Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 21 augustus 2014, nr. 550380, houdende instelling van de Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering (Instellingsbesluit Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Veiligheid en Justitie;

b. commissie:

de commissie, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

  • 1. Er is een Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering.

  • 2. De commissie heeft tot taak de minister te adviseren over specifieke juridische vraagstukken inzake de modernisering van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 3

  • 1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden tot lid van de commissie benoemd:

    • a. het hoofd van de sector straf- en sanctierecht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, tevens voorzitter;

    • b. de programmamanager Versterking Prestaties Strafrechtketen van het ministerie van Veiligheid en Justitie;

    • c. prof. mr. M. Borgers (Vrije Universiteit Amsterdam);

    • d. mr. D. Brouwer (advocaat te Utrecht/Den Haag);

    • e. prof. mr. B.F. Keulen (Rijksuniversiteit Groningen); en

    • f. prof. mr. P.A.M. Mevis (Erasmus Universiteit Rotterdam).

  • 2. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

  • 3. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

  • 4. De leden kunnen worden ontslagen door de minister.

Artikel 4

  • 1. De commissie wordt ingesteld voor de duur van twee jaren te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2. De instellingsduur van de commissie kan eenmaal verlengd worden met twee jaren.

  • 3. De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 5

  • 1. De leden, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c tot en met f, ontvangen per vergadering een vergoeding.

  • 2. De vergoeding per vergadering bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 6

De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden de eventuele bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2014.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 februari 2016.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie modernisering Wetboek van Strafvordering.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 21 augustus 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven