt tussen gaswinning, veiligheid, een versterkte gebiedsidentiteit met nieuwe kansen, economisch perspectief en een leefbare en aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. Kortom: een aardbevingsbestendig en kansrijk Groningen. Het programma bevat alle maatregelen en voorzieningen om de opgaven in Groningen op het gebied van bescherming tegen en afhandeling van schade als gevolg van aardbevingen te realiseren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om (preventieve) maatregelen aan woningen en andere gebouwen om de veiligheid te vergroten. Het programma omvat ook werkwijzen ten behoeve van een goede en versnelde uitvoering van schadeherstel, versterking en verduurzaming.

Het programma bevat tevens, in samenhang met het voorgaande, maatregelen en voorzieningen om de leefbaarheid, duurzaamheid en de economie in het door aardbevingen beïnvloede gebied te bevorderen en perspectief te bieden aan inwoners.

Van het programma kunnen tevens onderzoeken deel uitmaken ten behoeve van de genoemde maatregelen en voorzieningen.

Het gaat dus om een integrale aanpak op het gebied van veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en regionale economie voor het hele aardbevingsgebied. De Nationaal Coördinator bevordert dat private en publieke partijen hun verantwoordelijkheden hierin waarmaken. De Nationaal Coördinator zorgt voor prioriteitstelling, planning en fasering van de omvangrijke en complexe opgave zodat de beschikbare capaciteit en middelen doelmatig en doeltreffend kunnen worden ingezet. De Nationaal Coördinator draagt met inzet van de Overheidsdienst Groningen bij aan de uitvoering van het programma.

Het aardbevingsgebied omvat vooralsnog de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Eemsmond, Loppersum, Bedum, De Marne, Winsum, Slochteren, Ten Boer, Groningen, Hoogezand-Sappemeer en Menterwolde.

Op basis van het instellingsbesluit wordt nader uitgewerkt hoe het Programma Aardbevingsbestendig Groningen en de besluitvorming georganiseerd zijn, hoe de verschillende betrokken partijen daarin een rol spelen en hoe de Overheidsdienst Groningen is opgebouwd.

2. Programma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen

De Minister van Economische Zaken (hierna: de minister) is coördinerend minister voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen. Het programma zal jaarlijks door de minister worden vastgesteld en aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. In het programma wordt steeds voor de eerstvolgende vijf jaar zo gedetailleerd mogelijk aangegeven welke maatregelen en voorzieningen in die periode zullen worden uitgevoerd en welke middelen beschikbaar worden gesteld voor de verschillende onderdelen van het programma.

Voor de uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande plannen, processen en initiatieven in het gebied. Er wordt aangesloten bij de aanwezige uitvoeringscapaciteit van het Centrum voor Veilig Wonen (CVW) en individuele woningeigenaren, woningcorporaties, gemeentelijke uitvoeringsorganisaties en monumentbeherende organisaties worden in staat gesteld zelf maatregelen ter hand te nemen.

3. Nationaal Coördinator

De Nationaal Coördinator handelt onder verantwoordelijkheid van en ressorteert onder de minister. De minister wijst de Nationaal Coördinator aan. Tot de taken van de nationaal coördinator behoren:

  • a. het jaarlijks doen van een voorstel voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen aan de betrokken ministers.

    Dit betekent onder meer dat de Nationaal Coördinator de planning maakt voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen, de jaarlijkse herziening van het programma begeleidt, de voortgang van lopende projecten en activiteiten volgt en eventuele plannen voor nieuwe projecten en activiteiten inventariseert. De Nationaal Coördinator zorgt dat de inbreng van alle betrokken partijen tijdig beschikbaar is en bewaakt de samenhang van de voorstellen. Op basis daarvan doet de Nationaal Coördinator Groningen aan de betrokken ministers een voorstel voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen, inclusief de financiële consequenties daarvan. De minister stelt het programma vast na overleg met Gedeputeerde Staten van Groningen en de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten en stuurt het vervolgens toe aan de Tweede Kamer. Bij de aanbieding van het programma aan de Staten-Generaal zendt de minister het voorstel van de Nationaal Coördinator mee en zal de minister aangeven op welke wijze rekening is gehouden met dat voorstel.

  • b. het adviseren van de betrokken bestuursorganen over de uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen, waaronder het doen van voorstellen aan de betrokken bestuursorganen om hun bevoegdheden in te zetten.

    De Nationaal Coördinator Groningen zal de minister onafhankelijk adviseren, bijstaan en vertegenwoordigen in intern en extern overleg. Hij kan ook de verantwoordelijk gedeputeerde van de Provincie Groningen en de verantwoordelijke bestuurders van de betrokken gemeenten adviseren en bijstaan in intern en extern overleg. Het Programma Aardbevingsbestendig Groningen wordt ingevuld met gebruikmaking van de bestaande bevoegdheden van de betrokken bestuursorganen. Wanneer bijvoorbeeld vaststelling of aanpassing van gemeentelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, nodig is zal de Nationaal Coördinator dat voorbereiden en daarover een voorstel doen aan het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente. Het is vervolgens aan het college van burgemeester en wethouders om de plannen vast te stellen. Uitgangspunt is dus dat bestuursorganen hun eigen bevoegdheden gebruiken om uitvoering te geven aan het programma. De benodigde doorzettingskracht wordt als volgt bereikt:

    • De Nationaal Coördinator kan de bij het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen betrokken bestuurders voorstellen doen over het inzetten van hun bevoegdheden waar dit gewenst is voor de voortgang van het programma;

    • De Nationaal Coördinator wordt ondersteund door de Overheidsdienst Groningen, die de betrokken bestuursorganen faciliteert bij de uitvoering van het programma;

    • Onderzocht wordt of het aanvullend daarop opportuun is dat betrokken bestuursorganen specifieke bevoegdheden mandateren aan de Nationaal Coördinator;

    • Lopende de uitvoering van het programma wordt bezien of het bestaande instrumentarium van de betrokken overheden volstaat voor een doeltreffende aanpak. De Nationaal Coördinator doet zo nodig voorstellen aan de minister tot aanpassing van het beschikbare instrumentarium.

  • c. het doen van voorstellen voor de agenda van de betrokken onderraad van de Ministerraad, Gedeputeerde Staten van Groningen of de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten en het op verzoek bijstaan van betrokken bestuurders in het parlement, Provinciale Staten van de provincie Groningen respectievelijk de gemeenteraad van de betrokken gemeenten en in andere gremia.

    De Nationaal Coördinator kan voorstellen doen voor de agenda van en deelnemen aan de vergaderingen van de betrokken onderraad voor de ministerraad (de REZIM), van Gedeputeerde Staten van Groningen en van de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten om bijvoorbeeld de voorgestelde programmering of de voortgang van de uitvoering van het programma te bespreken.

    Op verzoek kan de Nationaal Coördinator de betrokken regionale bestuurders bijstaan bij de behandeling van het programma in de Provinciale Staten van Groningen of de Gemeenteraden van de betrokken gemeenten en het woord voeren, waar het feitelijke informatie over het programma betreft. Ook kan hij de minister bijstaan in het parlement. Op verzoek van de minister, of op verzoek van de Eerste en Tweede Kamer en na instemming van de minister, kan de Nationaal Coördinator het woord voeren in de Eerste en Tweede Kamer, waar het feitelijke informatie over het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen betreft. Daarbij valt met name te denken aan technische briefings of hoorzittingen.

  • d. het coördineren en faciliteren van en het bijdragen aan de uitvoering van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen.

    De Nationaal Coördinator beoordeelt wat nodig is om de samenhang en consistentie van het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen te waarborgen en bewaakt de integrale aanpak op het gebied van veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en regionale economie. De Nationaal Coördinator entameert waar nodig overleg tussen betrokken partijen om de besluitvorming te bevorderen. Ook kan de overheidsdienst werkzaamheden verrichten om de uitvoering van het programma te faciliteren. Hierbij kan gedacht worden aan het aansturen van kennisontwikkeling, het faciliteren van de uitvoering met kennis en methoden en het bevorderen van onderwijs om capaciteitstekorten op benodigde vak- en kennisgebieden te ondervangen. Het gaat ook om het stroomlijnen en ontwikkelen van procedures en werkwijzen, bijvoorbeeld voor vergunningverlening, en het faciliteren van geschillenbeslechting. Een ander aspect is het borgen van ruimtelijke kwaliteit bij de uitvoering. Verder kan het gaan om het uitvoeren van voorwaardenscheppende projecten zoals het opzetten van een systeem voor ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteitsborging of het voorbereiden van een regionale structuurvisie. Daarnaast kan de Nationaal Coördinator initiatieven van betrokken partijen en van woningeigenaren faciliteren. Ook kan de Nationaal Coördinator, indien nodig, voorstellen doen over de aanpak ten aanzien van aankoop van woningen. De Nationaal Coördinator en de overheidsdienst zijn een belangrijke bron van informatie, begeleiding en ondersteuning van burgers, ondernemers en initiatiefnemers in het gebied.

  • e. het bewaken van de voortgang van de uitvoering van het Programma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen en het rapporteren daarover aan de betrokken bestuursorganen.

    De Nationaal Coördinator bewaakt de voortgang van de uitvoering van het programma. Hij zal daarover regelmatig rapporteren aan de betrokken bestuursorganen, actie ondernemen voor zover dat binnen zijn taken valt en voorstellen tot bijsturing doen om de voortgang te bevorderen. De minister zendt jaarlijks een voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer. Dit kan gecombineerd worden met de toezending van het Programma Aardbevingsbestendig Groningen aan de Tweede Kamer.

  • f. het bevorderen en voeren van overleg tussen en met bestuurders.

    De Nationaal Coördinator kan ter bevordering van de totstandkoming en uitvoering van het Programma Aardbevingsbestendig Groningen het overleg tussen bestuurders bevorderen en met bestuurders overleggen.

  • g. het bevorderen van maatschappelijk, politiek en bestuurlijk draagvlak voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen en van maatschappelijke participatie in de uitvoering daarvan en het bijdragen aan herstel van vertrouwen.

    De Nationaal Coördinator spant zich in voor het herstel van vertrouwen in de regio en bevordert het draagvlak voor het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen via contacten met centrale en decentrale overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. De Dialoogtafel vervult hierbij een centrale rol. De Nationaal Coördinator zal tevens bevorderen dat maatschappelijke participatie op een goede manier invulling krijgt. Maatschappelijke participatie is van belang voor het benutten van de creativiteit van maatschappelijke organisaties en inwoners, bijvoorbeeld waar het gaat om lokale initiatieven op het gebied van leefbaarheid, duurzaamheid en economie. Participatie is ook van belang voor het verkrijgen van draagvlak voor de uit te voeren maatregelen.

  • h. het bevorderen van de communicatie over het Programma Aardbevingbestendig en Kansrijk Groningen.

    Communicatie is een belangrijk middel bij het opbouwen van draagvlak en vertrouwen. Om die reden krijgt de Nationaal Coördinator Groningen een coördinerende en zichtbare rol op het gebied van de communicatie.

4. Overheidsdienst Groningen

De Nationaal Coördinator Groningen wordt ondersteund door een overheidsdienst met een onderdeel in de regio en een onderdeel in Den Haag. De overheidsdienst is samengesteld uit medewerkers die onder andere afkomstig zijn van de gemeenten, provincie en rijksoverheid, zodat voldoende kennis en ervaring bij de overheidsdienst aanwezig zal zijn. Deze Overheidsdienst Groningen ressorteert onder de minister. Dat wil zeggen dat deze valt onder verantwoordelijkheid van de minister, wordt gefinancierd vanuit de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en gebruik kan maken van de facilitaire voorzieningen van dat ministerie. De interne organisatieregelingen van het ministerie van Economische Zaken zullen waar nodig worden aangepast ten behoeve van de organisatorische inbedding van de Nationaal Coördinator en de overheidsdienst.

5. Financieel mandaat

De Nationaal Coördinator zal een financieel mandaat krijgen dat zich uitstrekt tot het apparaatsbudget en het ter beschikking gestelde programmabudget van de Overheidsdienst Groningen. Dit zal worden geregeld door middel van een mandaatbesluit van het ministerie van Economische Zaken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven