Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2013, 861 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Raden voor Rechtsbijstand (Cluster) | Staatscourant 2013, 861 | Besluiten van algemene strekking |
Uitgangspunt van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) is dat mediators die in aanmerking willen komen voor verwijzingen vanuit de gerechten of vanuit het Juridisch Loket zich inschrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand. Indien een mediator niet ingeschreven staat, kan hij geen toevoegingen voor de rechtzoekende aanvragen.
De Raad kan op grond van de artikelen 33 a en verdere van de Wrb voorwaarden aan de inschrijving verbinden die betrekking hebben op:
a. de vakbekwaamheidseisen die aan de mediator worden gesteld;
b. de mate van gebondenheid aan door de beroepsgroep algemeen aanvaarde normen betreffende de beroepsethiek en beroepsuitoefening;
c. de wijze waarop schendingen van de algemene norm betreffende de beroepsethiek en beroepsuitoefening worden afgehandeld;
d. de medewerking door de mediator aan onderzoek naar de werking van mediation en aan evaluatie;
e. de verslaglegging door de mediator van de door hem verrichte werkzaamheden;
f. de beroepsaansprakelijkheidsverzekering;
g. de organisatie van het kantoor waar de mediator werkzaam is.
In het onderstaande zijn deze voorwaarden uitgewerkt. De voorwaarden zijn op te vatten als algemeen verbindende voorschriften.
1. De deelnemende mediator dient NMI registermediator te zijn. Deze NMI registermediator heeft ofwel
– het NMI assessment met goed gevolg afgelegd ofwel
– een door het NMI afgenomen peer review met goed gevolg ondergaan én in de drie jaar voor de datum van inschrijving bij de Raad voor Rechtsbijstand negen mediations op basis van de NMI Mediationovereenkomst verricht1.
De mediator is zich er van bewust dat het behoud van de status NMI registermediator een absolute voorwaarde is om ingeschreven te kunnen blijven als mediator. De mediator verklaart zich per direct uit te laten schrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand vanaf het moment dat de inschrijving bij het NMI eindigt. Het NMI geeft dit eveneens, ter controle, aan de Raad voor Rechtsbijstand door.
2. De mediator neemt deel aan kwaliteitsbevorderende bijeenkomsten die door de verwijzingsvoorziening(en) en/ of de Raad voor Rechtsbijstand zullen worden georganiseerd.
3. De mediator dient bereid te zijn de door het NMI en de Raad voor Rechtsbijstand overeengekomen kwaliteitssystemen na te leven.
4. De mediator verklaart deel te nemen aan een schriftelijke of mondelinge evaluatie van zijn/haar werkzaamheden voor de verwijzingsvoorzieningen indien dit door de verwijzingsvoorziening geïnitieerd wordt.
De mediator verplicht zich steeds beschikbaar te zijn voor het doen van een verwezen mediation – behoudens vakantie en tijdens ziekte – en telkens binnen twee weken na aanmelding en acceptatie van de mediation een eerste mediationbijeenkomst te houden en vervolgafspraken zodanig te maken dat de mediation binnen drie maanden na de eerste bijeenkomst afgerond is.
De mediator dient een regeling te hebben getroffen ten aanzien van de organisatie van zijn kantoor/ praktijk, waarin voldoende voorzien is in:
a. de telefonische bereikbaarheid tijdens kantooruren waarvan enkele uren per dag direct en voor het overige via het gebruik van een telefoonbeantwoorder of voice-mail, e-mail en een fax, die dagelijks respectievelijk worden afgeluisterd, geopend en/ of gelezen;
b. dat verhindering wegens overmacht zo spoedig mogelijk telefonisch door de mediator wordt doorgeven aan de verwijzingsvoorziening, onmiddellijk gevolgd door schriftelijke bevestiging hiervan.
Plaatsvervanging is in principe niet mogelijk. Incidenteel kan, in geval van zwaarwegende redenen voor verhindering, plaatsvervanging geschieden met een eveneens bij de Raad voor Rechtsbijstand ingeschreven mediator. Indien het om een verwijzing van de verwijzingsvoorzieningen gaat, dient dit tevens in overleg met de betreffende verwijzingsvoorziening te geschieden.
1. De mediator conformeert zich aan de werkwijze horend bij de verwijzingsvoorzieningen en de gesubsidieerde rechtsbijstand, zoals het juist en volledig informeren van de cliënten over de effecten van de overeengekomen vertrouwelijkheid tijdens de mediations.
2. De mediator stemt ermee in dat zijn praktijkgegevens, waaronder zijn affiniteiten en uurtarief, worden gepubliceerd op Mediatorsearch en – voor zover van toepassing – in het onlinemediators overzicht.
3. De mediator maakt gebruik van de mediationovereenkomst zoals opgesteld door de verwijzingsvoorzieningen en bij onlinemediation van de overeenkomst die voor deze werkwijze door de Raad is opgesteld.
4. De mediator voert een deugdelijke en transparante tijdsregistratie van de aan de mediation bestede tijd, de data en het soort verrichting. De Raad kan ter zake nadere aanwijzingen geven.
5. De mediator bevordert dat voor een partij die daarvoor in aanmerking komt een toevoeging wordt verleend. Dit geldt ook voor de mediators die hebben aangegeven alleen mediations met betalende partijen te willen doen.
Indien in een specifiek geval een partij, die voor een toevoeging in aanmerking komt en daarop door de mediator is gewezen, bewust afziet van gesubsidieerde mediation, wordt dat schriftelijk vastgelegd. In dat geval kan een mediator zijn werkzaamheden niet op toevoegingsbasis declareren. Indien een toevoeging is verleend, wordt deze aan de Raad ter intrekking toegezonden.
1. De mediator heeft zich gecommitteerd aan de NMI klachtenregeling en het Reglement Stichting Tuchtrechtspraak Mediators d.d. 2009 en stemt in met de plicht van het NMI om de uitkomst van klachten over deelnemende mediators te melden aan de verwijzingsvoorziening van de Rechtspraak en aan de Raad voor Rechtsbijstand.
2. De Raad voor Rechtsbijstand heeft een Evaluatiecommissie ingesteld, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet op de rechtsbijstand. De Raad heeft voor de werkwijze van de Evaluatiecommissie het ‘Reglement landelijke Commissie Evaluatie Mediators doorverwijsvoorzieningen’ vastgesteld2. De Evaluatiecommissie kan, hetzij naar aanleiding van een klacht, hetzij op eigen initiatief, de Raad adviseren over maatregelen in de sfeer van de inschrijving van een mediator, inbegrepen de mogelijkheid van doorhaling van de inschrijving. De ingeschreven mediator is verplicht om zich te onderwerpen aan het genoemde reglement. De mediator stemt tevens in met een maatregelbeleid ten aanzien van gegronde klachten.
De mediator heeft een deugdelijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering ten bedrage van € 453.781,– (zegge vierhonderddrieenvijftigduizend zevenhonderdeenentachtig euro) per gebeurtenis. Bij inschrijving verklaart de mediator aldus verzekerd te zijn, dan wel bereid te zijn dadelijk na toelating een beroepsaansprakelijkheids-verzekering af te sluiten voor minimaal € 453.781,– per gebeurtenis.
De mediator draagt zorg voor het compleet en tijdig verstrekken van de gegevens ten behoeve van de monitoring die door de verwijzingsvoorziening worden gevraagd.
De mediator is bereid mediationbijeenkomsten te houden in mediationkamers die door de verwijzingsvoorziening bij de Rechtspraak zijn ingericht. Voor de gevallen waarin de verwijzingsvoorziening geen ruimte ter beschikking heeft, dient de mediator adequate ruimte ter beschikking te hebben om mediationbijeenkomsten te houden. De mediator brengt hiervoor geen kosten aan partijen in rekening.
1. De mediator is bereid om op te treden in teammediation waar dat door de verwijzers noodzakelijk wordt geacht. Tevens is hij/ zij bereid om in die gevallen de mediation tijdig inhoudelijk en procedureel voor te bereiden.
2. De mediator is bereid tot het laten bijwonen van verwezen mediations door een (onervaren) co-mediator. De verwijzingsvoorzieningen bieden mediators die nog geen NMI registermediator zijn, maar wel een erkende mediationopleiding hebben voltooid de gelegenheid ervaring op te doen als co-mediator. Alle door de Raad ingeschreven mediators mogen zelf co-mediators meenemen die voldoen aan de hiervoor genoemde kwalificatie.
Hierbij dienen de volgende regels in acht te worden genomen:
− de mediator staat ervoor in alleen co-mediators mee te nemen die een erkende mediationopleiding hebben voltooid;
− co-mediators ontvangen geen vergoeding, noch van de verwijzingsvoorziening, noch van de partijen;
− de mediator zal zich niet laten betalen door de co-mediator voor het laten bijwonen van de mediation;
− de mediator blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de mediation;
− de mediator draagt er zorg voor dat de mediationovereenkomst mede wordt ondertekend door de co-mediator;
− de mediator tekent op de monitoringformulieren aan wie als co-mediator is opgetreden en welke opleiding deze heeft voltooid.
1. De mediator verplicht zich om in zaken die zijn verwezen door een van de verwijzingsvoorzieningen3 binnen het rechtsbestel aan partijen die niet zijn toegevoegd zijn uurtarief alleen in rekening te brengen voor:
− de contacturen4 en
− overige werkzaamheden5 tot een maximum dat niet hoger is dan het aantal contacturen.
Bijzondere kosten kunnen aan partijen alleen in rekening worden gebracht indien zij daarmee vooraf hebben ingestemd.
De mediator geeft aan de Raad voor Rechtsbijstand het uurtarief op dat hij hanteert voor partijen die niet voor een toevoeging in aanmerking komen. De mediator kan aan partijen die niet voor een toevoeging in aanmerking komen, geen hoger uurtarief in rekening brengen dan hij aan de Raad heeft opgegeven.
Het aan de Raad opgegeven uurtarief wordt opgenomen in een openbare lijst van mediators.
Na afloop van de mediation krijgen cliënten een urenverantwoording van de mediator, waarin hij zijn tijdsbesteding gespecificeerd per uur (of gedeelte van een uur), activiteit en datum heeft vermeld.
2. De mediator geeft aan of hij/ zij bereid is om op de in het inschrijvingsformulier genoemde affiniteitsgebieden rechtzoekenden op basis van een toevoeging bij te staan.
Toevoegingen zijn niet van toepassing bij zakelijke conflicten, met uitzondering van consumententransacties.
3. In het geval dat partijen een aanvraag in het kader van de gesubsidieerde rechtsbijstand doen, werkt de mediator volgens de voorschriften van de Wet op de rechtsbijstand en deze inschrijvingsvoorwaarden. Als voor een partij een toevoeging is verleend, mag de mediator aan deze partij naast de door de Raad opgelegde eigen bijdrage geen honorarium /uurtarief in rekening brengen.
4. In het geval als omschreven in lid 3, richt de mediator zijn/ haar toevoegingsaanvragen en declaraties zorgvuldig en volledig in, met inachtneming van de regels die bij of krachtens de wet zijn gesteld. Hij/ zij neemt daarbij voorts de algemene voorschriften en beleidsregels die met het oog op de wijze van indiening van toevoegingsaanvragen c.q. declaraties door de Raad voor Rechtsbijstand zijn of worden uitgevaardigd in acht en houdt rekening met specifieke aanwijzingen van het bureau van de Raad.
Om ingeschreven te kunnen worden voor dit vakgebied dient een mediator die om inschrijving verzoekt, naast de in artikel 1 lid 1 omschreven eisen, te voldoen aan het volgende vereiste:
a. het voltooid hebben van een door het NMI geaccrediteerde opleiding tot familiemediator;
Om vervolgens ingeschreven te blijven voor dit vakgebied dient een daarvoor toegelaten mediator te voldoen aan de volgende vereisten:
b. het behandelen van tenminste 5 mediations per jaar op het terrein van het personen en familierecht;
c. het behalen van 5 opleidingspunten op het terrein van het personen- en familierecht.
Aanvullend op bovenstaande voorwaarden dient de mediator voor online Mediation een door de Raad voor Rechtsbijstand erkende ‘opleiding tot gespecialiseerd online bemiddelaar’ succesvol te hebben afgerond.
Naast de voorwaarden uit de artikelen 1 tot en met 12 behoren mediators die zaken betreffende internationale kinderontvoering willen behandelen zich daarvoor apart in te inschrijven bij de Raad voor Rechtsbijstand. Bij het verzoek moeten zij aantonen dat zij voldoen aan onderstaande criteria:
− succesvol hebben deelgenomen aan een door de Raad voor Rechtsbijstand erkende opleiding voor cross border mediation;
− kennis van het Haags Kinderontvoeringsverdrag van 25 oktober 1980 (HKOV) en de Uitvoeringswet inzake internationale ontvoering van kinderen van 2 mei 1990;
− ervaring als mediator in familierechtzaken, dat wil zeggen als mediator 10 familierechtzaken behandeld hebben;
− op de hoogte blijven van de (rechts)ontwikkelingen op het gebied van internationale kinderontvoering door het bijwonen van relevante congressen, cursussen, lezingen etc. en het op de hoogte blijven van relevante jurisprudentie.
Met betrekking tot de bedoelde negen mediations gelden de volgende eisen:
– het moet gaan om mediations in overeenstemming met de NMI-reglementen;
– van de negen mediations moeten er minimaal drie met een vaststellingsovereenkomst zijn afgesloten;
– co-mediations in een gelijkwaardige positie tellen mee tot een maximum van drie van de negen; van de overige zes dienen tenminste twee mediations met een vaststellingsovereenkomst te zijn afgesloten.
Dit reglement is gepubliceerd op www.rvr.org: http://www.rvr.org/nl/news,2011/05/Speciale-commissie-voor-mediation.html
Contacturen zijn de uren waarbij de mediator daadwerkelijk met partijen rond de tafel zit tijdens gezamenlijke en/of afzonderlijke gesprekken, dan wel bij onlinemediation daadwerkelijk ten behoeve van partijen onlineactiviteiten heeft verricht. Contacturen zijn ook uren waarin de mediator om de tafel zit met anderen (zoals advocaten, deskundigen, de sociale dienst, de Raad voor de Kinderbescherming) in aanwezigheid dan wel in uitdrukkelijke opdracht van partijen.
Overige werkzaamheden zijn: het op verzoek van partijen lezen van stukken, het opstellen van de (concept)vaststellingsovereenkomst en verslaglegging tot in principe maximaal een uur per bijeenkomst. De mediator stemt deze werkzaamheden vooraf af met cliënten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-861.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.