Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2014, 31083 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2014, 31083 | Overig |
Hierbij doe ik een oproep om concrete voorstellen aan mij voor te leggen voor verbreding en vergroting van het aanbod van mkb-financiering.
Het Aanvullend Actieplan mkb-financiering1 constateert dat het belangrijk is het aanbod van mkb-financiering te verbreden en te vergroten. Naast alle andere initiatieven en plannen is er behoefte aan nieuwe financiers en nieuwe financieringsmogelijkheden voor het verstrekken van vreemd vermogen aan het mkb. Het vinden van funding voor deze nieuwe mogelijkheden is echter, bij gebrek aan voldoende track-record van dergelijke financiers, lastig. Het Aanvullend Actieplan mkb-financiering geeft aan dat er daarom voor goede initiatieven ruimte beschikbaar komt om die funding te vereenvoudigen met behulp van een overheidsgarantie. Een overheidsgarantie zal kostendekkend moeten zijn en geen staatssteun mogen inhouden. Het budget voor dergelijke garanties is beperkt en zal ook alleen worden ingezet als er één of meer voorstellen voor goede initiatieven bij mij worden aangemeld.
Een voorstel voor een goed initiatief zal in ieder geval bestaan uit een uitgewerkt businessplan met een degelijke onderbouwing. Het voorstel zal aangeven waar het initiatief vernieuwend is en op welke punten het kwalitatief of kwantitatief leidt tot verbreding of vergroting van het huidige aanbod van vreemd vermogen aan het mkb.
Bij het bekijken van de voorstellen zal ik de deskundigheid betrekken van een commissie van experts (de Commissie mkb-financiering) die mij al bijstaat bij de borgstelling mkb-kredieten. Zij hebben een goed inzicht in de problematiek rondom het aanbod van mkb-financiering.
Voorstellen voor initiatieven die het aanbod van mkb-financiering verbreden en vergroten kunnen tot acht weken na publicatie bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO.nl) worden aangemeld per adres Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag, Postbus 93144 2509 AC Den Haag. Voorstellen die een uitgewerkt businessplan omvatten en die goed inzichtelijk maken wat het initiatief inhoudt en op welke wijze het bijdraagt aan het verbeteren of vergroten van het aanbod van vreemd vermogen aan het mkb, zal ik nader bekijken. Het is mogelijk dat ik daarover in de periode daarna nog om uitleg of toelichting zal vragen. Vervolgens zal ik de voorstellen voor goede initiatieven voorleggen aan de Commissie mkb-financiering die mij zal adviseren over de vraag of er één of meer voorstellen zijn aangemeld voor goede initiatieven, die economisch haalbaar zijn, die substantiële nieuwe mkb financiering tot gevolg hebben die kunnen leiden tot het effectief inzetten van het beperkte budget voor overheidsgaranties. Mochten er meer goede voorstellen worden voorgelegd dan er garantiebudget voorhanden is, dan zal ik mogelijk een keuze moeten maken waarbij ik het advies van de Commissie mkb-financiering zal betrekken. Vervolgens zal er in goed overleg worden bezien of het mogelijk is overeenstemming te bereiken over een garantieovereenkomst die past binnen het businessplan en tevens de elementen bevat die vanuit de rijksoverheid noodzakelijk worden geacht, zie hieronder punt 4.
Op 10 november 2014 van 14.30 uur tot 17.00 uur is er gelegenheid een infobijeenkomst bij te wonen. Aanmelding daarvan kan bij dhr. J. Weststrate per adres Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag, Postbus 93144 2509 AC Den Haag of per email (ko.weststrate@rvo.nl).
Het spreekt voor zich dat voorstellen voor initiatieven een duidelijk en concreet inzicht moeten bieden in de opzet en de inrichting van het initiatief voor mkb-financiering. Een voorstel voor een goed initiatief omvat behalve een heldere beschrijving ook een businessplan dat laat zien dat het initiatief economisch haalbaar is en dat daarbij een bevredigende rentabiliteit en continuïteit te verwachten is op middellange termijn. De bijgevoegde checklist I biedt een aantal handvatten die ik bij een businessplan van belang acht.
Een goed voorstel laat ook zien dat, en in welke mate, het initiatief leidt tot verbreding en vergroting van het aanbod van vreemd vermogen aan het mkb. Bijvoorbeeld door het betrekken van partijen die eerder geen funding verstrekten ten behoeve het mkb, of door het aanbieden van vreemd vermogen aan het MKB waarbij nu knelpunten worden ervaren, zoals bijvoorbeeld langlopende leningen. Verder blijkt uit het voorstel dat het niet zal leiden tot vervanging van het reeds bestaande aanbod (bijvoorbeeld omdat bestaande funders de risicoafdekking door middel van een overheidsgarantie willen verhogen).
Een voorstel wint verder sterk aan aantrekkelijkheid als duidelijk is dat het initiatief ook snel uitvoerbaar is en kan leiden tot het snel feitelijk beschikbaar komen van nieuw aanbod van financiering aan het MKB. Idealiter wordt een tijdsplanning bijgevoegd die dat laatste ook plausibel maakt. Een belangrijke indicatie is verder tot welke hoogte het initiatief kan rekenen op concrete steun van marktpartijen die nodig is voor een snelle uitvoering.
Uit het voorstel zal moeten blijken dat de bij het initiatief betrokken partijen staan voor een degelijke en integere uitvoering van het initiatief. In de bijgevoegde checklist III wordt aangegeven welke elementen daarbij van belang kunnen zijn.
Als de Staat der Nederlanden garanties verleent met het oog op funding betekent dat automatisch dat de Staat een zeker financieel risico zal lopen. Uit het voorstel moet blijken hoe dat risico voor de Staat voldoende wordt gemitigeerd (bijvoorbeeld door de omvang van de premie voor de overheidsgarantie). Daardoor wordt ook direct duidelijk dat geen sprake zal zijn van staatssteun. In de bijgevoegde checklist II wordt aangegeven welke elementen onder meer van belang zijn bij het bepalen of er sprake is van staatssteun.
De eventuele overheidsbetrokkenheid is bedoeld om nieuw aanbod van vreemd vermogen aan het mkb te bevorderen. Daarom zal, om in aanmerking te kunnen komen voor een overheidsgarantie, het voorgestelde initiatief zich niet richten op financiering van mkb-ondernemingen in de vorm van aandelen. Het initiatief heeft evenmin tot doel de financiering mogelijk te maken van mkb-ondernemingen die werkzaam zijn als belegger (bijvoorbeeld in aandelen of vastgoed), financier of verzekeraar. En uiteraard zal het initiatief niet mogen leiden tot het afdekken van risico’s die door de bij het voorstel betrokken mkb-financiers, personen of organisaties die aan de mkb-financier of de ontvanger van de mogelijke overheidsgarantie zijn verbonden, al eerder zijn genomen.
Zoals ook blijkt uit het Aanvullend Actieplan mkb-financiering mag er in het kader van een initiatief dat in aanmerking zou kunnen komen voor een overheidsgarantie geen staatssteun worden verstrekt. Mede daarom zal er vanuit de rijksoverheid tot maximaal 80% van het risico op funding worden gegarandeerd.
Het budget ten laste waarvan de overheidsgaranties voor funding kunnen worden verstrekt is begrensd tot maximaal € 400 miljoen. Om een indruk te geven op welke wijze het beperkte garantiebudget kan worden ingezet volgt hierna een aantal van de elementen die in ieder geval in de garantieovereenkomst zullen worden verwerkt. Per saldo zal de garantieovereenkomst zodanig worden opgesteld dat er een marktconforme overheidsgarantie wordt aangeboden.
1. Het garantiepercentage zal nooit hoger dan 80% van het te garanderen bedrag.
2. Verliezen die in de portefeuille van de financier ontstaan, zullen direct noch indirect voor meer dan één keer worden afgedekt. Verliezen die op de portefeuille worden geleden, en die zijn of worden vergoed door de rijksoverheid, verminderen de omvang van het maximaal uit de garantieovereenkomst te ontvangen bedrag.
3. Op de portefeuille die met de gegarandeerde funding tot stand komt, wordt ten behoeve van funders en de verstrekkers van de garantie zekerheid gevestigd in de vorm van pandrecht.
4. De garantieovereenkomst kan voorwaarden stellen aan het beschikbaar komen van delen van de garantie. De garantie sluit in ieder geval in omvang en tempo aan bij de feitelijke verstrekking van vreemd vermogen aan het mkb. Dit kan betekenen dat de garantie in tranches effectief wordt.
5. De garantieontvanger draagt altijd een eigen risico. De garantieontvanger kan daarom alleen trekken op de garantie op basis van een pro rata parte afrekening.
6. De garantie heeft betrekking op het vreemd vermogen die in het kader van de financiering van mkb-ers, drie jaar na de start van het initiatief feitelijk uitstaat. Daarna volgt een periode van maximaal 12 jaar waarin het vreemd vermogen wordt afgelost. De looptijd van de garantieovereenkomst bedraagt 15 jaar.
7. Er zal voorzien worden in een marktconforme premie.
8. Er zullen afspraken gemaakt worden over (de frequentie van) rapportages om het risico en het effect van de garantie te kunnen bepalen en om te kunnen vaststellen of aan de garantievoorwaarden wordt voldaan.
9. Bij niet nakomen van de garantieovereenkomst zal voorzien worden in een korting op het maximaal op de garantie uit te keren bedrag.
Het bij het voorstel behorende businessplan geeft vertrouwen in de bij het initiatief voor mkb-financiering betrokken partijen, de door hen op te richten rechtspersoon en biedt voldoende inzicht in de haalbaarheid van de voorgestelde opzet van dat initiatief. Om hierin een goed inzicht te verschaffen kunnen onder meer de volgende aspecten van belang zijn. Aannames worden zoveel mogelijk onderbouwd:
• Welke markt wordt bediend via welke aanpak, de omvang van die markt en hoe de voorgestelde aanpak leidt tot een commercieel levensvatbare onderneming. Daarbij kan onder meer aan bod komen welke kosten nodig zijn in de opstart en bij de exploitatie, welke opbrengsten verwacht worden;
• De financiële stabiliteit, onder meer de verhouding eigen-vreemd vermogen en looptijd uitzettingen ten opzichte van looptijd funding en de solvabiliteit in relatie tot het risicoprofiel;
• De tijdspanne waarbinnen de organisatie, bemensing en techniek gereed zijn, of gereed te maken zijn, om een daadwerkelijke eerste verstrekking van mkb-financiering te kunnen realiseren;
• De bereidheid en de capaciteit van funders om op korte termijn de benodigde funding te verschaffen indien een garantie wordt verstrekt;
• Over welke vergunningen en/of ontheffingen de bij het initiatief betrokken partijen beschikken voor het uitoefenen van hun bedrijf, of deze voor zover nodig reeds zijn aangevraagd, of aannemelijk is dat zij daarvoor in aanmerking komen en op welke termijn.
De bij het voorstel behorende businessplan laat zien dat de bij het initiatief voor mkb-financiering betrokken partijen een organisatie tot stand kunnen brengen met voldoende deskundige betrokkenen die nodig zijn om de activiteiten uit te oefenen. Er wordt aandacht besteed aan de ervaring die nodig is om de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen en hoe de risico’s voor de rijksoverheid als garantieverstrekker zoveel mogelijk beperkt worden. Dit telkens in verhouding tot de aard en omvang van de te verstrekken mkb-financieringen. Om voldoende vertrouwen te verschaffen in de organisatievorm en de voor verwezenlijking van het initiatief noodzakelijke deskundigheid kan worden gedacht aan de volgende aspecten:
• De wijze van oprichting en of inrichting, opzet en structuur van de organisatie ten behoeve van mkb-financiering;
• De professionals die betrokken zullen zijn bij het verstrekken van mkb-financiering;
• Het risicobeleid in relatie tot de aard en omvang van de te verstrekken financieringen (met betrekking tot acceptatiecriteria, portefeuillespreiding en voorzieningen);
• De governance van de verstrekker van de mkb-financiering;
• De integriteit van het organisatiemodel, waaronder functiescheiding, beleid ter voorkoming van belangenverstrengeling, waar nodig het transparant maken via accountantsverklaringen, managementletters en/of andere rapportages;
• Het risicobeheersingssysteem van de financier, de aanwezige kennis en ervaring in het omgaan met dit systeem;
• Het ICT systeem van de financier en de verhouding tot de aard en omvang van de te verstrekken leningen;
• De administratieve procedures, inclusief de totstandkoming van betrouwbare rapportages;
• De kwalificatie van de medewerkers, management en toezicht. De aanwezigheid van een relatienetwerk of partnerships;
• De betrouwbaarheid en integriteit van de organisatie en met name de kernpersonen uit de organisatie en het toezicht binnen de organisatie (een Verklaringen Omtrent het Gedrag, antecedentenonderzoek);
• In hoeverre een optimale transparantie en complexiteit van de organisatorische en juridische structuur kan worden bereikt;
• Het al gegeven concrete commitment van partijen die voor funding van het initiatief kunnen of zullen zorgen;
• De beloningsstructuur en de omvang van de beloning van het management,
• De verhouding tot het gelopen risico voor alle betrokken partijen.
Een goed inzicht in de volgende aspecten is in ieder geval wenselijk om te kunnen vaststellen dat de eventueel te verstrekken garantie geen Staatssteun bevat:
• of en zo ja hoe op een transparante en open wijze potentiële funders zijn gezocht en hoe daaruit een selectie is gemaakt;
• de kostenstructuur van de mkb financier en een motivering waarom deze kosten geen staatssteun bevatten;
• op welke wijze de rente voor de door de mkb financier te verstrekken financieringen wordt berekend en waarom deze rente geen staatssteun bevat.
Mogelijkerwijs wordt de Europese Commissie betrokken bij de beoordeling op staatssteunelementen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-31083.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.