Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 maart 2013, nr. WJZ/12356756, houdende regels omtrent het verstrekken van gegevens en inlichtingen door de Autoriteit Consument en Markt en wijziging van een aantal ministeriële regelingen in verband met de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Regeling gegevensverstrekking ACM)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op artikel 67, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 14, vierde lid, van de Dienstenwet, de artikelen 4a, derde lid, 21, derde lid, 40a, 80, tweede lid, en 95k, vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998, de artikelen 8, derde lid, 52a, derde lid, 66, tweede lid, en 81e, tweede lid, van de Gaswet, artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, de artikelen 23, tweede lid, 25, eerste, derde en zesde lid, en 27, tweede lid, van de Postwet 2009, artikel 36, derde lid, onderdeel e, van de Spoorwegwet, de artikelen 2.1, vijfde lid, onderdeel b, 2.3, derde en vierde lid, en 6a.19, tweede lid, van de Telecommunicatiewet, artikel 65 Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 2, eerste lid, van het Besluit aanvraagprocedure nummers, artikel 5 van het Besluit alternatieve verdeling nummers, artikel 3.5a, eerste lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen, artikel 5 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, artikel 20 van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie, artikel 8a, derde lid, van het Drinkwaterbesluit, artikel 12 van het Frequentiebesluit en artikel 7, derde lid, van het Postbesluit 2009;

Besluit:

§ 1. Verstrekken van gegevens en inlichtingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder wet: de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 2

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt is bevoegd om aan de volgende bestuursorganen, diensten en toezichthouders gegevens en inlichtingen te verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de goede vervulling van hun taak:

    a. de Belastingdienst/FIOD-ECD:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het opsporen van overtredingen van fiscaal-economische wetgeving;

    b. het Bureau bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur:

    gegevens en inlichtingen nodig voor het op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt uitbrengen van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    c. het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 71a van de Woningwet opgedragen taak;

    d. het College bescherming persoonsgegevens:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 51 van de Wet op de persoonsgegevens opgedragen taak;

    e. het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 2, tweede lid, van de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten opgedragen taak;

    f. het Commissariaat voor de Media:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 7.11 van de Mediawet 2008 opgedragen taak;

    g. de Dienst Nationale Recherche van het Korps landelijke politiediensten:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het opsporen en bestrijden van computercriminaliteit;

    h. de Inspectie voor de Gezondheidszorg:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het toezicht op de naleving van de artikelen 82 tot en met 96 van de Geneesmiddelenwet;

    i. de Kansspelautoriteit:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 33b van de Wet op de kansspelen opgedragen taak;

    j. baten-lastendienst Logius:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het toezicht op certificatiedienstverleners als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel uu, van de Telecommunicatiewet;

    k. het Nationaal Cyber Security Centrum:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het opsporen en bestrijden van computercriminaliteit;

    l. de Nederlandsche Bank N.V.:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 1:24 van de Wet op het financieel toezicht, artikel 151 van de Pensioenwet en artikel 146 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling opgedragen taak;

    m. de Nederlandse Zorgautoriteit:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 16 van de Wet marktordening gezondheidszorg opgedragen taak;

    n. het openbaar ministerie:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 124 van de Wet op de rechterlijke organisatie opgedragen taak;

    o. de rijksbelastingdienst:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van het uitvoeren van de belastingwet, genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

    p. de Sociaal-Economische Raad:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 126, zevende lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie opgedragen taak;

    q. de Stichting Autoriteit Financiële Markten:

    gegevens en inlichtingen ten behoeve van de in artikel 3.1 van de Wet handhaving consumentenbescherming en artikel 1:25 van de Wet op het financieel toezicht opgedragen taak.

  • 2. De Autoriteit Consument en Markt is bevoegd om aan personen of colleges, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken of de Minister van Infrastructuur en Milieu, gegevens en inlichtingen te verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de goede uitoefening van de aan hen bij wettelijk voorschrift toegedeelde bevoegdheid tot het nemen van besluiten of tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten.

§ 2. Wijziging en intrekking van ministeriële regelingen

Artikel 3

De Drinkwaterregeling wordt gewijzigd als volgt:

A

In het opschrift van artikel 7 wordt ‘NMa’ vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

B

In artikel 7 wordt ‘raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit’ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 4

De Postregeling 2009 wordt gewijzigd als volgt:

A

In de artikelen 15 en 17 wordt ‘Het college’ telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 3,9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 5

In artikel 3 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte wordt ‘het college’ vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 6

De Regeling administratieve procedure nummers wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

B

In artikel 4 wordt ‘Het college’ vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt.

C

In artikel 5 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt en wordt ‘Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit’ vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

D

In de Bijlagen I en IV wordt ‘OPTA’ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 7

In de artikelen 11, 12, 15, 16 en 17 van de Regeling afnemers en monitoring Elektriciteitswet 1998 en Gaswet wordt ‘raad van bestuur van de mededingingsautoriteit’ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 8

In artikel 4 van de Regeling categorieën persoonsgegevens WMG wordt ‘Nederlandse Mededingingsautoriteit en de Consumentenautoriteit’ vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 9

In artikel 3 van de Regeling evaluatie Elektriciteitswet 1998 en Gaswet wordt ‘raad van bestuur van de mededingingsautoriteit’ vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 10

In artikel 21 van de Regeling indienststelling spoorvoertuigen wordt ‘raad van bestuur NMa’ vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 11

De Regeling informatieprofiel DCS 1800 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 4, 5, 6, 7, en 8 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 12

De Regeling informatieprofiel DCS 1800 gecombineerd met GSM wordt gewijzigd volgt:

A

Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 4, 5, 6, 7, 8 en 9 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 13

De Regeling informatieprofiel GSM wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

2. Onderdeel d vervalt.

3. De onderdelen e tot en met m worden geletterd d tot en met l.

B

In de artikelen 3a, 4, 5, 7, 8 en 9 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 14

In de artikelen 12 en 13 van de Regeling kwaliteitsaspecten netbeheer elektriciteit en gas wordt ‘raad van bestuur van de mededingingsautoriteit’ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 15

In de artikelen 3 en 4 van de Regeling meettarieven wordt ‘raad van bestuur van de mededingingsautoriteit’ telkens vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 16

De Regeling minimumpakket huurlijnen wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 3 wordt ‘Het college’ vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 3 en 6 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 17

In artikel 3.5a van de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen wordt ‘het college’ vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 18

De Regeling veilingprocedure en lotingprocedure nummers wordt gewijzigd als volgt:

A

In de artikelen 2, 3, 6, 11, 12, 13, 14, 16 en 18 wordt ‘Het college’ telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 1, 2, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 19

De Regeling vertrouwenslijst wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

B

In de artikelen 2, 5, 6, 8 en 9 wordt ‘Het college’ telkens vervangen door: De Autoriteit Consument en Markt.

C

In de artikelen 4, 6, 7, 8, 9, 10 en 10a wordt ‘het college’ telkens vervangen door: de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 20

Artikel 43c, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel p komt te luiden:

  • p. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

2. Onderdeel v vervalt.

3. De onderdelen w tot en met ab worden geletterd v tot en met aa.

Artikel 21

De Regeling rechtspositie vaste leden van OPTA 2009 wordt ingetrokken.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 22

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt in werking treedt.

Artikel 23

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gegevensverstrekking ACM.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 maart 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 7, eerste lid, van de Instellingwet Autoriteit Consument en Markt (verder: de wet) bepaalt dat gegevens en inlichtingen welke de Autoriteit Consument en markt (verder: ACM) in verband met enige werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet heeft verkregen, uitsluitend mogen worden gebruikt voor de uitvoering van die taak of enige andere taak als bedoeld in artikel 2, tweede lid. Op grond van artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de wet is de ACM bevoegd om, in afwijking van artikel 7, eerste lid, aan bestuursorganen, diensten, toezichthouders en andere personen gegevens en inlichtingen te verstrekken indien bij regeling van Onze Minister is bepaald dat verstrekking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een aan dat bestuursorgaan, die dienst, die toezichthouder of die andere persoon opgedragen taak. Deze ministeriële regeling geeft uitvoering aan de genoemde bepaling.

Daarnaast strekt deze regeling tot wijziging van een aantal ministeriële regelingen in verband met de instelling van de ACM. In de ACM zullen de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en de Consumentenautoriteit (CA) samengaan. Door de instelling van de ACM is het noodzakelijk om bestaande ministeriële regelingen aan te passen aan de naam van de nieuwe toezichthouder.

2. Verstrekken van gegevens en inlichtingen

In artikel 2, eerste lid, van deze regeling is vermeld aan welke bestuursorganen, diensten en toezichthouders de ACM gegevens en inlichtingen mag verstrekken. Gebleken is dat de betreffende bestuursorganen, diensten of toezichthouders deze gegevens en inlichtingen steeds nodig hebben voor een goede vervulling van hun taak.

Opgesomd zijn de bestuursorganen, diensten en toezichthouders aan wie de NMa, OPTA of CA vóór inwerkingtreding van deze regeling al bevoegd was gegevens en inlichtingen te verstrekken. Aan deze opsomming zijn ook nieuwe bestuursorganen, diensten of toezichthouders toegevoegd aan wie de ACM gegevens en inlichtingen kan verstrekken, zoals het openbaar ministerie. Zoals vermeld in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (Kamerstukken II, 2011/12, 33 186, nr. 3, p. 10) wordt met het toevoegen van nieuwe instanties uitvoering gegeven aan de toezegging van het kabinet om de mogelijkheden van de NMa tot het verstrekken van informatie aan andere instanties te verruimen.

Artikel 2, tweede lid, van deze regeling regelt dat de ACM ook gegevens en inlichtingen kan verstrekken aan personen of colleges aan wie bevoegdheden tot het nemen van besluiten zijn toegedeeld en die werkzaam zijn onder de Minister van Economische Zaken of de Minister van Infrastructuur en Milieu. Het gaat om (colleges van) ambtenaren aan wie bepaalde bevoegdheden zijn geattribueerd tot het nemen van besluiten of tot het verrichten van andere handelingen dan besluiten. Voor de formulering van het tweede lid van artikel 2 is aangesloten bij de omschrijving van attributie in artikel 10:22 en 10:23 van de Algemene wet bestuursrecht. Een voorbeeld van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde attributie betreft een taak van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Deze Inspectie, die een onderdeel vormt van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, is door Nederland op grond van artikel 16 van de Verordening (EG) Nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 aangewezen als instantie die is belast met de handhaving van die verordening. De ACM kan aan personen en colleges waaraan bevoegdheden zijn geattribueerd en die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de Minister van Economische Zaken of de Minister van Infrastructuur en Milieu, op grond van artikel 2, tweede lid, van deze regeling gegevens en inlichtingen verstrekken voor zover die nodig zijn voor de uitoefening van de geattribueerde bevoegdheden. Omdat de betreffende personen of colleges zelf bestuursorgaan zijn voor zover aan hen bevoegdheden zijn geattribueerd, is het wenselijk de bevoegdheid van de ACM om aan hen informatie te verstrekken in deze regeling op grond van artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de Instellingswet ACM op te nemen in plaats van in de regeling die uitwerking geeft aan artikel 8 van die wet en die de gegevensuitwisseling tussen de minister en de ACM regelt.

3. Inwerkingtreding en Vaste Verandermomenten

De inwerkingtreding van deze regeling wordt gekoppeld aan het tijdstip waarop artikel 2 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt in werking treedt. De inwerkingtreding van die wet geschiedt bij koninklijk besluit. In de toelichting bij dat inwerkingtredingsbesluit zal worden ingegaan op de toepassing van het beleid inzake de Vaste verandermomenten met betrekking tot de bekendmaking en inwerkingtreding van de wet en van deze regeling.

4. Regeldruk

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven en de burgers.

5. Uitvoerings- en handhavingstoets

De raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit en de Consumentenautoriteit hebben bij brief van 29 november 2012 (kenmerk 500199/17.B750) bericht dat zij de ontwerpregeling uitvoerbaar achten, dat gezien het karakter van de regeling de handhaafbaarheidstoets achterwege is gebleven en dat zij geen nadere opmerkingen hebben.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven