Mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 februari 2014, nr. 2014 – 000070146, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur, inzake de uitvoering en handhaving van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in het licht van de Aanpassingswet WNT

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector en het op 4 februari 2014 door de Tweede Kamer aanvaarde voorstel van wet Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT), Kamerstukken II, 2013/14, 33 715, nr. A;

Deelt mee:

Voor het kalenderjaar 2013 zal de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector gehandhaafd worden als ware het bij de Eerste Kamer aanhangige voorstel van wet Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT), Kamerstukken II, 2013/14, 33 715, nr. A, in werking getreden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

TOELICHTING

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. Op 4 februari jl. heeft de Tweede Kamer ingestemd met het voorstel van wet Aanpassing van de reikwijdte en enige technische wijzigingen van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Aanpassingswet WNT).1 Het wetsvoorstel is thans aanhangig bij de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel bevat twee hoofdonderwerpen, te weten de algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) als zodanig worden buiten het toepassingsbereik van de WNT geplaatst en voor de toepasselijkheid van de WNT op meer dan 50% gesubsidieerde instellingen worden twee extra criteria gesteld (een minimumsubsidie van € 500.000 en een minimumduur van de subsidie van drie jaren). Daarnaast bevat het wetsvoorstel diverse technische wijzigingen die voor de uitvoeringspraktijk en de handhaving van belang zijn.

Het streven van de regering was er oorspronkelijk op gericht het wetsvoorstel in de loop van 2013 in het Staatsblad te plaatsen. Met name doordat het wetsvoorstel eerst in augustus 2013 bij de Tweede Kamer aanhangig is gemaakt, is dat reeds hierom niet mogelijk gebleken.

Het wetsvoorstel voor de Aanpassingswet WNT (artikel V, eerste lid,) voorziet in een inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. In het belang van de rechtszekerheid bevestig ik met deze mededeling dat de WNT over 2013 niet gehandhaafd zal worden ten aanzien van ANBI’s als zodanig en gesubsidieerde instellingen die niet aan de in het wetsvoorstel voor de Aanpassingswet WNT opgenomen extra criteria voldoen. Ook overigens, dus ook wat betreft de technische wijzigingen, zal de WNT over het kalenderjaar 2013 gehandhaafd worden alsof het wetsvoorstel voor de Aanpassingswet WNT in werking is getreden. De consequentie van het voorgaande is dat bij de opstelling van en de accountantscontrole van het financieel verslaggevingsdocument over 2013 uitgegaan kan worden van de WNT zoals deze zal komen te luiden nadat het voorstel voor de Aanpassingswet WNT in werking is getreden. Zie voor de tekst van de WNT zoals deze zal komen te luiden nadat het voorstel voor de Aanpassingswet WNT in werking is getreden de website www.topinkomens.nl.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Kamerstukken II 2013/14, 33 715, nr. A.

Naar boven