Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2014, nr. 2014-0000315901, houdende wijziging van de Beleidsregels toepassing WNT (2013), vaststelling van de Beleidsregels toepassing WNT 2014 en wijziging van het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT (vaststelling normenkader WNT 2014)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op paragraaf 5 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, alsmede artikel 4:81, eerste lid, artikel 4:83 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING BELEIDSREGELS TOEPASSING WNT (2013)

De Beleidsregels toepassing WNT worden als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt ‘(Beleidsregels toepassing WNT)’ vervangen door: (Beleidsregels toepassing WNT 2013).

B

Het opschrift van § 1 komt te luiden: Het WNT-normenkader 2013.

C

In § 1 wordt de zin ‘Deze beleidsregels vormen een (nadere) uitleg van de regelgeving en bevatten voorts concrete toepassingsregels.’ vervangen door: Deze beleidsregels vormen een (nadere) uitleg van de regelgeving en bevatten voorts concrete toepassingsregels die kunnen worden gebruikt in het kader van de financiële verslaggeving en de accountantscontrole over het jaar 2013.

D

In § 27 wordt ‘Controleprotocol WNT’ vervangen door: Controleprotocol WNT (2013).

E

In § 28 wordt ‘Beleidsregels toepassing WNT’ vervangen door: Beleidsregels toepassing WNT 2013.

ARTIKEL II. VASTSTELLING BELEIDSREGELS TOEPASSING WNT 2014

Bij de uitvoering en handhaving door of namens mij van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector en bij de uitoefening van toezicht op de naleving van die wet door de daartoe door mij aangewezen ambtenaren, worden de als bijlage bij dit besluit gevoegde Beleidsregels toepassing WNT 2014 toegepast.

ARTIKEL III. NAAMSWIJZIGING EENHEID TOEZICHT WNT

Het Besluit BZK-toezicht en handhaving WNT wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

c. Eenheid toezicht WNT:

de met toezicht en handhaving van de WNT belaste medewerkers bij de directie Arbeidszaken Publieke Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die deel uitmaken van de programmaorganisatie normering topinkomens.

B

In artikel 2 wordt ‘het Bureau topinkomens’ telkens vervangen door: de Eenheid toezicht WNT.

ARTIKEL IV. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Dit besluit zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BIJLAGE

Deze bijlage behoort bij het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2014, nr. 2014-0000315901.

Beleidsregels toepassing WNT 2014

§ 1. Het WNT-normenkader 2014

  • 1. Deze beleidsregels vormen een (nadere) uitleg van de algemene regelgeving inzake de normering van de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector en bevatten voorts concrete toepassingsregels. Zij maken als zodanig deel uit van het in 2014 toepasbare normenkader, dat in verband met de goede uitvoering van de WNT in het jaar 2014 van belang is.

  • 2. Het WNT-normenkader bestaat in 2014 uit de volgende generieke regelgeving, te weten:

    • de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), zoals gewijzigd ingevolge de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 oktober 2013, nr. 2013-651926, houdende wijziging van de bedragen met betrekking tot de wettelijke bezoldigingsmaximum van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector voor 2014 (Staatscourant 2013, nr. 30635) en (met terugwerkende kracht) de Aanpassingswet WNT;

    • het Uitvoeringsbesluit WNT;

    • de Regeling bezoldigingscomponenten WNT.

  • 3. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat met ingang van 1 januari 2014 voor enkele sectoren specifieke sectorale regelgeving van toepassing is:

    • de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren;

    • de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars;

    • de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector;

    • de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014.

§ 2. Gegevens van voor de inwerkingtreding van de WNT

De WNT is 1 januari 2013 in werking getreden. Bezoldigingsgegevens van voor deze datum behoeven niet (alsnog) te worden verzameld. Dit betekent dat voor de periode die op grond van de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid, moet worden bepaald, de tijd voor 1 januari 2013 niet meegenomen behoeft te worden.

§ 3. Topfunctionaris

  • 1. Bij de definiëring van topfunctionarissen van privaatrechtelijke rechtspersonen of instellingen gaat het om de groep van hoogst leidinggevenden binnen een rechtspersoon of instelling, die leidinggeven aan de gehele rechtspersoon of instelling; daarnaast gelden de criteria los van elkaar (zie de Memorie van Toelichting op de Aanpassingswet, Kamerstukken II 33 715, nr. 3, paragraaf 5). Dus iemand wordt aangemerkt als topfunctionaris als hij:

    • behoort tot de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling (welke automatisch aan het hoofd staan van de gehele rechtspersoon of instelling)

    • behoort tot de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan én in deze rol (gezamenlijk) verantwoordelijk is voor de gehele rechtspersoon of de gehele instelling

    • belast is met de dagelijkse leiding van de gehele rechtspersoon of de gehele instelling

    Iemand kan in de praktijk ook tegelijk aan meerdere criteria voldoen.

    Het kan zijn dat een vestigings- of locatiedirecteur als topfunctionaris aangemerkt dient te worden, namelijk in het geval dat de vestigingsdirecteuren tezamen formeel het managementteam of het dagelijks bestuur uitmaken waarin beslissingen voor de gehele instelling of rechtspersoon worden genomen.

    Een directeur Financiën of een directeur P&O van een instelling valt alleen onder de definitie van topfunctionaris, als hij/zij formeel lid is van een centraal management- of directieteam.

  • 2. Afhankelijk van het organogram, zullen bij de ene instelling of rechtspersoon de leden van slechts één managementlaag als topfunctionarissen aangemerkt worden, terwijl bij een andere instelling of rechtspersoon de leden van meerdere managementlagen als topfunctionarissen aangemerkt worden. Per instelling of rechtspersoon zal bezien moeten worden welke functionarissen als topfunctionaris aangemerkt moeten worden. Bij sommige instellingen worden zowel het bestuur als de leden van het directieteam, respectievelijk de directeur van de instelling als topfunctionaris aangemerkt. Indien bij een stichting ook sprake is van een raad van toezicht, zullen ook de leden van deze raad onder de definitie van topfunctionaris vallen.

§ 4. Gewezen topfunctionaris

Gewezen topfunctionarissen hebben in het verleden een topfunctie bekleed, bij dezelfde instelling. Met het oog op een werkbare uitvoering van de wet, wordt hierbij uitgegaan van gewezen topfunctionarissen die op enig moment na de inwerkingtreding van de wet (1 januari 2013) topfunctionaris zijn geweest en gedurende het verslagjaar of een deel daarvan bij dezelfde instelling geen topfunctie hebben bekleed.

§ 5. Maximumbezoldiging Raden van Toezicht en Raden van Commissarissen

Het bezoldigingsmaximum voor leden en voorzitters van interne toezichthoudende organen bedraagt 5% respectievelijk 7,5% van het voor de betreffende rechtspersoon of instelling geldende bezoldigingsmaximum bezoldiging (zie art. 2.2 WNT).

§ 6. Overige functionarissen (niet-topfunctionarissen)

  • 1. De bezoldiging van niet-topfunctionarissen wordt openbaar gemaakt als deze blijkens de (loon)administratie het wettelijke bezoldigingsmaximum overschrijdt (zie art. 4.2 lid 1). Hiernaast worden gegevens over uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband openbaar gemaakt als de som hiervan het wettelijke bezoldigingsmaximum overschrijdt, of als de inkomensgegevens van de functionaris eerder op grond van de WNT of WOPT openbaar zijn gemaakt (zie art. 4.2 lid 3) Aan de naleving van de wet t.a.v. de hiervoor bedoelde groep niet-topfunctionarissen dient strikt de hand te worden gehouden.

  • 2. Voor niet-topfunctionarissen die bij de desbetreffende WNT-instelling geen – al dan niet fictieve – dienstbetrekking hadden, geldt het volgende. Volgens art. 4.2 lid 2 onder c vermeldt de verantwoordelijke in het financieel verslag ook de bezoldiging van deze categorie functionarissen zonder dienstbetrekking, indien de functie in een periode van 18 maanden voor meer dan 6 maanden is vervuld en de bezoldiging (naar rato herberekend) per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging. Verder dient de verantwoordelijke deze gegevens bovendien ingevolge art. 4.2 lid 7 uiterlijk op 1 juli aan de minister te zenden. Nu is gebleken dat de uitvoering van deze openbaarmakingsplicht niet of beperkt mogelijk is, zal geen toezicht op de naleving van deze verplichting worden uitgeoefend en zal evenmin handhavend worden opgetreden bij niet-naleving van die bepaling ten aanzien van deze groep niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking. Accountants hoeven op dit onderdeel van de financiële verslagen ook geen controle uit te voeren (niet op volledigheid en niet op juistheid). Deze beleidsregel geldt voor de verslagjaren 2013 en 2014 en voorts tot het tijdstip dat de wetgever een voorziening heeft getroffen (reparatiewetgeving).

§ 7. Wat is een dienstverband en dienstbetrekking?

Onder dienstverband wordt verstaan een aanstelling of arbeidsovereenkomst, alsmede een fictieve dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Daarnaast is de WNT ook van toepassing als op andere titel een topfunctionaris tegen betaling zijn functie vervult (zie art. 1.1 onderdeel d). Bij dit laatste kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een detacheringsovereenkomst, een inleenovereenkomst met een management-BV of een overeenkomst met een zzp’er met een VAR.

§ 8. De WNT en deeltijdwerken

De maximum bezoldiging van deeltijdtopfunctionarissen wordt gerelateerd aan hun deeltijdfactor. In geval van een dienstverband met een kleinere omvang dan het bij de verantwoordelijke gebruikelijke voltijds dienstverband, komen partijen geen bezoldiging overeen die per kalenderjaar meer bedraagt dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, vermenigvuldigd met het aantal uren waarop het dienstverband betrekking heeft en gedeeld door het aantal uren van een voltijds dienstverband (zie ook art. 2.1 lid 2 WNT). De bezoldiging kan niet meer bedragen dan de maximale bezoldiging, ook niet als feitelijk meer wordt gewerkt dan de totale werktijd van een fulltime functionaris (deeltijdfactor nooit hoger dan 1,0).

§ 9. De WNT en meerdere functies

  • 1. De WNT kent geen algemene cumulatiebepaling voor de bezoldigingen van topfuncties binnen de (semi-)publieke sector. De WNT zegt niets over het wel of niet mogen stapelen van bezoldigingen uit hoofde van verschillende functies. De bezoldiging van elke functie die onder de WNT valt, moet wel aan de wet worden getoetst. Alleen indien sprake is van de vervulling in één jaar van twee vergelijkbare functies bij dezelfde rechtspersoon of instelling (dus bijvoorbeeld van de ene topfunctie naar de andere) wordt de beloning voor de gehele periode opgeteld. Dit kunnen twee opeenvolgende vergelijkbare functies zijn (bijvoorbeeld van de ene topfunctie naar de andere) of twee vergelijkbare functies die op het zelfde moment worden vervuld.

  • 2. Wanneer iemand in de loop van het jaar een topfunctie gaat bekleden, dan wordt de bezoldiging in verband met een eventuele voorafgaande functie niet opgeteld. Wanneer deze voorafgaande functie eveneens onder de WNT valt, dan zal deze afzonderlijk aan de WNT-norm moeten worden getoetst en eventueel worden gerapporteerd. Alleen indien een topfunctie gevolgd wordt door de uitoefening van een andere topfunctie, wordt de bezoldiging opgeteld.

§ 10. Topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

Van alle topfunctionarissen zonder dienstbetrekking dienen de bezoldigingsgegevens openbaar te worden gemaakt. Hiervoor is geen minimale termijn. Om te voorkomen dat bij elke vorm van feitelijke waarneming, bij bijvoorbeeld bij ziekte of verlof, sprake is van een dergelijke vervulling, mag een instelling zich beperken tot die situaties dat in een rechtshandeling (bijvoorbeeld een besluit van Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/ander bevoegd gezag) wordt bepaald dat de betrokkene (vanaf een specifieke ingangsdatum) deze functie vervult. Op het moment dat een topfunctionaris zonder dienstbetrekking zijn interim-functie binnen een periode van 18 maanden, meer dan zes maanden vervult, is de WNT-norm vanaf het begin van deze periode op hem van toepassing.

§ 11. Het zes-maanden-criterium voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

  • 1. Op het moment dat een topfunctionaris zonder dienstbetrekking zijn interim-functie binnen een periode van 18 maanden, meer dan zes maanden vervult, zijn de WNT-kaders op hem van toepassing. Bij een functievervulling van bijvoorbeeld vier maanden, spelen de WNT-kaders (nog) niet. Blijkt de betreffende functionaris binnen 14 maanden echter opnieuw een dergelijke functie te bezetten binnen dezelfde instelling voor twee maanden of meer, dan dient het kader van de WNT alsnog te worden toegepast op de hele, opgetelde, termijn. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking dienen de eerste vier maanden dan met terugwerkende kracht te worden gecorrigeerd (zo er sprake was van een bezoldiging uitgaande boven de voor de sector relevante norm). Voor de bepaling van de termijn geldt de inwerkingtredingsdatum van de WNT, 1 januari 2013, als startpunt. Eventuele interim-vervulling voor die datum wordt niet meegenomen bij de bepaling of aan het zes-maanden-criterium is voldaan.

  • 2. Het zes-maanden-criterium wordt toegepast op basis van het aantal maanden. Wanneer bijvoorbeeld wordt gewerkt vanaf 15 januari van een jaar, dan is vanaf 15 juli van datzelfde jaar de zes maanden grens gepasseerd.

  • 3. Bij de bepaling van het zes-maanden-criterium gaat het om de combinatie van persoon en functie. Het zes-maanden-criterium is niet van toepassing bij opeenvolgende vervulling van één functie door achtereenvolgende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking.

§ 12. Berekening bezoldigingsmaximum van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

  • 1. De toepasselijke norm bij kortere periodes dan een vol kalenderjaar bij functiewaarneming door een functionaris zonder dienstbetrekking kan als volgt worden berekend:

    Waarbij:

    x = individuele maximumbezoldiging functionaris zonder dienstbetrekking (ex. BTW)

    y = toepasselijke maximum WNT-jaarnorm voor de desbetreffende functie

    a = deeltijdfactor (bij fulltime functies: 1,0)

    b = totaal aantal kalenderdagen (niet: werkdagen!) waarop de functie in het jaar is vervuld.

  • 2. De WNT gaat uit van vergoeding, inclusief doorbetaling bij verlof en verzuim. Hierbij geldt de norm naar rato van het dienstverband, op jaarbasis (zie artikel 2.1 lid 2 en 3). Deze factoren komen terug in de berekening.

    Variabele a betreft de deeltijdfactor van de functie (ten hoogste 1,0; zie art. 2.1 lid 2, zie ook § 8). Dit is de geldende deeltijdfactor. Deze wordt bepaald op basis van de gebruikelijke omvang van de functie.

    Bij variabele b wordt, conform de wet, de gewerkte periode in kalenderdagen afgezet tegen 365 kalenderdagen (art. 2.1 lid 3).

§ 13. Bezoldiging en beloning

In de WNT wordt onderscheiden tussen bezoldiging en beloning. Bezoldiging is het verzamelbegrip uit het BW (art. 2:383c) voor alle loonkosten van de werkgever. De bezoldiging bestaat in dat artikel uit vier onderdelen: de post periodiek betaalde beloningen, beloningen betaalbaar op termijn, uitkeringen bij beëindiging dienstverband en winstdelingen en bonussen. Beloning is de verzamelnaam voor periodiek betaalde beloningen en winstdelingen en bonussen. In het BW vormen de winstdelingen en bonussen een aparte categorie binnen de bezoldiging. Ter zake van het begrip bezoldiging in de WNT is een (formele) uitwerking vastgesteld in de Regeling bezoldigingscomponenten WNT. In deze regeling wordt niet uitgewerkt de uitkeringen bij beëindiging dienstverband; deze is in de WNT namelijk apart genormeerd.

§ 14. Overzicht afzonderlijke componenten

  • 1. Voor het berekenen van de bezoldiging worden de componenten, zoals benoemd in artikel 2 van de Regeling bezoldigingscomponenten WNT en de componenten die vallen onder het begrip ‘uitkering wegens het beëindigen van het dienstverband’, in het volgende overzicht (in tabelvorm) opgesomd. Met behulp van deze tabel kan – als handleiding voor de praktijk – de vraag worden beantwoord in welk jaar de component kan worden meegeteld voor de toetsing aan de in de WNT gestelde maxima en worden verantwoord in de jaarrekening.

  • 2. Hierbij zijn de volgende basisprincipes gehanteerd:

    • Een post wordt in principe verantwoord in het jaar waarin de betreffende post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of als de posten niet via de salarisadministratie lopen, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt.

    • Als een post onder de WNT valt, dan wordt deze in hetzelfde jaar verantwoord in het financieel jaarverslag als waarin de toetsing aan de WNT-normen plaats vindt.

      Uitzonderingen hierop zijn:

    • Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband: deze worden getoetst aan het maximum van het jaar van einde dienstverband, voor het totaal van de toegekende uitkeringen, en verantwoord in het jaar of de jaren waarin de feitelijke uitkeringen plaatsvinden;

    • Nabetalingen van bezoldigingen uit dienstverband in een ander jaar dan waarin het recht hierop ontstaat mogen worden meegenomen in de toetsing van het jaar waarin de rechten ontstonden. Dit omdat deze nabetalingen in het jaar van uitbetaling zouden kunnen leiden tot een overschrijding van de toepasselijke WNT-norm in het jaar van nabetaling.

#

Component

Beloning van functionarissen met een dienstbetrekking (= die via de salarisadministratie worden uitbetaald)

Bezoldiging WNT?

In WNT-verantwoording in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Bruto Lonen, salarissen tijdens dienstverband

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

2

Reservering Vakantietoeslag

Nee

 

Let op bijzondere alternatieve toetsing bij einde dienstverband (zie punt 11).

3

Uitbetaling vakantietoeslag

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

4

Mutatie reservering niet-opgenomen vakantiedagen

Nee

   

5

Uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

6

Doorbetaling bij ziekte of (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

7

Werkgeversbijdrage bij sparen levensloop

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

8

Uitbetaling afkoop / opname levensloop (2013)

Nee

n.v.t.

De werkgeversbijdrage bij sparen levensloop (zie punt 7) wordt reeds meegenomen. Het meenemen van de uitbetaling zou tot dubbeling leiden. Deze post vormt daarom geen beloning.

9

Doorbetaling tijdens sabbatical en opnemen van verlof uit vitaliteitsregelingen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

10

Reservering voor sabbatical

Nee

n.v.t.

 

11

Uitbetaling bij einde dienstverband van tijdens dienstverband niet opgenomen vakantiedagen, opgebouwde vakantiegeld en dergelijke opgebouwde rechten.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

Let op: bij nabetaling bij einde dienstverband geldt dat nabetalingen waarop het recht in een eerder jaar is ontstaan, ook mag worden betrokken in de toetsing van dat eerdere jaar in plaats van in jaar van uitbetaling.

12

Doorbetaling van loon tijdens vakantie

Ja

de vakantiedagen worden opgenomen en het loon wordt doorbetaald

Het is mogelijk om nog beschikbare vakantiedagen direct voorafgaand aan een einde dienstverband op te nemen. Voor de duur van het dienstverband telt de vakantiedagen-periode mee.

13

Loondoorbetaling na beëindiging werkzaamheden

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zo lang op grond van overgangsrecht is toegestaan dat dienstverband doorloopt na beëindiging werkzaamheden vallen de betalingen onder de bezoldigingen. Indien het overgangsrecht niet van toepassing is, is deze bezoldiging onverschuldigd.

14

Terbeschikkingstelling van een auto (mede) voor privégebruik

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Te waarderen op de bijtelling voor de loonheffing

15

Eigen bijdrage werknemer voor een door de werkgever ter beschikking gestelde auto

Ja, als negatieve post

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

16

Medische verzorging (vergoeding in natura)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Te waarderen op basis van regels loonheffing.

17

Vrijwillige (d.w.z. niet op grond van wet of een algemeen bindend verklaarde CAO verplichte) werkgeversbijdrage ziektekostenverzekering

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

Verplichte sociale verzekeringen zijn expliciet van de WNT-bezoldiging uitgesloten, vrijwillige sociale verzekeringen niet.

18

Werkgeversdeel premies van vrijwillige sociale verzekeringen (algemeen)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

Hieronder vallen NIET de premies van verzekeringen die kwalificeren als ‘beloningen betaalbaar op termijn’ (zie aldaar).

Ook premies van VERPLICHTE sociale verzekeringen vallen hier niet onder: die behoren niet tot de WNT-bezoldiging.

19

Loon in natura, zoals:

– terbeschikkingstelling van huisvesting

– voordelen uit laagrentende leningen

– Overige vergoedingen in natura

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Te waarderen op basis van regels loonheffing

20

Presentiegelden en vacatiegelden

Ja.

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

21

Tantiemes, bonussen, winstdeling of andere incidentele (variabele) beloningen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Winstdeling of bonus zijn onder de WNT uiterlijk t/m 2016 nog toegestaan, uitsluitend voor oude afspraken die vallen onder het overgangsrecht. Dit geldt uitsluitend voor topfunctionarissen.

22

Belaste en onbelaste jubileumuitkeringen en gratificaties

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Incl. uitkering van proportionele ambtsjubileumgratificaties bij een einde dienstverband.

Er wordt bij de verantwoording van de individuele beloning geen rekening gehouden met mutaties in een eventuele reservering voor jubileumuitkeringen.

23

Financiële compensatie voor belasting nadelen o.a. vanwege bijtelling auto

Ja

de compensatie in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

24

Loondoorbetaling tijdens schorsing hangende een onderzoek.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

Dit geldt niet als uitkering einde dienstverband maar als bezoldiging.

25

Crisisheffing Loonbelasting

Nee

n.v.t.

 

26

Doorbetaling loon bij non-actiefstelling tijdens verplicht in acht te nemen opzegtermijn.

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

27

Cadeaubonnen

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt.

Cadeaubonnen als vorm van prestatiebeloning zijn uiterlijk t/m 2016 nog toegestaan, uitsluitend voor oude afspraken die vallen onder het overgangsrecht. Dit geldt uitsluitend voor topfunctionarissen.

28

Eindejaarsuitkeringen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

29

Periodieke en eenmalige toe(s)lagen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

30

Eenmalige bindingspremie

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

31

Eenmalige mobiliteitstoeslag

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt.

 

32

Computers en dergelijke apparatuur die ook buiten werkplek te gebruiken zijn

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

Indien ja: de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

 

33

Communicatiemiddelen zoals mobiele telefoon of smartphone

Nee

n.v.t.

 

#

Component

Vaste en variabele onkostenvergoedingen van functionarissen met een dienstbetrekking

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Kilometervergoeding eigen motorvoertuig

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zowel voor dienstreizen als voor woon-werkverkeer. Maximaal fiscaal toegestaan in 2013 en 2014: € 0,19 per km

2

Overige belastbare vergoedingen gebruik eigen motorvoertuig

Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Zowel voor dienstreizen als voor woon-werkverkeer. Bijvoorbeeld parkeergelden

3

Vergoeding verhuiskosten:

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

4

Overige vaste en variabele vergoedingen ter dekking van zakelijke kosten

a. belast;

b. onbelast.

a. Ja, tenzij WKR-uitzondering van toepassing is.

b. Nee

Indien ja:

... de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

 

#

Component

Beloningen betaalbaar op termijn van functionarissen met een dienstbetrekking

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Werkgeversdeel van premies voor pensioenregelingen

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

 

2

Werkgeversdeel van premies voor regelingen voor vervroegde uittreding (VUT, prepensioen e.d.)

Ja

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de werkgever de werkgeversbijdrage verschuldigd wordt.

 

#

Component

Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband

Toetsen aan einde dienstverband maximum?

In WNT-verantwoording in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Uitkeringen ineens, wachtgelduitkeringen of loonsuppletieregelingen die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen verbindend verklaarde cao of een wettelijk voorschrift.

Nee

n.v.t.

Indien dergelijke uitkeringen rechtsreeks dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen bindende CAO of wet, maken dergelijke uitkeringen volgens artikel 1.1 (definities) géén deel uit van de definitie ‘uitkering wegens beëindiging van het dienstverband’, en hoeven dus niet te worden gepubliceerd.

2

Door de rechter vastgestelde uitkering wegens beëindiging van het dienstverband.

Nee

n.v.t.

 

3

Reservering voor loonsuppletieregeling (verschil tussen oud salarisniveau en eventueel nieuw salaris voor een bepaalde periode)

Nee

n.v.t.

 

4

Uitbetalingen uit hoofde van een loonsuppletieregeling (verschil tussen oud salarisniveau en eventueel nieuw salaris voor een bepaalde periode) anders dan hiervoor onder 1 bedoeld

Ja, op basis van cumulatieve uitbetalingen in het jaar van toekennen

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Een dergelijke toekenning heeft een voorwaardelijk karakter, maar zal er niet toe mogen leiden dat méér dan het toegestane maximum wordt toegekend. Feitelijk worden dergelijke afspraken gemaximeerd tot het WNT-maximum voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband, dat van kracht was in het jaar van beëindiging.

5

Reserveringen voor te verwachten wachtgelduitkeringen of aanvullingen op sociale uitkeringen

Nee

n.v.t.

 

6

Uitbetalingen uit hoofde van wachtgelduitkeringen of aanvullingen op sociale uitkeringen

Nee, indien op basis van een wettelijke of CAO verplichting; anders:

Ja, op basis van cumulatieve uitbetalingen in het jaar van toekennen

indien Ja:

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt

Indien dergelijke uitkeringen rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een algemeen bindende CAO of wet, maken dergelijke uitkeringen volgens artikel 1.1 (definities) géén deel uit van de definitie ‘uitkering wegens beëindiging van het dienstverband’, en hoeven dus niet te worden gepubliceerd.

7

Andere afvloeiingsregelingen, o.a. kantonrechtersformule, golden parachute regelingen, gouden handdrukken.

Ja, tenzij door rechter vastgesteld (dan zie 2 hierboven).

de post in de salarisadministratie wordt verwerkt, of indien de post niet via de salarisadministratie loopt, in het jaar waarin de post ten laste van het resultaat van de instelling komt

Bij posten die niet via de salarisadministratie lopen kan worden gedacht aan bijvoorbeeld het afstorten van een bedrag bij een verzekeraar voor een stamrecht voor de betrokken functionaris. Dergelijke posten worden verantwoord in het jaar waarin deze ten laste van het resultaat komen.

#

Component

Bezoldiging functionarissen zonder dienstbetrekking (= niet opgenomen in de salarisadministratie

Bezoldiging WNT?

In WNT in jaar waarin:

Opmerkingen/toelichting

1

Honorarium (exclusief btw) incl. algemene kostenopslagen

Ja, maar met uitzondering van de vergoedingen die bij een functievervulling op grond van een dienstbetrekking onbelast zouden zijn

de post ten laste van het resultaat komt

Wettelijke definitie art 1.1.e

§ 15. Bonussen en andere variabele of incidentele beloningen

Het verstrekken van winstdelingen, bonussen of andere vormen van variabele beloning aan topfunctionarissen is in beginsel niet toegestaan. Op grond van het Uitvoeringsbesluit WNT zijn jubileumuitkeringen, mobiliteitstoeslagen en incidentele bindingspremies hiervan uitgezonderd en wel toegestaan. Deze variabele beloningen maken deel uit van de bezoldiging en zijn dan ook onderworpen aan de toets of het bezoldigingsmaximum eventueel wordt overschreden. Overigens zijn ook de winstdelingen, bonussen en andere variabele beloningen die niet zijn toegestaan wèl beloning en daarmee bezoldiging in de zin van de WNT. Dit is vooral van belang voor het overgangsrecht.

§ 16. Bezoldiging en dienstauto

Indien sprake is van een ter beschikking gestelde (lease) auto voor privégebruik, dan geldt de fiscale bijtelling in verband met deze leaseauto als bezoldigingscomponent. Een eventuele eigen bijdrage van de (top)functionaris wordt hierop in mindering gebracht.

§ 17. Onkostenvergoedingen

  • 1. Onder onkostenvergoedingen vallen de belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan vergoedingen bij representatiekosten of belaste reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer of voor dienstreizen. Alleen belastbare onkostenvergoedingen vallen onder het WNT-bezoldigingsbegrip.

  • 2. Kilometervergoedingen, reiskostenvergoedingen en andere reële vergoedingen die door de fiscus geaccepteerd zijn (netto vergoedingen) behoeven niet als bezoldiging te worden aangemerkt.

§ 18. Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn

  • 1. Werkgeversbijdragen aan sociale en aanvullende verzekeringen waar de (top)functionaris verplicht aan moet deelnemen op grond van wettelijk voorschrift of algemeen verbindend verklaarde CAO worden niet tot de bezoldiging gerekend. Werkgeversbijdragen aan sociale verzekeringen of regelingen waar de topfunctionaris vrijwillig voor heeft gekozen of die volgen uit een eigen regeling van de instelling, worden wèl tot de bezoldiging gerekend.

  • 2. De dotatie aan voorzieningen in eigen beheer voor bijvoorbeeld VUT, prepensioen en arbeidsongeschiktheidvoorziening voor de individuele functionaris dient op individuele basis te worden gewaardeerd. Hier is sprake van een voorziening op termijn, waarbij ook bij intern beheer van een pensioenvoorziening sprake is van bezoldiging conform de WNT.

  • 3. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de werkgeversbijdrage aan de pensioenvoorziening en het werkgeversdeel van de sociale verzekeringspremies, omdat partijen geen invloed hebben op de hoogte van deze sociale verzekeringspremies.

§ 19. Verlof en verlofspaarregelingen

  • 1. De opbrengst van de verkoop van vakantiedagen valt onder het WNT-bezoldigingsbegrip. Ook de doorbetaling van een sabbatical maakt deel uit van de bezoldiging. Bij de verantwoording van de individuele bezoldiging wordt geen rekening gehouden met mutaties in een eventuele reservering voor verlof of een sabbatical. De periode waarin verlof wordt opgenomen telt mee voor de duur van het dienstverband.

  • 2. Indien het salaris verlaagd is met een korting, in verband met een (gedeeltelijke) langdurige afwezigheid, zoals ouderschapsverlof, dan is de daadwerkelijke bezoldiging in het betreffende jaar bepalend. Met de bezoldigingsgevolgen van het verlof dient dan ook rekening te worden gehouden.

  • 3. Stortingen van de werkgever in de levensloopregeling tellen mee voor de bezoldiging in de zin van de WNT. Het sparen voor eigen rekening van de werknemer (medewerkersbijdrage) heeft geen invloed op de WNT-bezoldiging. Bij de uitkering van levensloop is geen sprake van bezoldiging in de zin van de WNT.

§ 20. Norm van ontslagvergoedingen

  • 1. Het maximum voor ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen is € 75.000,– dan wel één jaarsalaris (incl. voorzieningen ten behoeve van betalingen op termijn) zo dit lager is dan € 75.000,–. Dit geldt zowel bij een onvrijwillig als een vrijwillig ontslag. De norm waaraan de ontslagvergoedingen voor overige functionarissen getoetst moet worden, om te bepalen of de gegevens gepubliceerd en gemotiveerd moeten worden, is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum van artikel 2.3, eerste lid van de WNT.

  • 2. De norm voor ontslagvergoedingen geldt naar rato van de omvang van het dienstverband, op het moment van beëindiging van het dienstverband. De duur van het dienstverband heeft geen invloed op de hoogte van de norm.

  • 3. De ontslagvergoeding wordt niet opgeteld bij de bezoldigingscomponenten, en wordt separaat vermeld.

  • 4. Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband die rechtstreeks, dwingend en eenduidig voortvloeien uit een (algemeen verbindend verklaarde) cao of een wettelijk voorschrift worden uitgezonderd in de WNT en niet getoetst aan de norm voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband.

  • 5. Indien een nieuwe CAO is afgesloten en in alle redelijkheid kan worden verwacht dat deze CAO algemeen verbindend zal worden verklaard, bijvoorbeeld omdat de CAO in het verleden steeds algemeen verbindend is verklaard, dan is het logisch om reeds volgens de CAO te werk te gaan. Het is aan de instelling zelf om een inschatting te maken of hierover bij de topfunctionaris een voorbehoud te maken.

  • 6. Voorts is de norm voor ontslagvergoedingen niet van toepassing als de hoogte ervan door de rechter is vastgesteld.

§ 21. Beëindiging dienstverband of functievervulling

  • 1. Indien de functievervulling door een functionaris van een topfunctie eindigt, kan een eventuele ontslagvergoeding maximaal een jaarsalaris bedragen met een maximum van € 75.000 euro en kan het dienstverband per direct beëindigd worden. Indien het dienstverband niet wordt beëindigd en de functionaris een andere functie krijgt met behoud van salaris, dan dient hier wel aantoonbaar werk tegenover te staan. De bezoldiging van de ex-topfunctionaris dient in de toekomst als ‘gewezen’ topfunctionaris openbaar gemaakt te worden.

  • 2. De uitbetaling van niet-opgenomen vakantiedagen aan het einde van het dienstverband dient als beloning te worden meegerekend bij de bezoldiging. Het is ook mogelijk het dienstverband te laten beëindigen nadat alle vakantiedagen zijn verbruikt.

  • 3. Een proportionele ambtsjubileumgratificatie bij ontslag wordt tot de WNT-bezoldiging gerekend, en niet tot de ontslaguitkering.

  • 4. Bij doorbetaling tijdens een schorsing hangende een onderzoek is geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 2.10, lid 3. Deze doorbetaling wordt wel tot de beloning gerekend.

§ 22. Overgangsrecht algemeen

  • 1. Op bezoldigingsafspraken aangegaan tot 1 januari 2013 is het overgangsrecht van toepassing. Wijzigingen (verhogingen) in op 6 december 2011 bestaande afspraken blijven echter voor de toepassing van het overgangsrecht buiten beschouwing (zie § 23). Op in 2013 gemaakte bezoldigingsafspraken kan daarnaast overgangsrecht van toepassing ten opzichte van sectorspecifieke ministeriele regelingen voor het jaar 2014 (zie § 1 punt 3).

  • 2. Bezoldigingen boven het geldende maximum worden gerespecteerd gedurende vier jaar na inwerkingtreding van de WNT, waarna in drie jaar tijd moet worden afgebouwd tot het voor de sector geldende bezoldigingsmaximum.

  • 3. Indien voorafgaand aan de inwerkingtreding van een ministeriele regeling bezoldigingsafspraken zijn gemaakt, worden bezoldigingen boven het geldende maximum gedurende vier jaar na inwerkingtreding van de ministeriele regeling gerespecteerd, waarna in drie jaar tijd moet worden afgebouwd tot het geldende bezoldigingsmaximum (art. 7.3, vierde lid, WNT). Er is voor de eerste vier jaar dus geen sprake van onverschuldigde betaling. Let wel, indien er op het moment dat de bezoldigingsafspraken gemaakt werden wel een andere norm (bijvoorbeeld het wettelijk maximum) van toepassing was, dient deze wel gerespecteerd te worden.

  • 4. Vrijwillige wijzigingen in de bezoldiging die een verlaging inhouden van door het overgangsrecht gerespecteerde afspraken, doen geen afbreuk aan de toepasselijkheid van het overgangsrecht. Vrijwillige verlagingen van (onderdelen van) de bezoldiging of de ontslaguitkering, worden juist aangemoedigd. Dit geldt ook voor het vrijwillig niet of niet volledig toepassen van een door het overgangsrecht (artikel 7.1, eerste lid) gerespecteerde verhoging.

§ 23. Overgangsrecht vanaf 6 december 2011 tot 1 januari 2013

  • 1. Bezoldigingsafspraken met nieuw geworven functionarissen, die gemaakt zijn in de periode van 6 december 2011 tot 1 januari 2013 vallen onder het overgangsrecht.

  • 2. Wijzigingen in bezoldiging (verhogingen) of looptijd (verlengingen) van reeds in dienst zijnde functionarissen, aangebracht op of na 6 december 2011 (de datum van aanvaarding van het voorstel voor de WNT door de Tweede Kamer) en tot 1 januari 2013 (de inwerkingtredingsdatum van de WNT) worden niet gerespecteerd door de WNT. De WNT respecteert in deze gevallen de afspraken zoals deze bestonden vóór 6 december 2011; de bezoldiging zal met ingang van 1 januari 2013 naar dit niveau teruggebracht moeten zijn. Als dit niveau boven het maximum uitgaat, geldt voor dit bedrag de reguliere regels van het overgangsrecht.

  • 3. Indien aanstellingen of contracten op of na 6 december 2011 en voor 1 januari 2013 van rechtswege zijn afgelopen en op reguliere wijze worden opgevolgd door een nieuwe aanstelling of overeenkomst, dan is op die nieuwe aanstelling of overeenkomst het reguliere overgangsrecht wel van toepassing. In dat geval gelden de afspraken over de bezoldiging (incl. indexatie) en eventuele vertrekregeling per 31 december 2012. Is de overeenkomst gewijzigd zonder dat er sprake was van een van rechtswege aflopen daarvan dan is de basis van het overgangsrecht de bezoldiging en eventuele afspraken zoals die waren op 6 december 2011.

  • 4. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking dient het overgangsrecht tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 op een vergelijkbare wijze te worden toegepast: indien de topfunctionaris zonder dienstbetrekking nieuw is bij de rechtspersoon of instelling en zijn functie vangt aan in 2012, dan is het reguliere overgangsrecht van toepassing; indien de topfunctionaris zonder dienstbetrekking voor 6 december 2011 eveneens voor de betreffende rechtspersoon of instelling werkte, dan vallen wijzigingen van na 6 december 2011 niet onder het reguliere overgangsrecht.

§ 24. Aanpassingswet WNT

Met de Aanpassingswet WNT wordt slechts een aanpassing van de reikwijdte en het maken van technische wijzigingen beoogd. Zodoende is er geen verscherping van de WNT beoogd. Wanneer blijkt dat een onderdeel van de Aanpassingswet WNT onbedoeld een evidente nadelige werking heeft voor de positie van (top)functionarissen zal niet handhavend worden opgetreden.

Een voorbeeld vormen topfunctionarissen van wie de afspraken over de ontslagvergoeding op of na 6 december 2011 en voor 1 januari 2013 zijn aangepast. Wijzigingen in afspraken over ontslagvergoedingen die gedaan zijn in deze periode, zullen worden gehandhaafd als vielen zij wel onder het overgangsrecht. Accountants voeren eveneens over dit onderdeel van de financiële verslagen een controle uit, als viel de wijziging onder het overgangsrecht.

§ 25. Overgangsrecht bij herbenoemingen

De WNT richt zich voor wat het overgangsrecht betreft op gemaakte bezoldigingsafspraken, zie art. 7.3 WNT. In het geval van een herbenoeming kunnen twee situaties gelden, afhankelijk van het document waarin de initiële bezoldigingsafspraken zijn vastgelegd:

  • a. In het benoemingsbesluit: Als de bezoldigingsafspraken zijn gemaakt in het kader van de benoeming zelf dan zijn de afspraken meestal vastgelegd in het benoemingsbesluit of in de daarbij opgestelde begeleidende brief. In dat geval is bij een herbenoeming na 1 januari 2013 direct de WNT van kracht.

  • b. In de arbeidsovereenkomst: Soms is er, naast de benoeming, ook sprake van een arbeidsovereenkomst/aanstelling voor onbepaalde tijd. Het is niet ongebruikelijk dat hierin de bezoldiging die samenhangt met de benoeming wordt opgenomen. In dat geval houdt de topfunctionaris ook bij herbenoeming recht op de aldus overeengekomen bezoldiging. Na inwerkingtreding van de WNT wordt deze bezoldiging voor vier jaar gerespecteerd, waarna deze in drie jaar moet worden afgebouwd.

§ 26. Overgangsrecht bij fusies

Bij een juridische fusie gaan alle rechten en verplichtingen van rechtswege over op de verkrijgende rechtspersoon. Dit geldt ook voor de arbeidsovereenkomsten. De arbeidsovereenkomsten blijven in dat geval dus gewoon in stand.

§ 27. Rapportage jaarrekening bij een groep van rechtspersonen

Bij een groep van rechtspersonen is de instelling vrij om te kiezen of de WNT-bezoldigingsgegevens opgenomen worden in de geconsolideerde jaarrekening of de enkelvoudige jaarrekening van de betreffende rechtspersoon. Uitsluitende vermelding in de geconsolideerde jaarrekening is voldoende onder vermelding van de rechtspersoon waar de functie wordt verricht.

§ 28. Wetsuitleg en handreikingen op Topinkomens.nl

  • 1. Op de website www.topinkomens.nl wordt onder verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitleg gegeven over het bepaalde bij en krachtens de WNT ten behoeve van:

    • a. (top)functionarissen in de zin van de WNT, andere partijen in de zin van de WNT en de administraties van rechtspersonen en instellingen die onder de WNT vallen;

    • b. accountants die bij een controle op een financieel verslaggevingsdocument de WNT moeten toepassen;

    • c. overige bij de uitvoering of toepassing van de WNT betrokken (rechts)personen of instellingen;

    • d. met het toezicht op de naleving van de WNT belaste ambtenaren, voor zover het niet de toepassing van sectorspecifieke regelgeving betreft.

  • 2. De informatie die is opgenomen op de website www.topinkomens.nl heeft voor de in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, bedoelde groepen het karakter van algemene voorlichting. Deze wordt met zorg samengesteld, maar beslissingen die zij op basis daarvan nemen, zijn voor eigen rekening en risico.

  • 3. Naast wetsuitleg worden op www.topinkomens.nl tevens praktische handreikingen, zoals modellen en voorbeelden gegeven.

  • 4. Via het domein www.topinkomens.nl kan tevens de applicatie voor de verplichte elektronische verstrekking van gegevens ingevolge de artikelen 4.1 en 4.2 (verstrekking gegevens bezoldiging en ontslaguitkering) alsmede 5.2 (melding accountant) worden gevonden.

§ 29. Controle financieel verslaggevingsdocument

Indien uit de verklaring van de accountant aan wiens oordeel een financieel verslaggevingsdocument is onderworpen, blijkt dat het in § 27 van de Beleidsregels toepassing WNT 2013 opgenomen Controleprotocol WNT (2013) is toegepast, wordt een melding op grond van artikel 5.2 WNT of het ontbreken van een zodanige melding bij de uitvoering van het toezicht op de naleving van de wet, beschouwd als in overeenstemming met dat artikel, tenzij uit andere feiten of omstandigheden blijkt dat er aanleiding is om het tegendeel aan te nemen.

§ 30. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toepassing WNT 2014.

TOELICHTING

Algemeen

Hoofdonderdeel van dit besluit vormt de vaststelling van de Beleidsregels toepassing WNT 2014.

Artikel I wijzigt de titel van de Beleidsregels toepassing WNT. Die beleidsregels zijn gebruikt bij de jaarcontroles 2013. Voor zover na 1 juli 2014 nog jaarstukken over 2013 worden opgesteld of gecontroleerd, blijft het voor instellingen en accountants mogelijk deze oude beleidsregels te hanteren. Ter onderscheiding van deze oude beleidsregels van de nieuwe, wordt de citeertitel aangepast.

Artikel II betreft de vaststelling van gewijzigde beleidsregels voor 2014. De wijzigingen voor het jaar 2014 betreffen enkele (beperkte) wijzigingen en enkele voor zich sprekende verduidelijkingen en redactionele of technische verbeteringen. De te noemen inhoudelijke wijzigingen zijn:

  • een toevoeging (bij § 22) over vrijwillige verlaging van de bezoldiging in relatie tot het overgangsrecht;

  • een paragraaf over de toepassing van de Aanpassingswet WNT (§ 24);

  • een paragraaf over de wetsuitleg op topinkomens.nl (§ 28);

  • het (nog) niet opnemen van een controleprotocol (§ 29).

De reden van het ontbreken van een nieuw controleprotocol is dat dit later in dit jaar zal worden vastgesteld (uiterlijk in december 2014). Intussen kan voor accountantscontrole, bijv. bij gebroken boekjaren die doorlopen tot in 2014, nog gebruik worden gemaakt van het Controleprotocol WNT 2013.

In de Beleidsregels toepassing WNT 2014 is, vanzelfsprekend, nog geen uitwerking gegeven aan een in voorbereiding zijnde wijziging van de WNT met het oog op een betere uitvoering van de wet (reparatiewetgeving). Zo nodig zal later dit jaar een aanvulling of wijziging op de beleidsregels worden vastgesteld als gevolg van die reparatiewetgeving. Met die reparatiewetgeving zullen voor de rechtspersonen die onder de reikwijdte van de WNT-vallen in elk geval geen nieuwe administratieve verplichtingen voor 2014 in het leven worden geroepen.

Artikel III betreft de wijziging van de aanduiding van de bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) met het toezicht op de naleving van de WNT belaste eenheid. Het ministerie heeft deze taak sinds kort ondergebracht in een bredere programmatische aanpak, waarbinnen ook coördinatie en ondersteuning van de uitvoering, communicatie, beleid en regelgeving plaatsvindt (Programma normering topinkomens). Om daarbinnen de met het toezicht belaste ambtenaren te kunnen onderscheiden, is er een aparte eenheid die specifiek met het toezicht is belast, waarvoor de minister van BZK ingevolge artikel 1.1 van de wet als verantwoordelijke vakminister (wie het aangaat) is aangewezen. Deze eenheid zal, na schriftelijke instemming, ook door andere ministers op grond van artikel 5.1 kunnen worden aangewezen voor het toezicht op beperkte deelterreinen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven