Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2014, 31520 | Ontheffingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | Staatscourant 2014, 31520 | Ontheffingen |
31 oktober 2014
Nr. MLA/217/2014
De Minister van Defensie,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op de artikelen 10.27, eerste lid, en 10.32 van de Wet luchtvaart en op Artikel XXI van de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens);
Gelezen de aanvraag van Eindhoven Airport N.V. van 21 februari 2014, kenmerk 20140206/JOM/mvw;
Gezien het Advies van de Commissie van Overleg en Voorlichting Milieu militaire luchthaven Eindhoven van 9 augustus 2012;
Besluit:
Aan Eindhoven Airport N.V., waaronder mede begrepen haar eventuele rechtsopvolgster onder algemene titel, wordt ten behoeve van de exploitatie van het commerciële burgerluchtverkeer op de militaire luchthaven Eindhoven vergunning verleend om in afwijking van het verbod van artikel 10.13, eerste lid, van de Wet luchtvaart onder haar verantwoordelijkheid burgerluchtvaartuigen op te doen stijgen van of te doen landen op de militaire luchthaven Eindhoven.
De bij de in artikel 4.2.1 van het Luchthavenbesluit Eindhoven vastgestelde grenswaarde van 35 Ke behorende oppervlakte van de burgergeluidsruimte voor het medegebruik, bedoeld in artikel 1, bedraagt voor het kalenderjaar 2014 6,5 km², berekend met meteomarge en zonder drempelwaarde.
Het medegebruik, bedoeld in artikel 1, wordt vergund voor de dagen en tijdstippen, genoemd in artikel 4.2.2 van het Luchthavenbesluit Eindhoven, met dien verstande dat in de periode van 1 november 2014 tot 1 januari 2015 tussen 23.00 uur en 24.00 uur ten hoogste drie landingen per dag zijn toegestaan.
Aan Eindhoven Airport N.V., waaronder mede begrepen haar eventuele rechtsopvolgster onder algemene titel, wordt ten behoeve van de exploitatie van een burgerareaal op de militaire luchthaven Eindhoven, zoals nader aangegeven op de kaart in bijlage bij deze beschikking, vergunning verleend om in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 10.32 van de Wet luchtvaart op de luchthaven bouwwerken of andere opstallen op te richten, te hebben of te wijzigen dan wel bomen, gewassen of planten te hebben. Deze vergunning is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het hebben van roerende zaken of het verrichten van graafwerk anders dan in verband met de exploitatie of het onderhoud van het burgerareaal.
Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
31 oktober 2014
De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, S.H.P.M. Pellemans Kolonel-vlieger
Op bijna alle militaire luchthavens vindt burgermedegebruik plaats, zo ook op de militaire luchthaven Eindhoven. In hoofdlijnen zijn er drie categorieën te onderscheiden binnen dit gebruik: commercieel (structureel en incidenteel), recreatief en algemeen maatschappelijk belang. Structureel commercieel medegebruik op de militaire luchthaven Eindhoven vindt plaats door tussenkomst van Eindhoven Airport. Eindhoven Airport wordt aangemerkt als burgerexploitant. Eindhoven Airport heeft zich de afgelopen jaren snel kunnen ontwikkelen en kent tot op heden een zelfstandige groei. In 2001 had de luchthaven slechts 250.000 passagiers. In 2010 waren dit er 2,1 miljoen, in 2011 2,6 miljoen, in 2012 2,98 miljoen en in 2013 3,4 miljoen.
Het Luchthavenbesluit Eindhoven (Stb. 2014, 356) legt de gebruiksmogelijkheden van de militaire luchthaven Eindhoven vast, zowel voor het militaire luchtverkeer als voor het burgermedegebruik, en bevat de ruimtelijke beperkingen die daarmee samenhangen. Het daadwerkelijke burgermedegebruik van de militaire luchthaven Eindhoven door Eindhoven Airport dient te worden gereguleerd door een medegebruikvergunning. Deze medegebruikvergunning wordt door de Minister van Defensie in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu verleend.
Eindhoven Airport maakte reeds op basis van een ontheffing ex artikel 33 van de Luchtvaartwet (ontheffing periode 2012 – 2013 van 19 december 2011, nr. MLA/209/2011, als gewijzigd bij besluit van 24 augustus 2012, nr. MLA/140/2012) medegebruik van het militaire luchtvaartterrein (thans militaire luchthaven) Eindhoven. In deze ontheffing waren met het oog op het aspect geluid criteria opgenomen over het aantal en de soort van burgervliegtuigbewegingen, alsmede openingstijden.
Met de inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Eindhoven op 1 november 2014 is een einde gekomen aan de ontheffingensystematiek van artikel 33 van de Luchtvaartwet. Hiervoor in de plaats is als gevolg van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML) – een wijzigingswet van de Wet luchtvaart – het regime van hoofdstuk 10, afdeling 3, van de Wet luchtvaart gekomen. Commercieel burgermedegebruik van een militaire luchthaven dient ingevolge de RBML vanaf het moment van inwerkingtreding van een luchthavenbesluit gestalte te krijgen in de vorm van een op dat gebruik toegesneden medegebruikvergunning op grond van artikel 10.27 van de Wet luchtvaart.
Aangezien de aan Eindhoven Airport op grond van artikel 33 van de Luchtvaartwet verleende ontheffing op het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit haar geldigheid niet heeft verloren, dient ingevolge Artikel XXI RBML met ingang van 1 november 2014 de ontheffing te worden omgezet in een vergunning overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 10.27 van de Wet luchtvaart. Het betreft derhalve de voortzetting van het bestaande medegebruik.
De looptijd van de beschikking hangt samen met de in het Aldersadvies Eindhoven en het in de toelichting op het Luchthavenbesluit Eindhoven beschreven gefaseerde ontwikkeling van het burgerluchtverkeer op de militaire luchthaven Eindhoven. De nu voorliggende medegebruikvergunning behelst het medegebruik voor het resterende deel van het kalenderjaar 2014. Per 1 januari 2015 zal een nieuwe beschikking het medegebruik vergunnen overeenkomstig de eerste fase uit het Aldersadvies.
Kenmerkend voor een medegebruikvergunning is dat het medegebruik zich afspeelt door tussenkomst van een rechtspersoon, Eindhoven Airport, waaraan bepaalde rechten en plichten worden toegedeeld. Zo zal deze rechtspersoon bepalen – binnen gestelde randvoorwaarden – welk burgerluchtverkeer van de militaire luchthaven gebruik mag maken en zal hij anderzijds in de regelgeving neergelegde verplichtingen op het gebied van registratie en handhaving van het betrokken medegebruik moeten naleven. De met het oog hierop noodzakelijke continuïteit vormt de reden dat een medegebruikvergunning alleen zal worden verleend aan een rechtspersoon. Wat betreft het omvangrijke structurele medegebruik op commerciële basis wordt hierbij aangesloten bij de feitelijke situatie die zich thans voordoet op de militaire luchthaven Eindhoven, waar het burgerluchtverkeer door tussenkomst van Eindhoven Airport wordt afgewikkeld.
Zoals eerder opgemerkt zijn voor het verlenen van de medegebruikvergunning de kaders van het luchthavenbesluit bepalend. Dit betekent dat in de medegebruikvergunning niet meer kan worden toegestaan dan in het luchthavenbesluit is opgenomen.
Voor het resterende deel van 2014 wordt vastgehouden aan de burgergeluidsruimte met een oppervlakte van de 35 Ke-geluidscontour van 6,5 km² (berekend met meteomarge en zonder drempelwaarde), overeenkomstig het voor dat jaar toegestane aantal vliegtuigbewegingen zoals genoemd in de beschikking van 24 augustus 2012, nr. MLA/140/2012 (Besluit tot wijziging van de ontheffing burgermedegebruik 2012-2013) (Stcrt. 2012, 17909). De grenswaarde voor de geluidsbelasting door het commercieel burgerluchtverkeer is vastgelegd in artikel 4.2.1 van het Luchthavenbesluit Eindhoven.
Wat betreft het aantal slots dat tussen 23.00 uur en 24.00 uur voor landingen per dag mag worden vrijgegeven, dient te worden opgemerkt dat het daadwerkelijke aantal toegestane slots dat wordt opgenomen in de medegebruikvergunning niet hoger kan zijn dan in het Luchthavenbesluit is toegestaan. Dit aantal kan dus nooit hoger zijn dan de acht slots voor landingen tussen 23.00 uur en 24.00 uur die in het luchthavenbesluit zijn opgenomen, maar wel lager. Voor het kalenderjaar 2014 is met omgevingspartijen de nadere afspraak gemaakt dat ten hoogste drie landingen tussen 23.00 en 24.00 uur zijn toegestaan. Dit zijn historische slots die in artikel 3, tweede lid, van het besluit van 24 augustus 2012 tot wijziging van de ontheffing burgermedegebruik periode 2012 – 2013 waren opgenomen. In de onderhavige beschikking is dit wederom vastgelegd.
Zoals gezegd is de in deze beschikking neergelegde gebruiksruimte een voortzetting van bestaande afspraken. Hierover is destijds bij brief van 12 augustus 2012 advies uitgebracht door de Commissie Overleg en Voorlichting Milieu (COVM) Vliegbasis Eindhoven. In reactie van 9 augustus 2012 heeft de COVM laten weten dat zij in kon stemmen met de beschikking.
Tegen deze beschikking kan geen bezwaar worden gemaakt, noch beroep worden ingesteld. Tegen een besluit, genomen op grond van artikel 10.27 van de Wet luchtvaart, kan geen beroep worden ingesteld, voor zover het betreft een vergunning voor burgermedegebruik door tussenkomst van een burgerexploitant voor de luchthaven Eindhoven. De vergunning is op de zogeheten negatieve lijst van de Algemene wet bestuursrecht geplaatst. Overeenkomstig artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht is dan tevens het maken van bezwaar tegen deze beschikking uitgesloten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-31520.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.